HoogspanningsNet - alles over hoogspanning op het het

Hoogspanningstechniek

Hoogspanning en gezondheid?

Antwoord op alle vragen vind je bij het RIVM (NL) of het Departement Leefomgeving (B).

HoogspanningsNet behandelt dit thema met opzet niet zelf. (Waarom niet?)

Geknetter en gebrom?

Geen zorgen, dat is normaal.

Nemo

27 september 2020 HVDC-interconnecties zijn in het gekoppelde hoogspanningsnet van Europa gemeengoed. Nergens anders op de wereld zie je zoveel van zulke interconnectoren. Naast de techniek zijn ook de namen van High Voltage Direct Current verbindingen veelzeggend over hun motivatie en zelfs over Europese natiepolitiek.

Europa is een bergachtig schiereiland met nogal wat zeeën, zeestraten, baaien en dikke eilanden: het perfecte speelveld voor HVDC-zeekabels. Wie op de netkaart kijkt ziet dat veel HVDC-verbindingen interconnectors zijn tussen twee landen. Naast de technische motivatie zijn het ook prestigeprojecten van honderden miljoenen euro's die een symbolische waarde hebben. Letterlijk en figuurlijk verbinden ze twee landen, twee machtsblokken of zelfs twee culturen. Met die gedachte in het achterhoofd veranderen de trotse namen van HVDC-interconnectors stiekem in aanwijzingen over de achterliggende motivatie en zelfs over hoe de landen naar elkaar kijken. 

Een aantal interconnectors draagt koeltjes de naam van de watervlakte die ze kruisen (Cross-Skagerak, Cross-Channel) of van het overkoepelende gebied, zoals de Baltic Cable (die de geografisch vaag begrensde naam van heel noordoost Europa voert) of de Celtic Interconnector die Ierland en Frankrijk moet gaan verbinden. Gebruikelijk is ook een afkorting van de landen of cultuurblokken op de uiteinden (BritNed, NorNed, Fenno-skan, Konti-skan, France-Angleterre of SvePol). Het verbergt niks en geeft aan dat er sprake lijkt te zijn geweest van een gelijke onderhandelingsvoet.

Maar soms blijkt een onevenwicht. NORD.Link (die hoofdletters en dat puntje horen daar echt, want dat is hip en cool en lame en zo) wordt aangelegd tussen Noorwegen en Duitsland. De naam verraadt welk van de twee landen waarschijnlijk de meeste behoefte had aan de verbinding: Duitsland vindt Noorwegen (met zijn hydropower) interessanter dan andersom en trekt zich graag op aan het woord Nord. In dezelfde categorie valt de Viking Link (Denemarken – Engeland, in aanleg). De kabel loopt echter niet over het Viking district in de Noordzee, dus hier moet welhaast sprake zijn van Britten die graag dwepen met het stoere imago van vikingen. 

Een andere groep kabels draagt acroniemen. Inelfe (Frankrijk – Spanje) kan je uitspreken als een neutraal woord, maar het is een acroniem van Interconexión Eléctrica Francia-España. Soms is er dieper nagedacht. ALEGRO (België – Duitsland, eind dit jaar gereed) is een acroniem van Aachen Liège Grid Overlay. Maar wie een beetje bekend is met muziek zal direct zien dat het woord sterk lijkt op het identiek uitgesproken allegro, een van oorsprong Italiaanse term voor een vrolijk of opgewekt muziekstuk. 

Buitenbeentjes zijn er ook. Kontek (Duitsland – Denemarken) heet voluit Kontinent – Elkraft, hetgeen een samenstelsel is van het Duitse woord voor continent en de naam van een voormalig Deens netbeheerder die later opging in Energinet. Een beetje onlogische combinatie. Een andere vreemde eend in de bijt is NEMO, tussen België en Engeland. Nemo is weliswaar de naam van een personage uit Jules Verne's 20.000 mijlen onder zee, maar het woord zelf betekent in het Latijn niemand. Bij HoogspanningsNet hebben we ooit een roddel opgevangen dat het woord uit de pen komt van een hoge pief bij Elia die in het begin van de planfase invloed heeft gehad op in ieder geval de werknaam van het project, maar zeker weten doen we het niet.

Tenslotte heb je nog de financiën. COBRA (Nederland – Denemarken, overigens tijdelijk defect sinds eind september) is een acroniem van COpenhagen BRussels Amsterdam. Een opmerkelijke naam voor een kabel tussen Endrup en de Eemshaven en die niets te maken heeft met Amsterdam, Kopenhagen of laat staan Brussel. Het is speculatief, maar bij HoogspanningsNet vermoeden we dat er sprake is van een werknaam om het project interessanter te laten klinken voor te overtuigen partijen. Omdat DenNed onhandig veel lijkt op Tennet (zeker met een verstopte neus) zal er gekunsteld gezocht zijn naar iets anders pakkends. Toen bleek dat cobra wel goed uitspreekt in zowel Engels, Deens als Nederlands heeft men die werknaam waarschijnlijk maar zo gelaten…

Afbeelding: op de netkaart kan je tientallen HVDC-interconnectors vinden. Midden en onder: in 2007 zette NorNed een wereldrecord neer en dat mocht gezien worden, getuige het fancy convertergebouw met vlaggen en design voor de persmomentjes buiten vlak voor de gevel. Twaalf jaar later kwam COBRA en keerde de nuchterheid terug: een saaie functionele doos.

06 december 2018 De Goedheiligman brengt dit jaar niet alleen iets moois mee voor Belgische kinderen. Ook voor volwassenen is er een cadeautje: de Nemo Link is klaar! België en Engeland zijn nu verbonden en de kans op elektriciteitsschaarste is verder afgenomen.

Nou ja, cadeautje… Het 140 kilometer lange draadje staat op de balans voor 690 miljoen euro, maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld afschrijvingen op staatsobligaties krijgen we er deze keer echt iets voor terug: 1000 MVA harde interconnectorcapaciteit tussen Zeebrugge en Richborough. Na een testfase die de rest van deze maand duurt zal de kabel begin 2019 worden vrijgegeven voor de markt.  

België was het laatste land aan de Noordwest Europese kust dat nog geen kennis had gemaakt met HVDC. Andere landen zoals Nederland (NorNed, 2010), Duitsland (1994, Baltic Cable), Frankrijk en Engeland (France Angelterre, 1961) en pionier Zweden (Gotlandlink, 1954) hadden al langer DC connecties met elkaar. Nemo wordt bedreven op 400 kV DC in het schema van een symmetrische monopool. Dat betekent dat er twee geleiderkernen liggen die in de praktijk allebei een potentiaal van 400 kV hebben ten opzichte van de aarde (en 800 kV tot elkaar) en dat de stroomrichting in beide geleiders omgekeerd loopt. De converters zijn door Siemens geleverd en zijn van het type VSC (voltage source converters). Deze zijn kleiner en beter stuurbaar dan traditionele thyristors in oudere converterinstallaties.

Er is ook een primeur: de kabel heeft een mantel die gedeeltelijk uit XLPE bestaat. Voorheen werd dat niet gebruikt in DC-zeekabels omdat het materiaal onder water wel eens last kreeg van minuscule barstjes, waterbomen en deelontladingen in de isolatie, zodat men voorheen liever oliegedrenkt papier gebruikte.    

Een ander uniek kenmerk is dat Nemo gebruikt kan worden als blackstartvoorziening. In het geval van een bijna onmogelijk, maar theoretisch denkbare totale uitval van het hele Belgische net waarbij ook geen beroep kan worden gedaan op de buurlanden, kan via een aggregaat het converterarray worden opgestart waarna een wisselstroom kan worden gegenereerd. 

HVDC-interconnectors dragen doorgaans trotse namen zoals BritNed, Cross-Skagerak en Hansa Powerbridge. Nemo Link lijkt te refereren naar de onverschrokken kapitein Nemo uit het boek van Jules Verne, 20.000 leagues under the Sea), maar bij HoogspanningsNet hebben we op de open dag van het converterstation in aanbouw (afgelopen mei) opgevangen dat daar misschien wel helemaal geen projectgroep of inspraakprocedure aan te pas is gekomen. Een hoog persoon binnen Elia, een balpen wiebelend tussen twee vingers en een blik naar het plafond. Of het ook echt zo is gegaan? Dat zullen we waarschijnlijk nooit weten – iets wat eigenlijk ook weer goed past bij de afloop van het boek van Jules Verne.

Voor nu feliciteren we Elia en NationalGrid met de oplevering van dit mooie project en we hopen dat de testfase voorspoedig verloopt. Een mooie afloop na tien jaar hard werken. 

Afbeelding: De binnenkant van de converterhal, waar wisselstroom in gelijkstroom wordt omgezet, is een bijna buitenaards gezicht. Foto door (en via) Elia, omdat het op de open dag niet was toegestaan zelf foto's te maken van de installatie. Onder: demonstratiemodel van de gebruikte kabels. Het witte materiaal is XLPE, nu nog uniek in nieuwe zware HVDC-zeekabels.

22 november 2017 Gisteren heeft Elia de Stevin-hoogspanningsverbinding in dienst genomen. Met de oplevering van deze zeer zware 380 kV-verbinding, de eerste nieuwe in bijna dertig jaar, komt er een eind aan een uniek constructieproject in de Lage Landen, maar ook een tastbaar begin aan versnelde verduurzaming van de Belgische elektriciteitsmarkt.

Het Stevinproject (vaste bezoekers van deze site welbekend) draait om de bouw en ingebruikname van een buitengewoon zware 380 kV-verbinding vanaf de Belgische 380 kV-ring naar de kust bij Zeebrugge. De nieuwe verbinding, een ware krachtpatser, is essentieel om ambities waar te kunnen maken: veel meer windvermogen op zee, groei van het Zeebrugse havengebied en zelfs aansluiting van België op Engeland via een HVDC-interconnector (de Nemo-kabel). Het gaat om vermogens waar zelfs een gangbare Belgische 380 kV-verbinding (typisch 1400 MVA capaciteit) geen oplossing voor zou bieden. Netbeheerder Elia besloot geen halve maatregelen te nemen en zette in op toekomstvastheid. Met andere woorden: de beuk ging erin. Er werd een hoogspanningslijn voor maar liefst 3000 MVA ontworpen: een nominale transportcapaciteit die nog nooit eerder in de Lage Landen was vertoond. Zeven jaar geleden begon het project, drie jaar is er gebouwd en gisteren heeft Elia de verbinding na de nodige tests samen met premier Charles Michel en Minister van Energie Christine Marghem formeel in dienst gesteld.

Reden voor een feestje in hoogspanningsland. Het hele project bestaat uit drie hoogspanningsstations, twee opstijgpunten (overgangsposten) met GIS-schakelmogelijkheden, twee luchtlijndelen en een grondkabeldeel. In totaal is er 47 km nieuwe 380 kV-verbinding aangelegd, waarvan 37 kilometer met een nieuw, stoer ontwerp zware vakwerkmasten met geïsoleerde traversen. Deze zijn in staat om de dikke vierbundelgeleiders op compacte wijze dichtbij elkaar te dragen, waardoor de verbinding ondanks zijn hoge capaciteit relatief klein is gebleven. Dat neemt gelukkig niet weg dat het mastontwerp een goed gebalanceerde, potente indruk maakt.

Een andere highlight is toepassing van een stuk grondkabel in een verbinding van deze capaciteit. Voorheen was de tien kilometer lange Delftkabel in Nederland een van de blikvangers op het wereldtoneel: met 2635 MVA op 380 kV was die bij zijn oplevering uniek in de wereld. Maar Stevin is er overheen gegaan door een net zo lang kabeldeel toe te passen dat zelfs voor 3000 MVA geschikt is. De kabel kruist tevens het Boudewijnkanaal via een speciaal geboorde dubbele kabeltunnel.

Toch is er tussen al dit moois ook een klein jamaartje voor de pylon geeks. Grote nieuwe verbindingen verschijnen zelden op het toneel zonder dat het een aantal kleine, oude verbindingen de kop kost: het stand-stillprincipe. Bij Stevin is dat niet anders en de aanleg van deze trotse grote lijn betekent ook het verdwijnen van drie 150 kV-lijnen. De komende jaren worden vervangende kabels gelegd en worden ze afgebroken. Daardoor is juist nu, net na de oplevering van de grote zware lijn en nog vóór de sloop van de kleine verbindingen, misschien wel het mooiste moment van allemaal om eens een kijkje te gaan nemen in het Vlaamse land.

In ieder geval laten wij vanaf deze plek de kans niet lopen om Elia te feliciteren met het succesvol opleveren van deze unieke verbinding. Meer informatie? Lees het persbericht van Elia, bekijk de projectwebsite van Stevin (aanrader), volg het Stevintopic op ons forum (veel foto's) of bekijk de hele verbinding en alle stations direct op onze vers bijgewerkte netkaart.

Afbeeldingen: bovengronds lijndeel van de Stevin-verbinding, met de voor deze verbinding typerende masten met geïsoleerde traversen. Onder: overgangspost Gezelle, waar de bovengrondse verbinding in een grondkabel verandert. Een strak vormgegeven afspanportaal en een al even zo strak GIS-gebouw. Stevin straalt daardoor no-nonsense uit. Foto's door Bavo Lens.