
28 juli 2023 ∙ De meeste mensen houden niet zo van brommende, sissende of knetterende hoogspanningsgeluiden. Toch zijn er ook mensen die er inspiratie uit halen: waar elektrische geluiden elektronische geluiden ontmoeten kan muziek ontstaan.
We kregen middenin vakantietijd een email van Leroy Evers, een muziek- en sounddesigner. 'Geen specifiek liefhebber van hoogspanning, wel geïnteresseerd.' Normaal hebben mensen in de audiowereld vaak een hekel aan sterkstroom. In lange kabels kan door inwerking van elektromagnetische velden vanuit het elektriciteitsnet ruis met een frequentie van 100 Hertz ontstaan waardoor een bromtoon of stoorsignaal ontstaat in de apparatuur.
'Ik schrijf muziek voor radio en TV, onder andere voor commercials (sonic en sound branding) en documentaires en andere media gerelateerde zaken. Als kind had ik al een meer dan geringe interesse voor alles wat draaide- en het geluid dat daarbij hoorde. En zeker ook het geluid van de sissende en knetterende kabels van de hoogspanningsmasten, met liefst 380 kV erop. Of een grote dikke trafo, waar ik een lekkere 100 Hz ‘drone-sound’ kon waarnemen. Het boezemde mij ontzag in. Die ervaringen, of sferen, kun je in muziek verwerken, en dat is precies wat ik met het nummer Isolator heb gedaan.', aldus de auteur.
Hoogspanningsgeluiden als inspiratie is niet helemaal nieuw, er zijn metalbands die tesla coils gebruiken om muziek mee te maken en ook is er Love Song for a Pylon, een stukje muziek van Vile Electrodes met een hoog experimenteel gehalte. In het muziekstuk Isolator zijn de hoogspanningsgeluiden met opzet de hoofdzaak. De track bevat het brommen van transformators en verder af en toe een coronaknettertje, een klang, plop of sis als er wordt geschakeld en verder een mysterieuze, licht dreigende sfeer die wel past bij het gevoel dat de meeste mensen krijgen bij de aanblik van een transformatorstation.
'Vinden jullie het misschien een leuk idee om mijn track op jullie website te publiceren? Dat zou ik erg leuk vinden, en wellicht ook jullie bezoekers.'
Het is vakantietijd en tussen de berichten over gekantelde transformators, een nieuwe lijn of juist gemopper over bromtonen in de mailbox is dit wel eens verfrissend. Dus waarom ook niet?
► Beluister Isolator rechtstreeks op Soundcloud
De auteur geeft aan dat iedereen die het muziekstuk wil gebruiken, 'voor bijvoorbeeld een hoogspannings-video', dat mag doen mits je dat even laat weten aan de auteur. Gegevens van de auteur, onder de naam Leroy Evers Music, zijn hier te vinden.
Afbeelding: de coverafbeelding van de track Isolator laat weinig aan de verbeelding over. Elektronische muziek en sterkstroom komen erin samen.
20 maart 2019 ∙ In een normaal hoogspanningsnet is er altijd is er wel ergens wat stuk, altijd wel een knelpuntje, altijd wel nieuwbouw en ook altijd wel ergens reconstructie of sloop. Masten en draden zijn van metaal en die kunnen goed gerecycled worden. Maar hoe zit dat eigenlijk met de isolators?
Isolators heb je in meerdere soorten. De ene laat zich vrij makkelijk verwerken na gebruik, maar de andere is heel moeilijk te recyclen. Voor glaskap- en kunststof isolators is de waarheid ongemakkelijk: momenteel is er nauwelijks een methode voor.
Keramische isolators zijn van gebakken klei: gewoon steen dus. In landen met veel ruimte en weinig milieubeleid worden ze gestort of begraven. Ook in Nederland gebeurde dat vroeger: in de gaten waar ooit laagspanningspalen stonden kan je soms op anderhalve meter diepte nog de witte 400 V isolators aantreffen. Tegenwoordig worden ze in westerse landen meestal in een hamermolen tot gruis geslagen. Wat er dan overblijft is gewoon zand en gruis. Dat kan het beton in als vulmiddel.
Glaskap-isolators zijn moeilijker. Ze bestaan uit drie verschillende materialen die ontzettend sterk zijn, een hoog smeltpunt hebben of heel lang meegaan. Veiligheidsglas kan je laten springen en volledig recyclen, maar daarna zit je nog steeds met de metalen kop vol keramiek. Ondanks een flinke zoektocht zijn we er bij HoogspanningsNet nog steeds niet achter wat men ermee doet. Waarschijnlijk luidt het antwoord niets. Stort. Theoretisch is het mogelijk ze bij te mengen bij recycleschroot in een hoogoven, maar het keramisch materiaal bemoeilijkt normale smeltprocessen en maakt het erg ingewikkeld om kostendekkend te werk te gaan. Het lijkt er dus op dat de koppen ontdaan van hun glazen kap worden gestort, maar het is buitengewoon moeilijk hier inzicht in te krijgen. Op zichzelf een veeg teken: hier wil men blijkbaar niet graag over praten.
Kunststof valt ook niet mee. Het siliconenrubber is een thermoharder die zich niet opnieuw laat opsmelten. Wat op dit moment het meest wordt toegepast is verbranden. Op die manier wordt de chemische energie in het materiaal dan nog teruggewonnen. Dat is nog best wat energie, want een kunststof isolator heeft bij verbranding een calorische waarde die ongeveer de helft van die van steenkool bedraagt. Maar het is een laagwaardige methode. De glazen vezels in de kern overleven de verbranding en kunnen daarna worden vermalen tot poeder, waarmee hetzelfde kan gebeuren als met keramische isolators.
In de grondkabelwereld is het ook lastig. Ouderwetse GLPK-kabels en oliedrukkabels moeten na het uitgraven moeizaam ontmanteld worden. Dat is een duur proces. De metalen geleiderkernen, de pantsering en de loodmantel kunnen worden gerecycled, maar het oliegedrenkt papier en de waterdichte afdichting van de kabel meestal niet. Verbranden en energieterugwinning is de beste oplossing. Moderne kabels met XLPE-kunststof als isolatiemateriaal lijken eenvoudiger, maar zijn in feite juist ingewikkelder. XLPE is wederom een thermohardende kunststof die zich niet meer laat opsmelten of vloeibaar te maken is. Er zijn voorzichtige experimenten met supercritical decrosslinking (eet smakelijk) en wat proeven met chemische methodes, maar op dit moment is dat nog niet op operationele schaal. XLPE-kabels worden ontdaan van hun geleiderkernen en daarna meestal verbrand.
Een weinig opbeurend verhaal? Vandaag wel, maar waarschijnlijk wordt het morgen anders. We ontvingen op 25 maart een tip van iemand bij Liander dat kabelfabrikant Prysmian inmiddels is begonnen met fabricage van een middenspanningsgrondkabel die ze P-Laser hebben genoemd. Een kabel waarbij de isolatie volledig van thermoplastisch plastic is gemaakt, plastic dat bij verhitting weer vloeibaar wordt en in principe bijna volledig kan worden gerecycled. Verder zal de te verwachten afvalstroom van isolators en kabels de komende decennia sterk toenemen. En wat we altijd zien bij gelijkvormig afval: vroeg of laat wordt de hoeveelheid zo groot dat het economisch interessant wordt om er een recycleproces voor te ontwikkelen. Voor autobanden, koelkasten en batterijen is dat al gelukt – zijn isolators de volgende?
Afbeeldingen: container vol met oude glaskappen. Zwaar, keihard en weinig waardevolle materialen. Recycling is momenteel zo lastig en duur dat ze waarschijnlijk worden gestort. Waarschijnlijk, want we hebben geen enkele bron boven water gekregen die dit bevestigt. (Weet je meer? Vertel het ons!) Onder: een zogeheten eindsluiter bevat olie, metaal en keramiek. Die moeten eerst gescheiden worden: duur en arbeidsintensief.