HoogspanningsNet - alles over hoogspanning op het het

Techniek

Mast van de Maand



400 kV Constanta - Tariverde
----------------------------------------------
We gaan deze maand weer eens naar het oosten van Europa, waar de ruimte aanzienlijk is en de hoogspanningslijnen een fijne mix van Sovjetinvloeden, ietwat achterstallig onderhoud maar soms ook een trotse persoonlijkheid hebben. Hoogspanningslijnen hoeven in die streken niet te doen of ze te gast zijn in een landschap. Forumlid PJK, goed bekend met Roemenië, legde een mast vast van de verbinding Constanta - Tariverde. De enkelcircuit 400 kV-lijn had en heeft een koppelfunctie, maar er hangt tegenwoordig ook een groot windpark in. De driebundels doen rond 2 tot 2,5 kA en dus 1300 tot 1600 MVA transportvermogen vermoeden. Schoormasten, om precies te zijn een H-frame met uitwendige tuien, zijn een zeer populaire keuze in landen met lange afstanden zodat de transportspanningen hoog moeten zijn en de kosten per strekkende kilometer lijn juist laag. Daarbij zien we in de wat oudere mastenpopulaties vaak dit soort H-frames. Maar de evolutie van schoormasten ging voort en gaandeweg verscheen een gewaagdere doorontwikkeling, een zogeheten guyed V. Dan zijn de tuien juist naar buiten gezet en de beide benen naar binnen. Guyed V's zien we vooral in echt verlaten bosgebieden. In landbouwgebieden is een uitwendig vertuid H-frame zoals deze alsnog handiger omdat de tuidraden in de grond verankerd zitten binnen het lengteprofiel van de verbinding. Dat maakt de kans op ongelukken met combines kleiner.

Hoogspanning en gezondheid?

Antwoord op alle vragen vind je bij het RIVM (NL) of het Departement Leefomgeving (B).

HoogspanningsNet behandelt dit thema met opzet niet zelf. (Waarom niet?)

Geknetter en gebrom?

Geen zorgen, dat is normaal.

Mastverrommeling


Doet dit ook jouw tenen kromtrekken?


Zoek je de netbeheerder?

Dat zijn wij niet. Ga naar de website van TenneT TSO (NL) of Elia (B).




Of ga naar ENTSO-E voor het Europese samenwerkingsverband tussen netbeheerders.

Berichtenarchief

23 maart 2023 Aanleg van verbindingen met een spanning tot en met 150 kV gebeurt tegenwoordig ondergronds. Graven is lastig, want het vereist een werkstrook, zorgvuldig spitten langs bestaande infra en het geeft overlast door opengebroken straten. Boren neemt daardoor een grote vlucht. En inmiddels is boren geen half werk meer.

Welkom op IJland, een nieuw opgespoten schiereiland oostelijk van Amsterdam in het IJ. Een leuke naam, maar hoe moeten we nu ooit nog aan kinderen leren met welke ij/ei je ijland/eiland schrijft? Dat terzijde, op de zandplaat wordt een nieuwe woonwijk gebouwd met de naam IJburg. Die heeft stroom nodig, of eigenlijk moeten we zeggen, die heeft capaciteit nodig. Er kan immers ook worden teruggeleverd. Capaciteit voor een hele woonwijk wordt al snel een klus voor 20 kV. Netbeheerder Liander werd een beetje nerveus en in combinatie met een groter ontwikkelingsplan is er besloten meteen grondig te werk te gaan: er is een aansluiting rechtstreeks op het 150 kV-net gemaakt zodat er een robuuste 150/20 kV transformatiestap is aangelegd op IJland zelf.

Aanleg van zo'n 150 kV kabel lijkt op de kaart eenvoudig. Op amper twee kilometer ligt trafostation Diemen 150 kV, dus wat een gemak, hoe dichtbij kan het? Twee of drie circuits richting een nieuw trafostation IJburg zou met een luchtlijn slechts een stuk of zes masten vereisen. Maar omdat 150 kV niet meer bovengronds wordt neergezet moet er een kabel worden gelegd. En dat is hier ingewikkelder dan bovengronds. Op het korte tracé moeten een kanaal, een weg, een zowat heilig natuurgebied (waar je weinig van hebt ben je zuunig op) en een paar honderd meter van het Markermeer worden gekruist. Maatwerk dus. Zeker als alles met klassieke open ontgraving zou worden aangelegd. Nu is in de afgelopen jaren op meerdere manieren geëxperimenteerd met boren en grondverdringen om kabels aan te leggen. Een zware kabelploeg is toegepast in het Groene Hart, maar dat kan alleen als je op het tracé geen andere bestaande infra doorsnijdt. Dat is in Nederland vrijwel onmogelijk en bovendien vereist een kabelploeg zwaar materieel ter plekke zodat de enige winst de aanlegsnelheid is. Van deze aanlegmethode hebben we sinds de proef in het Groene Hart verontrustend weinig meer vernomen…

Succesvoller is HDD, Horizontal Directional Drilling, of in het Nederlands, een gestuurde boring. Deze techniek is van oorsprong afkomstig uit de delfstoffenexploratie en de olieboringen, maar het bleek ook een waardevolle techniek te zijn in de civiele infra. Met een gestuurde horizontale boring kan over vele honderden meters lengte met grote precisie een ondergronds bochtig tracé worden gemaakt waarin een mantelbuis de grond in wordt getrokken. Daar binnenin kan dan een kabel of leiding worden getrokken. Zo kan bijvoorbeeld een kanaal, een bos of zelfs een hele zeearm worden gekruist zonder dat er aan het aardoppervlak iets van te zien is. Deze boortechniek heeft in de afgelopen tien jaar een snelle opmars gemaakt.

Tegenwoordig worden hoogspanningskabels reeds in hoofdzaak geboord. Er wordt alleen nog gegraven op plekken waar het weinig uitmaakt dát er wordt gegraven. Wat nog niet eerder was gedaan was een kabel in zijn geheel boren in één1400 meter  boring over de volle lengte van de verbinding. IJburg had die primeur. Vanaf trafostation Diemen werd naar IJburg geboord en vanaf IJburg ook richting Diemen. In het midden kwamen beide boringen elkaar tegen, 'meet-in-the-middle', op ruim dertig meter diepte. Drie keer is er op die manier geboord, waarbij de mantelbuizen in twee boringen van kabels uit één stuk (1900 meter) zijn voorzien. De derde mantelbuis is voor dit moment leeg gebleven en dient als reserve voor toekomstige verzwaring.

Normaal is er altijd wat stekeligheid tussen pylon geeks die van bovengrondse lijnen houden en het fenomeen 'grondkabel'. Maar als er dan toch gekabeld wordt, dan is gestuurd boren een bijzonder mooie manier om bijna magisch hindernissen te kruisen en een hele verbinding aan te leggen. We gaan het nodig hebben in deze tijden vol haastige verzwaringen.

Afbeeldingen: tracé van Diemen – IJburg 150 kV op de netkaart. De hele verbinding (drie circuits, waarvan twee in dienst en eentje op reserve) is met één zeer lange boring aangelegd vanaf twee zijden, waarbij de boringen elkaar in het midden tegenkwamen. Onder: intredepunt van een kleine HDD-boring, de mantelbuis op de voorgrond wordt de grond in getrokken wanneer de boor na de boring teruggehaald wordt. Dit was maar een klein borinkje, maar dezelfde techniek kan ook flink worden opgeschaald met een langere en dikkere buis.

21 februari 2023 Anderhalf jaar na de valwind in Kerkdorp is het dan eindelijk zover, er worden vier nieuwe masten opgebouwd om de geplaagde verbinding Lely – Hattem te herstellen. Verderop in Friesland zien we juist opruimwerken, daar wordt een 250 ton zwaar karkas van een transformator opgeruimd. Twee klussen die Tennet liever niet had gezien, maar netbeheer is net zoals wat John Lennon zei: 'life is what happens while making other plans'.

Op 18 juni 2021 gebeurde iets dat sinds 2010 niet meer was voorgekomen in Nederland. Een zware valwind blies vier hoogspanningsmasten om in het lege poldergebied tussen Hattem en Kampen, ter hoogte van het gehucht Kerkdorp. Er deden zich geen persoonlijke ongevallen voor, maar de schade was aanzienlijk en het opruimen, saneren en herstellen van de vier mastposities bleek geen klusje van enkele weken. De constructie van de masten moest opnieuw worden doorberekend conform de huidige bouwnormen en dat betekende vier geheel nieuwe masten, gelukkig wel allemaal van hetzelfde S+0 basistype. Daarna moesten de masten nog vervaardigd worden en nu moeten ze in elkaar worden gezet. In tussentijd was Kerkdorp het toneel van een werkweg waar Max Verstappen watertandend naar zou kijken. Minder prettig is het hele gebeuren voor Maatschap Haan, de melkveehouder die de afgelopen tijd naast een barrage aan Haagse regels ook bijna letterlijk een hoogspanningsmast op zijn dak kreeg. Die heeft het maar druk met al die werkwegen, tuidraden, lijnwerkers en zo nu en dan een pylon geek met een verrekijker. 

Eerst moeten de nieuwe masten in de komende weken in elkaar worden getakeld, mogelijk doet Qirion dat in de voorjaarsvakantie (tip, hint, suggestie). Er is gepoogd ze zoveel mogelijk te laten lijken op de bestaande deltamasten, maar op details verschillen ze wel. Zo is duidelijk dat de binnenversterking van de broekstukken forser is en we zullen ook (helaas) weer preekstoelen op de traversetoppen aantreffen. Na bouw van de masten moeten de draden er nog in, er zal geschilderd moeten worden en de noodmasten, werkwegen en hekken worden opgeruimd. En daarna moet de grasmat nog worden hersteld. Voorlopig is er dus nog heel wat reuring in Kerkdorp.

Ondertussen, in Friesland, in het weiland van een andere melkveehouder… 'Welkom bij Rendac. Voor een reguliere melding, kies 1. Voor een calamiteit, kies 2.'  En na het invoeren van je klantnummer (sluit af met een hekje) kies je dan 220. Helaas werkt het niet zo eenvoudig als het een 250 ton zwaar kadaver van een 220/110 kV koppeltrafo is die plotseling in je weiland ligt. Na de calamiteit vorig jaar september waarbij een transportwagen kantelde en de transformator op zijn kant in de slappe veengrond plofte. Nu is een trafo ook geen doetje als je kijkt hoe stevig die dingen zijn, maar het luistert wel nauw. Een millimeter onbedoelde extra speling binnenin het apparaat of een kleine verbuiging door de klap heeft al grote gevolgen. Zo kan de machine daar harder door gaan brommen en ook neemt het rendement af. Dat laatste loopt al snel in de papieren voor een 370 MVA trafo zoals dit exemplaar. Zo'n machine haalt een elektrisch rendement van meer dan 99%. Het overige procent wordt omgezet in een magneetveld, in mechanische energie (vervorming en dus geluid) en vooral in hitte. Dat is al snel enkele honderden kilowatts aan warmteproductie. Neemt het rendement één procent extra af, dan moet er bij flinke belasting zomaar 200 kW extra warmte worden weggedissipeerd, anders zal de machine zichzelf vernielen. Dat soort risico's kunnen niet genomen worden met strategische koppeltrafo's. Tennet heeft het apparaat van enkele miljoenen euro's daarom moeten afboeken.

Maar dan ligt ie er nog steeds. Voor toekomstige generaties had het een bijzonder artefact kunnen zijn wanneer we de trafo zouden toestaan tot de bodem van het metersdikke veenpakket door te zinken en hem er gewoon achter te laten, maar men begrijpt dat de boer dat niet zo ziet zitten en ook de landelijke milieuregels zijn het er niet mee eens. Het is bijna onmogelijk om een grote zware kraan in een zompig Fries veenweiland te zetten om de trafo in één keer te bergen. Er is dan ook besloten om het verwijderen in stukjes en beetjes te doen. Op de LinkedIn van Tennet is te zien dat er een grote tent om het karkas heen is geplaatst. Dat is niet omdat ze een mooi feestje van de sloop maken. Wel om geen last van regen en wind te hebben met snijbranders en machines. Als er bijvoorbeeld met snijgas of lasgas moet worden gewerkt waait het gas weg als er wind staat, en een tent voorkomt dat. Dat geeft meteen aan dat het geen klusje van drie dagen mooi weer zal worden.

Tennet geeft wel aan dat een nieuw exemplaar al is besteld. Nu heeft zo'n beetje de hele wereld al jaren te maken met een chronisch tekort aan productiecapaciteit van zware transformators, dus waarschijnlijk is een andere levering nu naar achteren geschoven. Geluk bij een ongeluk is dat 220/110 kV een zeer gangbare transformatiestap is, zodat er geen maatwerkklus bij de fabrikant nodig is.

Afbeeldingen: herstel van een gesneuvelde mastpositie in Lely – Hattem door Qirion, foto door forumlid DVD. Onder: foto van Tennet (gedeeld via LinkedIn) van het interieur van een tent die over de te bergen trafo is gezet. Studenten onder de lezers hier zien direct de potentie voor een woest sloopfeestje, maar de reden is vooral praktisch van aard.

19 januari 2023 De energietransitie vraagt om een handvol nieuwe 380 kV-projecten in Nederland. Die kunnen slechts beperkt ondergronds worden aangelegd zodat we nieuwe luchtlijnen zullen zien. Eentje die de aandacht gaat trekken is een tweede verbinding tussen Krimpen en Geertruidenberg. Een relatief kleine afstand, maar er wachten grote uitdagingen als dit project doorgaat. Hoe krijg je een 380 kV luchtlijn nog ingepast in zo'n vol landschap?

Tussen Krimpen en Geertruidenberg staat een van de belangrijkste koppelverbindingen van het land. De relatief korte verbinding (34 km) voerde sinds zijn oplevering twee 380 kV-circuits van 1645 MVA (2,5 kA). Pylon geeks kennen de verbinding vooral van het spectaculaire tracé waarin de hoogste masten van het land staan (waterkruising Lekkerkerk I, 163 meter) en verderop een dubbele waterkruising bij Sliedrecht, met vier verhoogde masten en een afspanner. Ook de binnenkomst vanuit de Biesbosch op Geertruidenberg bevat een hoge waterkruising. Omdat 1645 MVA aan de krappe kant raakt wordt de verbinding momenteel voorzien van nieuwe draden waarmee op termijn 2635 MVA (4 kA) kan worden verzet. Een gigawatt extra capaciteit en een boeiende operatie waarbij de lijnwerkers die de draden vervangen echte lefgozers moeten zijn in de wind bovenin de torenhoge waterkruisingen.

Ondanks de opwaardering wordt verwacht dat in 2030 die extra transportruimte alweer opgesouppeerd is. Het is niet mogelijk om de bestaande verbinding van nog zwaardere draden te voorzien dan nu al gebeurt. Tevens is het strategisch ongewenst (en technisch lastig) om 380 kV met meer dan 4 kA te bedrijven. Ook een theoretische krachtproef met een hogere netspanning is niet gewenst om dezelfde strategische redenen. Tennet ziet de enige realistische oplossing in het bijplaatsen van een extra verbinding. Omdat 380 kV slechts beperkt ondergronds kan worden aangelegd is er daadwerkelijk een bovengronds tracé nodig. Wie even op de kaart kijkt ziet meteen: oef, een corridor voor een nieuwe 380 kV-lijn vinden in dat gebied, dat wordt nog wat.

Daarbij is de eerste vraag of het gewenst is om station Crayestein op te nemen in de nieuw aan te leggen verbinding. Dat kan voordelen hebben voor onderhoud en ook voor de loadflow in het omliggende net, maar het vereist inpassing en stationsuitbreiding met vier extra velden. Een ander ding is de mastkeuze. Het era van wintracks lijkt piepend en krakend tot een einde te komen en we overdrijven niet als we het de hoogspannings-plottwist van het decennium noemen. Na tien jaar wintrackhegemonie voor nieuwe projecten kwam Tennet begin 2020 met de aankondiging dat er weer vakwerkmasten gebouwd zullen worden voor nieuwe verbindingen. De reden bestaat uit een mix van praktische issues, kosten, technische eigenschappen en (pas op, ligt gevoelig) de in de praktijk tegenvallende landschapsinpasbaarheid van felwitte palen. Al wordt dan wel vergeten dat wintracks niet alleen zijn ontwikkeld vanwege esthetiek. Ook vanwege het smalle magneetveld zodat een volledige dubbelcircuit 380 kV-verbinding slechts een heel smalle corridor nodig heeft. 

Wanneer wordt teruggegrepen op een vakwerkmast valt de oude vertrouwde donaumast af vanwege die brede corridor. Dat probleem zag men ook aankomen bij de eerste nieuwe verbinding die weer met vakwerkmasten gebouwd zal worden, Zuidwest 380 Oost (tussen Rilland en een nieuw station bij Tilbrug). Daarom werd een nieuwe vakwerkmast ontwikkeld met de naam moldau. Door de mast een tonconfiguratie te laten voeren is de benodigde corridor smaller dan met een donaumast terwijl er ook is gestreefd naar een uiterlijk dat niet al teveel afwijkt van de bekende donaumasten. Voor Zeeland komt deze draai te laat, maar voor Brabant gaat het lukken en wellicht ook voor het Drechtstedengebied. In theorie kan het echter nog smaller dan met een moldau. Het huidige vlaggenschip van Elia in België, op straat gekend als een Stevinmast, heeft geïsoleerde traversen en hij is daardoor slechts vier meter breder dan een set wintracks.

Eerst zitten we met überhaupt een tracé. Een blik op de kaart leert ons dat het gebied een soort apenkooi is van rivieren, bewoning, werelderfgoed (Kinderdijk), industrie en ook beschermde natuur. Het is niet eenvoudig daar een corridor te vinden. En dat is het stadium waar Tennet nu in zit. Waarschijnlijk wordt er niet aan ontkomen om bepaalde tracédelen toch ondergronds aan te leggen. Of het strategisch en praktisch mogelijk is om de gehele verbinding ondergronds aan te leggen is niet bekend, maar de bestaande beschrijving wekt de indruk van niet. In 2024 wil Tennet een corridor met een ontwerptracé kunnen presenteren. Het lijkt erop dat we in dat gebied een interessante zoektocht gaan zien naar iets wat in het hele land en zelfs op onze homepage schaars is: ruimte…

Afbeelding: de bestaande verbinding tussen Krimpen en Geertruidenberg is een korte, maar spectaculaire lijn met onder andere de Sliedrechtkruising. Momenteel worden er nieuwe draden aangebracht.Foto door Tom Börger. Onder: station Crayestein ligt aardig mooi in de bosjes. Normaal is dat wel prettig, maar een nieuwe verbinding die het station zou moeten aandoen vereist dan extra uitbreiding en snoeiwerk. Dronefoto door PJK.

Gelukkig 2023

22 december 2022 Op 02 september dit jaar deed zich een bijzondere calamiteit voor in de 150 kV-verbinding tussen Lelystad en Hattem, ter hoogte van het nieuwe trafostation Olsterpad. Vandaag heeft Tennet een verklaring vrijgegeven over hoe deze unieke storing (met een minutenlang staande vlamboog in de openlucht) kon optreden. Hoewel het uiteindelijke rapport pas in januari zal verschijnen geeft de verklaring ook nu al inzicht in wat er is gebeurd.

Rokende draden die zo heet werden dat ze uitzetten totdat ze bijna op de grond hingen. Contact met een spoorwegbovenleiding waarna de stroom alsnog niet werd uitgeschakeld doordat er reeds voor dat contactmoment al sprake was van een ongecontroleerde foutsituatie. 300.000 aansluitingen zaten tot een uur zonder stroom en door een moment van overspanning is her en der ook schade opgetreden. En als blikvanger een grote staande vlamboog op een gloednieuw trafostation die minutenlang bleef staan, iets dat eigenlijk onmogelijk werd geacht in het Nederlandse net met zijn hoogstaande en dubbel uitgevoerde beveiligingen. Wat ging er zo mis dat dit kon gebeuren op 02 september tussen Dronten en Olsterpad?

Tennet, Liander en DNV hebben gezamenlijk onderzocht hoe misschien wel de meest iconische storing van de afgelopen jaren tot stand heeft kunnen komen. De NOS heeft er ook een item over geschreven.

Zoals bij elke storing van enig formaat wordt onderzocht hoe het heeft kunnen komen zodat ervan kan worden geleerd en de kans op herhaling wordt verkleind. Bij dit exemplaar hebben zich geen ongelukken voorgedaan, maar de schade is wel aanzienlijk. Het blijkt dat er wel drie dingen achter elkaar mis zijn gegaan voordat daadwerkelijk de ongecontroleerde kortsluiting kon ontstaan. Het begon ermee dat het splinternieuwe trafostation Olsterpad, een dag eerder opgeleverd, eigenlijk nog niet helemaal voltooid was. Er waren nog steeds werkzaamheden aan de gang en die vereisten dat een van de inkomende verbindingen, onbevestigd maar vermoederlijk Lely – Olsterpad Paars, aan het einde van de dag weer moest worden geaard. Men was er op Olsterpad om onduidelijke redenen niet van op de hoogte dat het betreffende circuit vanaf de zijde van Lely ingeschakeld was en daardoor onder spanning stond. Dat kan, het lijkt op een uitgerold verlengsnoer waar niets op is aangesloten. Ofwel spanning zonder dat er ook vermogen loopt. Op Olsterpad zelf stonden de schakelaars open zodat niemand dat vernam.

Aan het einde van de werkzaamheden vereisen de veiligheidsprotocollen dat een niet-gebruikt circuit weer wordt geaard. Zo worden ongelukken voorkomen. Alleen, een circuit dat onder spanning staat kan je niet zomaar aarden. Toen men alsnog de aarding omhoog zette, in de routinematige veronderstelling dat gewoon een spanningsloos circuit werd geaard, ontstond daardoor kortsluiting tussen de drie fasedraden via de aarde. Normaal heb je dan per ongeluk een aardfout gemaakt waarna de verbinding automatisch wordt afgeschakeld in 0,040 seconden. Er klinkt dan een beste knal (en je mag dan alsnog een rapportje opstellen), maar verder is er niet zoveel aan de hand.

Alleen, die automatische afschakeling die in 0,040 seconden had moeten reageren was niet actief omdat die juist slechts zeer kort daarvoor vanwege dezelfde werkzaamheden op 'lokaal' was gezet, zodat wordt voorkomen dat er op twee plaatsen tegelijk kan worden geschakeld (de andere plek is het landelijk bedieningscentrum). Het is eveneens niet duidelijk waarom de hele procedure voor het creëren van een veilige werkomgeving niet reeds eerder een conflict opleverde, want bij een circuit dat onder spanning staat zou het normaliter onmogelijk moeten zijn om bij wijze van spreke zonder waarschuwingen of piepjes de aarders omhoog te zetten. Ook toen de kortsluiting was ontstaan was er geen beveiliging die reageerde en de kortsluiting werd dus niet losgeschakeld. In zo'n geval, een enkelvoudige fout, zou normaal gesproken alsnog het backupsysteem moeten ingrijpen. Volgens de NOS was dat het laatste dominosteentje: ook het backupsysteem dat juist dit soort uitzonderlijke dingen alsnog moet ondervangen weigerde te handelen, mogelijk door een bedradingsfout. Met opgeteld driemaal pech kon uiteindelijk niets meer gedaan worden. Er ontstond ongecontroleerd een kortsluiting en niets of niemand kon die nog afschakelen.

Het was daarna wachten tot er fysiek iets doorbrandde of totdat alsnog beveiligingen op omliggende stations wakker zouden worden en het vermogen zouden afschakelen. Dat laatste viel ook niet mee, want het hoogspanningsnet in de polder is een 150 kV-net met behoorlijk wat sjeu: de circuits kunnen per stuk ruim 400 MVA aan. Daardoor zagen beveiligingen op andere stations en in andere circuits in eerste instantie niet meteen onraad omdat de kortsluiting dezelfde karakteristieken had als een flink zware belasting. In een net dat zo sterk is uitgevoerd zouden de componenten het nog bijna vier minuten volhouden tot er dingen fysiek begonnen te bezwijken. Uiteindelijk brandde op Ley een rail los waardoor de kortsluiting waarschijnlijk een andere karakteristiek kreeg, zodat de beveiligingen op omliggende stations onraad begonnen te ruiken en begonnen te reageren. Dat resulteerde in het losnemen van enkele netdelen in de omgeving, net zolang tot er zoveel netdelen getript of losgenomen waren dat het circuit met de kortsluiting ook een keertje spanningsloos viel en de vlamboog doofde.

In de tussenliggende vier minuten kreeg het 150 kV-circuit Lely – Olsterpad Paars een vermogen te verwerken dat de ontwerpcapaciteit fors moet hebben overtroffen. De draden werden een paar honderd graden en rekten zover uit dat de bovenleiding van de spoorbaan tussen Dronten en Lelystad werd aangetikt. Alles dat elektrisch contact maakte werd geroosterd. De gepeperde rekening van Prorail is nog niet binnen in Arnhem, net als de rekening van getroffen Liander-aansluitingen met schades. Maar de interne schade aan twee schakelvelden en de 20 kilometer tussenliggend 150 kV-circuit (volledig Lely – Olsterpad Paars is eruit gebakken en moet nieuwe draden krijgen) wordt reeds op ruim tien miljoen euro geraamd. Verder wordt er versneld werk gemaakt van het controleren van soortgelijke backup- en beveiligingssystemen als welke op Lelystad en/of Olsterpad de laatste lijn van verdediging hadden moeten vormen.

Het is duidelijk, er is nog veel onduidelijk. Het laatste woord over deze storing is nog lang niet gezegd en wij op deze plek houden het met een bijna schaamteloze interesse scherp in de gaten. 

Afbeelding: schade op trafostation Olsterpad, een dag na de storing. Geroosterd gras en verschroeide componenten geven aan waar de vlamboog heeft gestaan. Foto door forumlid PJK. Onder: storingsanalyse door geïnteresseerden op basis van logica (niet uit het onderzoek). Zie het forum voor het bijbehorende onderwerp en een vergroting van de afbeelding.

De HoogspanningsNet Netkaart voor je PC, browser, tablet en telefoon.

– Altijd het net op zak.

Meer info Handleiding FAQ GIS/KML

Actuele load

Waar zijn de netprojecten?

Kijk waar de netuitbreidingen zijn!
Netuitbreidingskaart TenneT
Netprojecten Elia
TYNDP Europa door ENTSO-E

Credits en copyright

Creative Commons Licentie

Tenzij anders vermeld, bevindt de content op deze website zich onder een CC BY-NC-ND-licentie.

Lees de volledige disclaimer hier.