HoogspanningsNet - alles over hoogspanning op het het

Hoogspanningstechniek

Hoogspanning en gezondheid?

Antwoord op alle vragen vind je bij het RIVM (NL) of het Departement Leefomgeving (B).

HoogspanningsNet behandelt dit thema met opzet niet zelf. (Waarom niet?)

Geknetter en gebrom?

Geen zorgen, dat is normaal.

Emmen Weerdinge

11 februari 2022 Vandaag wordt met een persmomentje gevierd dat Enexis voor trafostation Emmen Weerdinge de zogeheten 'vluchtstrook van het elektriciteitsnet' in gebruik heeft genomen, om zo de congestie te bevechten. Dat woord is inmiddels een soort buzzword, we horen het wel vaker. Maar het elektriciteitsnet heeft helemaal geen rijstroken, alleen fasedraden en circuits. Wat wordt er technisch dan bedoeld met de vluchtstrook?

'De vluchtstrook is spitsstrook geworden.' En zo nog wel meer ronkende vergelijkingen die ons deze dagen om de oren vliegen, onder andere bij de NOS. Enexis, eigenaar van het (dunne) 10 kV-net in het oosten van Drenthe, heeft vandaag officieel de redundante capaciteit in het net beschikbaar gesteld voor hernieuwbare energieproductie. Dat vraagt om een persmomentje met de wethouder en de eindbaas van het netbedrijf op het terrein van Emmen Weerdinge, waar het 10 kV-net van Enexis is verbonden met het bovenliggende 110 kV-net van Tennet, waarin overigens soortgelijke problematiek speelt. Door de redundante capaciteit te benutten voor het aansluiten van extra zon- en windvermogen kan er meer vermogen door het bestaande net stromen en daardoor is sneller aansluiting van meer hernieuwbare energie mogelijk.

Maar wat is die vluchtstrook? Als je kijkt naar de grondkabel die je huis aansluit, dan zie je een grijze.. okee, laat maar, je ziet in elk geval één kabel binnenkomen. In die kabel zitten naar gelang de zwaarte van je aansluiting een fase- en een nuldraad, of drie fasedraden. In beide gevallen vormen ze één zogeheten circuit. Dat is een volwaardig samenstel van draden waarover elektrisch vermogen kan worden getransporteerd. En het is net als één waterleiding of telecomkabel: als is stuk is, dan is ie weg en heb je geen alternatief, ofwel een storing totdat het gerepareerd is. Zodra we in de middenspanning terechtkomen kan dat niet zomaar meer, daar is het gebruikelijk dat er redundantie in het netwerk zit. Redundantie betekent dat er extra capaciteit in het net beschikbaar is in de vorm van dubbel aangelegde of extra kabels, soms in ringvormen (zodat bij een breuk een andere route kan worden gebruikt) en alternatieve routes. 

Een simpel voorbeeld. Als we naar een bovengrondse hoogspanningslijn kijken (en dat kan je nooit genoeg doen, zeggen wij hier), dan kan je een zekere vorm van redundantie met eigen ogen zien. Stel dat de lijn gewoon twee stations verbindt, zonder inlussingen of ander ingewikkeld gedoe. Er zijn dan in principe drie draden nodig om in een driefasensysteem vermogen te kunnen verplaatsen. Toch hangen er zes draden aan de meeste masten – twee groepen van drie. Het is niet zo dat er maar eentje onder spanning staat. Nee, ze zijn beide in gebruik, maar beiden mogen slechts tot 50% van hun theoretische topvermogen worden belast. Als er dan eentje uitvalt door storing of uit dienst moet voor onderhoud, dan kan het andere circuit alsnog het totale vermogen aan (tot 100%) zodat er geen uitval ontstaat. Met dit soort redundantie in je stroomnet kan je normaal gesproken de gevoeligheid voor storingen verminderen (er is immers een alternatief voorhanden), maar ook in de normale dagelijkse situatie is redundantie handig om te hebben.

Ook voor regulier onderhoud of voor verbouwingen moet immers de stroom eraf en als je dan een alternatief voorhanden hebt scheelt dat heel veel noodoplossingen. Het betekent dat er fysiek meer capaciteit in de grond ligt of aan de masten hangt dan bij een normale, onverstoorde situatie zonder onderhoud eigenlijk nodig is. Deze redundante capaciteit, die wordt in de pers nu aangeduid als de vluchtstrook. Een strook waar we normaal gesproken vanaf blijven, zodat hij er is als er een situatie ontstaat die erom vraagt en dan kan een storing of onderhoudsknelpunt ermee voorkomen worden. Zonder deze redundante capaciteit zou ons elektriciteitsnet vrijwel niet te bedienen zijn. (Meer weten? Neem eens een kijkje in de Stroomcursus.)  

Maar de meeste tijd is er géén storing of onderhoud. En dan ligt die extra capaciteit daar maar stof te vangen. Maar het benutten van deze capaciteit kan je dus niet zomaar doen zonder dat je je netwerk lastiger te onderhouden en kwetsbaarder voor storingen maakt. Op zulke momenten kan je het wagen om een stukje van die capaciteit toch in te gaan zetten. De crux zit hem erin dat er alleen capaciteit wordt vrijgegeven voor extra productie. Dat betekent dat er meer zonne- en windstroom kan worden aangesloten, maar niet dat er meer warmtepompen of elektrische auto's op het net mogen. Door alleen productie toe te staan, en in geval van nood contractueel tegen de producent te mogen zeggen 'sorry, nu even niet', kan er meer groene stroom op het net worden ingevoed zonder dat het risico op storingen aan de vragende kant van het net groter wordt.

Daar was wel een wijziging voor nodig in een paar wetten en ook een beetje lef bij de netbeheerder, maar het lijkt erop dat deze proef bij Emmen Weerdinge spoedig navolging krijgt, ook in het hoogspanningsnet van Tennet. Een interessante ontwikkeling die in de categorie laaghangende drad.. eh, laaghangend fruit valt.

Afbeeldingen: nee, dit is geen vluchtstrook die eraan hangt, hoewel deze verbinding wel bij Emmen Weerdinge passeert. Dit is een combinatiemast met een meeliftend circuit. Waar het om gaat zijn de bovenste circuits, want die worden redundant bedreven. Door van zulke redundante circuits een stukje 'over'capaciteit alsnog te benutten, maar alléén voor overschotten aan productie, kan er efficiënter gebruik worden gemaakt van het net. Kijken we in een netschema, dan zien we dat in de zwaardere hoogspanningen (220 kV en hoger) vrijwel iedere component dubbel of driedubbel voorhanden is.