
17 oktober 2020 ∙ Gisteren is vlakbij Vierverlaten de eerste wintrackmast geplaatst voor de vernieuwde verbinding Noordwest 380 kV. Gemengde gevoelens onder pylon geeks, want de nieuwe combinatieverbinding gaat ten koste van een bestaande lijn met vakwerkmasten. Maar de aanpak an sich is zeker geen primeur.
En toen stond opeens de eerste wintrack in het 110 kV-gebied. De transitiestukken op het mastfundament waren eerder geplaatst en nu was de tijd daar om de beide wintrackpylonen in elkaar te zetten. Uiteraard is men op de Berg weer apetrots op dit setje nieuwe wintracks en al net zo vanzelfsprekend kijken pylon geeks met gemengde gevoelens naar de verpaling. Maar laten we nu eens niet goedkoop scoren voor eigen parochie door wintracks te gaan bashen of te jammeren over het verdwijnen van een vakwerklijn waar met wat opwaarderingen nog zoveel rek in zat dat 380 kV maar kantjeboord uit te leggen valt. Dat bewaren we voor een andere keer.
Het op dezelfde plek vervangen van een verbinding door een zwaarder exemplaar is minder normaal dan je zou denken. In Frankrijk of België zal je een soortgelijke operatie niet snel zien. Daar is het de normale gang van zaken om netverzwaringen (70 kV door 150, of 150 door 380) uit te voeren als overlay. Men bouwt als het ware gewoon boven over het bestaande net heen en pas in een latere fase wordt dan gekeken naar waar een oudere verbinding kan verdwijnen. Verder krijgt Elia jeuk van het idee om een combinatieverbinding aan te leggen: het maakt onderhoud en vrijschakeling complexer, zeker met verhoudingsgewijs meer klanten die via een harde aftak of steeklijn rechtstreeks op een verbinding hangen in plaats van netjes via een station. De netstrategen van Elia gedogen schoorvoetend bestaande situaties, maar ze willen geen combilijnen die van meet af aan zo zijn bedoeld.
In Nederland is Tennet de omgekeerde gedachte toegedaan: combineren levert bonuspunten op. De afgelopen dertig jaar zijn de meeste nieuwe bovengrondse verbindingen geplaatst op tracés waar al een kleinere oudere verbinding stond. De toepassing van combinatiemasten heeft dan ook een flinke vlucht genomen: op één korte uitzondering na is iedere nieuwe bovengrondse koppelnetverbinding gebouwd sinds 1990 gedeeltelijk of zelfs geheel uitgevoerd als combilijn. Dat levert enerzijds een extra indrukwekkend eindresultaat op, maar het betekent ook het einde van de oorspronkelijke verbinding. Op die manier zijn er al heel wat 150- en 110 kV-verbindingen veranderd in meelifters in de nieuwe 380 kV-combilijnen, zowel vakwerk als wintracks.
Wat weinig mensen beseffen is dat niet 110- of 150 kV, maar juist 220 kV het meest heeft geleden onder de verdrietachtiging. Tussen Meeden en Robbenplaat zijn zelfstandige 220 kV-verbindingen opgenomen in de Mammoetlijn (combi 220/380) en Overijssel is begin jaren 90 het nethistorische kroonstuk van de IJsselmij, de 220 kV-verbinding tussen Zwolle en Twente, kwijtgeraakt aan vervangende 380 kV op bijna hetzelfde tracé. Een operatie die sterk lijkt op wat we nu in Groningen zien, inclusief het combineren van een paar delen 110 kV-lijn die toevallig in de buurt stonden of staan. Het enige echte verschil is dat men nu wintracks gebruikt in plaats van vakwerkmasten.
Het zal ook niet de laatste keer zijn. Nadat in 2014 een scopewijziging werd doorgevoerd in Noordwest-380 kwamen de procedures om 380 kV tot aan Ens aan te leggen abrupt tot een einde. Pas nu wordt er voorzichtig weer gepraat over het opnieuw opstarten van dit project. Wederom zal er in dat geval 220 kV-vakwerk worden geslachtofferd. Maar of dat ook met wintracks zal gaan gebeuren? Sinds de plottwist van het decennium (de terugkeer van vakwerk in de vorm van de Moldau-mast) is niets nog zeker. Ditmaal kost het jammerlijk nog een fraaie vakwerkverbinding de kop, maar hoe het de volgende keer uitpakt? Wij weten het niet, en waarschijnlijk weet zelfs de Berg het ook nog niet.
Afbeeldingen: de eerste wintrack van de nieuwe verbinding Oudeschip – Vierverlaten, direct na oplevering (foto door Bram Gaastra). Midden: verbouwen terwijl de hoogspanningswinkel open blijft is niet eenvoudig. Maximale 220 kV-spaghetti (en nachtmerries op de netkaart) gegarandeerd. Onder: de verbinding die vervangen wordt. Een zware jongen die nog ruimte had voor opwaarderingen. Maar daarover mopperen.. eh, schrijven we een andere keer.
08 september 2015 ∙ In België heeft netbeheerder Elia deze zomer het station van Horta in bedrijf gesteld, waarmee het Stevinproject een nieuwe stap verder is. Maar in Nederland zit Tennet weer op schoot met (inmiddels) het nationale zorgenkindje in de hoogspanningsklas. Jawel, Noord-West 380 kV.
Wie een beetje bekend is in hoogspanningsland, weet wat Noordwest-380 is. Het megaproject draaide om de toekomstige langste landverbinding van Nederland, tussen de Eemshaven en Lelystad. Maar om allerlei redenen (vooral het wegblijven van productievermogen in de Eemshaven) werd Noordwest-380 steeds verder afgeknabbeld totdat er bijna niets meer over bleef. Voor wie weinig met wintracks heeft is dat geen ramp: de oude 220 kV-vakwerkmasten blijven nu behouden, zij het t.z.t. met andere geleiders.
Er kwam een nieuwe opzet in de vorm van 380 kV-wintracks tussen Vierverlaten en de Eemshaven en een verzwaring van de bestaande 220 kV-verbinding door Friesland. De details daarvan zijn nog niet duidelijk, maar voor de hand ligt het vervangen van de geleiders door vierbundels AMS-460 of door hogetemperatuurgeleiders zoals in Vierverlaten-Hessenweg. Het resterende stuk, de 380 kV-verbinding Lelystad-Ens, zou voorzien worden van vierbundels AMS-620 om 1000 MVA capaciteit te winnen zonder dat het nodig is een nieuwe verbinding te bouwen. De mastlichamen moeten dan van een zwaardere fundatie en enkele nieuwe latten voorzien worden. In eerste instantie een mooie klus uit de categorie niets aan de hand voor zowel mastengekken, netstrategen en fotografen.
Maar nu blijkt ook de verzwaring van deze 20 kilometer lange 380 kV-verbinding op problemen te stuiten. De grote vraag is wat voor problemen dat zijn. Meestal is Tennet prijzenswaardig open als het gaat om toelichting rondom de netstrategie, maar deze keer is dat anders. Een persbericht uit juli beschrijft dat er 'een pas op de plaats wordt gemaakt'. Verder blinkt het uit in een bijna politieke nietszeggendheid: op geen enkele wijze wordt duidelijk wat men bedoelt met 'ongewenste knelpunten', 'innovatieve werkwijzen' of 'andere innovaties die deze knelpunten (deels) kunnen voorkomen'. Is er een probleem met de technische staat van de masten of fundamenten, groter dan eerst voorzien? Een vergunningsprobleem vanwege de ontwikkeling van Vliegveld Lelystad? Of is de eerst beraamde verzwaring kapitaalvernietiging omdat er dingen spelen die ze alleen op de berg nog maar kennen?
Tsja. Concreet hebben we niet veel aan de term pas op de plaats. Maar kom aan, we zitten hier op HoogspanningsNet en dus weerhoudt vage taal ons er niet van om na te denken over wat het zou kunnen betekenen. Want opmerkelijk is dat een groot deel van de bestaande documentatie en rapporten rondom de oude opzet van het project plotseling offline zijn gehaald. Wij zouden HoogspanningsNet niet zijn als we die niet reeds tijdig enkele documenten in veiligheid hadden gesteld (kom nou), maar opmerkelijk blijft het natuurlijk wel.
De eerst beraamde wijze van verzwaren lijkt te zijn afgeschoten. Voor een bestaande verbinding van deze zwaarte die deel uitmaakt van de landelijke ring, is het vrij onwaarschijnlijk dat men op een grondkabel gaat inzetten. 380 kV-grondkabels zijn nog steeds een waagstuk en een strategisch risico, zeker in de landelijke ring. Maar keihard onmogelijk is het niet langer: juist dit voorjaar is er geconstateerd dat de maximale 380 kV-grondkabellengte in het koppelnet voorzichtig boven de landelijke limiet van de reeds verzegde 20 kilometer mag groeien. Daarmee komt er in theorie ruimte vrij om de verbinding Lelystad-Ens door een grondkabel te vervangen. Die kan worden aangelegd terwijl de luchtlijn nog in bedrijf is, waarmee de tijd dat de landelijke 380 kV-ring in de N-1 situatie zit sterk wordt bekort.
Goed, het blijft Noordwest-380, dus niets is zeker. Maar deze opmerkelijke pas op de plaats in Lelystad-Ens kan er mogelijk een teken van zijn dat er iets heel onaangenaams broeit voor liefhebbers van luchtlijnen. We houden het in de gaten.
Afbeeldingen: boven een oude schets uit een (nu verouderde) folder van Tennet over de werken aan Lelystad-Ens, een folder die inmiddels van het net is gehaald. Elke lat in groen zou vervangen moeten worden. Onder: de Ketelmeerkruising van Lelystad-Ens. Zit die op de wip? We weten het niet. Foto door forumlid Michel.