
31 oktober 2019 ∙ Hoewel ons focusgebied eigenlijk Noordwest Europa is (de landen rondom de Noordzee in de ruime zin van het woord) kijken we af en toe ook wel eens wat verder weg als daar aanleiding toe is. Deze week gaat er letterlijk heet aan toe in Californië. Ook voor het plaatselijke elektriciteitsnet.
Elk jaar zijn er bosbranden in Californië door blikseminslag, onachtzaamheid en brandstichting. Een deel van de branden wordt ook veroorzaakt doordat bij storm (zoals afgelopen weekend) bomen in de houten middenspanningslijnen vallen waardoor vonken ontstaan. Maar dit jaar is die beschuldiging ongewoon fel van toon: netbeheerder Pacific Gas & Electric (PG&E) zit inmiddels diep in de problemen door de branden. Hoe kon dit gebeuren?
In tegenstelling tot de situatie in Europa is er in Amerika geen wet die onafhankelijk netbeheer regelt. De scheiding tussen productie en transport, iets wat we hier al sinds 1998 in de wet hebben, is daar niet vanzelfsprekend. De netsituatie in het gebied van PG&E lijkt op die van ons van decennia geleden. Per gebied is alles is in handen van één energiebedrijf (productie, transport, handel en facturering) en als aangeslotene heb je geen keus. Het energiebedrijf is monopolist op zijn eigennet. Maar dat is ook een risico: levert zo'n bedrijf niet, dan is het zelf aansprakelijk voor alles wat mis gaat in de hele keten.
Bomen die in de lijnen vallen zijn onafwendbaar. De schaal van het gebied, de bodemgesteldheid, de kosten en ook de Amerikaanse cultuur laten nauwelijks een grondkabelnet toe. Maar er zijn ook beschuldigingen rond de staat van onderhoud van de verbindingen. Als een lijn matig is onderhouden, bezwijken de palen eerder en kan hij ook meer branden veroorzaken.
Brand verwoest niet alleen het bos, maar ook de elektriciteitslijnen zelf: houten palen branden af en draden veranderen in onbruikbare stukken aluminium. En dan is er nog het probleem van afschakeling: om meer branden te vermijden heeft PG&E inmiddels op heel wat verbindingen de elektriciteit preventief uitgeschakeld. De NOS bericht over afschakelingen die mogelijk oplopen tot twee miljoen klanten – boze mensen die met schades zitten en die ook gaan claimen.
Wie in Nederland een KCD uit de kast trekt, treft in de eerste hoofdstukken steevast verhandelingen aan over asset-inventarisaties met conditiescores en preventieve vervangingsprogramma's. In Amerika is de cultuur eerder run2fail: de zaak draait, niet aanraken en als er wat stuk gaat repareren we het gewoon. Is dat slechter of beter? Dat is cultuur- en omgevingsafhankelijk. Maar het is een feit dat onafhankelijk netbeheer zoals we dat hier kennen ook helpt in het robuuster maken van de keten van bedrijven die zich ermee bezig houden. We houden een schuin oog op hoe het verder gaat bij PG&E.
Afbeeldingen: houten masten voor 115 kV en voor middenspanning van circa 10 kV in Amerika (Texas en Nebraska). De typisch Amerikaanse aanblik die het geeft zijn we gewend en het voordeel is dat het goedkoop is en dat reparatietijden zeer kort zijn, maar ze gaan ook beduidend sneller kapot. Of in brand.