HoogspanningsNet - alles over hoogspanning op het het

Techniek

Hoogspanning en gezondheid?

Antwoord op alle vragen vind je bij het RIVM (NL) of het Departement Leefomgeving (B).

HoogspanningsNet behandelt dit thema met opzet niet zelf. (Waarom niet?)

Geknetter en gebrom?

Geen zorgen, dat is normaal.

elia

05 oktober 2020 In een wisselstroomnet is dwarsregeling de enige manier waarmee de loadflow enigszins geografisch kan worden gestuurd. We vinden dwarsregeltrafo’s in het koppelnet, maar ook de toepassing in regionale netten neemt toe. De situatie in België is daarin een bijzonder geval. 

Dwarsregeltrafo op ZandvlietHet hoogspanningsnet is een zogeheten complex bedreven, vermaasd, hiërarchisch getrapt net. (Duitzelt het je? Doe dan de St(r)oomcursus.) In zo’n net zal het lopend vermogen, met een net woord de load, vanaf opwekkers vanzelf de weg met de minste weerstand tracht te zoeken naar afnemers. Soms zijn opwek en verbruik ruimtelijk goed verspreid, maar als de opwek op een andere plek zit dan het verbruik kan de load een richting hebben. Men spreekt dan van loadflow: de grootschalige geografische richting waarin het vermogen loopt. Bijvoorbeeld vanaf de kust richting het binnenland, of van noord naar zuid-Europa.

Meestal is het een fijne eigenschap dat loadflow in een wisselstroomnet zelf zijn geografische weg zoekt. Maar als een verbinding zo populair wordt dat hij aan de top van zijn kunnen komt, wreekt het zich. Het is ingewikkeld om een deel van het vermogen vriendelijk te verzoeken een andere weg te nemen zonder de gehele verbinding af te sluiten. Eigenlijk kan dat alleen met een dwarsregeltransformator. Dat is een speciale trafo waarbij men de spanning niet verandert, maar door zogeheten fasehoekverdraaiing (simpel gesteld: het spelen met het moment van de piek in spanning en in stroomsterkte ten opzichte van elkaar) kan men de aangesloten verbinding een beetje variëren in zijn weerstand en daarmee zijn aantrekkelijkheid. Zo voorkom je dat hij overbelast raakt, maar tegelijk blijft hij wel bruikbaar voor een deel van de loadflow.

In het koppelnet is de toepassing van dwarsregelaars vooral bij interconnecties vrij gebruikelijk. In de onderliggende netten van 110 of 150 kV zijn ze zeldzaam. In Nederland en de meeste andere landen komt dat door het toepassen van netopeningen: daarmee voorkomt men dat een deelnet te groot wordt of dat vermogen dat eigenlijk door het 380 kV-net moet lopen, een sluipweg kan nemen door een onderliggend netvlak van een lagere orde en daar de zaak kan overbelasten. België heeft dat niet. Elia werkt niet met deelnetten op 150 kV en men gaat er dus vanuit dat elektriciteit vanzelf voornamelijk 380 kV verkiest boven 150 kV. Door de lagere weerstand van 380 kV-lijnen is dat doorgaans ook zo en zorgt deze parallelle exploitatie van 380 kV en 150 kV al sinds de jaren 70 niet voor grote problemen.

Power Flow Simulator - maak zelf kennis met loadflow in een complex netMaar door de grote toename van windparken op zee begint dat te veranderen. In de omgeving van Zeebrugge/Oostende al snel een gigawatt energie aan land, op de piekmomenten is het bijna 2 GW. De 4 GW-hoogspanningslijn van Stevin naar Eeklo kan dit makkelijk aan, maar de spanning op de 150 kV stijgt door deze massale injectie ook een beetje. Dit zorgt voor te hoge stromen op de kabel Slijkens-Koksijde. Om dat te beperken heeft Elia onlangs een 150 kV dwarsregeltransfo in dienst genomen in Slijkens. Op die manier kan de kabel worden behoed voor overbelasting en toch in dienst blijven totdat Ventilus gereed is.

Er zijn inmiddels meer zulke situaties. Bij sterke windproductie worden de Belgische gascentrales logischerwijze uitgezet. Alleen bevinden de gascentrales zich gemiddeld oostelijker dan de windturbines. De drie verbindingen tussen het westen en het centrum van het land krijgen het stevig te verduren. Horta – Mercator (380 kV) kan wel wat hebben, maar Rodenhuize – Mercator 150 kV wordt stevig belast. Deze kan het nog net aan, al zal er in de toekomst ook een oplossing voor moeten komen middels een verplaatsbare netopening tussen Mercator en Rodenhuize in combinatie met een extra 380/150 transfo in Rodenhuize. De laatste oost-west lijn is Ruien-Beadour. Deze is zodanig overbelast dat in Chièvres een nieuwe dwarsregelaar moet worden opgenomen. Hier zou het toekomstige project Boucle du Hainaut op termijn soelaas moeten brengen.

De energietransitie van België heeft dus niet enkel invloed op het 380 kV-net, ook op 150 kV zijn er af en toe bijzondere ingrepen nodig om de boel draaiende te houden. Meer lezen? Werp dan eens een blik in het Elia Federaal Ontwikkelingsplan.

Wil je meer inzicht in loadflow? Of wil je zelf eens spelen met verbindingen, capaciteiten en bedrijfsvoering? Probeer dan eens de Tennet Power Flow Simulator en verander je zolderkamer in het hart van de controlezaal. 

Afbeelding: een dwarsregeltrafo (zoals hier op Zandvliet, foto door Tom Börger) ziet er weinig anders uit dan een gewone trafo, maar merk op dat de eindsluiters waar de draden op zitten allemaal voor dezelfde spanning zijn bedoeld. Onder: screenshot van de Power Flow Simulator, waar je zelf netten kan bouwen en kennis kan maken met loadflow in een vermaasd net.

20 mei 2019 Gisteren was de Open Wervendag in België, waarbij Elia het transformatorstation Lillo eenmalig openstelde voor het publiek (zie ook het nieuwsbericht hieronder). Het weer werkte niet mee, maar dat mocht de pret niet drukken. We danken Elia voor de organisatie en de mogelijkheid tot een blik op de nieuwe recordhouder hoogste hoogspanningsmast van de Benelux.

Nieuwe scheldekruising - klik voor een vergrotingOver het project Brabo is hier al vaker wat gezegd. Wie meer wil weten kan bij Elia de details nalezen of oude nieuwsberichten op deze website nazoeken. Hier en nu op deze plek beperken we ons tot een bericht dat eigenlijk niet mag ontbreken in het nieuwsarchief: de nieuwe recordhouder hoogste hoogspanningsmast van de Benelux. 192 meter hoog, meer dan 500 ton en zo groot dat er in heel Europa slechts acht hijskranen voorhanden zijn die in staat zijn om deze masten in elkaar te takelen.

Afgelopen woensdag werd de eerste van de twee masten opgeleverd – net op tijd voor de open dag. Het is het exemplaar op de linkeroever. Trafostation Lillo staat echter op de rechteroever, waar een identieke mast nog in opbouw is. Op die manier was het mogelijk om op de open dag tussen de mastdelen door te wandelen (en de schaal van de enorme metalen delen met eigen ogen te zien) terwijl aan de overzijde van de Schelde meteen te zien was hoe alles eruit komt te zien als de mast geënsembleerd is. Het beste van twee werelden.

Mastdelen wachtend op montageAankomende zomer worden de draden in de masten gehesen en dan zal de nieuwe hoogste crossing van de Benelux en de derde van Europa zijn definitieve uiterlijk aannemen. Op het terrein was er de mogelijkheid een schaalmodel te bekijken die in een windtunnel was getest, maar ook was er de kans om op trafostation Lillo (in ombouw) de toekomstige 380 kV GIS-installatie van dichtbij te bekijken. 

Op ons forum is meer informatie te vinden, waaronder foto's van het project en wellicht over een paar dagen ook foto's die een impressie geven van de geslaagde open dag waarbij een groep mensen van dit forum en achter HoogspanningsNet van de partij mochten zijn. 

Afbeeldingen: Nieuwe 192 meter hoge kruisingsmast op de linkeroever, gezien vanaf de rechteroever. Klik op de afbeelding voor een vergroting. Onder: aanblik van de situatie op de open dag. Elia had voorzien in een paar partytenten, informatieborden, personeel en de mogelijkheden om de enorme mastdelen van heel dichtbij te kunnen bekijken. Een echte mast see.

09 mei 2019 In de haven van Antwerpen verrijzen momenteel de nieuwe recordhouders voor de titel hoogste hoogspanningsmasten van de Benelux. En het wordt nog leuker, want op de Open Wervendag op 19 mei kan je ze van heel dichtbij gaan bekijken: Elia stelt de werf eenmalig open voor het publiek.

In het kader van de Open Wervendag (in Nederland gekend als Dag van de Bouw) heeft Elia al vaker een werf of bouwplaats open gesteld. Vorig jaar werden de deuren van de Nemo-converter eenmalig geopend. Maar dit jaar doen we er goed aan om een verrekijker mee te nemen: de deur van Lillo gaat open.

Dat is pal naast een van de nieuwe kruisingsmasten voor de Scheldeoversteek die nu in aanbouw is. Bekijk de kolossale mastdelen die samen een indrukwekkende, 192 meter hoge mast zullen gaan vormen van dichtbij terwijl op de andere oever (waar men al aan het takelen is) reeds te zien is hoe het eindresultaat eruit gaat zien. Tevens is er het station zelf: Lillo wordt veranderd in een modern 380/150 kV hoogspanningsstation. Bekijk van dichtbij wat een modern hoogspanningsstation is, hoe het functioneert en hoe verbazend groot hoogspanningscomponenten zijn als je er vlakbij staat.

Groot, groter, grootst in de Antwerpse haven. Een bijzondere kans voor iedere geïnteresseerde, want dichterbij het Brabo-project ga je niet meer komen. Zondag 19 mei is de dag, omcirkel 'm met 380 kV-rood in de agenda.

Afbeeldingen: aankondiging van Elia voor de open dag (klik op de afbeelding of hier voor een vergroting). Lees verder op ons forum voor foto's van de bouw tot nu toe (en na 19 mei uiteraard ook voor wat foto's van de dag zelf, voor als je zelf niet in de gelegenheid bent.)

06 december 2018 De Goedheiligman brengt dit jaar niet alleen iets moois mee voor Belgische kinderen. Ook voor volwassenen is er een cadeautje: de Nemo Link is klaar! België en Engeland zijn nu verbonden en de kans op elektriciteitsschaarste is verder afgenomen.

Nou ja, cadeautje… Het 140 kilometer lange draadje staat op de balans voor 690 miljoen euro, maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld afschrijvingen op staatsobligaties krijgen we er deze keer echt iets voor terug: 1000 MVA harde interconnectorcapaciteit tussen Zeebrugge en Richborough. Na een testfase die de rest van deze maand duurt zal de kabel begin 2019 worden vrijgegeven voor de markt.  

België was het laatste land aan de Noordwest Europese kust dat nog geen kennis had gemaakt met HVDC. Andere landen zoals Nederland (NorNed, 2010), Duitsland (1994, Baltic Cable), Frankrijk en Engeland (France Angelterre, 1961) en pionier Zweden (Gotlandlink, 1954) hadden al langer DC connecties met elkaar. Nemo wordt bedreven op 400 kV DC in het schema van een symmetrische monopool. Dat betekent dat er twee geleiderkernen liggen die in de praktijk allebei een potentiaal van 400 kV hebben ten opzichte van de aarde (en 800 kV tot elkaar) en dat de stroomrichting in beide geleiders omgekeerd loopt. De converters zijn door Siemens geleverd en zijn van het type VSC (voltage source converters). Deze zijn kleiner en beter stuurbaar dan traditionele thyristors in oudere converterinstallaties.

Er is ook een primeur: de kabel heeft een mantel die gedeeltelijk uit XLPE bestaat. Voorheen werd dat niet gebruikt in DC-zeekabels omdat het materiaal onder water wel eens last kreeg van minuscule barstjes, waterbomen en deelontladingen in de isolatie, zodat men voorheen liever oliegedrenkt papier gebruikte.    

Een ander uniek kenmerk is dat Nemo gebruikt kan worden als blackstartvoorziening. In het geval van een bijna onmogelijk, maar theoretisch denkbare totale uitval van het hele Belgische net waarbij ook geen beroep kan worden gedaan op de buurlanden, kan via een aggregaat het converterarray worden opgestart waarna een wisselstroom kan worden gegenereerd. 

HVDC-interconnectors dragen doorgaans trotse namen zoals BritNed, Cross-Skagerak en Hansa Powerbridge. Nemo Link lijkt te refereren naar de onverschrokken kapitein Nemo uit het boek van Jules Verne, 20.000 leagues under the Sea), maar bij HoogspanningsNet hebben we op de open dag van het converterstation in aanbouw (afgelopen mei) opgevangen dat daar misschien wel helemaal geen projectgroep of inspraakprocedure aan te pas is gekomen. Een hoog persoon binnen Elia, een balpen wiebelend tussen twee vingers en een blik naar het plafond. Of het ook echt zo is gegaan? Dat zullen we waarschijnlijk nooit weten – iets wat eigenlijk ook weer goed past bij de afloop van het boek van Jules Verne.

Voor nu feliciteren we Elia en NationalGrid met de oplevering van dit mooie project en we hopen dat de testfase voorspoedig verloopt. Een mooie afloop na tien jaar hard werken. 

Afbeelding: De binnenkant van de converterhal, waar wisselstroom in gelijkstroom wordt omgezet, is een bijna buitenaards gezicht. Foto door (en via) Elia, omdat het op de open dag niet was toegestaan zelf foto's te maken van de installatie. Onder: demonstratiemodel van de gebruikte kabels. Het witte materiaal is XLPE, nu nog uniek in nieuwe zware HVDC-zeekabels.

22 oktober 2018 In januari hebben we al bericht over de bouw van twee nieuwe, gigantische kruisingsmasten bij Lillo in de Antwerpse haven in het kader van Project Brabo. Inmiddels is het zover, sinds een paar maanden is de bouw aan de twee megamasten begonnen. Een indrukwekkend schouwspel voor pylon geeks is aanstaande op de oevers van de Schelde.

Vervaarlijk steken de punten van de Y-top van een van de enorme hoogspanningsmasten in aanbouw richting de hemel op de linkeroever van de Schelde. Historisch gezien waren het Hollanders die liever de lucht ingingen in het Antwerpse havengebied, maar tegenwoordig zijn het de Belgen zelf die de weg naar boven niet schuwen. En eerlijk is eerlijk, de lucht ingaan is iets wat het hart van iedere pylon geek sneller doet slaan: hoe groter en hoe hoger, hoe mooier het is. Wat dat betreft is de Scheldekruising van Project Brabo (interactieve viewer) een droom die uitkomt. 192 meter hoog. 520 ton zwaar. En constructeur Herbosch Kiere heeft ingetekend voor een bedrag van 25 miljoen euro. Je kan van alles zeggen van Elia, maar lef kan ze niet ontzegd worden.

Zelfs in losse delen is het een indrukwekkend gezicht, getuige een fotoserie die Bavo Lens recentelijk maakte. Onder scherpe bewaking, maar desondanks uitstekend te bewonderen, staan de mastdelen te wachten op een indrukwekkende hijskraan. Maar wanneer het daadwerkelijke takelen gaat beginnen is bij HoogspanningsNet nog niet bekend.
Momenteel zijn de fundamenten aan het uitharden en hoewel we heel veel geschikt weer hebben gehad in de afgelopen burnsite– ..eh, de afgelopen zomer, biedt dat natuurlijk geen garantie voor de aankomende winter of het volgend voorjaar.

Illustratief voor het monsterformaat van deze masten is de constructieplaats zelf. Zelfs de losse subdelen van de mast zijn zo zwaar dat er tijdelijke fundamenten moesten worden geslagen om ze enkele maanden op te kunnen bewaren: gewoon op een paar bokjes op de grond zetten is niet mogelijk.

Wanneer er wordt aangevangen met takelen (en of we met een goed glas Belgisch bier en een warme jas van een indrukwekkende hijsklus kunnen genieten) is ons nog niet bekend. Zodra we wat vernemen laten we het weten.

Afbeeldingen: twee foto's uit een fotoserie gemaakt door Bavo Lens op de linkeroever van de Schelde. Onder scherpe bewaking staan mastdelen te wachten op de zware hijskranen, mastdelen die per stuk al groter zijn en meer wegen dan een gehele hoogspanningsmast elders in de haven.