HoogspanningsNet - alles over hoogspanning op het het

Techniek

Mast van de Maand



Mast 32, 110kV Heerenveen - Rauwerd
----------------------------------------------
Vlak voor de Tweede Wereldoorlog bouwde PEB aan een 110 kV verbinding van Lemmer naar Rauwerd om Noordwest Friesland van genoeg capaciteit te voorzien. In die tijd was er nog geen landelijk koppelnet. Tot 1952 was dit aan de zijde van Lemmer een steeklijk tot men dacht van we trekken de 110 kV met donaumasten door naar Vollenhove. Anderzijds was de zijde van Rauwerd tot 1970 een steeklijn waarna Friesland in dat jaar van een 110 kV ring voorzien werd omdat Lemmer - Rauwerd lang niet genoeg was voor een hele regio. Ook werd in 1970 halverwege de verbinding aftak Heerenveen-Omweg en verdeelstation Oudehaske gebouwd om de 110 kV aan te sluiten aan in bouw zijnde 220 kV ring van Vierverlaten naar Ens en Zwolle. En tevens voor aansluitingen met de 110 kV verbindingen naar Donkerbroek, Wolvega en Heerenveen. Wat voor sommige pyloon geeks verrassend interessant is aan dit type zijn de kleine verschillen tussen dit type en de hamerkoppen die we in Groningen en Drenthe tegenkomen. Deze maand door Bram Gaastra

Hoogspanning en gezondheid?

Antwoord op alle vragen vind je bij het RIVM (NL) of het Departement Leefomgeving (B).

HoogspanningsNet behandelt dit thema met opzet niet zelf. (Waarom niet?)

Geknetter en gebrom?

Geen zorgen, dat is normaal.

Mastverrommeling


Doet dit ook jouw tenen kromtrekken?


Zoek je de netbeheerder?

Dat zijn wij niet. Ga naar de website van TenneT TSO (NL) of Elia (B).




Of ga naar ENTSO-E voor het Europese samenwerkingsverband tussen netbeheerders.

Berichtenarchief

30 september 2022 Het zijn rare tijden en voor je het weet is zelfs je hoogspanningsnet eh.. divers en helemaal wakker. Op de netkaart denken we graag binair: een mastpositie is een steun- of draagmast, of het is een afspanmast die al dan niet een lijnhoek heeft. De waarheid in het veld is niet zo rechtlijnig, en er zijn daadwerkelijk mastposities die van rol zijn veranderd. Het nieuwste voorbeeld van zoiets zien we bij het nieuw op te leveren trafostation Oosterhout.

Goed. Dus je constateert dat Arnhem tegenwoordig meer huizen aan de zuidkant van de Nederrijn telt dan aan de noordkant, dat Nijmegen de Waal oversteekt en dat het gebied tussenbeide helemaal dicht ploft met distridozen, vinexwijken, windmolens en steeds meer objecten die een netaansluiting nodig hebben. Bij Liander hebben ze dat ook gezien en geconstateerd dat deze mate van groei niet het hoofd geboden kon worden met een extra 20 kV kabeltje vanuit Elst, Bemmel of Nijmegen zelf. Er is meer nodig dan het middenspanningsnet kan bieden. Dan kom je automatisch uit bij een netvlak hoger, ofwel je belt de Berg. Zodoende hebben Tennet en Liander in onderlinge samenwerking een nieuw trafostation gesticht op een strategische plek vlak zuid van de A15. Het station zou worden ingeknipt in de Kattenberglijn, de naam die onder ingewijden in gebruik is voor de historisch belangrijke 150 kV-verbinding tussen Nijmegen en Apeldoorn. Het uiteindelijke idee is om het gebied te ontsluiten door middel van een nieuw koppelpunt met het 150 kV-net, en wel in de vorm van drie 150/20 kV 80 MVA trafo's.

Zie daar in een notendop het verhaal van het nieuwe trafostation Oosterhout. Eigenlijk een verhaal zoals dat op veel plekken verteld kan worden in de komende jaren. IJburg, Zevenhuizen, Riegmeer, overal is behoefte aan meer aansluitvermogen voor zowel vraag als teruglevering. Telkens vereist het een samenwerking van de landelijk netbeheerder, de regionale netbeheerder, de lokale overheid en de constructeurs. Daar gaat altijd wel wat mis, maar het meeste gaat gelukkig wel goed en dan verrijst langzaam maar zeker een nieuw trafostation, deze keer gebouwd door Volker Energy en Qirion. Het ontwerpen van zo'n station is momenteel nog maatwerk, maar er wordt steeds meer gestandaardiseerd in zowel nieuwbouw alsook renovatie. Denk aan inschuifvelden zoals op Hengelo Weideweg, maar denk ook aan het makkelijker maken van het opnieuw toepassen van een bewezen oplossing zonder al het rekenwerk vanaf de grond telkens weer opnieuw te moeten doen. Of, oneervol gezegd, als de bouwmethode van een trafocel op plek A voldoet en de omstandigheden op plek B gelijk zijn, dan moet het makkelijker worden om zonder veel omhaal de oplossing te kopiëren.

Toch zal altijd wel wat maatwerk vereist zijn en juist die klussen zijn zowel voor engineers als constructeurs de kers op de taart. Op Oosterhout is die kers te vinden in de vorm van de stationsaansluiting. Het station inknippen in de Kattenberglijn vereist vanwege de ruimtelijk gedraaide vorm en de precieze plek ervan een kabelaansluiting vanaf het zuiden, maar ook een nieuwe eindmast in de verbinding vanuit de noordelijke richting. Een steunmast moet vervangen worden door een gedraaid staande hoekmast en daar zijn nogal wat eisen aan. De nieuwe mast moet voldoen aan de huidige constructienormen. Hij moet tevens bij sterke voorkeur lijken op het bestaande mastmodel waarmee de Kattenberglijn is gebouwd (voor de kenners, om precies te zijn een PGEM 150 kV-dennenboommast I) en hij moet ook nog eens bijna on the fly worden ingepast met zo min mogelijk VNB ofwel tijd waarin de verbinding spanningsloos staat. 

Men heeft een nieuwe eindmast ontworpen en laten maken (naar verluidt een kleine veertig ton) die inderdaad sterk lijkt op het bestaande mastontwerp. Hier bij HoogspanningsNet, het absolute hol van de leeuw als het gaat om puriteins mastenkijken, was de teneur door de bank genomen positief. Hij is aardig goed gelukt, ondanks de moeilijkheden met extra knikverkorters en de railingterreur ehh.. vereisten dat er balkonnetjes op de traversen moeten. 

Net zo moeilijk was het daadwerkelijk fysiek inpassen van de mast. Die komt pal op de hartlijn van de bestaande verbinding te staan en dat plaatsen moest gebeuren terwijl de bestaande lijn niet werd geknipt. In verschillende delen heeft men de mast met een grote kraan van bovenaf tussen de draden laten zakken en toen eenachtste slag gedraaid om de traversen opzij te laten steken. Direct na het aandraaien van de bouten hing men er isolators aan waardoor de mast tijdelijk in dienst kwam als soort steunmast. Dat maakt het mogelijk de hele lijn weer in dienst te nemen zonder dat de nieuwe mast in de weg staat. Er is als het ware gewoon een mast tussenin gepast.

Pas wanneer het station helemaal klaar is, wanneer vanuit het zuiden de grondkabel gereed is (zodat het stuk verbinding ten zuiden van de nieuwe eindmast is verkabeld) én wanneer de netomstandigheden voor VNB het toelaten, dan zal de verbinding opnieuw spanningsloos worden gezet. Men kan dan relatief snel de afspanisolators aanbrengen, de draden knippen en de verbinding met een knikje aansluiten op het nieuwe station. Op deze manier wordt gestreefd naar een zo efficiënt mogelijke werkgang. Niet voor wat betreft arbeid, maar wel om de tijd te minimaliseren waarin de verbinding spanningsloos staat. Sinds aan de andere kant van de Veluwe de verbinding Woudhuis – Hattem geplaagd wordt door kortsluiting en valwinden is het belangrijk dat er elders in het FGU-net zoveel mogelijk verbindingen zo vaak mogelijk beschikbaar zijn. 

Oosterhout gaat in dienst in de late winter of het vroege voorjaar van 2023. Tot die tijd hebben we op de netkaart dus een euh.. non-binaire afspanmast die zich tijdelijk steunmast voelt. Nu maar hopen dat ie niet gaat vragen of de H in zijn netkaartpaspoort zelfgekozen in een S kan worden veranderd.

Afbeeldingen: een nieuwe mast inpassen in een bestaande verbinding die nog niet op die dag mag worden geknipt betekent een grote kraan, vier losse blokken, en een fraaie hijsklus tussen spanningsloze draden. Volker Energy en Qirion hadden er een mooi klusje aan. Onder: is dit nu een afspanmast die eigenlijk een steunmast wil zijn? Foto's door Ruben Schots.

08 september 2022 Het zit ze deze week niet mee op de Berg. Een aantal dagen terug had Tennet te maken met een kortsluiting op Olsterpad door een weigerende beveiliging. En gisteravond kreeg ook het transport van een nieuwe 220/110 kV koppeltrafo in Friesland een eh.. plotselinge wending.

Trafo op zijn kant (foto ICM4206 op het forum)Het zijn van die weken die je niet te vaak moet hebben voor de PR en ook niet voor de zuurgraad in het hoofdkwartier. In Friesland, bij Tytsjerk, of voor mensen die de netkaart beter kennen, bij Louwsmeer, is Tennet bezig met het vervangen van een 220/110 kV koppeltrafo. De 250 ton zware trafo met een koppelvermogen van 370 MVA moest een bestaand oud exemplaar van 200 MVA vervangen. Die oude trafo, van 170 ton, was de dag ervoor afgevoerd over een tijdelijk aangelegde werkweg. Gisteravond, toen de nieuwe trafo dezelfde weg nam, ging het echter mis. Die tachtig ton extra gewicht bleek teveel. Het veenpakket onder de werkweg hield het niet en er trad zogeheten grondbreuk op, waardoor de hele werkweg samen met de transportwagen en de trafo verzakte. Het hele transport kantelde en met een smak eindigde de trafo op zijn zij half in een greppel en het naastgelegen weiland.

Tja. 220/110 kV 370 MVA in de berm is weer eens wat anders dan een 400 kVA trafohuisje. Gelukkig hebben zich geen persoonlijke ongelukken voorgedaan.

Omroep Friesland laat een medewerker van Tennet aan het woord (wel in het Nederlands) die een aantal zaken uitlegt. Waarom de werkweg verzakte ondanks een flinke voorbereiding van de operatie zal moeten blijken uit aanvullend onderzoek. Verder moet die trafo daar natuurlijk weer weg. Of de machine nog bruikbaar zal zijn is nu nog niet bekend. 

Ook netstrategisch is er nu wat extra werk te doen. Een dag eerder was reeds de oude trafo over dezelfde werkweg afgevoerd zodat die niet meer zomaar provisorisch kan worden teruggezet en weer met olie kan worden afgevuld voor een paar maanden extra dienst. De werkweg is immers fysiek stuk en geblokkeerd. Waarom er niet voor is gekozen eerst de nieuwe trafo aan te voeren en dan pas de oude af te voeren is niet duidelijk. Mogelijk speelt ruimtegebrek op het vrij krappe Louwsmeer een rol. Gevolg voor het operationeel netbedrijf is dat er nu één koppeltrafo gedurende in ieder geval een aantal weken of maanden de koppelfunctie moet verzorgen. Kijken we op de netkaart, dan zien we dat er in de omgeving wel mogelijkheden zijn om een beetje te spelen met netopeningen om Oudehaske een groter deel van het Friese 110 kV-net te laten invoeden en de belasting op Louwsmeer wat te verkleinen. Het zal in ieder geval nog wel even duren voordat Louwsmeer weer is voorzien van twee koppeltrafo's.

Afbeelding: van net buiten het afzethek dat er inmiddels staat wist iemand die lid is op ons forum een foto te maken van de gekantelde SPMT met de trafo erop. Het zal nog een hele klus worden om die daar weg te krijgen…

02 september 2022 Update 3, 03/09, 11.30 uur – Na een kortsluiting die om nog onbekende redenen niet op tijd werd afgeschakeld is er gisteren korte tijd een stroomstoring ontstaan in delen van de Flevopolder en het Randmerengebied. De storing was vrij snel opgelost, maar de schade nog niet. On-Nederlandse beelden van rokende draden, iets wat normaal niet mogelijk is met de hoogstaande beveiliging van het hoogspanningsnet.

Rokende hoogspanningsdraden, gezien vanuit de lucht. (Foto door René den Braber, getoond met toestemming.)

Een hoogspanningsnet is een razend ingewikkeld samenstel van draden, stations en transformators. En zoals met alles, ook in een hoogspanningsnet gaat er wel eens wat stuk. Normaal gesproken, bij een storing in een hoogspanningscomponent waarbij kortsluiting ontstaat, grijpt de beveiliging in. Na maximaal 0,040 seconden wordt de vermogensschakelaar geopend waardoor de component, de rail of het circuit wordt afgeschakeld. Dat gebeurt vaker dan je denkt, maar meestal merken we daar niets van omdat het hoogspanningsnet redundant is uitgevoerd. Elke enkelvoudige storing in een individuele component heeft normaal gesproken een backupmogelijkheid. Daardoor resulteert een kortsluiting slechts in een korte knippering van het licht. Gebruikers merken normaal dus niets van kleine of grote schades in het elektriciteitsnet.

Echter, op 02 september in de Flevopolder is dat anders gegaan. Om nog onduidelijke redenen ontstond op het nieuwe trafostation Olsterpad (nog maar net gebouwd en volgens recente berichtgeving nog niet eens volledig opgeleverd) een kortsluiting die niet door de beveiliging werd herkend en daardoor niet werd afgeschakeld. Kortsluitingen trekken enorme stroomsterktes, veel meer dan waar de draden en componenten normaal op berekend zijn. Het getroffen circuit, om precies te zijn Lely – Olsterpad Paars, is ontworpen op 150 kV bedrijfsspanning en maximaal 416 MVA vermogen. We zien op filmpjes en luchtfoto's dat de draden razendsnel heet worden, zo heet dat de rook eraf komt, waarna de draden uitzetten, diep doorzakken en uiteindelijk ergens de grond raakten. In een filmpje dat op Twitter rondgaat is te zien hoe snel de draden heet worden.

Naar inmiddels blijkt was dat eerste contactpunt de boveleiding van de spoorbaan Dronten – Lelystad. Omdat de beveiliging niet goed werkte bleef ook toen het vermogen staan. Het lijkt erop dat geen enkel tripcommando effect had, waardoor uiteindelijk pas de kortsluiting ophield toen er fysiek een hoogspanningscomponent helemaal door brandde. Hoogspanningscomponenten zijn behoorlijk robuust, dus dat is pas na enkele minuten gebeurd.

Slecht nieuws voor wie er op dat moment onder stond, zoals de bovenleiding van Prorail, van de spoorlijn tussen Dronten en Lelystad. Er zijn gelukkig geen berichten van persoonlijke ongelukken bij bijvoorbeeld de NOS. Ook slecht nieuws voor netbeheerder Tennet, de eigenaar van de verbinding en het station. Op dit soort temperaturen, mogelijk vele honderden graden, zijn hoogspanningsdraden niet ontworpen. De kans zit erin dat ze permanent zijn beschadigd zodat ze moeten worden vervangen. Op foto's gemaakt in de morgen van 03 september lijken ze gelukkig wel weer te zijn teruggekrompen in hun oude, strakkere vorm nadat ze waren afgekoeld.

Hoe kan het gebeuren dat de normaliter hoogstaande beveiliging van het hoogspanningsnet niet ingreep? Daar zal men ook bij Tennet verbaasd over zijn. Het is wat speculatief en we moeten een slag om de arm houden, maar het zou kunnen dat een calamiteit die dezelfde hoogspanningslijn vorig jaar overkwam ermee te maken heeft. Vorig jaar op 18 juni duwde een valwind bij Kerkdorp, net over de randmeren in Gelderland, vier mastposities omver. Met noodlijnen en doorverbindingen is toen de situatie min of meer hersteld om de winter door te komen. In tussentijd kwam het nieuwe station Olsterpad ook gereed, waardoor nog meer wijzigingen in de verbinding (circuitlengte, impedantie) is verschenen. Het zou kunnen zijn dat de bijbehorende veranderde instellingen in de afschakelbeveiliging of distantie daardoor niet hebben gedaan wat ze normaal moeten doen. Op dit moment is ons geen bevestiging bekend van enig zulk vermoeden, het is wat dat betreft wachten op informatie van Tennet over wat er precies is misgegaan. 

Wel kunnen we concluderen dat het in onze streken iets unieks is dat de beveiliging weigert een staande kortsluiting af te schakelen, en dat de draden van het kortgesloten circuit onbedoeld vele honderden graden worden. Er is ons bij HoogspanningsNet geen enkel vergelijkbaar geval bekend in Nederland in de afgelopen decennia. Hoe het schadeherstel en onderzoek zich zal ontwikkelen is daardoor des te interessanter.

Als we meer weten passen we dit artikel aan. Volg tot die tijd ons forum of lees mee op Twitter.

Afbeeldingen: Boven: rokende hoogspanningsdraden geven precies aan waar de hoogspanningslijn staat waarvan een van de circuits veel te heet wordt. (Foto door René den Braber, getoont met toestemming, en met dank aan forumlid PJK), Midden en Onder: beelden uit het veld in de polder, gemaakt door forumliden Tom en PJK (beide getoond met toestemming). De draden lijken te zijn teruggekrompen in hun oorspronkelijke, strakkere lengte, maar of ze nog in orde zijn zal Tennet moeten beoordelen. Op Olsterpad zelf lijkt de schade beperkt tot een geroosterd lijnveld, hoewel het niets zegt over schade aan de secundaire apparatuur en signaaldraden.

06 augustus 2022 Op het nieuws horen we over problemen met de kerncentrale van Zaporizja (Oekraïne) vanwege onveilig bedrijf, dat op zijn beurt veroorzaakt wordt door kapotgeschoten hoogspanningsverbindingen. Daardoor heeft de centrale geen betrouwbare toevoer van stroom meer. Euh.. toevoer? Een kerncentrale maakt toch juist stroom? Het is iets ingewikkelder. Maak kennis met de term 'eigenbedrijf'.

Hoe kan het dat een kerncentrale in de problemen raakt wanneer er geen betrouwbare toevoer meer is van elektriciteit? Tenslotte maakt zo'n centrale er zelf juist een enorme hoeveelheid van. Zo simpel ligt het dus niet, en trouwens ook niet voor andere thermische centrales zoals kolenstook. In eke centrale van enige afmeting, maar ook in grotere chemische installaties zoals krakers, raffinaderijen en opwerking, is intern behoefte aan elektriciteit. Veel zelfs. Dat is nodig voor het aandrijven van zware koelwaterpompen, voor transportbanden, fornuizen, procesbewaking, afgassenbewerking en tja, eigenlijk voor alles, tot en met het lampje van de plee aan toe. De interne stroomvraag wordt meestal afgekort met de term eigenbedrijf of EB. Wanneer stroom voor het EB niet is gewaarborgd kan een centrale niet draaien.

Een kolencentrale produceert al snel twee tot drie gigawatt thermisch vermogen, waarvan amper de helft in elektriciteit verandert omdat er bij thermische opwek veel verliezen zijn in hete lucht en warm koelwater. Dat koelwater slorpt behalve warmte ook stroom. De pompen zijn geen doetjes en ze trekken elke minuut honderden tonnen water naar binnen. Om zulke pompen aan te drijven loopt de eigen elektriciteitsvraag in de tientallen megawatts. Verder draaien er bij kolencentrales ook continu transportbanden. Een centrale zoals die op de Maasvlakte of in de Eemshaven (ordegrootte 1 tot 1,6 GW) gebruikt al gauw honderd kilo poederkool per seconde en het transporteren, malen en uiteindelijk ook weer afvoeren van as vraagt allemaal stroom. Centrales in waterarme gebieden werken met koeltorens. Ook daar zijn flinke pompen voor nodig. Wanneer de centrale eenmaal draait wordt die stroom op papier uit het eigenbedrijf getapt, hoewel het in de praktijk soms handiger is met een klanttrafo op hetzelfde trafostation te werken als waar ook de opgewekte elektriciteit aan wordt afgegeven. Bij opstarten of afschakelen is rechtstreekste tap van de eigen productie geen optie en dan moet je wel netstroom gebruiken. Het EB-verbruik kan bij een kolencentrale wel oplopen tot 8% van de eigen opwek.

Bij grote chemieclusters zien we EB met een dubbelrol. Complexen zoals DOW, Delesto, Chemelot en diverse raffinaderijen in de Botlek hebben allemaal een netaansluiting op 110 of 150 kV, voldoende om een paar honderd megawatt uit te trekken. In theorie kan het hele complex op netstroom draaien. Maar ze hebben ook allemaal een zogeheten EB-centrale op het terrein staan met grofweg hetzelfde vermogen als hun netaansluiting. Er zijn dan steeds twee opties voorhanden om aan stroom te komen. Bij normaalbedrijf wekken ze min of meer hun eigen stroomvraag op met de EB-centrale, omdat die de mogelijkheid biedt om goedkoop met gas of soms afgas tegelijk stroom, stoom, warmte en koolzuur te maken, die allemaal nut hebben in productieprocessen. De netaansluiting staat dan open, maar doet niet zoveel. Mocht de EB-centrale half of helemaal uitvallen, dan wordt de netaansluiting gebruikt. Niet om vaker beschikbaar te zijn. Twee onafhankelijke manieren zijn noodzakelijk omdat bepaalde productieprocessen niet zomaar kunnen worden stilgelegd. Dat kan gevaar en ontploffingen geven als koelinstallaties of scheiders uitvallen. Valt dus de EB-centrale uit óf valt juist de netaansluiting uit, dan is er geen backup meer en men gebruikt de overgebleven andere manier om de processen gecontroleerd te kunnen stilleggen.

Bij een kerncentrale is de EB-aansluiting noodzakelijk vanwege backupredenen om koelwaterpompen aan de praat te houden, zelfs wanneer de reactor niet kritisch is. Als een centrale zijn vermogen niet kwijt kan omdat zware afvoerverbindingen niet beschikbaar zijn is dat een commercieel probleem, maar als er geen dubbele bedrijfszekerheid is op EB-gebied (dus: eigen productie binnen het complex én een externe invoeding via een EB-aansluiting op het net) zal men de reactor zo snel mogelijk willen stilleggen met het doel zo min mogelijk stroom te gebruiken voor de permanente koeling. Terug tot een niveau dat met zware dieselaggregaten lukt. Kijken we naar Doel en Tihange, dan zien we dat ze hun vermogen op het net sturen op 380 kV, maar dat er ook telkens een kleinere 150 kV-lijn juist terug de centrale in loopt. Bij het veel kleinere Borssele zien we iets eigenaardigs, daar is de afvoerlijn voor vermogen op 150 kV wordt bedreven, terwijl de EB-verbinding 6 kV voert, maar via een speciale klanttrafo rechtstreeks op 380 kV zit aangesloten. Het mag duidelijk zijn, een kerncentrale neemt geen risico.

In Oekraïne zagen we dit voorjaar problemen op het complex van Chernobyl, waar de stilgelegde kerncentrale tegenwoordig een consument van elektriciteit is geworden omdat de oude reactoren (die nog decennialang heet blijven) moeten worden gekoeld. Schade aan een 330 kV-schakeltuin van de voormalige afvoerverbindingen zorgde ervoor dat er geen redundantie meer was in de elektriciteitsvoorziening. Daar werd uiteindelijk op tijd een oplossing gevonden door een kapotgeschoten hoogspanningslijn snel te repareren. Op het centralecomplex van Zaporizja, een veel grotere centrale dan Chernobyl, zijn twee reactors in bedrijf en liggen er vier stil, maar alle zes hebben ze koeling nodig. Deels wordt het vermogen voor de koelpompen opgewekt binnen het eigenbedrijf, maar omdat daar niet kritisch op kan worden vertrouwd als enige methode is het dus ook noodzakelijk dat de centrale onder alle omstandigheden verbinding houdt met het hoogspanningsnet. Daar lijkt het nu mis te gaan, er zijn opnieuw 330- en 750 kV-lijnen beschoten en sommigen zijn beschadigd. 

Dieselaggregaten zijn een tijdelijke oplossing, vermits ze voorhanden zijn. Het is echter alleen verplaatsing van het probleem, want in plaats van elektriciteit (door een draad) moet je nu diesel aanvoeren met tankwagens, dwars door een oorlogsgebied. Stilleggen van een kerncentrale is dus niet mogelijk, het EB blijft altijd behoefte houden aan minimaal een paar megawatt. En zo zijn we bij waar alles om begon, een kerncentrale moet altijd over elektriciteit beschikken, en voor de veiligheid graag op meerdere onafhankelijke manieren. Valt een manier weg, dan is het niet meteen mis, maar dan springen dus wel direct de alarmpjes aan. Zoals we nu op het nieuws vernemen.

Afbeeldingen: Kerncentrale Doel, in totaal goed voor 3 tot 4 GW vermogen, maar zelfs een kerncentrale is dus zelf ook een grootgebruiker van elektriciteit. Onder: een EB-aansluiting (blauw) op de kaart. Opgewekt vermogen wordt via de 380 kV (rood) het net op gestuurd, maar de kleinere EB-aansluiting voorziet het complex van een extra manier om elektriciteit te betrekken, die vooral van pas komt als de reactoren stil liggen. 

27 juli 2022 Het heeft ruim twee jaar geduurd, maar de laatste wintrack van de nieuwe 380 kV-verbinding tussen Eemshaven Oudeschip en Vierverlaten is vandaag op zijn plek gezet. Een mijlpaal in een groot project dat overigens nog verre van voltooid is.

De voorbije tijd is hier weinig nieuws gebracht. Een gevolg van beheer door vrijwilligers met atypische zomervakantietijden, wat corona-effecten en een kantelend bestaansrecht bij iemand van boerenafkomst. Intussen is de hoogspanningssector wel gewoon doorgedenderd met het realiseren van nieuwe projecten, want volle netten, laat staan een aansluitstop zoals in Brabant en Limburg, dat moeten we niet hebben. Om dat soort onwenselijkheden zoveel mogelijk te voorkomen zijn grote projecten nodig, zoals Noordwest-380. 

Even opfrissen, wat was Noordwest-380 ook alweer? Het is een nieuwe 380 kV-verbinding tussen Eemshaven Oudeschip, Vierverlaten en Ens, beraamd om een ring te sluiten in noordelijk Nederland en om een bestaande 220 kV-verbinding op grofweg hetzelfde tracé dwars door Friesland te vervangen. Het oorspronkelijke plan voor een 380 kV-verbinding met viermaal 4 kA (2635 MVA) van Oudeschip tot Ens bleek ietsje te megalomaan, zo bleek in 2014. Toen werd een groot deel van het project afgeblazen, keurig verwoord als 'een pas op de plaats'. Het beraamde lijndeel tussen Vierverlaten en Ens werd tot nader order geschrapt. Inmiddels lijkt men de procedures opnieuw te starten, maar voordat die verbinding er staat zijn we wel bij 2030 aangekomen, zoals het recentste Investeringsplan fijntjes doch pijnlijk vertelt. De werken aan het deel dat in 2014 niet werd afgezegd gingen wel verder. Tussen Oudeschip en Vierverlaten ving de bouw aan van de zware verbinding en inmiddels is vandaag de laatste mastpositie geplaatst. 

Tussen de Eemshaven en Vierverlaten stond al een flinke viercircuit 220 kV-verbinding met tweevlaksmasten, met viermaal 884 MVA ingehangen capaciteit ook zeker geen doetje. In de praktijk kon om verschillende redenen maar een deel van die capaciteit worden benut, waarschijnlijk vanwege problemen met impedantieverschillen en doortransport omdat niet alle circuits hetzelfde begin- en eindpunt hadden. Eén van de vier circuits hangt er daardoor al jaren spanningsloos bij zodat de maximale capaciteit van de verbinding eerder rond tweemaal 884 MVA uitkwam dan rond driemaal, zoals bij N-1 veilig bedrijf maximaal had gekund met vier circuits.

De nieuwe 380 kV-verbinding is aanzienlijk zwaarder. Hij is geschikt voor vier circuits van 2635 MVA (4 kA). Wanneer hij N-1 veilig bedreven wordt, kan zo'n lijn ideaal gesproken ruim 7,5 GW vermogen verzetten. Voorlopig een papieren tijger, want in eerste instantie worden er maar twee circuits daadwerkelijk voor 380 kV benut zodat de verbinding N-1 veilig 'slechts' 2635 MVA aan kan. Dat lijkt vrij dicht in de buurt te liggen van de huidige driemaal 884 MVA op 220 kV. Als dat er al staat, waarom dan al die vervangingsdrukte? Toekomstvastheid is ook nu het antwoord. Op dit moment is er simpelweg niet meer mogelijk dan 2635 MVA capaciteit, omdat op station Vierverlaten de afvoercapaciteit verder het land in slechts bestaat uit twee bestaande 220 kV-verbindingen die samen bij veilig bedrijf niet verder komen dan maximaal 2000 MVA. Het eigenverbruik dan wel opwek achter Vierverlaten vanuit 110 kV en 20 kV, gekoppeld met 220 kV, bedraagt slechts een paar honderd MVA zodat het vrij zinloos is om nu al de volle 7,5 GW capaciteit voor driekwart dood te laten lopen in de woestijn op de Gronings-Drentse grens.

Daarom is besloten om tot nader order twee van de circuits op 110 kV in dienst te nemen en ze voorlopig een rol te geven in het plaatselijke 110 kV-transportnet in Groningen. Zo kan er alsnog nuttig gebruik van worden gemaakt in de jaren die liggen tussen het nu en het gereedkomen van het uiteindelijke lijnvervolg tussen Vierverlaten en Ens. Maar vermogen dat op 380 kV in Vierverlaten binnenloopt moet tot die tijd, en dat kan gerust acht jaar zijn, wel worden omgezet in 220 kV om het bestaande net in te kunnen. En met zulke vermogens heb je veel transformatorcapaciteit voor nodig. Welkom op Vierverlaten, qua trafocapaciteit plotseling het zwaarste station van het hele land, met vijfmaal 750 MVA 380/220 kV koppelvermogen. Uiteindelijk zelfs zesmaal, maar de laatste trafo staat op het tijdelijke station Hogeland wat bij te klussen zodat er op Robbenplaat schakelruimte is om dingen te verbouwen.

Nu de laatste mast is geplaatst is het niet zo dat de verbinding volgende week klaar is. Er moeten nog vele kilometers geleiders (draden) worden ingetrokken. Constructeur Spie is daar nog wel even druk mee. Voor wie dus nog een blik wil werpen op de indrukwekkende klus die de bouw van een dergelijke lijn is, je bent nog niet te laat. De masten staan er dan wel. maar het bedraden, aansluiten, testen en verwijderen van de bouwwegen (en het afbreken van de 220 kV-lijn) zullen nog geruime tijd voor reuring zorgen in het Groningerland.

Afbeeldingen: De laatste mastpositie is op 27 juli in elkaar getakeld door Mammoet en BAM, foto ter plekke gemaakt door Bram Gaastra (Spie) en gedeeld met toestemming. Onder: de bestaande 220 kV-verbinding met vakwerkmasten en zijn opvolger met wintracks. Nu staan ze nog gebroederlijk naast elkaar, maar de vakwerklijn zal worden afgebroken. 

De HoogspanningsNet Netkaart voor je PC, browser, tablet en telefoon.

– Altijd het net op zak.

Meer info Handleiding FAQ GIS/KML

Actuele load

Waar zijn de netprojecten?

Kijk waar de netuitbreidingen zijn!
Netuitbreidingskaart TenneT
Netprojecten Elia
TYNDP Europa door ENTSO-E

Credits en copyright

Creative Commons Licentie

Tenzij anders vermeld, bevindt de content op deze website zich onder een CC BY-NC-ND-licentie.

Lees de volledige disclaimer hier.