
21 oktober 2023 ∙ Provisorium Hogeland. Het is de naam van een bijzonder koppelnetstation in het Nederlandse net. Vooral omdat het station de twijfelachtige eer heeft om het kortst te hebben bestaan van alle koppelnetstations in de Nederlandse nethistorie. Hoe we dat nu al weten? Simpel: het station gesticht in 2019 wordt nu alweer gesloopt.
De meeste hoogspanningsstations hebben een lang leven. De oudste stations in Nederland staan er al meer dan een eeuw en hebben in die tijd verschillende spanningen zien komen en soms ook zien gaan. Het tegenovergestelde komt minder vaak voor, want het komt zelden voor dat men een station slechts voor een handvol jaren bouwt. Als het dan ook nog om een koppelnetstation gaat met 380 kV als hoogste spanning wordt het helemaal raar. Provisorium Hogeland werd in 2019 geplaatst om een grote 380/220 kV 750 MVA koppeltrafo een tijdelijk opstelpunt te bieden, zodat er extra capaciteit beschikbaar kwam tusen deze beide netvlakken buiten trafostation Robbenplaatom. Letterlijk buitenom, want het zorgde ervoor dat een soortgelijke trafo op het station zelf nu spanningsloos kon worden gezet. En daarna nummer twee, of nummer drie, of dat er veilig een rail kon worden losgenomen zonder de N-1 te schenden. Kortom, Hogeland voorzag in een stukje extra flexibiliteit waarmee elders in de Eemshaven mogelijkheden ontstonden om op Tennets gemak dingen te kunnen wijzigen.
De trafo in kwestie die ervoor werd gebruikt werd aangevoerd vanuit Nijmegen. Eigenlijk was deze trafo bedoeld voor permanente opstelling op Vierverlaten, waar in de eindsituatie maar liefst zes van zulke loeders in slagorde zijn beraamd zodat er 4500 MVA koppelvermogen tussen 380 kV en 220 kV ontstaat. (Wat men op de Berg in de kruidenthee heeft gedaan is bij ons niet duidelijk, want het afvoervermogen van alle aangekoppelde 220 kV-lijnen is N-1 veilig tot het uiterste slechts driemaal 953 MVA zodat een eindsituatie met vier trafo's in principe ook wel lekker aan de taks zit.) Hoe dan ook, Vierverlaten is pas dit jaar opgeleverd zodat de eerste geproduceerde trafo jaren had kunnen niksen als hij meteen al in zijn scherfmuur was geplaatst op Vierverlaten. Door de machine eerst op provisorium Hogeland op te stellen en hem zich daar een paar jaar nuttig te laten maken heeft Tennet mooi wat publiek geld bespaard en praktisch gebruik gemaakt van voorhanden zijnde assets. Keerzijde is natuurlijk dat de trafo nu moeizaam half moet worden ontmanteld, van olie moet worden ontdaan en getransporteerd moet worden naar Vierverlaten.
Om de trafo aan te sluiten waren enkele caravelles nodig vanaf mammoethoekmast nummer vier. Het leverde een bijzondere netsituatie op die extra speciaal was omdat het zo intens eindig was. Ook de bouw van de portalen en afspanningen op Hogeland zelf ademde in alles provisorium. Stalen schoren, alles net wat dunner en lichter uitgevoerd dan permanente stations. Nog altijd prima in staat om het vijftig jaar vol te houden als daar noodzaak toe was, maar de standaard van Tennet voor koppelnetstations is toch robuuster dan wat we op Hogeland zagen.
Wat sommige pylon geeks uiteindelijk, na drie jaar, toch nog heeft verbaasd is dat men werkelijk tot amovering over is gegaan. Gezien de ras toenemende schaarste op het net leek het niet onlogisch om Hogeland te handhaven en te gebruiken als permanente achtervang voor extra koppelvermogen als er ergens anders in het net een probleem zou zijn, zoals wanneer op Meeden de 380/220 kV trafo in onderhoud zou staan, of als op Robbenplaat wederom verbouwingen zijn. Of, nog woester gedacht, wanneer op de 220 kV-zijde van de trafo een civiele aansluiting zou worden afgetakt met een T-vorm en de beide aansluitingen van de trafo van een propere vermogensschakelaar zouden worden voorzien, zou het mogelijk zijn om op Hogeland enkele honderden MVA's extra capaciteit te bieden op naar keuze (vrij te schakelen) 220 kV of 380 kV, net hoe de pet staat. Dat dit uiteindelijk toch allemaal niet is gedaan geeft aan dat trafo's dure dingen zijn en dat procedures onvermurwbaar zijn, maar stiekem ook wel dat we nog een wereld te winnen hebben in Nederland voor wat betreft laaghangend fruit plukken als het er hangt.
Afbeeldingen: provisorium Hogeland in betere dagen. Het was niets anders dan een caravelle op hoekmast 4 van de mammoetlijn, een omhekt terrein en een koppeltrafo met een setje schakelaars aan weerszijden. Onder: dun uitgevoerde portaal, maar dik genoeg om het indien nodig langer uit te houden dan heel wat permanente stations in bepaalde andere streken van de wereld.
02 juli 2023 ∙ Wat een rust hier? Dat is maar schijn, want op de achtergrond wordt gewerkt aan een nieuwe template en indeling van deze site. Combineer dat met belachelijk mooi weer vorige maand en het zal niemand verbazen dat de computers vaak uitbleven. Intussen is er wel druk doorgeklust door de netbeheerders. Zo gaat aankomende vrijdag (07 juli) Vierverlaten – Eemshaven 380 kV officieel in dienst. Maar 'af' is een te groot woord. Het project kent netstrategisch een slordig uiteinde.
Na jaren werk is in april het eerste circuit van Oudeschip – Vierverlaten 380 kV in april in dienst gegaan. Daarmee ook het 380 kV-gedeelte van trafostation Vierverlaten. Een aantal weken later is ook het tweede circuit onder spanning gezet. Met 2635 MVA redundante capaciteit tussen de stations en vijfmaal 750 MVA koppelvermogen tussen 380 en 220 kV is Vierverlaten in één klap het grootste koppelstation van het land geworden. Dat wordt formeel gemaakt op 07 juli aanstaande.
In de Eemshaven zelf is ondertussen de semi-permanente noodlijn tussen Oudeschip en Robbenplaat (of Robbeplaat, Tennet weet 't ook niet) ontmanteld en weggehaald. Jammer, we zullen deze eigenaardigheid in het hoogspanningsnet nog missen, maar de charme van een noodlijn is net zoiets als een bijna onbeweeglijk draaiend tolletje op de vloer: een situatie die juist schoonheid heeft omdat zij zo intens eindig is.
Wat er nog wel staat is de 220 kV viercircuitlijn tussen datzelfde Robbenplaat (of Robbeplaat) en Vierverlaten. Het was de bedoeling dat die rond vandaag zou worden afgeschakeld om nooit meer onder spanning te komen. De sloopwerken kunnen dan aanvangen en over een jaar zou er niets meer van over moeten zijn. Hold hold hold, zouden raketengineers zeggen. Er is een kleine complicatie tussengekomen en dat is de schaarste in het 110 kV-netwerk. Hoe het precies operationeel in elkaar zit weten zelfs wij ook niet, maar het lijkt erop dat de 220 kV-lijn, waarvan één circuit tussen Vierverlaten en Brillerij tijdelijk voor 110 kV werd gebruikt tijdens werken aan de lijn naar Winsum Ranum en twee andere circuits nog altijd op 220 kV werden bedreven eigenlijk niet kan worden gemist op dit moment. Vanwege congestie in het 110 kV-net en ook wellicht vanwege allerlei omzwaaiingen en werkzaamheden op de 110 kV schakeltuin op Vierverlaten (waar Winsum Ranum en Grijpskerk vandaan op een steeklijn zitten) is het mogelijk dat het circuit dat op 110 kV werd gebracht tijdens de werkzaamheden nog een paar maanden langer nodig is als achtervang of omzwaaimogelijkheid zolang er nog wordt verbouwd. We kunnen op de netkaart zien dat Winsum Ranum, Grijpskerk, en klantkabel Eemshaven West allemaal op een steeklijn hangen. De sloop zal komen, maar de aanvang wordt een aantal maanden uitgesteld. Tennet zegt dat dit geen invloed zal hebben op de einddatum zodat er wat herder moet worden gewerkt in de winter.
Door de uiteindelijke sloop komen er op Robbenplaat (of Robbepl… ja jaja, punt is gemaakt) een aantal 220 kV-velden vrij. Geen overbodige luxe want het station had geen enkel vrij veld meer over. Dat is lastig bij VNB, onderhoud of problemen, want omzwaaiingen konden daardoor nauwelijks nog gemaakt worden. Al zijn de drie vrijkomende velden eigenlijk meteen alweer vergeven. Een derde 220/110 kV-trafo voor Eemshaven West hangt al in de raming, en de andere twee velden zijn in optie genomen door Google om het immense datacenter nog verder uit te kunnen breiden. Met andere woorden, de ademruimte op 220 kV biedt maar kort een oplossing.
Wat er dan wel voor langere tijd helpt? Viermaal 380 kV. De nieuwe verbinding is uitgelegd op viermaal 380 kV 4 kA (2635 MVA), indien N-1 redundant bedreven biedt dit meer dan 7,5 GVA transportvermogen. Dat is een theoretische waarde, want op dit moment kan zo'n vermogen niet worden geproduceerd of worden aangevoerd in de Eemshaven en ook aan de zijde van Vierverlaten is de afvoer beperkt tot vier circuits van 953 MVA over twee verbindingen, waardoor met enige marges en redundantie kan worden gesteld dat er slechts de capaciteit van één zo'n 380 kV-circuit weg kan worden verstouwd over de afgaande 220 kV-lijnen. Samen met nog een paar honderd MVA op 110 kV geeft dat te denken waarom Tennet maar liefst zes 750 MVA koppeltrafo's laat aanrukken: het had ook met vier stuks gekund, zelfs in een belachelijk zwaar belastingscenario. Omgekeerd blijkt in de Eemshaven dat ook de noodlijn maar moeilijk kan worden gemist, want die was zeven jaar geleden ook niet voor niets neergezet. Er is wat wandelgangpraat over een permanentere vervanger, maar daar hangt nog een boel nevel omheen zogezegd.
Concluderend, ondanks de oplevering van tweemaal 2635 MVA op 380 kV en de ingebruikname voor de bühne op 07 juli zijn niet als bij toverslag de operationele congestieproblemen opgelost. Het is nog steeds een gebied waar netstrategen heel wat werk aan hebben, waar nog lang niet alles nu klaar is en wat ook een schaduw vooruit werpt op wat er de komende jaren nog in de wacht hangt qua kunst- en vliegwerk wanneer het vervolg tussen Vierverlaten en Ens zal worden aangelegd. En zo blijft het onverminderd spannend in Groningen.
Afbeeldingen: eind april, de semi-permanente noodlijn had kortdurend gezelschap van een tweede noodaansluiting waarop het eerste circuit naar Vierverlaten kortdurend om de bocht werd geleid. Onder: ook op Vierverlaten zijn we nog niet van de noodmasten af, het duurt nog een tijdje voordat de verbinding naar Bergum weer in originele staat is hersteld.
21 februari 2023 ∙ Anderhalf jaar na de valwind in Kerkdorp is het dan eindelijk zover, er worden vier nieuwe masten opgebouwd om de geplaagde verbinding Lely – Hattem te herstellen. Verderop in Friesland zien we juist opruimwerken, daar wordt een 250 ton zwaar karkas van een transformator opgeruimd. Twee klussen die Tennet liever niet had gezien, maar netbeheer is net zoals wat John Lennon zei: 'life is what happens while making other plans'.
Op 18 juni 2021 gebeurde iets dat sinds 2010 niet meer was voorgekomen in Nederland. Een zware valwind blies vier hoogspanningsmasten om in het lege poldergebied tussen Hattem en Kampen, ter hoogte van het gehucht Kerkdorp. Er deden zich geen persoonlijke ongevallen voor, maar de schade was aanzienlijk en het opruimen, saneren en herstellen van de vier mastposities bleek geen klusje van enkele weken. De constructie van de masten moest opnieuw worden doorberekend conform de huidige bouwnormen en dat betekende vier geheel nieuwe masten, gelukkig wel allemaal van hetzelfde S+0 basistype. Daarna moesten de masten nog vervaardigd worden en nu moeten ze in elkaar worden gezet. In tussentijd was Kerkdorp het toneel van een werkweg waar Max Verstappen watertandend naar zou kijken. Minder prettig is het hele gebeuren voor Maatschap Haan, de melkveehouder die de afgelopen tijd naast een barrage aan Haagse regels ook bijna letterlijk een hoogspanningsmast op zijn dak kreeg. Die heeft het maar druk met al die werkwegen, tuidraden, lijnwerkers en zo nu en dan een pylon geek met een verrekijker.
Eerst moeten de nieuwe masten in de komende weken in elkaar worden getakeld, mogelijk doet Qirion dat in de voorjaarsvakantie (tip, hint, suggestie). Er is gepoogd ze zoveel mogelijk te laten lijken op de bestaande deltamasten, maar op details verschillen ze wel. Zo is duidelijk dat de binnenversterking van de broekstukken forser is en we zullen ook (helaas) weer preekstoelen op de traversetoppen aantreffen. Na bouw van de masten moeten de draden er nog in, er zal geschilderd moeten worden en de noodmasten, werkwegen en hekken worden opgeruimd. En daarna moet de grasmat nog worden hersteld. Voorlopig is er dus nog heel wat reuring in Kerkdorp.
Ondertussen, in Friesland, in het weiland van een andere melkveehouder… 'Welkom bij Rendac. Voor een reguliere melding, kies 1. Voor een calamiteit, kies 2.' En na het invoeren van je klantnummer (sluit af met een hekje) kies je dan 220. Helaas werkt het niet zo eenvoudig als het een 250 ton zwaar kadaver van een 220/110 kV koppeltrafo is die plotseling in je weiland ligt. Na de calamiteit vorig jaar september waarbij een transportwagen kantelde en de transformator op zijn kant in de slappe veengrond plofte. Nu is een trafo ook geen doetje als je kijkt hoe stevig die dingen zijn, maar het luistert wel nauw. Een millimeter onbedoelde extra speling binnenin het apparaat of een kleine verbuiging door de klap heeft al grote gevolgen. Zo kan de machine daar harder door gaan brommen en ook neemt het rendement af. Dat laatste loopt al snel in de papieren voor een 370 MVA trafo zoals dit exemplaar. Zo'n machine haalt een elektrisch rendement van meer dan 99%. Het overige procent wordt omgezet in een magneetveld, in mechanische energie (vervorming en dus geluid) en vooral in hitte. Dat is al snel enkele honderden kilowatts aan warmteproductie. Neemt het rendement één procent extra af, dan moet er bij flinke belasting zomaar 200 kW extra warmte worden weggedissipeerd, anders zal de machine zichzelf vernielen. Dat soort risico's kunnen niet genomen worden met strategische koppeltrafo's. Tennet heeft het apparaat van enkele miljoenen euro's daarom moeten afboeken.
Maar dan ligt ie er nog steeds. Voor toekomstige generaties had het een bijzonder artefact kunnen zijn wanneer we de trafo zouden toestaan tot de bodem van het metersdikke veenpakket door te zinken en hem er gewoon achter te laten, maar men begrijpt dat de boer dat niet zo ziet zitten en ook de landelijke milieuregels zijn het er niet mee eens. Het is bijna onmogelijk om een grote zware kraan in een zompig Fries veenweiland te zetten om de trafo in één keer te bergen. Er is dan ook besloten om het verwijderen in stukjes en beetjes te doen. Op de LinkedIn van Tennet is te zien dat er een grote tent om het karkas heen is geplaatst. Dat is niet omdat ze een mooi feestje van de sloop maken. Wel om geen last van regen en wind te hebben met snijbranders en machines. Als er bijvoorbeeld met snijgas of lasgas moet worden gewerkt waait het gas weg als er wind staat, en een tent voorkomt dat. Dat geeft meteen aan dat het geen klusje van drie dagen mooi weer zal worden.
Tennet geeft wel aan dat een nieuw exemplaar al is besteld. Nu heeft zo'n beetje de hele wereld al jaren te maken met een chronisch tekort aan productiecapaciteit van zware transformators, dus waarschijnlijk is een andere levering nu naar achteren geschoven. Geluk bij een ongeluk is dat 220/110 kV een zeer gangbare transformatiestap is, zodat er geen maatwerkklus bij de fabrikant nodig is.
Afbeeldingen: herstel van een gesneuvelde mastpositie in Lely – Hattem door Qirion, foto door forumlid DVD. Onder: foto van Tennet (gedeeld via LinkedIn) van het interieur van een tent die over de te bergen trafo is gezet. Studenten onder de lezers hier zien direct de potentie voor een woest sloopfeestje, maar de reden is vooral praktisch van aard.
27 juli 2022 ∙ Het heeft ruim twee jaar geduurd, maar de laatste wintrack van de nieuwe 380 kV-verbinding tussen Eemshaven Oudeschip en Vierverlaten is vandaag op zijn plek gezet. Een mijlpaal in een groot project dat overigens nog verre van voltooid is.
De voorbije tijd is hier weinig nieuws gebracht. Een gevolg van beheer door vrijwilligers met atypische zomervakantietijden, wat corona-effecten en een kantelend bestaansrecht bij iemand van boerenafkomst. Intussen is de hoogspanningssector wel gewoon doorgedenderd met het realiseren van nieuwe projecten, want volle netten, laat staan een aansluitstop zoals in Brabant en Limburg, dat moeten we niet hebben. Om dat soort onwenselijkheden zoveel mogelijk te voorkomen zijn grote projecten nodig, zoals Noordwest-380.
Even opfrissen, wat was Noordwest-380 ook alweer? Het is een nieuwe 380 kV-verbinding tussen Eemshaven Oudeschip, Vierverlaten en Ens, beraamd om een ring te sluiten in noordelijk Nederland en om een bestaande 220 kV-verbinding op grofweg hetzelfde tracé dwars door Friesland te vervangen. Het oorspronkelijke plan voor een 380 kV-verbinding met viermaal 4 kA (2635 MVA) van Oudeschip tot Ens bleek ietsje te megalomaan, zo bleek in 2014. Toen werd een groot deel van het project afgeblazen, keurig verwoord als 'een pas op de plaats'. Het beraamde lijndeel tussen Vierverlaten en Ens werd tot nader order geschrapt. Inmiddels lijkt men de procedures opnieuw te starten, maar voordat die verbinding er staat zijn we wel bij 2030 aangekomen, zoals het recentste Investeringsplan fijntjes doch pijnlijk vertelt. De werken aan het deel dat in 2014 niet werd afgezegd gingen wel verder. Tussen Oudeschip en Vierverlaten ving de bouw aan van de zware verbinding en inmiddels is vandaag de laatste mastpositie geplaatst.
Tussen de Eemshaven en Vierverlaten stond al een flinke viercircuit 220 kV-verbinding met tweevlaksmasten, met viermaal 884 MVA ingehangen capaciteit ook zeker geen doetje. In de praktijk kon om verschillende redenen maar een deel van die capaciteit worden benut, waarschijnlijk vanwege problemen met impedantieverschillen en doortransport omdat niet alle circuits hetzelfde begin- en eindpunt hadden. Eén van de vier circuits hangt er daardoor al jaren spanningsloos bij zodat de maximale capaciteit van de verbinding eerder rond tweemaal 884 MVA uitkwam dan rond driemaal, zoals bij N-1 veilig bedrijf maximaal had gekund met vier circuits.
De nieuwe 380 kV-verbinding is aanzienlijk zwaarder. Hij is geschikt voor vier circuits van 2635 MVA (4 kA). Wanneer hij N-1 veilig bedreven wordt, kan zo'n lijn ideaal gesproken ruim 7,5 GW vermogen verzetten. Voorlopig een papieren tijger, want in eerste instantie worden er maar twee circuits daadwerkelijk voor 380 kV benut zodat de verbinding N-1 veilig 'slechts' 2635 MVA aan kan. Dat lijkt vrij dicht in de buurt te liggen van de huidige driemaal 884 MVA op 220 kV. Als dat er al staat, waarom dan al die vervangingsdrukte? Toekomstvastheid is ook nu het antwoord. Op dit moment is er simpelweg niet meer mogelijk dan 2635 MVA capaciteit, omdat op station Vierverlaten de afvoercapaciteit verder het land in slechts bestaat uit twee bestaande 220 kV-verbindingen die samen bij veilig bedrijf niet verder komen dan maximaal 2000 MVA. Het eigenverbruik dan wel opwek achter Vierverlaten vanuit 110 kV en 20 kV, gekoppeld met 220 kV, bedraagt slechts een paar honderd MVA zodat het vrij zinloos is om nu al de volle 7,5 GW capaciteit voor driekwart dood te laten lopen in de woestijn op de Gronings-Drentse grens.
Daarom is besloten om tot nader order twee van de circuits op 110 kV in dienst te nemen en ze voorlopig een rol te geven in het plaatselijke 110 kV-transportnet in Groningen. Zo kan er alsnog nuttig gebruik van worden gemaakt in de jaren die liggen tussen het nu en het gereedkomen van het uiteindelijke lijnvervolg tussen Vierverlaten en Ens. Maar vermogen dat op 380 kV in Vierverlaten binnenloopt moet tot die tijd, en dat kan gerust acht jaar zijn, wel worden omgezet in 220 kV om het bestaande net in te kunnen. En met zulke vermogens heb je veel transformatorcapaciteit voor nodig. Welkom op Vierverlaten, qua trafocapaciteit plotseling het zwaarste station van het hele land, met vijfmaal 750 MVA 380/220 kV koppelvermogen. Uiteindelijk zelfs zesmaal, maar de laatste trafo staat op het tijdelijke station Hogeland wat bij te klussen zodat er op Robbenplaat schakelruimte is om dingen te verbouwen.
Nu de laatste mast is geplaatst is het niet zo dat de verbinding volgende week klaar is. Er moeten nog vele kilometers geleiders (draden) worden ingetrokken. Constructeur Spie is daar nog wel even druk mee. Voor wie dus nog een blik wil werpen op de indrukwekkende klus die de bouw van een dergelijke lijn is, je bent nog niet te laat. De masten staan er dan wel. maar het bedraden, aansluiten, testen en verwijderen van de bouwwegen (en het afbreken van de 220 kV-lijn) zullen nog geruime tijd voor reuring zorgen in het Groningerland.
Afbeeldingen: De laatste mastpositie is op 27 juli in elkaar getakeld door Mammoet en BAM, foto ter plekke gemaakt door Bram Gaastra (Spie) en gedeeld met toestemming. Onder: de bestaande 220 kV-verbinding met vakwerkmasten en zijn opvolger met wintracks. Nu staan ze nog gebroederlijk naast elkaar, maar de vakwerklijn zal worden afgebroken.
09 december 2020 ∙ Als de wasmachine stuk gaat en ook de magnetron geeft het op, dan weet je dat ook de televisie, je telefoon en de stofzuiger er deze week nog mee ophouden… Ook op de Berg ervaart men deze wetmatigheid, want het Nederlandse koppelnet wordt momenteel geplaagd door vier storingen en twee VNB's tegelijk. Dat het licht desondanks gewoon werkt is een bewijs van een robuust net dat een stootje kan hebben.
Het iconische blauwwitte gebouw van station Meeden-380 staat al sinds 1995 als een onneembaar fort in het landschap, volgens de trotse folder Lijnen naar Morgen vrijwel ongevoelig voor storingsinvloeden van buitenaf. Maar wat als de storing van binnenuit komt? Meeden is momenteel op elk spanningsniveau een bouwput zodat het weinig aandacht trok toen er in augustus een setje noodmasten pal naast het 380-gebouw verscheen. De 380 kV-circuits ZL-MEE en MEE-EEMS wit werden fysiek buitenom het gebouw heen geleid en hard verbonden. Men is er druk bezig met de komst van een derde dwarsregeltrafo in de interconnectie naar Diele, dus het leek aannemelijk dat daarvoor wat moest verbouwd in de GIS-schakelbak. Omdat Tennet momenteel ook bezig is om Vierverlaten (het andere station dat de Eemshaven met het zuiden verbindt) grondig te verbouwen is er ook op die plek sprake van een sub-optimale netsituatie. Daardoor leek het plausibel dat men geen extra netstrategisch risico wou nemen. Eén circuit voor de zekerheid fysiek volledig gescheiden houden van station Meeden, zodat vermogenstransport zelfs bij werk aan twee winkels tegelijk altijd door kan gaan, was daardoor heel aannemelijk.
Maar vorige week ging dat vermoeden schuiven. Toen bleek opeens dat ook beide zwarte circuits waren losgehaald en fysiek langs het station waren omgeleid. Twee fysieke omleidingen tegelijk is niet logisch voor bijvoorbeeld het aansluiten van een nieuw veld. Dan was eentje al voldoende geweest. Het begint nu dus te lijken op iets urgenters, zoals een storing ergens diep in de ondoorgrondelijke buik van het fort. Iets waarmee men duidelijk verwacht langer bezig te zijn dan een weekje of twee, en iets dat beide GIS-installaties tegelijk beïnvloedt.
Wat er stuk is? Hoe lang het duurt? Ook bij HoogspanningsNet weten we eigenlijk helemaal niets. Ook wij moeten het op Meeden doen met wat pylon geeks vanaf de openbare weg kunnen observeren met hun verrekijkers, netkaarten, logica en ervaring. Bij een gesloten gebouw blijft dan weinig anders dan logica over, en die vertelt ons dat twee nood-omleidingen tegelijk vrijwel zeker een teken zijn van ongeplande problemen.
Richting het zuidwesten, tussen Ens en Lelystad, hebben we ook te maken gehad met een beroep op de redundantie. De verbinding Ens – Lely 380 wordt verzwaard naar 2635 MVA (4000 A) en dat doet men circuit voor circuit. De verbinding werkt, maar backup is er tijdelijk niet zolang er gewerkt wordt. Inmiddels hebben we vernomen dat de verbinding weer volledig in dienst is, zodat dit knelpunt recentelijk is opgelost. Dat kan nog niet worden gezegd van de situatie op Doetinchem Langerak. Op 17 december 2019 brandde daar een koppeltrafo af. Die is nog niet vervangen zodat het station qua koppelfunctie met 150 kV nog steeds op één been hinkt. Daar komt geen bloed uit, want het 150 kV-deelnet FGU is op dit moment nog een geheel omdat de geplande verdeelnetting nog niet is doorgevoerd. Daardoor is er ook vanaf Lelystad, Dodewaard en Breukelen koppeling met de 380. In die zin is de prioriteit niet zo hoog, al blijft het een feit dat een niet-aanwezige trafo ook niet inzetbaar is als er elders een tweede trafo in de problemen zou raken.
Een andere storing met kennelijk lage prioriteit was een ontplofte eindsluiter op opstijgpunt Cruquius. Die trad vorig jaar oktober op en werd ook pas na een opvallend lange tijd van ruim een half jaar weer verholpen. Waarom dat zo lang moest duren is ons onbekend, maar er was bij de ontploffing wat olie in de grond gelekt, terwijl de herfst van 2019 ook de tijd was van de stikstof- en PFAS-crisis waardoor men opeens niet zomaar meer grond mocht verplaatsen om te saneren. Houdt het verband? Wij weten het niet.
De gifbeker is nog niet leeg, want ook op zee valt het niet mee. Twee van de drie HVDC-interconnectors zijn momenteel niet beschikbaar voor de markt. De COBRA heeft al sinds eind september ergens op zee een nare storing. Men vermoedt een kabelfout ergens op zee en die zijn ingewikkeld te repareren. En eergisteren bedacht de BritNed-kabel opeens dat ie alvast kon oefenen voor een harde Brexit. Ook daar lijkt sprake van een nare kabelfout ergens op zee. Op dit moment functioneert op HVDC alleen nog de NorNed, nota bene de kabel die eigenlijk de slechtste naam heeft van de drie stuks.
Met vier storingen, enkele plekken met werkzaamheden en vrijwel geen decentrale productie deze weken (de donkere dagen voor kerst zijn dit jaar geen half werk) wordt Nederland deze weken gered door het werk van generaties ingenieurs die redundantie, ringvormen en overdimensie prefereerden boven de Amerikaanse strategie van Run2Fail en Lean&Mean. Dankzij een goede reserveband kunnen we ook dit jaar thuiskomen voor een kerst waarbij de lampjes in de boom het gewoon doen.
Afbeeldingen: fysieke omleiding om het gesloten GIS-fort van Meeden-380 heen. Sinds het moment van de foto is daar een tweede omleiding bij gekomen. Midden: we hebben geen beeldmateriaal van binnenin dat fort, maar wel deze oude afbeelding uit de folder Lijnen naar Morgen (SEP). Onder: ook geplande werken vereisen geknabbel aan de redundantie, zoals hier bij Ens – Lely, waar men de transportcapaciteit vergroot door de draden te vervangen.