Hoogspanningslijnen worden doorgaans gebouwd om vele tientallen jaren dienst te doen. Maar er zijn ook masten die juist bedoeld zijn voor tijdelijke service, zoals omleidingen bij reconstructies.
Een hoogspanningsnet is een dynamisch geheel. Niet alleen varieert de loadflow continu, maar ook zijn er altijd wel ergens aanpassingen, werkzaamheden of praktische problemen aan de hand. Het is wat dat betreft net een wegennet. Soms kan men niet blijven werken terwijl de winkel open is (hot-line work of energized working genoemd) en dan moet de lijn spanningsloos worden gemaakt.
Bij nieuwbouw of reconstructie van een belangrijke verbinding die men liever niet enkele weken uit dienst heeft, worden meestal tijdelijke masten neergezet zodat de leveringszekerheid gewaarborgd blijft en men op zijn gemak aan de nieuwe permanente mast kan werken zonder dat iedere seconde stresswerk is. Door de draden daarnaast ook op enige fysieke afstand van de werf te houden is het werk tevens veiliger. Foto door Gerard Nachbar.
Tijdelijke masten bij werkzaamheden
Als het rondleiden van stroom over een andere verbinding moeilijk of zelfs onmogelijk is, moet er een tijdelijke voorziening worden getroffen om de elektriciteit ter plaatse een klein stukje rond te leiden zodat men veilig aan de masten kan werken. Daarvoor worden tijdelijke masten gebruikt. En meestal zijn dat opmerkelijke constructies. Het meest zien we tijdelijke constructies bij reconstructies of andere werkzaamheden waarvoor de oorspronkelijke verbinding echt niet onder spanning kan blijven staan. Denk aan het verbouwen van een mastlichaam, het nieuw bouwen van een opstijgpunt of een tracéwijziging.
Het strategisch belang van een gesloten 380 kV-ring is zo groot dat zelfs enkele dagen onderbreking niet wordt geaccepteerd en zelfs mag niet op één circuit vertrouwd worden. Deze noodmasten zijn dus hooguit een paar weken in dienst op deze plek – zo kort dat men niet eens de moeite hoeft te nemen om de draden uit de katrollen te halen. Foto's door Gerard Nachbar.
Als het strategisch belang van de verbinding zo groot is dat men hem absoluut geen seconde te lang spanningsloos wil zetten, zijn er per definitie omleidingen ter plaatse nodig. Dat laatste is vrij normaal bij koppelnetverbindingen. Men neemt dan de circuits tijdelijk over op noodmasten die gedurende enkele weken of hooguit maanden blijven staan in de directe nabijheid van de verbinding waaraan de werkzaamheden zijn.
Als een noodmast enkele weken staat, is het niet nodig een fundament aan te brengen. Het aantrillen van een berg zand, worteldoek om wegspoelen bij een enorme onweersbui tegen te gaan en een aantal bielzen of rijplanken als voetplaat voldoet dan ook wel. Soms denkt men zelfs netjes aan een bordje! Foto's door Gerard Nachbar.
Het kan ook met een hijskraan
Natuurlijk heb je ook zogeheten steeklijnen: verbindingen waar geen omleidingsroute voor mogelijk is omdat die er simpelweg niet is. Als er twee circuits op hangen kan er tijdelijk wel eentje worden afgeschakeld (de zogeheten N-1 is dat korte tijd niet gewaarborgd), maar soms is dat acceptabel. Verbindingen in het 110- en 150 kV-net (of 50 en 70 kV) worden op deze manier behandeld. Maar als hot-line work of energized working ook nu niet mogelijk is en beide circuits tegelijk spanningsloos moeten worden gemaakt is ook nu ter plekke een omleiding nodig.
Het verhogen van een mast omdat er bijvoorbeeld een straat of bedrijfsgebouw onder moet komt zo nu en dan eens voor. Meestal is de hijsoperatie zelf in een dag gepiept. Dan het is nogal een gedoe om helemaal een noodmast neer te zetten, zeker omdat er ook niet altijd ruimte is voor een noodmast. In zulke gevallen gaat men gewoon pragmatisch te werk. Je kan ook een telescoopkraan extra huren en die een halve dag zijn CV laten aanvullen als noodmast.
Mastverhoging bij Almelo. Omdat de mast in een mum van tijd kan worden verhoogd als het fundament er eenmaal staat kan ook prima een hijskraantje worden gebruikt om tijdelijk te powerliften en zo te zorgen dat er altijd één circuit in dienst is. Je trekt hem gewoon een stukje opzij zodat je werkruimte hebt en klaar is kees. Soms kan het leven verbazend simpel zijn, zelfs voor netbeheerders. Foto door Peter Schokkenbroek.
Inzet bij calamiteiten en noodherstel
Een heel andere categorie noodmastgebruik zien we bij ongeplande inzet: calamiteiten en noodherstel nadat een mastpositie of verbindingsdeel gesneuveld is door uitzonderlijk zwaar weer, apachepiloten die niet goed uitkijken of door brand onder de verbinding zodat de draden beschadigd zijn. In dat geval is er vaak sprake van een stroomstoring of een kritieke schending van de redundantie. Met grote haast moet dan de verbinding provisorisch worden hersteld met een of meer noodmasten. Zulke situaties zagen we in Nederland en België in 2007 (Zaltbommel), 2009 (Lint), 2010 (Vethuizen) en 2014 (Achêne).
Met grote spoed moest deze verbinding hersteld worden om de leveringszekerheid in de Achterhoek te versterken, want het hele gebied hing na de Downburst van Vethuizen nog maar op één enkel circuit vanaf Borculo. Geen tijd dus voor fancy gedoe: noodmasten zetten en bel Dusseldorp maar op dat we twintig puincontainers vol zand willen (en wel nu) om als ballast voor tuikabels te dienen. Foto door Hans Nienhuis.
Bij noodherstel is er zelden tijd om een zorgvuldig plan te maken. Het is altijd maatwerk, want je weet nooit wat je aantreft en wat er allemaal stuk is (en waar). Ook is het vaak haastwerk. In zulke gevallen kijkt de netbeheerder met gezwinde spoed in de schuur achter het HQ om te zien wat er op dat moment voorhanden is aan knutselmateriaal.
Een verzameling noodmasten klaar voor directe inzet hebben ze altijd wel. Maar afhankelijk van de omgeving (vol andere objecten of juist niet), de gesneuvelde verbinding (klein of juist zwaar) en de smaak van de ingenieur die uit zijn bed werd gebeld kunnen noodmasten een zeer verschillend uiterlijk aannemen. De bovenstaande situatie met verticale configuratie wordt het meest gebruikt bij kleine verbindingen, maar bijvoorbeeld bij herstel van de storing in Lint in 2009 was er sprake van een zware 380 kV-verbinding met bundelgeleiders. Dat lukt niet zomaar met zijwaarts uitstekende kunststof isolators. Elia gebruikt bij dit soort gevallen noodmasten die eruitzien als een grote gaffel met horizontaal ingehangen draden. De noodmasten zijn berekend op snelle inzet in het hele land: men bewaart en transporteert ze in zeecontainers die direct op een vrachtwagen kunnen worden geladen. In een paar uur tijd heb je ze altijd ter plekke.
Normaal gesproken heeft Scandinavisch design een naam hoog te houden, maar in België weet men er ook wel raad mee. Deze noodmasten, waarvan er een handjevol nodig waren om tijdelijk een circuit van 380 kV te dragen, gaan relatief zuinig met materiaal om en ze blijven ook heel laag. Hier moesten de draden er nog in worden gehangen. Foto (of verslag) door Bavo Lens.
Inzet bij capaciteitsvraagstukken
De derde reden om tijdelijke masten in te zetten is het oplossen van tijdelijke capaciteitsknelpunten. Bij onvoorzien snelle ontwikkelingen in een gebied kan het gebeuren dat er te weinig transportcapaciteit is. Congestiemanagement is iets waar zowel netbeheerders als producenten een hekel aan hebben. Maar een netverzwaring is een vergunningtechnische nachtmerrie die gerust zeven jaar kan duren. Dus soms moeten er soms acute maatregelen worden genomen. Een extra circuit is dan nodig om tijdelijk de nood te lenigen. In tegenstelling tot andere situaties staan deze tijdelijke oplossingen er vaak meerdere maanden of zelfs meerdere jaren.
Het fraaiste voorbeeld in vele jaren van zo'n situatie zien we momenteel in de Eemshaven. Daar is zo'n agglomeratie van productiecapaciteit ontstaan dat de bestaande verbinding tussen Oudeschip en Robbenplaat ondanks tweemaal 2635 MVA capaciteit het allemaal niet meer aan kon. Verlichting moet gaan komen in de vorm van een nieuwe afgaande verbinding vanaf Oudeschip naar Vierverlaten, maar het kan nog wel tot 2022 duren voordat die er staat. In tussentijd komt er steeds meer vermogen bij (de COBRA-cable, nog meer windvermogen, kans op een Power2Gas-oplossing). De enige oplossing was een tijdelijk derde circuit naast de bestaande verbinding te zetten om het een aantal jaar uit te zingen.
Noodlijn in de Eemshaven, geschikt voor 2635 MVA extra transportvermogen. Gedurende een aantal jaren is deze nodig om een capaciteitsprobleem op te vangen. Het voordeel van hoeken maken met de noodlijn is dat je dan maar naar één kant hoeft af te tuien. Foto door Michel van Giersbergen.
Omdat deze verbinding er wat langer moet staan dan een paar maanden is er geïnvesteerd in robuustheid. Het is zichtbaar allemaal wat zwaarder uitgevoerd dan noodmasten die tijdens werkzaamheden dienst doen. Zo zijn er bijvoorbeeld bliksemafleiders op gezet, er is circuitaanduiding aangebracht en er zijn waarschuwingsborden inclusief lijnnummering opgehangen. Ook zijn de ballastblokken beter uitgewerkt en zijn de masten iets lager gehouden zodat de sterkte groter is. Op zich is dat geen luxe in de Eemshaven, want als het ergens vaak ijzelt, stormt of ander naar weer is, dan is het daar wel.