
02 juli 2023 ∙ Wat een rust hier? Dat is maar schijn, want op de achtergrond wordt gewerkt aan een nieuwe template en indeling van deze site. Combineer dat met belachelijk mooi weer vorige maand en het zal niemand verbazen dat de computers vaak uitbleven. Intussen is er wel druk doorgeklust door de netbeheerders. Zo gaat aankomende vrijdag (07 juli) Vierverlaten – Eemshaven 380 kV officieel in dienst. Maar 'af' is een te groot woord. Het project kent netstrategisch een slordig uiteinde.
Na jaren werk is in april het eerste circuit van Oudeschip – Vierverlaten 380 kV in april in dienst gegaan. Daarmee ook het 380 kV-gedeelte van trafostation Vierverlaten. Een aantal weken later is ook het tweede circuit onder spanning gezet. Met 2635 MVA redundante capaciteit tussen de stations en vijfmaal 750 MVA koppelvermogen tussen 380 en 220 kV is Vierverlaten in één klap het grootste koppelstation van het land geworden. Dat wordt formeel gemaakt op 07 juli aanstaande.
In de Eemshaven zelf is ondertussen de semi-permanente noodlijn tussen Oudeschip en Robbenplaat (of Robbeplaat, Tennet weet 't ook niet) ontmanteld en weggehaald. Jammer, we zullen deze eigenaardigheid in het hoogspanningsnet nog missen, maar de charme van een noodlijn is net zoiets als een bijna onbeweeglijk draaiend tolletje op de vloer: een situatie die juist schoonheid heeft omdat zij zo intens eindig is.
Wat er nog wel staat is de 220 kV viercircuitlijn tussen datzelfde Robbenplaat (of Robbeplaat) en Vierverlaten. Het was de bedoeling dat die rond vandaag zou worden afgeschakeld om nooit meer onder spanning te komen. De sloopwerken kunnen dan aanvangen en over een jaar zou er niets meer van over moeten zijn. Hold hold hold, zouden raketengineers zeggen. Er is een kleine complicatie tussengekomen en dat is de schaarste in het 110 kV-netwerk. Hoe het precies operationeel in elkaar zit weten zelfs wij ook niet, maar het lijkt erop dat de 220 kV-lijn, waarvan één circuit tussen Vierverlaten en Brillerij tijdelijk voor 110 kV werd gebruikt tijdens werken aan de lijn naar Winsum Ranum en twee andere circuits nog altijd op 220 kV werden bedreven eigenlijk niet kan worden gemist op dit moment. Vanwege congestie in het 110 kV-net en ook wellicht vanwege allerlei omzwaaiingen en werkzaamheden op de 110 kV schakeltuin op Vierverlaten (waar Winsum Ranum en Grijpskerk vandaan op een steeklijn zitten) is het mogelijk dat het circuit dat op 110 kV werd gebracht tijdens de werkzaamheden nog een paar maanden langer nodig is als achtervang of omzwaaimogelijkheid zolang er nog wordt verbouwd. We kunnen op de netkaart zien dat Winsum Ranum, Grijpskerk, en klantkabel Eemshaven West allemaal op een steeklijn hangen. De sloop zal komen, maar de aanvang wordt een aantal maanden uitgesteld. Tennet zegt dat dit geen invloed zal hebben op de einddatum zodat er wat herder moet worden gewerkt in de winter.
Door de uiteindelijke sloop komen er op Robbenplaat (of Robbepl… ja jaja, punt is gemaakt) een aantal 220 kV-velden vrij. Geen overbodige luxe want het station had geen enkel vrij veld meer over. Dat is lastig bij VNB, onderhoud of problemen, want omzwaaiingen konden daardoor nauwelijks nog gemaakt worden. Al zijn de drie vrijkomende velden eigenlijk meteen alweer vergeven. Een derde 220/110 kV-trafo voor Eemshaven West hangt al in de raming, en de andere twee velden zijn in optie genomen door Google om het immense datacenter nog verder uit te kunnen breiden. Met andere woorden, de ademruimte op 220 kV biedt maar kort een oplossing.
Wat er dan wel voor langere tijd helpt? Viermaal 380 kV. De nieuwe verbinding is uitgelegd op viermaal 380 kV 4 kA (2635 MVA), indien N-1 redundant bedreven biedt dit meer dan 7,5 GVA transportvermogen. Dat is een theoretische waarde, want op dit moment kan zo'n vermogen niet worden geproduceerd of worden aangevoerd in de Eemshaven en ook aan de zijde van Vierverlaten is de afvoer beperkt tot vier circuits van 953 MVA over twee verbindingen, waardoor met enige marges en redundantie kan worden gesteld dat er slechts de capaciteit van één zo'n 380 kV-circuit weg kan worden verstouwd over de afgaande 220 kV-lijnen. Samen met nog een paar honderd MVA op 110 kV geeft dat te denken waarom Tennet maar liefst zes 750 MVA koppeltrafo's laat aanrukken: het had ook met vier stuks gekund, zelfs in een belachelijk zwaar belastingscenario. Omgekeerd blijkt in de Eemshaven dat ook de noodlijn maar moeilijk kan worden gemist, want die was zeven jaar geleden ook niet voor niets neergezet. Er is wat wandelgangpraat over een permanentere vervanger, maar daar hangt nog een boel nevel omheen zogezegd.
Concluderend, ondanks de oplevering van tweemaal 2635 MVA op 380 kV en de ingebruikname voor de bühne op 07 juli zijn niet als bij toverslag de operationele congestieproblemen opgelost. Het is nog steeds een gebied waar netstrategen heel wat werk aan hebben, waar nog lang niet alles nu klaar is en wat ook een schaduw vooruit werpt op wat er de komende jaren nog in de wacht hangt qua kunst- en vliegwerk wanneer het vervolg tussen Vierverlaten en Ens zal worden aangelegd. En zo blijft het onverminderd spannend in Groningen.
Afbeeldingen: eind april, de semi-permanente noodlijn had kortdurend gezelschap van een tweede noodaansluiting waarop het eerste circuit naar Vierverlaten kortdurend om de bocht werd geleid. Onder: ook op Vierverlaten zijn we nog niet van de noodmasten af, het duurt nog een tijdje voordat de verbinding naar Bergum weer in originele staat is hersteld.
22 augustus 2021 ∙ Na drie zomers met hitte en droogte hebben we dit jaar weer een oude vertrouwde takkeweerzomer netkaartweerzomer. Nu we soms letterlijk terugdruppelen van vakantie wordt het tijd om eens te kijken wat we gemist hebben in de afgelopen anderhalve maand. Laten we eens een vlotte blik werpen op netprojecten die deze zomer ondanks regen en corona gewoon doorliepen en die momenteel de grote blikvangers zijn.
In Nederland is ook in de zomer verder gewerkt aan twee in het oog springende netverzwaringen, diagonaal in twee uithoeken van het land. In Groningen begint de nieuwe 380 kV-lijn Oudeschip – Vierverlaten steeds meer vorm te krijgen. Voor dit project hebben we een soort correspondent in de vorm van Bram Gaastra, die in de buurt woont en zo nu en dan de populatie pylon geeks op ons forum voorzien van een verse vorderingsrapportage. Langzaam maar zeker verschijnen steeds meer wintracks. Dat gaat niet helemaal zonder controverse, zoals we kunnen lezen in een recent artikel in het Dagblad van het Noorden (helaas niet zomaar in te zien voor wie 'm niet op papier heeft) en ook de oude vakwerklijn ziet het met lede ogen aan. Die zal nog een paar jaar blijven bestaan totdat de nieuwe verbinding helemaal is opgeleverd. Trafostation Vierverlaten, een van de eindpunten, is ook bezig met een transformatie naar 380/220 kV koppelstation. Met vijfmaal 750 MVA koppelvermogen wordt het het zwaarste koppelstation in zijn soort van het hele land. Deze zomer zijn alvast vier trafo's aangevoerd en met enige trots heeft Tennet daar een persmomentje van gemaakt. De verbinding en het station worden beiden beraamd eind 2023 te worden opgeleverd.
In Zeeland verschijnen intussen ook wintracks. De netverzwaring Zuidwest-380 West is complexer dan zijn evenknie in Groningen, want in Zeeland blijft de bestaande vakwerkverbinding gedeeltelijk staan en zal de nieuwe verbinding niet over het hele tracé dezelfde aanblik bieden. Viermaal 380 tot aan Willem Anna Polder, maar daarna stappen er opeens twee 380 kV-circuits uit om verder te gaan op de reeds bestaande donau-vakwerkmasten. Hun plek in de wintracks wordt ingenomen door twee 150 kV-circuits, die op hun beurt bovengronds meeliften tot Rilland. Daardoor kan de bestaande 150 kV vakwerkverbinding verdwijnen. Men kan zich afvragen of het niet logischer was om de nieuwe 380 kV-lijn over zijn volle lengte van viermaal 380 te voorzien, de oude 380 kV vakwerklijn af te breken en de 150 kV te handhaven of te verkabelen, maar vanuit het oogpunt van pylon geeks is juist deze omslachtige aanpak leuker. Het maakt het project interessanter dankzij een ingewikkelde verknoping bij Willem Anna Polder, een unieke 380/150 kV waterkruising met vakwerkmasten in de wintracklijn, een eh.. apart gezicht van wintracks pal naast vakwerk tussen Kruiningen en Rilland. In het eindresultaat blijven van elk mastontwerp lijndelen bewaard.
Ondertussen, in Kerkdorp… Niet alles liep deze zomer door, laten we eerlijk zijn. De karkassen van de gesneuvelde 150 kV driecircuit-deltamasten (downburst 18 juni, zie een paar nieuwsberichten verderop) lijken nog steeds niet te zijn opgeruimd. Op de satellietfoto's is wel te zien dat in een grillig tracé een werkweg is aangelegd en de draden zijn wel opgeruimd, maar wanneer de karkassen verdwijnen of wanneer de herbouw aanvangt is ook bij HoogspanningsNet niet bekend. Wat we wel weten is dat er inmiddels twijfels zijn over of het tot een noodlijn zal komen. Via twee ad-hoc aanpassingen in de circuits bij Apeldoorn en bij Dronten is de redundantie op deze beide plekken provisorisch hersteld, zodat we nu eigenlijk te maken hebben met twee steeklijnen. Dat betekent dat de N-1 voor ieder station weer geldt en dat er dus niet direct meer noodzaak lijkt voor een noodlijn die de ring sluit. De twee koppeltrafo's op Lelystad kunnen nog steeds de bulk van hun vermogen kwijt op de andere verbinding, gebouwd met identieke PGEM-deltamasten voor driemaal 416 MVA, die via Harderwijk en via Utrecht uiteindelijk Dodewaard alsnog bereiken. Geen ideale situatie, maar wellicht voldoende om het zonder noodlijn te kunnen rooien totdat de gesneuvelde masten bij Kerkdorp hersteld zijn. Overigens zal ook dat geen gemakkelijke weg zijn omdat de masten niet precies kunnen worden herbouwd volgens hun originele ontwerp. Hoe dat zit is voer voor een nieuw artikel dit najaar.
In België wordt nog steeds gewerkt aan de netverzwaring tussen Van Eyck en Meerhout. De verbinding krijgt het felbegeerde tweede draadstel en het bestaande draadstel wordt verzwaard. Vanaf eind 2022 zal de verbinding een kleine 2500 MVA redundant het hoofd kunnen bieden, een drievoud (of redundant: ruim anderhalf keer) van wat deze vandaag kan. Maar voor het zover is zijn er wel aanpassingen aan sommige masten nodig. De verbinding met zijn on-Belgisch mastontwerp staat voorlopig in de steigers. Bij het aanbrengen van nieuwe draden hoort het uitrollen van gidslijnen (nylon touwen). Het is vrij gebruikelijk dat men dat doet met een helikopter. Dat scheelt over de grond slepende draden, gedoe met bomen en het neerzetten van allerhande jukken. Hoogspanning en helikopters staan op gespannen voet met elkaar (sorry, hij was te mooi), maar aan het einde van de dag is het vaker een goede samenwerking dan een probleem. Hoogspanning in de bergen kan niet zonder helikopters voor aanleg en onderhoud. Maar ook in het vlakke land scheelt het door talloze tuinen en weides banjeren als je de draden hoog over alles heen rechtstreeks van mast naar mast kan vliegen.
Naast deze vier dingen zijn er nog tientallen andere projecten gaande, van kleine verkabelingen tot mega-operaties in de planfase zoals Zuidwest-380 Oost en Boucle du Hainaut. We klimmen de vakantie uit en pakken de draad weer op. Eén ding is zeker, we hoeven ons de komende tijd niet te vervelen in hoogspanningsland. Al hopen we wel op wat beter weer voor veldwerk, want met zoveel wolken mislukken zelfs de satellietfoto's…
Afbeelding: aanblik van wintracks in aanbouw in het project Noordwest-380. Bonkig of rank, modern of kitsch, onzin of onmisbaar, we laten het vandaag maar even aan de lezer over. Onder: om redundantie (N-1) te waarborgen voor de stations Dronten en Apeldoorn Zuidbroek zijn er twee doorverbindingen gemaakt in de beide uiteinden van de gesneuvelde lijn driecircuit-delta's, zodat er nu als het ware twee redundante steeklijnen zijn overgebleven. Forumlid BasH legde zo'n noodverbinding vast, hier het exemplaar bij Dronten.
09 december 2020 ∙ Als de wasmachine stuk gaat en ook de magnetron geeft het op, dan weet je dat ook de televisie, je telefoon en de stofzuiger er deze week nog mee ophouden… Ook op de Berg ervaart men deze wetmatigheid, want het Nederlandse koppelnet wordt momenteel geplaagd door vier storingen en twee VNB's tegelijk. Dat het licht desondanks gewoon werkt is een bewijs van een robuust net dat een stootje kan hebben.
Het iconische blauwwitte gebouw van station Meeden-380 staat al sinds 1995 als een onneembaar fort in het landschap, volgens de trotse folder Lijnen naar Morgen vrijwel ongevoelig voor storingsinvloeden van buitenaf. Maar wat als de storing van binnenuit komt? Meeden is momenteel op elk spanningsniveau een bouwput zodat het weinig aandacht trok toen er in augustus een setje noodmasten pal naast het 380-gebouw verscheen. De 380 kV-circuits ZL-MEE en MEE-EEMS wit werden fysiek buitenom het gebouw heen geleid en hard verbonden. Men is er druk bezig met de komst van een derde dwarsregeltrafo in de interconnectie naar Diele, dus het leek aannemelijk dat daarvoor wat moest verbouwd in de GIS-schakelbak. Omdat Tennet momenteel ook bezig is om Vierverlaten (het andere station dat de Eemshaven met het zuiden verbindt) grondig te verbouwen is er ook op die plek sprake van een sub-optimale netsituatie. Daardoor leek het plausibel dat men geen extra netstrategisch risico wou nemen. Eén circuit voor de zekerheid fysiek volledig gescheiden houden van station Meeden, zodat vermogenstransport zelfs bij werk aan twee winkels tegelijk altijd door kan gaan, was daardoor heel aannemelijk.
Maar vorige week ging dat vermoeden schuiven. Toen bleek opeens dat ook beide zwarte circuits waren losgehaald en fysiek langs het station waren omgeleid. Twee fysieke omleidingen tegelijk is niet logisch voor bijvoorbeeld het aansluiten van een nieuw veld. Dan was eentje al voldoende geweest. Het begint nu dus te lijken op iets urgenters, zoals een storing ergens diep in de ondoorgrondelijke buik van het fort. Iets waarmee men duidelijk verwacht langer bezig te zijn dan een weekje of twee, en iets dat beide GIS-installaties tegelijk beïnvloedt.
Wat er stuk is? Hoe lang het duurt? Ook bij HoogspanningsNet weten we eigenlijk helemaal niets. Ook wij moeten het op Meeden doen met wat pylon geeks vanaf de openbare weg kunnen observeren met hun verrekijkers, netkaarten, logica en ervaring. Bij een gesloten gebouw blijft dan weinig anders dan logica over, en die vertelt ons dat twee nood-omleidingen tegelijk vrijwel zeker een teken zijn van ongeplande problemen.
Richting het zuidwesten, tussen Ens en Lelystad, hebben we ook te maken gehad met een beroep op de redundantie. De verbinding Ens – Lely 380 wordt verzwaard naar 2635 MVA (4000 A) en dat doet men circuit voor circuit. De verbinding werkt, maar backup is er tijdelijk niet zolang er gewerkt wordt. Inmiddels hebben we vernomen dat de verbinding weer volledig in dienst is, zodat dit knelpunt recentelijk is opgelost. Dat kan nog niet worden gezegd van de situatie op Doetinchem Langerak. Op 17 december 2019 brandde daar een koppeltrafo af. Die is nog niet vervangen zodat het station qua koppelfunctie met 150 kV nog steeds op één been hinkt. Daar komt geen bloed uit, want het 150 kV-deelnet FGU is op dit moment nog een geheel omdat de geplande verdeelnetting nog niet is doorgevoerd. Daardoor is er ook vanaf Lelystad, Dodewaard en Breukelen koppeling met de 380. In die zin is de prioriteit niet zo hoog, al blijft het een feit dat een niet-aanwezige trafo ook niet inzetbaar is als er elders een tweede trafo in de problemen zou raken.
Een andere storing met kennelijk lage prioriteit was een ontplofte eindsluiter op opstijgpunt Cruquius. Die trad vorig jaar oktober op en werd ook pas na een opvallend lange tijd van ruim een half jaar weer verholpen. Waarom dat zo lang moest duren is ons onbekend, maar er was bij de ontploffing wat olie in de grond gelekt, terwijl de herfst van 2019 ook de tijd was van de stikstof- en PFAS-crisis waardoor men opeens niet zomaar meer grond mocht verplaatsen om te saneren. Houdt het verband? Wij weten het niet.
De gifbeker is nog niet leeg, want ook op zee valt het niet mee. Twee van de drie HVDC-interconnectors zijn momenteel niet beschikbaar voor de markt. De COBRA heeft al sinds eind september ergens op zee een nare storing. Men vermoedt een kabelfout ergens op zee en die zijn ingewikkeld te repareren. En eergisteren bedacht de BritNed-kabel opeens dat ie alvast kon oefenen voor een harde Brexit. Ook daar lijkt sprake van een nare kabelfout ergens op zee. Op dit moment functioneert op HVDC alleen nog de NorNed, nota bene de kabel die eigenlijk de slechtste naam heeft van de drie stuks.
Met vier storingen, enkele plekken met werkzaamheden en vrijwel geen decentrale productie deze weken (de donkere dagen voor kerst zijn dit jaar geen half werk) wordt Nederland deze weken gered door het werk van generaties ingenieurs die redundantie, ringvormen en overdimensie prefereerden boven de Amerikaanse strategie van Run2Fail en Lean&Mean. Dankzij een goede reserveband kunnen we ook dit jaar thuiskomen voor een kerst waarbij de lampjes in de boom het gewoon doen.
Afbeeldingen: fysieke omleiding om het gesloten GIS-fort van Meeden-380 heen. Sinds het moment van de foto is daar een tweede omleiding bij gekomen. Midden: we hebben geen beeldmateriaal van binnenin dat fort, maar wel deze oude afbeelding uit de folder Lijnen naar Morgen (SEP). Onder: ook geplande werken vereisen geknabbel aan de redundantie, zoals hier bij Ens – Lely, waar men de transportcapaciteit vergroot door de draden te vervangen.