
19 april 2021 ∙ E rworden in verschillende Europese landen regelmatig nieuwe spanningen geïntroduceerd, maar dat is vrijwel altijd DC. Zo zag België met Nemo en ALEGrO 400 kV en 320 kV onlangs op de netkaart verschijnen. Met wisselspanning is dat anders. Sinds de introductie van 380 kV in 1970 is er op hoogspanningsvlak geen enkele nieuwe spanning meer bijgekomen, tot nu. Recentelijk is tussen Brume en Trois-Ponts de allereerste 110 kV-lijn in dienst gegaan.
Waarom 110 kV? Elia heeft beslist op lange termijn het 70 kV-spanningsniveau te verlaten. Op de plaatsen waar 150 kV aanwezig is kan dit netvlak het overnemen. Op sommige plaatsen in het land is echter geen 150 kV-net aanwezig. De aansluitingen voorzien op 220 kV of 380 kV zou veel te kostelijk zijn, dus moest een andere netspanning gezocht worden. Vermits zowat alle buurlanden 110 kV gebruiken is hier een ruim aanbod van materieel (kabels, schakelaars, transfo's) op de markt beschikbaar. Dit gaf voor Elia de doorslag om 110 kV te verkiezen boven de gekende 70 kV.
Een eerste groot project van Elia België op 110 kV is de "Oostlus". Zoals de naam al zegt bevindt deze zich in het uiterste oosten van het land. In deze regio wordt al meer dan honderd jaar groene elektriciteit opgewekt in de stuwdammen van Heid-de-Goreux, Bütgenbach en Bévercé. De laatste jaren neemt de groene productie enorm toe door de talloze windturbines op zeer geschikte heuvelruggen en de vele PV-installaties bij de mensen thuis. De 70 kV-lijn Bévercé-Soiron-Luik uit 1930 kan deze vermogens niet aan en is bovendien aan vervanging toe. In plaats van de elektriciteit over relatief lange afstand over 70 kV te transporteren kiest Elia ervoor om in Brume aan te sluiten op de 380 kV.
Van daaruit worden de bestaande 70 kV-lijnen bestaande uit één draadstel naar Heid-de-Goreux, Bévercé, Bütgenbach en Amel omgevormd tot 110 kV-lijnen met twee draadstellen. Hoewel de bouw is aangevat met het traject Amel-Bévercé, begint de omschakeling naar 110 kV wel vanuit Brume, daar is de eerste 380/110kV transfo van 300 MVA geplaatst.
Vanuit Brume naar Trois-Ponts werd in de jaren '70 een 220 kV-lijn aangelegd. Deze is echter altijd op 70 kV gebruikt, maar wordt nu omgebouwd naar 110 kV. Het meest zuidelijke draadstel is intussen aangepast en in dienst gegaan op 110 kV, het noordelijke volgt in een volgende fase van de werf (foto 2).
In Trois-Ponts zelf is het hoogspanningsstation in twee stukken verdeeld, de ene kant is al op 110 kV gezet, de andere staat voorlopig nog op 70 kV. Op die manier kan men afhankelijk van de werffase kiezen tussen een 110 kV-voeding uit het westen of een 70 kV-voeding uit het oosten.
De allereerste 110 kV distributietransfo staat dus in Trois-Ponts, het is een stevig exemplaar van 50 MVA (foto 3). Over enkele jaren zullen er gelijkaardige transfo's te vinden zijn in de andere hoogspanningsposten in het oosten van het land. Uiteraard volgen we hier bij HoogspanningsNet deze evoluties op de voet.
110kV is overigens niet helemaal nieuw in België. Tussen de twee Wereldoorlogen in waren in de Kempen tussen Mol en Stalen twee 110 kV-lijntjes aanwezig. Deze werden echter relatief snel omgebouwd naar 70 kV om zo in het landelijke net in te passen. Deze keer gaat het anders, nu is de 110 kV hier wel om te blijven.
Afbeeldingen: Foto's van het splinternieuwe netvlak(je) van 110 kV tussen Brume en Trois-Ponts. Hoewel het technisch gezien niets bijzonders is (er is nogal wat 110 kV op de wereld) is dit voor België een situatie die meer dan tachtig jaar niet is gezien. De netkaart krijgt er in de Ardennen weer een kleur bij.
13 oktober 2017 ∙ Ooit was het op deze site een 1-aprilgrap: plastic hoogspanningsmasten. Maar inmiddels is het realiteit. In de Ardennen is netbeheerder Elia bezig met netverzwaringen en wat zien we daar tussen de heuvels staan? Een kort straatje proefmasten van carbonvezel.
De Ardennen zijn een mooi gebied voor wie van gemoedelijke heuvels, geologie en energiewinning houdt. Maar omdat het gebied dunbevolkt is en weg van de rivieren weinig industrie kent, is het plaatselijke elektriciteitsnet blijven hangen op 70 kV en zijn er maar op een handvol plekken koppelingen met 220 kV. Dat is lastig als je een windpark wil aansluiten, want al snel krijgt de lokale 70 kV-lijn een hartverzakking. Omdat 220 kV het andere uiterste is, heeft Elia enkele jaren geleden besloten om 110 kV te willen toepassen in delen van het gebied, het eerste tussen Brumé, Bevercé en Saint Vith: de oostlus.
Die spanning had België nog niet. Maar 110 kV is over de hele wereld een zeer populaire spanning en Duitsland bezit een enorm 110 kV-net, zodat apparatuur voor deze netspanning in ruime mate voorhanden is. Ook ligt 110 kV nog relatief dicht bij 70 kV, zodat de afmeting van de nieuwe masten, de vrije ruimte onder de draden en de corridors door de bossen minder toe hoeven te nemen dan wanneer 150 kV zou worden toegepast.
Nu had Elia gewoon naar de berg in Arnhem kunnen bellen of dat strakke 110 kV-buismastontwerp van de IJsselmij op licentie kan, maar Elia is zelf ook niet vies van wat innovatie. Er is een nieuwe betonmast ontwikkeld en bij wijze van proef zijn er in het tracé ook drie mastposities gezet die een toren van carbonvezel hebben. Eind 2015 zijn ze al geplaatst, maar de draden werden pas later aangebracht en sinds vorige maand is het tracédeel in gebruik genomen, tot 2023 nog wel op 70 kV.
Het idee achter de proef is te gaan kijken of carbonvezelen masten zich beter houden dan betonmasten. Je zou het niet zeggen, maar waar een metalen vakwerkmast bij goed schilderen vrijwel onbeperkt mee kan is een stobie of een betonpaal na een jaar of veertig al aan vervanging toe vanwege scheurtjes of betonrot. De kunststof palen zijn een beetje plomp uitgevallen en of de uitvoering als bipole echt nodig was valt ook te bezien, maar het kan Elia niet ontzegd worden dat ze wel lef hebben. Hier bij HoogspanningsNet zijn we vooral blij dat we tegen een kunststof hoogspanningsmast aankijken in plaats van een kunststof markeringspaaltje voor een grondkabeltracé, dus ons hoor je niet meer klagen.
Afbeelding: vrijgegeven foto van Elia waarop de kunststof hoogspanningsmasten te zien zijn. Niet alles is kunststof, de traversen bestaan nog gewoon uit verzinkt staal en het fundament is van beton. Bekijk hier meer foto's. Volgende week verblijft een van de bijdragers achter deze site in het gebied en wie weet krijgen we dan ook foto's van heel dichtbij te zien.