
24 juni 2014 ∙ Deze maand is tussen Villeroux en Bastogne (Ardennen) een korte, maar niettemin volwaardige nieuwe bovengrondse hoogspanningslijn voor 220 kV opgeleverd.
Tussen station Villeroux en een klantstation bij Bastogne (bijna gereed) is een kort lijntje met driehoeksmasten gerealiseerd. De lijn is op de groei: de driehoeksmasten zijn eigenlijk onvolledig uitgenutte dubbelvlagmasten, zodat er (indien gewenst) eenvoudig een tweede circuit in kan. Villeroux zelf is opgenomen in de stokoude 220 kV-lijn Rimiére-Aubagne, een hoogspanningslijn die op landelijk niveau achterhaald is geraakt door de opkomst van 380 kV, maar die op deze wijze nog steeds zijn nut bewijst omdat 70 kV niet toereikend is voor de klant in kwestie… een datacenter.
Inderdaad, alweer een datacenter. Klantaansluitingen op het hoogspanningsnet laten door de geschiedenis heen vrij goed de plekken zien waar groot geld wordt verdiend.
Het begon met aansluiting van staatsmijnen voor de (destijds) zware machinerie die daar in bedrijf was. In het midden van de vorige eeuw veranderde dat en zagen we in Nederland en België vooral zware metaalindustrie en hoogovens opkomen. Een paar decennia later herhaalde zich dat met raffinaderijen en (petro)chemie. De vierde ronde speelde zich vooral in Nederland af, waar in de jaren negentig op grote schaal WKK-vermogen werd aangekoppeld: tuinders, vuilverbranders en stadscentrales, allen met een typisch vermogen tussen 10 en 40 MW. En anno nu is data het nieuwe goud van de samenleving. Zware datacenters die zoveel vermogen nodig hebben dat men ze direct op het hoogspanningsnet hangt zien we steeds vaker verschijnen in beide landen.
Dat de aansluiting bovengronds is gerealiseerd lijkt opmerkelijk, maar het is vrij logisch. De spanning van 220 kV (nog altijd enigszins gewaagd als grondkabel) in combinatie met betrouwbaarheid (vereist door datacenters als klant) zal een rol spelen, net als de kosten en relatief eenvoudige uitbreidbaarheid en aanpasbaarheid van een luchtlijn.
Foto: Bavo Lens fotografeerde een deel van het nieuwe hoogspanningslijntje. We zien een typisch Belgisch ontwerp driehoeksmasten die bij nader inzien onvolledig benutte dubbelvlagmasten blijken te zijn.
20 juli 2013 ∙ Na een jarenlange discussie tussen de netbeheerder, de overheid en de belangenorganisatie Achterhoek 380 kV Ondergronds is eerdaags het definitieve besluit gevallen over de nieuwe hoogspanningslijn Doetinchem-Wesel 380 kV. Op 23 mei kwam het onderzoeksrapport van Tractebel uit en inmiddels is het ministerie klaar met nadenken. HVDC wordt niet langer als een te overwegen alternatief gezien. Doetinchem-Wesel 380 kV zal definitief als 380 kV AC-luchtlijn worden aangelegd.
Dat is een zure appel voor de belangenorganisatie, waarbij HoogspanningsNet het niet ongenoemd wil laten dat hun ijver in de vorm van een lijvig rapport ervoor gezorgd heeft dat er überhaupt een onderzoek van Tractebel kwam, hetgeen geen slechte prestatie is. Maar voor pylon geeks en andere liefhebbers van bovengrondse hoogspanning klinkt dit besluit in deze tijden van verkabeling als een opsteker. Echter, pylon geeks doen er goed aan om niet meteen de vlag op te steken, want er zit een grote boa constrictor onder het gras van dit besluit.
Omdat Doetinchem-Wesel 380 bovengronds zal worden aangelegd treedt het Uitruilbeginsel in werking. Voor dit project betekent dit dat voor iedere nieuwe kilometer 380 kV-lijn er ook een kilometer andere bovengrondse hoogspanningslijn zal moeten sneuvelen. Dat gaat gebeuren in de vorm van gedeeltelijke afbraak van de 150 kV-verbindingen Dodewaard-Doetinchem en Doetinchem-Ulft.
Nederlands enige twee tonmasten die voorbereid waren op verkabeling maar die uiteindelijk stand hielden als luchtlijn zullen alsnog sneuvelen. Ook het kunstwerk Shall we Dance? van Floris Schoonderbeek zal alleen komen te staan, met niemand om nog ten dans te vragen. En ook het roemruchte, herstelde lijndeel van Doetinchem-Ulft dat in 2010 bezweek tijdens de Downburst van Vethuizen zal het veld moeten ruimen. Wat we daarvoor terug krijgen is een straat combinatiewintracks waarin 380 kV en 150 kV samen wordt ingehangen. En op de voorpagina van HoogspanningsNet mogen we gerust hardop zeggen dat zelfs onder de pylon geeksde liefhebbers van deze combinatiewintracks bijzonder dun gezaaid zijn…
Kortom, we zitten als pylon geeks in een irritante spagaat: een nieuwe bovengrondse lijn klinkt fijn, maar de offers die daarvoor in het mastenlandschap moeten worden gebracht zijn groot. Daarom valt het te bezien of we werkelijk blij moeten zijn met het besluit van het ministerie. Het uitruilbeginsel heeft bizarre gevolgen. Want voor één keer staan pylon geeks en belangenverenigingen daardoor wellicht zij aan zij.
Foto's: combinatiewintracks zoals ze gebruikt gaan worden in Doetinchem-Wesel 380 kV zijn heden ten dage al te vinden ten zuiden van Delft, hier vastgelegd door Ole Nielsen. Onder: Shall we dance? van Floris Schoonderbeek. Dit kunstwerk zal na de verkabeling van de tonmastenlijn naar Ulft als een soort Remy blijven staan, met geen enkele andere hoogspanningsmast meer om nog mee te dansen.
28 juni 2013 ∙ Netbeheerder Tennet heeft in de discussie met landeigenaren (voornamelijk agrariërs) een pas op de plaats moeten halen over de doorlegvergoeding.
Een grondkabel door het weiland levert onvermijdelijk enige overlast op voor de landeigenaar. Zolang daar een gedegen schadeloosstelling tegenover staat hoeft dat geen probleem te zijn, maar Tennet stond bij landeigenaren niet bepaald positief bekend op dit gebied. LTO Nederland (te zien als een soort vakbond voor agrariërs) heeft in samenspraak met Tennet (wat niet altijd even lekker liep) nu uiteindelijk bereikt dat dezelfde vergoeding wordt gebruikt als die van de Gasunie, met terugwerkende kracht tot 2010. De Gasunievergoeding geldt als een acceptabele schadeloosstelling en omdat landeigenaren nu eerder geneigd zullen zijn akkoord te gaan is de verwachting dat de procedures voorafgaand aan het leggen van grondkabels nu ook korter zullen gaan duren.
Voor meer informatie, bekijk dit persbericht van Tennet of zie het dossier op de website van LTO Nederland.