In Nederland en België kan het elektriciteitsnet niet meer gemist worden. Maar met name in Nederland is het de vraag of we niet te lichtvoetig met het net omgaan.

Alles is afhankelijk van stroom – zelfs andere energiebronnen, want zonder stroom werkt het tankstation niet. Ook het internet, het bankiersysteem (pinnen) en de waterleiding doen het niet bij een grootschalige stroomuitval. Niet ieder systeem beschikt over een volledige noodstroomvoorziening en zelfs wanneer dat wel zo is geeft het doorgaans hooguit een of twee dagen respijt totdat de brandstof op is. Alleen al daarom is het goed dat de controle van de grootschalige elektriciteitsdistributie bij de staat ligt. 

De leveringszekerheid is bijna nergens zo hoog als in Nederland en de robuustheid en betrouwbaarheid zijn zowel in Nederland als in België goed te noemen. Het koppelnet in Nederland is vrijwel volledig redundant uitgevoerd waardoor storingen een ware zeldzaamheid zijn. Maar met name Nederland moet hier niet al te hoog over van de toren blazen, want Nederland heeft een achilleshiel: water. 

Natte voeten

Grote delen van Nederland bevinden zich onder het zeeniveau of naast een rivier die binnendijks overstromen kan. Ook het hoog- en middenspanningsnet in deze delen van Nederland bevinden zich onder zeeniveau. De middenspanning ligt in de grond en de transformators voor middenspanning bevinden zich doorgaans amper boven het maaiveld. Bij een calamiteit waarbij een groot gebied overstroomt met zee- of rivierwater zullen middenspanningshuisjes onder water lopen waardoor de lokale stroomvoorziening klapt, voorafgegaan door kortsluitingen met kans op elektrocutie voor wie zich in de buurt bevindt.

Tonmast op stiepjes in de uiterwaarden van Wageningen

Hoogspanningsmasten in de uiterwaarden zijn gebouwd op hoogwater. Betonnen stiepen beschermen de masten tegen water met drijfhout, ijsgang of corrosie. Maar zelfs zonder deze betonnen platforms is het voor een hoogspanningsmast geen groot probleem om een week of twee natte voeten te krijgen als er niets groots tegenaan spoelt. Foto door Hans Nienhuis.

Het hoogspanningsnet lijkt op het eerste gezicht veel minder gevoelig voor overstromingen. De kabels hangen immers hoog in de lucht en zo hoog komt het water niet. Daarnaast is het voor een mast geen groot probleem om incidenteel een keer natte voeten te krijgen. Op wat versterkte lekspanning en viezigheid op het lattenwerk na kan zo'n mast er prima tegen. En hoogspanningsgrondkabels liggen ondergronds en ze zijn waterdicht. Maar helaas is deze robuustheid slechts schijn.

Stroom en water mag dan een interessante combinatie zijn als het gaat om hydropower, maar trafostations zijn er minder content mee. Trafostations in Nederland zijn niet omdijkt, staan niet op een terp en belangrijke installaties staan niet op een platform of verhoging. Slechts een klein slootje eromheen kan het regenwater van het terrein afvoeren.

Trafostations zijn ondanks hun ligging beneden zeeniveau vaak niet beschermd tegen hoog water

Trafostations in Nederland zijn ondanks hun strategisch belang en hun ligging beneden zeeniveau (of in een waard) op geen enkele wijze beschermd tegen hoogwater. Het slootje is slechts bedoeld als regenwatergootje… Foto door Ot Lesley.

Wanneer er bij een overstroming water het terrein op loopt zullen de installaties onmiddelijk natte voeten krijgen. Dat zorgt voor levensgevaarlijke situaties en de leveringszekerheid komt in direct gevaar. Dat wordt nog serieuzer als je bedenkt dat het bovenstaande niet alleen opgaat voor kleine lokale onderstations voor 110 kV. Ook strategisch onmisbare stations in de 380 kV-ringen zoals Westerlee, Wateringen, Bleiswijk of Diemen zijn niet berekend op zelfs maar het minste laagje water. 

Naïef achter de dijken?

Recentelijk hebben we kunnen zien dat deze dreiging reëel is. In New York stroomde er tijdens de doortocht van het orkaansysteem Sandy water het terrein op van een trafostation van Con Ed. Er volgde een grote ontploffing waarna een stroomstoring ontstond die een deel van de stad in het donker zette, hulpdiensten afsneed van communicatie en het (vluchtende) verkeer in een chaos veranderde door uitval van stoplichten. De brand die na de ontploffing ontstond nam tachtig huizen mee de vergetelheid in.

Con Ed ontploffing in New York tijdens doortocht Sandy

De ontploffing die het schakelveld van dit trafostation van Con Ed met de grond gelijk maakte duurde meer dan tien seconden. Klik hier voor het filmpje.

Dat de stations in het binnenland (geen rivier in de buurt en hoog boven zeeniveau) niet ontworpen worden op een overstroming is geen probleem. Daar is immers de kans op aardbevinkjes zelfs hoger dan die op een overstroming. Maar voor het westen van Nederland is deze gang van zaken een stuk vreemder te noemen.

Wanneer er iets zou gebeuren waardoor bijvoorbeeld Westerlee en Wateringen onder water lopen, klappen en op zwart gaan, dan moeten de toeleverende 380 kV-verbindingen direct worden afgeschakeld om branden, ontploffingen, meer schade elders op het net of elektrocutie van mens en dier in de buurt te voorkomen. En dan pas beginnen de problemen echt. Veel gemalen in Nederland worden elektrisch aangedreven en vanwege hun grote capaciteit van meerdere megawatts is er ter plekke doorgaans niet voorzien in een aggregaat of gasturbine. Als de stroom uitvalt, stoppen de pompen waardoor het water versneld nog hoger zal komen te staan.

Trafostation Bleiswijk is niet beschermd tegen hoogwater

Trafostation Bleiswijk ligt onder het zeeniveau en kan niet gemist worden in de 380 kV zuidwestring. Toch zien we ook hier geen enkele bescherming tegen hoogwater – zelfs geen poging daartoe. Naïef in Nederland? Foto door Hans Nienhuis.

Communicatie van hulpdiensten via P2000 zal na enige tijd uitvallen omdat de zendmasten in het water staan en zonder stroom zitten. Chemische processen in fabrieken die bewaakt moeten worden kunnen uit de hand lopen. En onrust bij de bevolking kan uitmonden in rellen, anarchie en… nouja, je snapt het wel. 

Beschermen is niet gewenst? Pardon?

De oplossing klinkt simpel: een terp, een omdijking of een andere plek kiezen voor het station. Maar vanuit onverwachte hoek ontstaan er dan problemen. Wanneer we het station zouden beschermen tegen water, kan er maatschappelijk ongenoegen ontstaan in de woonwijken en bedrijventereinen naast het station. Waarom wordt een plek waar geen mens woont wel beschermd en wij niet? En betekent dit niet dat de overheid haar eigen dijken soms niet vertrouwt?

Toch is omdijken (maar dan met een laag dijkje) nog steeds niet verkeerd. Tegen een grote zee- of rivierdijkbreuk is geen kruid gewassen, maar wat een klein ringdijkje (met een gemaaltje) wel kan doen is ellende voorkomen van kleinere overstromingen. Immers, stroom is er op een trafostation genoeg en het terrein van een trafostation is relatief klein zodat een bescheiden pomp al snel voldoende is. De grote onweersbuien in onze streken worden geacht steeds groter, extremer en zwaarder te worden door de klimaatverandering. Vroeger was 100 millimeter regen in een paar uur een ware zeldzaamheid, maar de laatste jaren gebeurt het steeds meer. Tegen dit soort neerslaghoeveelheden is het riool niet opgewassen zodat het zich op lage plekken tijdelijk ophoopt. Geen catastrofe zoals een dijkbreuk, maar nog steeds voldoende om een trafostation te beschadigen.

Als het water onverhoopt aan de dijk staat zal de middenspanning alsnog uitklappen. Maar het is dan wel op lokale schaal en het is mogelijk om kritische afnemers zoals rioolwaterzuiveringen, bewaakapparatuur en gemalen (belangrijk bij hoog water) eventueel onder spanning te kunnen houden doordat er in elk geval nog stroom beschikbaar is in het gebied. 

Omdijken van het trafostation is technisch heel eenvoudig.

Technisch is het fluitje van een cent om een kleine dijk rondom het trafostation te leggen. Zelfs een ringdijkje van een halve meter kan al genoeg zijn om onheil van grote stortbuien buiten de trafostationdeur te houden en verder kost een dijk weinig ruimte, onderhoud of geld. Foto door Hans Nienhuis.

 


Omhoog