
11 februari 2020 ∙ Dat kinderen de bovenleiding van een treinspoor op een hoogspanningslijn vinden lijken is niet verrassend. Maar wanneer een volwassen provinciaal gedeputeerde dat ook vindt wordt het verontrustender. Pylon geeks, zit u stevig? Provincie Gelderland wil laten onderzoeken of de portalen van treinbovenleidingen kunnen worden gebruikt ter versterking van het middenspanningsnet.
Het is schaamteloos aan de vroege kant voor 1 april. Althans, dat was ook de gedachte hier bij HoogspanningsNet toen we getipt werden over dit ogenschijnlijk bizarre idee. Als het aan milieugedeputeerde Jan van der Meer van de provincie Gelderland ligt, wordt serieus onderzocht of de bovenleidingen van spoorbanen geschikt zijn om het door zonneparken geplaagde middenspanningsnet in plattelandsgebieden te kunnen versterken. Volgens een artikel op Spoorpro is het idee al een aantal jaar oud, maar kreeg het momentum op een nieuwjaarsdiner van het railforum. Voor bepaalde landelijke streken waar nog spoorbanen liggen die in de toekomst nog geëlektrificeerd kunnen worden zou het relatief eenvoudig moeten zijn, zodat het begrip portaalmast opeens een heel andere invulling krijgt.
Uiteraard gaat het dan niet om de bovenleiding zelf. Niemand behalve de spoorwegen zelf heeft iets aan de spanningen en systemen die op de bovenleidingen zelf staan (1500 V gelijkstroom of 25 kV tweefasen-AC). Daar komt bij dat het transportvermogen van de bovenleidingen slechts een paar MVA bedraagt (bij exemplaren van 1500 V), iets wat natuurlijk grotendeels door de treinen zelf wordt geconsumeerd als die gas geven. Voor HSL-bovenleidingen geldt dat ze wat meer transportvermogen aan kunnen, maar blijvend is het probleem van (tja) treinen die grote vermogens uit het bovenleidingnet trekken. Nee, het gaat dus om de portalen zelf. Die kunnen in principe als opstelpunten (mastposities) voor wat extra circuits voor bovengrondse middenspanning van 10 of 25 kV fungeren. Gewone driefasenwisselstroom, onafhankelijk van het spoorsysteem. Geen nieuw idee, want in Duitsland zien we ook spoortrajecten waar 110 kV wordt meegevoerd bovenop de bovenleidingportalen. Weliswaar voor het eigenbedrijf van Das Bahnstromnetz, maar het is wel een bewijs dat zo'n combifunctie in de praktijk mogelijk is.
Maar zelfs als de portalen sterk genoeg zijn ben je nog niet uit de problemen. Twee geleiders die dichtbij elkaar langs lopen en waar een elektrische stroom in wordt aangelegd, beïnvloeden elkaar via inductie. De beide systemen gaan elkaar dan hinderen en beïnvloeden, zodat er maatregelen nodig zijn. Onderhoud wordt ingewikkelder. Veiligheid bij calamiteiten op het spoor is ingewikkelder. Bewaakapparatuur krijgt ook last van beïnvloeding. Het vereist technische kennis van bovengrondse middenspanning, die we niet meer hebben in Nederland. En we moeten ook niet voorbij gaan aan de praktijk op de netkaart: hoe dicht is het spoorwegnet nou eigenlijk helemaal in de plattelandsgebieden?
Met andere woorden: we zeggen het niet snel bij HoogspanningsNet, maar in dit geval lijkt ons een ondergrondse oplossing die je gewoon kan ingraven in de berm van de weg een geschikter aanvalsplan. We zullen eens zien wat er uit dit onderzoek rolt, maar in beide gevallen kan de popcorn gerust de magnetron in.
Afbeeldingen: een bovenleidingportaal heeft dingen gemeen met een hoogspanningsmast, maar dat maakt hem nog niet meteen bruikbaar voor beide doelen tegelijk. In de St(r)oomcursus kan je leren waarom niet. Onder: onzichtbaar in de spoorberm liggen signaal- en communicatiedraden. Die kunnen in hun werking beïnvloed worden door driefasen AC. Foto's door Ot Lesley en door Tom Börger.