
30 juni 2020 ∙ Middenin de coronacrisis trok het weinig aandacht, maar voor wie het hoogspanningslandschap scherp in de gaten hield is er recentelijk een leuk stukje infra opgeleverd: 's werelds eerste string offshore windmolens bedreven op 66 kV is in dienst gegaan op Borssele Alpha. Klinkt laf, maar onderschat het niet.
Hoewel we op HoogspanningsNet dol zijn op bovengrondse lijnen en openluchtstations, kijken we zonder enige gêne en met dezelfde interesse naar de inmiddels indrukwekkende hoeveelheid hoogspanning die op de zeebodem is aangelegd. En daar, een kilometer of dertig buitengaats van Zeeuws Vlaanderen, is recentelijk een wereldprimeur neergezet. Eind april werd het eerste exemplaar Siemens Gamesa 8MW trots op zijn monopile geheisterd en na het gereed komen van de andere molens op dezelfde infieldkabel kon de hele string in dienst worden genomen. Het begin van het 1400 MW grote dubbele offshore windpark is daarmee een feit.
In eerste instantie lijkt het kouwe drukte. 66 kV op land is heel normaal en hoewel het voor Tennet een nieuwe spanning is in hun assetpark (althans, in eigen bezit dan) klinkt het als een grote komkommer. Maar op zee ligt dat anders: 66 kV is op de wereld nog nooit eerder toegepast in een offshore windpark. We begeven ons op onverkend terrein.
33 kV is tot op heden de standaard voor offshore infieldbekabeling van windparken. Bewezen techniek en goed uitontwikkeld. Maar 33 kV heeft beperkingen, vooral op gebied van maximale transportcapaciteit. Dat is iets wat steeds belangrijker wordt nu de windturbines in een welhaast angstaanjagende groeicurve reeds 8 tot 10 MW kunnen produceren en de rek is er nog niet uit. Als men dat over 33 kV wil wegstouwen naar een trafo-eiland passen er nog maar drie of vier zulke molens op één string voordat de technische grens is bereikt. Om een inefficiënte kabelspaghetti met veel netverliezen te voorkomen heeft Tennet al enige jaren geleden opdracht gegeven tot het onderzoeken en waar mogelijk ook toepassen van 66 kV als infieldspanning. Windmolenbouwers Vestas en Siemens Gamesa zagen dat beiden wel zitten (ook met het oog op toekomstige windparken met nog grotere molens) en men besloot het te wagen: Borssele Alpha (Siemens Gamesa 8MW) en Beta (Vestas V164) werden windparken op 66 kV, als benchmark voor de toekomst van offshore wind.
Nu zijn de molens in bezit van een commercieel bedrijf (in dit geval Ørsted) en ook de 66 kV-kabels zijn in hun bezit. Maar de schakelinstallaties, trafo's en rails op de trafo-eilanden zijn van Tennet. En wie goed op de kaart kijkt, ziet dat de trafo-eilanden van Alpha en Beta voor servicedoeleinden zijn gekoppeld met een extra kabel. Ook die wordt op 66 kV bedreven, waarmee de eerste en vooralsnog enige verbinding van 66 kV voor Tennet in de papieren staat.
Hoe gaat dit verder? Het is te verwachten dat 66 kV de verwachtingen waarmaakt en inderdaad uitgroeit tot de nieuwe standaard, waardoor we deze spanning in de toekomst zullen zien in vele andere zware offshore windparken die nog gebouwd moeten worden. De netkaart zal op zee in elk geval meer oranje worden.
Afbeeldingen: deel van de netkaart, met Borssele Alpha (alle gerealiseerde en geplande strings reeds ingetekend) samen met al langer bestaande Belgische windparken. Merk op hoeveel wijder de opzet van 66 kV is ten opzichte van 33 kV. Dit creëert de noodzakelijke ruimte voor de veel grotere molens die vandaag en morgen de standaard zijn. Onder: Borssele Alpha op een Tennet-animatie. In het hart van dit blok komt 66 kV binnen en gaat vermogen er op 220 kV weer uit, richting de kust.
04 december 2019 ∙ Het universiteitsstadje Wageningen is deze weken een plek van uitersten op elektriciteitsgebied. Deze dagen valt het doek voor acht mastposities van de oudste hoogspanningslijn van Nederland. En dat terwijl aan der andere kant van het stadje juist een primeur wordt opgeleverd: Qirions eerste volledig prefab 20 kV-ready trafostation.
Nederland kent Wageningen van de universiteit, maar pylon geeks kennen het stadje vooral als een hotspot van nethistorie. De oudste nog bestaande hoogspanningslijn van Nederland heeft er zijn hoogtepunt (letterlijk, de Zwarte Giraf). Maar de tijd staat niet stil. Een deel van die 50 kV-verbinding wordt verkabeld vanwege stadsuitbreiding en groei van de universiteit (zie ook ons artikel van een jaar terug) en de vervangende grondkabel staat al op de netkaart. Het gevolg is echter nog steeds een onaangename aanblik: haspels XLPE, graafwerk en schaarmasten uit 1929 die met het geluid van krijsend en knappend staal in hydraulische knippers in containers verdwijnen. Beslist geen reden voor een feestje.
Toch was er vandaag een partytent te vinden aan de voet van mastpositie 24. De gemeente Wageningen en de universiteit van Wageningen betalen elk een deel van de operatie. (Voor studerende pylon geeks aan de WUR: ja, dáár gaat dus je collegegeld heen.) Op de plek waar de stake van de gemeente en die van de universiteit elkaar tegenkwamen staat (of nouja, stond) mastpositie 24. Daar werd door Qirion een formeel momentje opgetuigd. Een fotoshoot, een drone, gelach en geklap terwijl men voor de foto de beide knipkranen in slagorde om de mastvoeten heen liet grepen zonder direct door te bijten, als een bijl aan de voet. Welja, de schaamteloosheid… Daarna was het opmerkelijk vlot gebeurd en nu resten er alleen nog twee betonblokken en een container met in stukken gehakt hoogspanningslijk onder het maanlicht. Dat negentig jaar trouwe dienst zo eindigt. Tja, natuurlijk, het is maar staal – maar je zit hier wel tussen pylon geeks.
Groot is het contrast met wat Qirion aan de andere kant van het stadje juist doet: een elektriciteitsprimeur opleveren. Het eerste volledig prefab 20 kV-ready trafostation wordt geplaatst op een terrein naast de universiteitscampus. Vloer, muren, alle 17 velden, alles is prefab gebouwd en hoeft alleen nog op zijn plek te worden gezet. Daardoor is het hele station in slechts twaalf weken gebouwd vanaf de eerste heipaal tot het stickertje van de kinderpostzegels op de deur. Veel sneller dan met traditioneel metselwerk kon zijn gedaan. Geen luxe, want als de enegietransitie momentum krijgt zijn er vele tientallen tot misschien wel meer dan honderd van zulke stations nodig in slechts een jaar of tien tijd.
Afbeeldingen: wat we als pylon geeks kennen als de Kapitein Haak-scène: aan een touw hangen boven de piranha's. Een ongemakkelijk gezicht, met name voor mensen die enige neiging tot antropomorfisme hebben, zoals jongere kinderen. Meer foto's op ons forum. Aan de andere kant van de stad verhult en is dit weinig sexy gebouwtje een primeur: Qirions eerste volledig prefab 20 kV-ready trafostation van Nederland.
04 september 2019 ∙ Borssele Alpha is voor de pers opgeleverd. De eerste van zeven grote stekkerdozen op zee is daarmee gereed voor gebruik. Een primeur in meerdere opzichten, hoewel de bouw van de bijbehorende windparken nog moet beginnen. Laten we eens even kijken wat Tennet daar voor moois op de jacket heeft laten takelen.
Jaren geleden, zo ver terug dat de meeste mensen achter HoogspanningsNet toen zelf nog niet eens een conceptplan waren, was er de Stratenmaker op Zee-show op de Nederlandse televisie. Een vooruitziende blik, want inmiddels wordt er nogal wat infra aangelegd in de zee. Windmolens op zee, internet op zee, misschien zelfs wat Tennet-eilanden op zee (met wegen natuurlijk), en natuurlijk ook hoogspanning op zee. Sinds vandaag is daar een nieuwe verbinding en een nieuw station bij gekomen, het eerste exemplaar van een hele serie beraamde stations om windvermogen op aan te gaan sluiten.
Borssele Alpha (stationsafkorting BSA) is vernoemd naar het wingebied waar de windparken Borssele I t/m IV komen te staan. Die zijn op hun beurt weer vernoemd naar de aanlandingskabels voor de kabels (bedreven op 220 kV AC) die vlak naast de kerncentrale van Borssele binnenlopen. Naast Borssele Alpha komt ook Borssele Beta te staan. Het zijn de eerste twee stations van zeven stuks die per exemplaar 700 MW (als tweemaal 350 MW) windvermogen kunnen faciliteren. In de media wordt dan ook gesproken van grote stekkerdozen. Een beetje ongelukkige vergelijking, want dan wordt voorbijgegaan aan de belangrijkste functie: optransformeren van de spanning.
Nu staan er al wel meer van zulke platforms op zee. In Duitsland staat een heel arsenaal AC-trafo's en ook HVDC-converters in de Noordzee en m.u.v. Noorwegen staat ook in de teritoriale wateren van de andere landen van ons scopegebied (Denemarken, België en het tijdelijk niet-zo-Verenigd Koninkrijk) een klein leger van zulke apparaten in zee. Toch is Borssele Alpha uniek, in drie opzichten. Tennet heeft geleerd van de ervaringen met de eerder opgeleverde platforms en heeft met enige trots Borssele Alpha lean and mean (slank en simpel) genoemd. Het ding is zo eenvoudig mogelijk gehouden. Dat is niet alleen goedkoper, er kan ook minder kapot en er is minder onderhoud nodig. (Overigens wordt dat lean and mean meteen weer gelogenstraft door de radar die erop zit om de windmolens tijdelijk stil te zetten als er een grote zwerm trekvogels op ramkoers ligt. Ook dat is nieuw.)
Het derde nieuwtje is vooral voor ons hoogspanningsgeïnteresseerden leuk: de windmolens (die er nu nog niet staan) krijgen een infieldspanning van 66 kV. Dat is nog nergens op de wereld op zee eerder gedaan. 66 kV kan t.o.v. de gangbare 33 kV-spanning meer vermogen aan en vermindert het aantal benodigde kabelkilometers. Zelfs voor de Denen die het park aanleggen (Ørsted doet dat) is dit een primeur. De bouw van de molens zelf begint overigens nu pas, maar wellicht kunnen we na twintig jaar achter de feiten aanlopen toch eindelijk weer een keer trots zeggen '…het waren toch die Hollanders.'
Afbeeldingen: persfoto vrijggeven door Tennet (origineel hier) waarop Borssele Alpha staat. Het lijkt een boorplatform, maar in feite is het een hele grote, dubbele 66/220 kV-trafo. Onder: BSA op de netkaart. Wie de interactieve versie bekijkt ziet dat er al veel meer van zulke platforms zijn, maar nog niemand deed eerder 220/66 kV op zee.