HoogspanningsNet - alles over hoogspanning op het het

Hoogspanningstechniek

Hoogspanning en gezondheid?

Antwoord op alle vragen vind je bij het RIVM (NL) of het Departement Leefomgeving (B).

HoogspanningsNet behandelt dit thema met opzet niet zelf. (Waarom niet?)

Geknetter en gebrom?

Geen zorgen, dat is normaal.

donaumast

15 juli 2019 Nu het vakantietijd is en enkele vrijwilligers achter deze site een paar weken eh.. veldwerk voor de netkaart doen in het buitenland, lijkt het een beetje stil op HoogspanningsNet. Laten we ons eens voegen bij het vakantieverkeer op de A58 in Zeeland en vanaf daar opzij kijken naar Tennets nieuwe 380 kV-station Rilland in aanbouw. Het schiet goed op.

Over station Rilland in aanbouw hebben we al eerder dingen geschreven. Het wordt een schakelstation op 380 kV-niveau. Geen trafo's of koppeling met het onderliggende 380 kV-net, maar uitsluitend verschakeling van vermogen uit de rinchting Borssele samen met een sterkere verbinding met Zandvliet in België. Het station is bijna af en inmiddels kunnen de bestaande verbindingen erop worden aangesloten. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Men wil de verbindingen zo kort mogelijk uit dienst hebben, terwijl er ondertussen voor de aansluiting ook een snelweg en een kanaal moet worden overgestoken.

Dat vereist een aantal nieuwe masten. In het kader van een uniforme uitstraling van het station sluit men de drie bestaande vakwerklijnen met donaumasten daarom aan met een handjevol wintracks. Ehh.. juist ja. Doe maar efkes wisselen, Pietertje.  

Ook aan de vakwerklijnen zelf moet her en der wat worden verbouwd om het nieuwe station en de wintracks te kunnen inpassen. Zo staat hoekpositie 303 van de verbinding naar Geertruidenberg nu verkeerd om. Eitje, zo dachten we bij HoogspanningsNet na een blik op de netkaart. Het fundament is vierkant, dus dan fix je even een kraan, schroef je de mast los en draai je het hele ding toch gewoon een kwart slag? Was alles maar zo makkelijk.

Blijkbaar hebben we te simpel gedacht, want dat is niet wat men deed. Kennelijk voldeed het bestaande mastlichaam niet aan de huidige sterktevereisten of aan de hoogte die nodig is voor de nieuwe functie als hoekmast de andere kant op. De mast is alsnog afgebroken en er is een nieuwe opgezet – opmerkelijk is dit wel weer een vakwerkmast. De komende weken is het nog draden trekken, afspannen, testen, inregelen en vrijschakelen, maar zoals het er nu voor staat komt Rilland nog voor de winter in dienst en op het netschema.

Afbeeldingen: Rilland in aanbouw op een foto gemaakt door Rick Bekker (klik voor een vergroting). De bestaande verbindingen met vakwerkmasten worden aangesloten met wintracks. Onder: de gedraaide mast (naar nu blijkt, een nieuwe mast op het bestaande fundament), vanuit een trein (inverse treinmoment) gefotografeerd door Ruben Schots.

17 januari 2018 In de Antwerpse haven is Elia bezig met het uitbreiden van het bestaande hoogspanningsnet. Tussen Zandvliet en Mercator wordt een bestaande 150 kV hoogspanningsverbinding vervangen door een zwaarder exemplaar van 380 kV. Ter hoogte van Lillo moet de schelde worden overgestoken. Dat gaat gebeuren met een nieuwe bovengrondse crossing – en wát voor een.

In de haven van Antwerpen is Elia bezig met het Project Brabo: verzwaren van het hoogspanningsnet in de vorm van het sluiten van een ringvorm van 380 kV via Zandvliet, Doel, Mercator en terug via Lillo naar Zandvliet. In principe staat daar vandaag de dag al bijna een ring, maar de oostelijke helft van het beoogde tracé is al in gebruik voor een 150 kV-verbinding. Men is nu van plan om het 150 kV-station Lillo en het achterhangende net te gaan aansluiten op twee nieuwe grondkabels vanaf Zandvliet en Oorderen, waarna het vrijgekomen bovengrondse tracé kan worden hergebruikt voor een nieuwe, zwaardere lijn van 380 kV.

Jammer van die 150 kV luchtlijn – we blijven nu eenmaal pylon geeks hier op deze website. Maar er komt wel een potente lijn met hetzelfde fraaie mastontwerp als dat van Stevin voor terug, dus er is in principe weinig aan de hand. Ook vanaf Mercator tot aan Liefkenshoek geen probleem. Maar bij Liefkenshoek ligt een obstakel van ruim een kilometer breed in de weg: de Schelde. Elia heeft besloten dat deze bovengronds zal worden overkruist. Omdat de scheepvaart een vrije doorvaarthoogte van minstens honderd meter gegarandeerd krijgt zijn er hele hoge grote masten nodig. In een persbericht kwam Elia gisteren met de details. Pylon geeks knipperden even met hun ogen – niemand had verwacht dat de nieuwe masten zó hoog zouden worden: 192 meter. Daarmee wordt het bestaande Beneluxrecord van 178 meter verbroken.

Met 163 meter zijn de masten van de crossing Lekkerkerk I uit 1970 de hoogste exemplaren van Nederland. In België is het huidige record 178 meter in de vorm van de crossingsmasten aan weerszijden van het Deurganckdock. Maar nieuwere waterkruisingen zoals de Nieuwe Waterwegkruising en de Noordzeekanaalkruising werden sindsdien als grondkabels uitgevoerd. De tijd van nieuwe grote crossings leek voorbij te zijn. Niets is minder waar: in de Antwerpse haven, waar de horizon toch geen factor is, verkreeg bovengrondse kruising de voorkeur. Elia schetst vooralsnog kruisingsmasten van het donau-ontwerp, zodat ze waarschijnlijk sterk gaan lijken op de andere, reeds bestaande Scheldecrossing tussen de kerncentrale en Zandvliet, maar dan nog een beetje groter.

Waarom Elia overigens niet gewoon combimasten toepast voor het stukje tussen Lillo en Oorderen (of anders voor Zandvliet – Lillo, dat kan ook) weten we hier bij HoogspanningsNet niet. In beide gevallen kan één van de twee 150 kV-verbindingen straffeloos meeliften met de nieuwe grotere 380 kV-masten, dat scheelt weer een van de twee (duurdere) grondkabels. Als iemand de overweging hierachter weet houden we ons aanbevolen. Maar dat mag de pret niet drukken dat de Benelux nog dit jaar een gloednieuwe titelhouder krijgt voor de hoogste hoogspanningsmasten. In deze tijden van kabels, wintracks en rationaliseringen geeft dat de vakwerkliefhebbers weer moed.

Afbeelding: vrijgegeven animatie van Elia waarop de toekomstige Scheldekruising abstract in beeld staat. Onder: de andere, reeds bestaande scheldekruising bij Doel op een iconische foto gemaakt door Michel van Giersbergen. De nieuwe kruising krijgt waarschijnlijk hetzelfde mastontwerp, maar dan nog bijna twintig meter hoger. (Meer crossings in de haven zien? Bekijk dit topic op ons forum.Of ga er eens in het echt kijken, het gebied is de moeite waard.)

20 december 2016 Net buiten het terrein van trafostation Oostzaan staat een hoogspanningsmast die sinds het ombouwen van de verbinding naar Beverwijk werkloos is geraakt. Hij staat op de nominatie om gesloopt te worden. Maar ho eens even? Kan daar nou niet wat leukers mee gedaan worden?

Mast 07 met geprojecteerd bord dat de naam van de netbeheerder toontIn het gebied tussen Beverwijk, Vijfhuizen en Bleiswijk wordt de bestaande bovengrondse 150 kV-verbinding vervangen door een zwaarder exemplaar met combinatiewintracks. Ook verderop bij trafostation Oostzaan heeft die operatie nog gevolgen. Een oude doorverbinding die vroeger net buiten het station bleef is nu veranderd in een volwaardige aansluiting. De hoogspanningsmast die de 150 kV-doorverbinding droeg is daardoor ontslagen van dienst. Netbeheerder Tennet is erg trots op nieuwe wintrackverbindingen en natuurlijk is het goed om te tonen dat lijnenbouw niet stil is blijven staan: het enige gezonde hoogspanningsnet is een net dat altijd in beweging is.

Maar het is ook goed om te laten zien waar je vandaan bent gekomen. Het hoogspanningsnet heeft een complexe geschiedenis van ruim een eeuw waarover met gemak hele boeken kunnen worden volgeschreven (hetgeen dan ook gebeurd is en nog steeds gebeurt). Naast tonen dat je als netbeheerder bovenop de huidige techniek zit, mag je ook gerust laten zien dat je iets beheert dat een lange geschiedenis en dito plek in de samenleving heeft.

Het mastje dat de doorverbinding bij Oostzaan droeg is een hoekpositie van de klassieke PEN/PUEM 150 kV donaumast: een ontwerp dat een belangrijke plek in de netgeschiedenis van Nederland inneemt. Vanaf de A8 gezien staat het mastje prominent als een schildwacht voor trafostation Oostzaan. Een van de leden op ons forum kwam met het voorstel om de mast niet te slopen, maar opzettelijk te behouden als zichtbare verwijzing naar een trots net. Door de mast op te tuigen met een bord waar bijvoorbeeld het logo van Tennet op staat kan worden verwezen naar het belang van elektriciteit in de huidige samenleving (middels het trafostation achter de mast) en hoe dat alles fysiek vorm had en heeft in het landschap. De afbeelding geeft een impressie van hoe de mast er dan uit zou kunnen zien.

Inmiddels lijkt er bericht te zijn gekomen dat de netbeheerder dit niet ziet zitten vanwege aansprakelijkheidsproblemen en veiligheid. Hier bij HoogspanningsNet lijkt ons dat een beetje vreemde motivatie (hek om de voet, artikel 461 erop en het probleem is juridisch gefixt), zodat we bij het standpunt blijven dat deze werkloze mast een unieke kans biedt voor een promotioneel mes dat aan twee kanten snijdt. Heren en dames op de berg in Arnhem, denk er nog eens over na.

30 oktober 2014 ∙ Al jaren was het een van de meest intrigerende vragen in Hoogspanningsland: de donaumast, het meest gebruikte mastmodel in Nederland, droeg een groot geheim met zich mee. Waaraan dankt het zijn aparte naam? Niemand wist het, zelfs ingenieurs en de netbeheerder niet. We schreven er ooit zelfs een prijsvraag over uit – niemand. Maar toch, uiteindelijk is er nu een aannemelijk antwoord.

IJsselmij Duits-type donaumast voor 110 kV bij VeenhuizenEnkele dagen geleden bereikte ons een email uit Duitsland. Een Duitse hoogspanningsgeïnteresseerde was op onze site op deze openstaande vraag gestuit. Hij verwees ons door naar de Duitse Chronik der Elektrotechnik: een relatief onbekende website van waarop in een diep verstopte, ellenlange pagina het jaar 1927 werd behandeld. Er stond één enkel zinnetje: "Okt. 1927 Inbetriebnahme 110-kV-Leitung Regensburg-Passau längs des Donautales und diese Mastentwicklung wird alsbald überall als 'Donau-Mastbild' übernommen [160][163]"  Regensburg en Passau liggen inderdaad beide in het zuid-Duitse deel van het Donaudal. En hoewel de 110 kV-verbinding in kwestie inmiddels niet meer bestaat, lijkt het na aanvullend onderzoek inmiddels voldoende aannemelijk om deze verklaring te accepteren. 

Het lijkt erop dat de term donaumast is ontstaan op gelijke wijze als het Maaswaaltje: er verscheen een configuratie en simpelweg als gevolg van de behoefte om deze met een naam aan te kunnen duiden verschenen wellicht meerdere namen, waarvan donaumast uiteindelijk degene was die het breedst gedragen raakte en het heeft gewonnen. Het woord donau is dus een blind toeval, voortgekomen uit de geografische plek waar het mastmodel voor het eerst op deze schaal werd toegepast.

Straat 150 kV-donaumasten bij GeertruidenbergToch is dit niet het hele verhaal. Meteen ontstaan er nieuwe vragen die iedereen met kennis van nethistorie al zal hebben opgemerkt: 1927 is behoorlijk recent. Inderdaad is de bewuste 110 kV-hoogspanningslijn tussen Regensburg en Passau zeker niet de eerste hoogspanningsverbinding geweest die deze geleiderconfiguratie gebruikte. Reeds lang voor 1927 werd zelfs in Nederland de driehoekige configuratie met de punt naar boven al toegepast met staande isolators op het niveau van 10 en 50 kV. En daar is glashard bewijs van, zoals we uitgebreid kunnen zien in het naslagwerk Hoogspanningsmasten van de PNEM van Tom Börger. Wat we concluderen is dat de term donaumast veel minder oud is dan de configuratie zelf. Enerzijds niet verbazend, want dat is met alle andere mastmodelnamen ook het geval. Maar het lijkt aannemelijk dat de verbinding Regensburg-Passau wel de eerste is geweest die de donauconfiguratie met hangende isolators grootschalig toepaste in Duitsland, waarna de spontaan verschenen aanduiding van dit mastmodel zich uitbreidde over eerst Duitsland en later over de rest van de wereld. 

Donaumasten voor 380 kV bij Krimpen aan den IJsselIn ieder geval acht HoogspanningsNet het voldoende aannemelijk om deze verklaring tot nader order te onderschrijven. De bron oogt betrouwbaar en de verklaring zelf is zowel geografisch, historisch alsook linguïstisch in orde. De tipgever zelf ziet geen meerwaarde in het eervol vermelden van zijn naam, maar de uitgeloofde prijs (een editie van de Mast van de Maand met een zelfgekozen donaumast) zal wel worden toegekend. En dat er nu straks voor één keer een Duitse donaumast in deze rubriek zal prijken… tsja, dat is nou echt interconnectie op hobbyniveau in actie.

Afbeeldingen: een donaumast draagt twee circuits op twee verdiepingen in een driehoekvorm met de punt naar boven. Er is geen land in west-Europa waar je geen donaumasten aantreft, maar in Duitsland en Nederland is dit mastmodel in allerlei subvarianten en netspanningen veruit het meest algemeen.

03 maart 2014 ∙ Denkend aan Holland zie ik zware donaulijnen traag door oneindig laagland slingeren. Tsja Marsman, wie aan Holland denkt kan niet om de donaumast heen. Maar zo vertrouwd als we zijn met deze aanblik, zo'n grote vraag is de naam ervan. Ondanks gedegen onderzoek van de enthousiastelingen achter HoogspanningsNet is het nog altijd niet gelukt om een sluitend antwoord te vinden. Tijd voor zwaarder geschut: wie helpt er mee het raadsel te ontrafelen en maakt zich onsterfelijk in hoogspanningsland?

Classificatie van mastmodellen is een vak apart. Maar net als met de wolkenclassificatie van Luke Howard is er een redelijk werkbaar systeem voor. Het bestaat uit een handvol hoofdgroepen met eigen kenmerken, gebaseerd op de configuratie waarin de draden worden gedragen. En de namen zijn vaak al stokoud. Tonmast, schoormast, hamerkop, dennenboommast, kat… we staan er nauwelijks nog bij stil dat de herkomst van een van de meest gebruikte mastmodellen in dit rijtje, de donaumast, in nevelen is gehuld.

Donau doet denken aan een rivier in Duitsland, maar ook aan driehoek – een woord dat in andere talen meer met donau gemeen heeft dan in de onze. Een ingenieur die zo heet is ook niet uit te sluiten. Maar hoewel de circuits aan een donaumast inderdaad in een driehoekvorm hangen is daarmee nog niet bewezen dat dit de verklaring is. Ondanks gesprekken met ingenieurs, medewerkers van netbeheerders op voorlichtingsbijeenkomsten, oude documenten en uiteraard ook na een gezonde partij googelen heeft HoogspanningsNet het antwoord nog niet gevonden. De vraag staat nog steeds open. En niet alleen bij ons, want zelfs in oude documenten van meer dan vijftig jaar geleden wordt al gewag gemaakt van de onbekende herkomst van de aanduiding donaumast. 

Ben je of ken je iemand die het antwoord heeft op de donau-prijsvraag? Of heb je een tip? Laat het ons weren n wie weet ben jij degene die zich onsterfelijk maakt in het oneindig laagland met traag slingerende donaulijnen. We regelen een gepaste beloning. :-)

Foto's: donaumasten in de Nederlandse velden, beide van het 380 kV-koppelnet. Boven eentje in Nieuwerkerk, onder zoals we ze kennen van het Oostringtype (met de preekstoelen op de traversetoppen), vastgelegd door Chris van der Weide.