
22 augustus 2021 ∙ Na drie zomers met hitte en droogte hebben we dit jaar weer een oude vertrouwde takkeweerzomer netkaartweerzomer. Nu we soms letterlijk terugdruppelen van vakantie wordt het tijd om eens te kijken wat we gemist hebben in de afgelopen anderhalve maand. Laten we eens een vlotte blik werpen op netprojecten die deze zomer ondanks regen en corona gewoon doorliepen en die momenteel de grote blikvangers zijn.
In Nederland is ook in de zomer verder gewerkt aan twee in het oog springende netverzwaringen, diagonaal in twee uithoeken van het land. In Groningen begint de nieuwe 380 kV-lijn Oudeschip – Vierverlaten steeds meer vorm te krijgen. Voor dit project hebben we een soort correspondent in de vorm van Bram Gaastra, die in de buurt woont en zo nu en dan de populatie pylon geeks op ons forum voorzien van een verse vorderingsrapportage. Langzaam maar zeker verschijnen steeds meer wintracks. Dat gaat niet helemaal zonder controverse, zoals we kunnen lezen in een recent artikel in het Dagblad van het Noorden (helaas niet zomaar in te zien voor wie 'm niet op papier heeft) en ook de oude vakwerklijn ziet het met lede ogen aan. Die zal nog een paar jaar blijven bestaan totdat de nieuwe verbinding helemaal is opgeleverd. Trafostation Vierverlaten, een van de eindpunten, is ook bezig met een transformatie naar 380/220 kV koppelstation. Met vijfmaal 750 MVA koppelvermogen wordt het het zwaarste koppelstation in zijn soort van het hele land. Deze zomer zijn alvast vier trafo's aangevoerd en met enige trots heeft Tennet daar een persmomentje van gemaakt. De verbinding en het station worden beiden beraamd eind 2023 te worden opgeleverd.
In Zeeland verschijnen intussen ook wintracks. De netverzwaring Zuidwest-380 West is complexer dan zijn evenknie in Groningen, want in Zeeland blijft de bestaande vakwerkverbinding gedeeltelijk staan en zal de nieuwe verbinding niet over het hele tracé dezelfde aanblik bieden. Viermaal 380 tot aan Willem Anna Polder, maar daarna stappen er opeens twee 380 kV-circuits uit om verder te gaan op de reeds bestaande donau-vakwerkmasten. Hun plek in de wintracks wordt ingenomen door twee 150 kV-circuits, die op hun beurt bovengronds meeliften tot Rilland. Daardoor kan de bestaande 150 kV vakwerkverbinding verdwijnen. Men kan zich afvragen of het niet logischer was om de nieuwe 380 kV-lijn over zijn volle lengte van viermaal 380 te voorzien, de oude 380 kV vakwerklijn af te breken en de 150 kV te handhaven of te verkabelen, maar vanuit het oogpunt van pylon geeks is juist deze omslachtige aanpak leuker. Het maakt het project interessanter dankzij een ingewikkelde verknoping bij Willem Anna Polder, een unieke 380/150 kV waterkruising met vakwerkmasten in de wintracklijn, een eh.. apart gezicht van wintracks pal naast vakwerk tussen Kruiningen en Rilland. In het eindresultaat blijven van elk mastontwerp lijndelen bewaard.
Ondertussen, in Kerkdorp… Niet alles liep deze zomer door, laten we eerlijk zijn. De karkassen van de gesneuvelde 150 kV driecircuit-deltamasten (downburst 18 juni, zie een paar nieuwsberichten verderop) lijken nog steeds niet te zijn opgeruimd. Op de satellietfoto's is wel te zien dat in een grillig tracé een werkweg is aangelegd en de draden zijn wel opgeruimd, maar wanneer de karkassen verdwijnen of wanneer de herbouw aanvangt is ook bij HoogspanningsNet niet bekend. Wat we wel weten is dat er inmiddels twijfels zijn over of het tot een noodlijn zal komen. Via twee ad-hoc aanpassingen in de circuits bij Apeldoorn en bij Dronten is de redundantie op deze beide plekken provisorisch hersteld, zodat we nu eigenlijk te maken hebben met twee steeklijnen. Dat betekent dat de N-1 voor ieder station weer geldt en dat er dus niet direct meer noodzaak lijkt voor een noodlijn die de ring sluit. De twee koppeltrafo's op Lelystad kunnen nog steeds de bulk van hun vermogen kwijt op de andere verbinding, gebouwd met identieke PGEM-deltamasten voor driemaal 416 MVA, die via Harderwijk en via Utrecht uiteindelijk Dodewaard alsnog bereiken. Geen ideale situatie, maar wellicht voldoende om het zonder noodlijn te kunnen rooien totdat de gesneuvelde masten bij Kerkdorp hersteld zijn. Overigens zal ook dat geen gemakkelijke weg zijn omdat de masten niet precies kunnen worden herbouwd volgens hun originele ontwerp. Hoe dat zit is voer voor een nieuw artikel dit najaar.
In België wordt nog steeds gewerkt aan de netverzwaring tussen Van Eyck en Meerhout. De verbinding krijgt het felbegeerde tweede draadstel en het bestaande draadstel wordt verzwaard. Vanaf eind 2022 zal de verbinding een kleine 2500 MVA redundant het hoofd kunnen bieden, een drievoud (of redundant: ruim anderhalf keer) van wat deze vandaag kan. Maar voor het zover is zijn er wel aanpassingen aan sommige masten nodig. De verbinding met zijn on-Belgisch mastontwerp staat voorlopig in de steigers. Bij het aanbrengen van nieuwe draden hoort het uitrollen van gidslijnen (nylon touwen). Het is vrij gebruikelijk dat men dat doet met een helikopter. Dat scheelt over de grond slepende draden, gedoe met bomen en het neerzetten van allerhande jukken. Hoogspanning en helikopters staan op gespannen voet met elkaar (sorry, hij was te mooi), maar aan het einde van de dag is het vaker een goede samenwerking dan een probleem. Hoogspanning in de bergen kan niet zonder helikopters voor aanleg en onderhoud. Maar ook in het vlakke land scheelt het door talloze tuinen en weides banjeren als je de draden hoog over alles heen rechtstreeks van mast naar mast kan vliegen.
Naast deze vier dingen zijn er nog tientallen andere projecten gaande, van kleine verkabelingen tot mega-operaties in de planfase zoals Zuidwest-380 Oost en Boucle du Hainaut. We klimmen de vakantie uit en pakken de draad weer op. Eén ding is zeker, we hoeven ons de komende tijd niet te vervelen in hoogspanningsland. Al hopen we wel op wat beter weer voor veldwerk, want met zoveel wolken mislukken zelfs de satellietfoto's…
Afbeelding: aanblik van wintracks in aanbouw in het project Noordwest-380. Bonkig of rank, modern of kitsch, onzin of onmisbaar, we laten het vandaag maar even aan de lezer over. Onder: om redundantie (N-1) te waarborgen voor de stations Dronten en Apeldoorn Zuidbroek zijn er twee doorverbindingen gemaakt in de beide uiteinden van de gesneuvelde lijn driecircuit-delta's, zodat er nu als het ware twee redundante steeklijnen zijn overgebleven. Forumlid BasH legde zo'n noodverbinding vast, hier het exemplaar bij Dronten.
03 april 2021 ∙ Nog altijd geldt, blijf thuis als je er niet per sé uit hoeft. Het gevolg na de coronawinter is een gebrek aan veldwerk en een schraal gevuld nieuwsoverzicht. Maar ondertussen gebeurt er alsnog van alles, dus we moeten nodig weer eens om ons heen kijken. Vandaag: Zeeland, waar twee grote vakwerkmasten verrijzen voor een nieuwe waterkruising.
Er wordt altijd wel gewerkt aan het net, maar meestal betreft dat relatief kleine of plaatselijke operaties zoals vervanging van de isolators in de Kattenberglijn (momenteel bezig) of het verbouwen van een aantal onderstations. Grote projecten, daarvan zijn er in Nederland op het vasteland momenteel een handvol. Eentje is het project Zuidwest-380 West: een nieuwe hoogspanningslijn tussen Borssele en Rilland, ter versterking van de bestaande 380 kV-lijn die op zijn tenen loopt. Een spraakmakend project, niet in het minst vanwege de keuze voor wintracks die gedeeltelijk pal naast de bestaande vakwerklijn komen te staan. Maar stiekem ook vanwege de nieuwe overkruising van het Kanaal door Zuid Beveland. Want wat zien we daar gebouwd worden?
Hmm… Dat lijkt voor een wintrack verdacht veel op een grote zware vakwerkmast, als we ons niet vergissen.
Wie er even in duikt (daarvoor zit je op HoogspanningsNet) kan vinden dat het Kanaal door Zuid Beveland actief wordt gebruikt door vrij grote boten. Dat betekent behoefte aan een grote vrije doorvaarthoogte en dus ook extra hoog opgehangen draden. Wanneer allerlei andere zaken, zoals een acceptabele zeeg en stijghoek in acht worden genomen, blijkt dat de benodigde masthoogte ongeveer honderd meter is om dit voor elkaar te krijgen. Dat bleek in windgebied I (de kuststrook) een beetje teveel van het goede. Zodoende bleven twee opties over: twee opstijgpunten met een grondkabel onder het kanaal door, of een bovengrondse kruising met twee vakwerkmasten, die op die plek wel kunnen wat wintracks niet lukt.
Reeds in 2018 waren er al wat plannen boven komen dobberen voor vakwerkmasten op deze plek: er is een rapport voorhanden waarin een sterkteberekening staat voor precies dit mastontwerp. Maar vanwege de kabelaanleg onder het Noordzeekanaal en het bevreemdende uiterlijk van twee vakwerkmasten in een lijn met wintracks waren we er bij HoogspanningsNet vanuit gegaan dat het uiteindelijk wel zou stranden en er een kabelkruising zou komen.
Te snel gedacht, zo bleek. De kabelkruising van het Noordzeekanaal bleek al snel na zijn inbedrijfname problemen te hebben en inmiddels is het een klein hoofdpijndossier geworden. Of dat een doorslaggevende rol heeft gespeeld in de keuze voor een bovengrondse kruising is ons niet bekend, maar toen op de satellietfoto's vorig jaar de eerste sporen van twee bouwplaatsen verschenen wisten we wel hoe de klokgetallen erbij stonden: ook wij kunnen nog verrast worden. Twee 98,5 meter hoge kruisingsmasten zouden verrijzen, geschikt voor tweemaal 380 kV en tweemaal 150 kV. Een combilijn die een echt grote waterkruising maakt is een primeur in Nederland en een mooie opsteker voor vakwerkliefhebbers.
Ondanks deze lange neus richting wintracks is Tennet alsnog trots op de nieuwe masten. Op hun Twitteraccount is er gisteren aandacht besteed aan in elkaar takelen, afgelopen week bij goed weer en met een drone gefotografeerd. Tegen zulk beeldmateriaal kunnen wij niet op, maar gelukkig bleek een Zeeuwse kennis van iemand van het siteteam vandaag in de buurt te zijn van dit stukje vakwerk. Het zal nog geruime tijd duren voordat de twee aansluitende mastvakken met wintracks zullen zijn aangelegd en het project Zuidwest-380 West zal nog een aantal andere interessante gedeelten bevatten, zoals de overstap bij Willem Anna Polder en de passage van Heinkenszand. De komende paar jaar is Zeeland meer dan grappen over Duitse toeristen of mosselen, het is ook het land van de aanleg van een nieuwe verbinding vol aparte subgedeelten.
Afbeeldingen: foto van de gloednieuwe oostelijke kruisingsmast voor de Kanaal door Zuid-Bevelandkruising, met dank aan C. Vreugdenhil tijdens een dagje wandelen. Onder: schermafdruk uit de Tennet Projectatlas (met het hele tracé als animatie) waarop de eindsituatie te zien is: de configuratie van de wintracks (380 binnen, 150 buiten) wordt ook in de vakwerkmasten gehandhaafd.
12 augustus 2020 ∙ De vakantie eindigt niet alleen gloeiend heet, maar ook met de onthulling van het mastontwerp dat gebruikt gaat worden in de nieuwe verbinding Zuidwest-380 Oost. Maak kennis met de mastenfamilie Moldau: een adembenemende, dubbele concentrische combinatie-tonmast.
2020 is niet echt een lekker jaar voor euh.. ach, voor iedereen. Maar voor pylon geeks heeft 2020 ook een zeer mooie kant, want het is het jaar van een grote plottwist in hoogspanningsland. We dachten dat nieuw vakwerk in Nederland onmogelijk was sinds de wintrack zijn intrede had gedaan, maar niets is minder waar. In februari bleek dat voor Zuidwest-380 kV Oost van de wintrack werd afgeweken en dat Tennet alsnog een vakwerkmast ging toepassen. Wie goed de site van Zuidwest-380 in de gaten hield had daar al wat aanwijzingen voor kunnen zien, maar dat het uiteindelijk ook echt doorging was alsnog een verrassing.
Toen begon het wachten op hoe de mast eruit zou gaan zien. De wintrack was het uitgangspunt, maar een vakwerk-bipole leek niet realistisch. Met een combimast zijn de opties beperkt: donau + vlak zoals de Oostring of Zwolle – Meeden? Duo-Ton zoals bij Helmond? Slechts een paar mensen wisten wat het zou gaan worden, maar hier op HoogspanningsNet moesten we wachten op het officiële onthulmoment. Vanwege de coronacrisis liet dat langer op zich wachten dan de bedoeling was. Toen we enkele weken terug lucht kregen van een per ongeluk te vroeg online gezette 3D-visualisatiewebsite konden we opeens het ontwerp zien. Het werd verleidelijk omdat de te vroeg bereikbare site openbaar te benaderen was, maar ook wij bij HoogspanningsNet hebben geen belang bij een boze Berg. Je kan ook de luis in de pels uithangen zonder jeuk te veroorzaken.
En nu, middenin de vakantie, werd het ontwerp door Tennet dan werkelijk vrijgegeven met stille trom. Die relatieve stilte is natuurlijk een teken van wat anders: het ligt bij sommige mensen een beetje gevoelig dat de wintrack om technische en esthetische redenen niet meer houdbaar bleek voor dit project en ook wordt een grote hoogspanningsmast door de meeste mensen niet zo gewaardeerd. Jammer eigenlijk, want de nieuwe mast is een waanzinnige nieuwe telg in het bestaande mastenpark. De ontworpen mastenfamilie, Moldau gedoopt (stijlvol om weer een riviernaam te kiezen) heeft een dubbele tonconfiguratie waarbij de 150 kV-circuits binnenin de 380 kV-circuits hangen. Een concentrische tonmast – zoiets hebben we nog nooit gezien in Nederland en ook niet in de wijde omtrek.
Het idee is dat het magneetveld smaller blijft dan wanneer 380 kV aan de binnenzijde hangt. Iets wat op het eerste gezicht vreemd lijkt, maar omdat 380 kV een grotere afstand tot de toren moet houden dan 150 kV blijft de mast als geheel smaller wanneer 150 kV binnenin wordt opgehangen. Ook blijft de masthoogte beperkt tot drie verdiepingen, wat tevens goed past bij de kleerkasten. De tonvorm past daar ook bij. Nadeel is de ingewikkelde afstap van 150 kV bij inlussingen, aftakken en stations. Het lijkt erop dat dit alleen kan via caravelles. Dat is iets gebruikelijks in België en Duitsland, maar een primeur voor Nederland.
Welke vragen blijven er open staan en waar moeten we bovenop blijven zitten? Naast de projectplanning is dat vooral het al of niet toepassen van wisselmasten. Ook daarover zijn wat berichten, hoewel die niet hard bevestigd zijn. De buisleidingenstraat van LSNed heeft last van elektromagnetische beïnvloeding en er is een bericht dat men eventueel fasewisseling wil toepassen om dat te bevechten. Dat zou wederom een primeur zijn, aangezien nieuwe fasewissels al decennia niet meer gebouwd worden.
We houden het in de gaten, maar op dit moment kunnen we proosten op het vooruitzicht op een spectaculaire uitbreiding van het Nederlandse mastenpark, voor het eerst sinds ZL-MEE-EEMS in de jaren 90. Zoiets als dit hebben we in Nederland nooit eerder gezien en dit belooft een spannend nieuw hoofdstuk te worden. Lees voor meer informatie het Mastkeuzerapport van Tennet (PDF), bekijk de projectsite van Zuidwest-380 of praat mee op ons forum.
Afbeelding: animatie en schets van een mast van het Moldau-ontwerp, beide ontleend uit het rapport van Tennet over de mastkeuze en de visualisatiewebsite die enkele weken te vroeg online kwam. Het is een geheel nieuwe mast die grotendeels als combimast, maar ook een stukje als solo 380 wordt toegepast. Het kan nog wel een paar jaar duren voordat de bouw begint en dit uitzicht werkelijkheid wordt.
11 maart 2020 ∙ Na lang wikken en wegen, her en der wat roddels en steeds sterker wordende argumenten heeft het Ministerie van EZ definitief besloten om netbeheerder Tennet toestemming te verlenen voor iets dat sinds 2011 ondenkbaar was in Nederland. Pylon geeks, ontkurk de champagne: Zuidwest-380 Oost wordt gebouwd met vakwerkmasten.
Zuidwest-380 is momenteel het grootste op-land project van Tennet in Nederland. Het betreft een nieuwe, tweede 380 kV-verbinding tussen Borssele (waar offshore-windparken aangesloten worden), Rilland (verbinding met België) en Tilburg, waar met een nieuw station contact wordt gemaakt met de landelijke 380 kV-ring. De verbinding van bijna honderd kilometer wordt in twee delen gebouwd. Het westelijk deel in Zeeland wordt uitgevoerd met wintracks, maar vanaf Rilland tot Tilburg bleek het gaandeweg steeds ingewikkelder te worden om aan wintracks vast te houden. Het plan kraakte in al zijn voegen en worstelend met de beperkingen van de witte palen zal er ongetwijfeld jaloers naar België zijn gekeken, waar Elia de afgelopen jaren probleemloos en vrolijk fluitend een strakke vakwerkmast met succes toepaste voor een paar fikse netverzwaringen. Uiteindelijk gooide een dappere Arnhemse netstrateeg waarschijnlijk de knuppel in de schakeltuin: what if.
Er is de bestaande verbinding met vakwerkmasten waaraan de nieuwe lijn grotendeels parallel gaat lopen. De bestaande lijn blijft staan en het zou betekenen dat er een rij blinkende wintracks pal naast de vakwerkmasten zou verschijnen, waardoor op kolderieke wijze onnodig de aandacht wordt getrokken. Los daarvan komt de nieuwe verbinding ook parallel aan de buisleidingenstraat van LSNED (een monsterklus van beïnvloedingsberekeningen die bij wintracks anders werken dan bij vakwerk) en we zitten ook met waterkruisingen, zogeheten afstap (150 kV die gecombineerd wordt, met de nodige opstijgpunten) en ook niet onbelangrijk, met de kosten van een en ander.
Tennet ging er op de achtergrond mee aan de slag en vorig najaar bleek dat een dergelijke variant dusdanig gunstig was ten opzichte van wintracks dat men op de Berg uiteindelijk besloot om de meloen van bipolaire trots door te slikken en instemming aan het ministerie te vragen om af te mogen wijken van de beleidskeuze voor wintracks. In februari is een officiële brief met aanvraag hiertoe naar Minister Wiebes verstuurd. Inmiddels heeft het ministerie geantwoord dat de instemming officieel is verleend. En daarmee is de weg vrij voor iets wat Nederlandse pylon geeks niet eens meer durfden te dromen: er komt een nieuwe verbinding met 380 kV-vakwerkmasten in Nederland.
We mogen ervan uitgaan dat het flinke jongens worden en de verbinding wordt vrijwel over de hele lengte als combilijn voor 380 kV en 150 kV uitgevoerd. In het vakwerkontwerp zal een compromis worden gezocht tussen techinsche vereisten (magneetveld moet smal blijven) en visuele aspecten, zoals bijpassing bij de bestaande donaumasten van Borssele – Geertruidenberg en de Kleerkastenlijn met tonvormige portaalmasten die tot aan Tilburg vergezeld wordt. Tot zover we bij HoogspanningsNet weten is een combi met 380 kV in donauvorm en 150 kV in vlakke configuratie weinig kansrijk vanwege zijn breedte. Een variant op duo-ton Helmond (foto) of het mastmodel van de interconnectie Hengelo – Gronau is ook mogelijk, maar die zijn wel helderop hoger dan de bestaande masten. Volgende maand wordt het ontwerp bekend en met wat we nu weten bij HoogspanningsNet: een niet eerder vertoonde verrassing zou zomaar kunnen.
Het is overigens niet zo dat de wintrack nu opeens afgeschreven is. Vooralsnog is alleen Zuidwest-380 Oost de uitzondering, want voor het westelijk deel van dit project (Rilland – Borssele) komt het besluit te laat: juist gisteren werd er bericht dat de contracten voor fabricage van de wintracks zijn getekend waardoor daar alsnog wintracks naast vakwerk zullen verschijnen. Ook in Groningen wordt Noordwest-380 met wintracks uitgevoerd. Maar dat de hegemonie van de wintrack eindelijk een keer doorbroken is op rationele argumenten is op zichzelf al een overwinning voor de eiffelaars onder de pylon geeks. We blijven er bij HoogspanningsNet dan ook bovenop zitten.
Lees hier de C1-versie van de aanvraag tot ontheffing (PDF) en het uiteindelijke besluit (ook PDF), volg ons forum of bekijk de projectwebsite van Zuidwest-380 Oost voor meer actuele informatie.
Afbeeldingen: wintracks bij Doetinchem, met de karakteristieke vrije corridor in hun midden (foto door Tom Börger). Wanneer ze naast een vakwerklijn staan levert het een onnodig dominant gezicht op. Onder: duo-tonmast in Helmond. Dit is een te overwegen mogelijkheid om een vakwerk-combimast met een heel smal magneetveld te maken. Wat het uiteindelijk wordt? We weten het volgende maand.
07 januari 2019 ∙ Een groot project zoals Zuid-West 380 kV bestaat uit tientallen kleinere subprojecten. Meestal worden die vrij geruisloos voltooid, maar stiekem worden er wel eens leuke of opmerkelijke kleine primeurs gemaakt in zulke deelprojecten. Zoals bij Heinkeszand, waar Nederland kennis gaat maken met een nieuw type overkruising.
Wat doe je op de Berg als je een nieuwe 380 kV-verbinding aanlegt maar er onderweg een oudere 150 kV-lijn oversteekt? Dan bel je het A-team van het departement Engineering. 'Ja hoi Hannibal, HQ310 hier. Zeg, ik zit hier met Zuid-West 380 en nou checkte ik zojuist de netkaart even. Nee, niet die gare van onszelf, kom nou. Die van HoogspanningsNet natuurlijk. Anyway, er staat een 150'je in de weg. Kunnen jullie daar een oplossing voor in elkaar beunen?'
Twee hoogspanningslijnen die elkaar tegenkomen kunnen elkaar op verschillende manieren kruisen. In de praktijk zien we meestal dat de een bukt of de ander even op zijn tenen gaat staan. Met extra lage portalen wordt de onderste onder de andere doorgeleid, of de bovenste verbinding wordt juist verhoogd zodat de overkruising als het ware bovenlangs wordt gemaakt. Welke manier gekozen wordt is maatwerk en hangt af van visuele aspecten tot gebruiksbeperkingen van de onderliggende grond, en van de kosten van de operatie tot netstrategische overwegingen. Er is ook nog een derde manier, een overkruisingsmast. Dat is esthetisch het mooiste, maar het is vrij zeldzaam omdat de mastopbouw, de exacte plek van het hart van de overkruising en de netstrategie het allemaal moeten toestaan.
Maar dat er nog een vierde manier mogelijk is hadden we zelfs bij HoogspanningsNet niet eerder gezien op deze schaal. Vlakbij Heinkeszand wordt momenteel gebouwd aan de primeur. Bukken tot op het stof der aarde: de onderste verbinding wordt over honderd meter verkabeld. Twee opstijgpunten en een piepklein stukje grondkabel zorgen dat de overkruising "onzichtbaar" wordt. Technisch geen waagstuk, maar de gangbare oplossing t.o.v. een portaal (aangevuld met een paar houten jukken tijdens de aanleg van de wintracks) is veel goedkoper en makkelijker. Waarom men hier dan zo moeilijk doet is ons niet duidelijk. Te weinig clearance misschien? Hoe dan ook gaat het een bijzondere eindsituatie opleveren wanneer de 150 kV-lijn aan beide zijden van de zware viercircuit wintrackverbinding eindigt in twee opstijgpunten die op een steenworp afstand in elkaars verlengde liggen.
Het komt vaker voor dat het uiteinde van een 150 kV of 110 kV ondergronds duikt om 220 kV of 380 kV erlangs te laten. Maar tot nu toe zagen we dat uitsluitend vlakbij trafostations of bij opstijgpunten van de meelifters aan combilijnen, of hooguit bij andere gebundeld kruisende infra zoals een spoorlijn of snelweg. Maar nooit eerder voor uitsluitend een andere hoogspanningslijn. Deze nieuwe, aparte overkruising is illustratief voor een feit dat zelfs de grootste wintrackhaters onder de pylon geeks niet kunnen ontkennen: Zeeland wordt qua gekke netsituaties de komende jaren alleen maar interessanter.
Afbeelding: foto van Tennet (nieuwsbrief hier) van de werf waar momenteel de overkruising wordt gebouwd. Let op het strookje grondkabels dat wordt gelegd, daar gaat in de toekomst de 380 kV bovengronds overheen aan wintrackmasten. Onder: traditionele overkruising via portalen. Waarom deze op het oog goedkopere en eenvoudiger oplossing niet in Heinkeszand wordt toegepast is bij ons niet bekend.