
13 april 2020 ∙ Hoe vaak zeggen we wel niet tegen elkaar, 'als ik nog eens heel veel tijd heb, dan…' Inmiddels hoeven we ons door de lockdown niet meer af te vragen wanneer dat moment zal zijn. En dus zijn we bij HoogspanningsNet bezig gegaan met een monsterklus: het cartografisch en geografisch correct digitaliseren van de Nederlandse netkaart, vanaf de eerste 50 kV-lijn in 1918 tot aan vandaag de dag.
Lange avonden in een wereld die balanceert tussen hoop en vrees, waarin op sommige plekken grote hectiek heerst, maar waar op andere plekken 's avonds een ongewone rust is. Het lijkt haast de winter op het platteland: doe iets of word gek. Nu lopen er bij HoogspanningsNet altijd meerdere projecten, waarin onderhoud en uitbouw van onze netkaart een grote is. Achter de schermen is Release Cycle 7 (kortweg V7) in ontwikkeling. En daar is nu een nieuwe zijstraat bij gekomen.
Vanwege de wettelijk vrijgegeven open liggingsdata van netbeheerders neemt het belang van penetratie tot in de 10 kV middenspanningsnetten op onze netkaart af. Nethistorie neemt juist toe in belang. Er is al langer rekening gehouden met een historische dimensie (zie de velden in dienst en uit dienst in de informatiekolom), maar de netkaart zelf geeft momenteel alleen de situatie van vandaag weer. Het toevoegen van een tijdbalk waarin ook een jaar in het verleden kan worden geselecteerd is echter niet eenvoudig. Los van de techniek (interface en programmeerwerk) is er content nodig: onze netkaart is er sinds 2011 en een station dat in 1936 is gesticht en in 1980 weer verdween zit niet in de database. Dat betekent dat we voor vele duizenden objecten (stations, circuits en zeer veel hoogspanningsmasten) die tussen 1918 en 2011 korter of langer hebben bestaan moeten achterhalen dát zij er waren, waar zij exact stonden, waarvoor ze dienst hebben gedaan en hoelang ze in functie zijn geweest. Een monsterklus, waar door de buitengewone omstandigheden nu tijd voor is.
In Nederland is veel data voorhanden, maar het is verspreid over gedenkboeken (meestal in bezit van betrokkenen alhier, in persoonlijke verzamelingen), naslagwerken, publicaties, krantenarchieven, oude topokaarten, luchtfoto's uit de oorlog, websites, grondfoto's, kadasterdata, tabellen, lijsten en herinneringen. Overleg gaat via internet met elkaar, want een groep weet altijd méér dan een losse cartograaf. Een kwestie van systematiek, geduld, en consciëntieus administreren. De weg kennen in 102 jaar hoogspanningsland met zijn oude provinciale energiebedrijven is een pré. Het geografisch intekenen en in een database stoppen vereist wat GIS-skills, want Google Earth is niet toereikend meer voor dit soort carteringsgeweld. (In de praktijk wordt er met QGIS gewerkt als acquiring- en mapping tool.)
Verder vereist het ook conventies en slim nadenkwerk, want het is ingewikkelder dan simpelweg dingen tekenen met een begin- en eindjaar. Een 150 kV-verbinding die in 1948 is aangelegd, eerst drie jaar op 50 kV werd bedreven, daarna in 1968 een ingelust station op één van de circuits kreeg en waarin in 1998 een stuk werd verkabeld, vereist in totaal vier keer 'herbedrading' om telkens correct op de kaart te staan. Nog ingewikkelder is het om oude grondkabels te vinden, al geldt wel dat we in eerste instantie het project aangaan voor bovengrondse objecten. Grondkabels en objecten die we toevallig tegenkomen en die minder dan 50 kV voeren zijn in eerste instantie vooral bijvangst.
Er is nog niet aan te geven hoe en wanneer precies de historische dimensie aan de webkaart wordt toegevoegd. Maar de plotselinge, lange avonden in deze vreemde tijden bieden perspectieven die voorheen ondenkbaar waren. En voor wie 102 jaar hoogspanning op de kaart ondoenlijk lijkt: never underestimate powergrid mappers – they're pretty hardcore.
Afbeeldingen: herkenbaar voor elke netcartograaf die al even mee draait, de pavlovreactie die een mastschaduw op een luchtfoto oproept. Het verschil is alleen dat het nu om historische luchtfoto's in zwartwit gaat. (Dat is soms nodig omdat oorlogs- en noodlijnen nooit de topokaarten hebben gehaald.) Onder: interface van QGIS waarin allerlei kaartlagen tegelijk zijn te projecteren en coördinatenstelsels gelijk zijn te trekken, zodat objecten systematisch te carteren zijn en database-klaar kunnen worden gemaakt.
28 April 2019 ∙ In deze tijden van kabels en buismasten wordt zelfs in Nederland toch nog wel eens nieuw vakwerk gebouwd. Dat klinkt als hoera-per-definitie. Maar wat nou als we vertellen dat het vernieuwbouw is van de voorheen oudste 150 kV-verbinding van Nederland? Dan wordt het opeens een stuk moeilijker om te oordelen – zelfs voor pylon geeks.
Vooruit dan, we zullen bij HoogspanningsNet één keer niet overgaan tot de stekelige recalcitrantie rond wintrackmasten waar men ons al jaren van kent. Dus we laten de eerste wintrack van Tennet in Zeeland even eh.. voor paal staan en we kijken deze keer naar de interne besoignes binnen de populatie vakwerkverbindingen.
Tegenwoordig lijkt het wel of alles met kabels en buismasten wordt gedaan. Toch is dat niet waar. In België laat Elia zich niet gek maken en worden nog altijd fraaie vakwerkmasten gebouwd. En zelfs in Nederland is het bouwen van vakwerk niet verdwenen. Meestal gaat het dan om losse reconstructies of om korte lijnen in industriegebieden zoals de Eemshaven, maar ook in de publieke ruimte kan het soms nog.
In Limburg zien we momenteel zoiets, al zullen pylon geeks er in dit specifieke geval een gemengd gevoel bij hebben. De verbinding Maasbracht – Lutterade is een ijkpunt in de Nederlandse nethistorie: het was de eerste Nederlandse verbinding die ontworpen werd voor de destijds indrukwekkend hoge spanning van 150 kV. (In Nederland staat slechts één verbinding in actieve dienst die nog ouder is dan dit exemplaar, maar die voert 50 kV). De verbinding werd ontworpen door het SVM (StroomVerkoop Maatschappij, in 1934 in het PLEM opgegaan) en sinds 1932 staat de verbinding in het Limburgse land. Maar helaas kan hij niet meer meekomen in de moderne tijd. De oude masten en de draadhoogtes zijn te laag en de transportcapaciteit van 100 MVA is dat ook.
Gedeeltelijk wordt de verbinding door een grondkabel vervangen. Dat is makkelijk oordelen: f(_)ck. Maar een ander lijndeel (vanaf Born tot aan Maasbracht) gaat niet ondergronds. Dat lijndeel wordt door Tennet van splinternieuwe vakwerkmasten voorzien. Nieuw vakwerk in deze tijden: altijd mooi! Maar het geeft toch ook wel een wrange smaak omdat ze in de plaats komen van een uniek stukje Nederlandse nethistorie dat straks echt verdwenen is. Je ziet de draad al hangen, zelfs voor pylon geeks is het soms niet eenvoudig om te oordelen.
Afbeeldingen: een stokoude SVM-donaumast die vervangen wordt door vernieuwbouw van dit ontwerp. De historie die aan alle kanten van het uiterlijk van deze verbinding af springt zal spoedig zelf ook historie zijn. Onder: het mastbord verraadt door het taalgebruik nog de tijd waarin de verbinding het levenslicht zag. Foto's door forumlid Ritsjie.