HoogspanningsNet - alles over hoogspanning op het het

Techniek

Mast van de Maand



400 kV Constanta - Tariverde
----------------------------------------------
We gaan deze maand weer eens naar het oosten van Europa, waar de ruimte aanzienlijk is en de hoogspanningslijnen een fijne mix van Sovjetinvloeden, ietwat achterstallig onderhoud maar soms ook een trotse persoonlijkheid hebben. Hoogspanningslijnen hoeven in die streken niet te doen of ze te gast zijn in een landschap. Forumlid PJK, goed bekend met Roemenië, legde een mast vast van de verbinding Constanta - Tariverde. De enkelcircuit 400 kV-lijn had en heeft een koppelfunctie, maar er hangt tegenwoordig ook een groot windpark in. De driebundels doen rond 2 tot 2,5 kA en dus 1300 tot 1600 MVA transportvermogen vermoeden. Schoormasten, om precies te zijn een H-frame met uitwendige tuien, zijn een zeer populaire keuze in landen met lange afstanden zodat de transportspanningen hoog moeten zijn en de kosten per strekkende kilometer lijn juist laag. Daarbij zien we in de wat oudere mastenpopulaties vaak dit soort H-frames. Maar de evolutie van schoormasten ging voort en gaandeweg verscheen een gewaagdere doorontwikkeling, een zogeheten guyed V. Dan zijn de tuien juist naar buiten gezet en de beide benen naar binnen. Guyed V's zien we vooral in echt verlaten bosgebieden. In landbouwgebieden is een uitwendig vertuid H-frame zoals deze alsnog handiger omdat de tuidraden in de grond verankerd zitten binnen het lengteprofiel van de verbinding. Dat maakt de kans op ongelukken met combines kleiner.

Hoogspanning en gezondheid?

Antwoord op alle vragen vind je bij het RIVM (NL) of het Departement Leefomgeving (B).

HoogspanningsNet behandelt dit thema met opzet niet zelf. (Waarom niet?)

Geknetter en gebrom?

Geen zorgen, dat is normaal.

Mastverrommeling


Doet dit ook jouw tenen kromtrekken?


Zoek je de netbeheerder?

Dat zijn wij niet. Ga naar de website van TenneT TSO (NL) of Elia (B).




Of ga naar ENTSO-E voor het Europese samenwerkingsverband tussen netbeheerders.

Berichtenarchief

08 januari 2021 Waarmee het allemaal begon, dat is nog steeds niet duidelijk. Maar op de middag van 08 januari om 14.05 uur zakte de netfrequentie in het volledige CE-blok van het ENTSO-E net met 260 mHz tot 49,74 Hertz. Zo'n snelle en diepe daling komt zelden voor. Er was duidelijk onverwacht een paar gigawatt productie van het net gevallen – zo veel dat zelfs de volledige Europese FCR-reserve het maar ternauwernood hield. 

Wat? Niks gemerkt? Wees er blij om, want het scheelde weinig of tientallen miljoenen mensen in Europa hadden de avond van 08 januari bij een kaarsje moeten zitten. In plaats daarvan bleef de schade beperkt tot een paar schone onderbroeken bij Europese netbeheerders, een verstoorde handelsmarkt door noodgrepen en een tijdelijke split van het UCTE-blok van het ENTSO-E net in twee losse blokken. Dat was allemaal al jaren niet meer gebeurd. Het liep goed af en we mogen ons dankbaar vergapen aan (voor insiders) spectaculaire frequentiegrafieken die het nipt voorkomen onheil in akelig detail tonen – maar wat ging er dan eigenlijk mis?

We hebben het op deze site met regelmaat over het huwelijk van de netbalans en de netfrequentie in een wisselstroomnet. Zie ook de St(r)oomcursus. Het hele Europese elektriciteitsnet is aan elkaar gekoppeld en het is op te vatten als één enorm net met een netfrequentie die zo dicht mogelijk bij 50 Hertz moet liggen. De netbalans is het evenwicht tussen productie en consumptie van elektriciteit op het net. Omdat je elektriciteit nauwelijks kan opslaan moet productie op hetzelfde moment plaatsvinden als consumptie. Als die twee niet in balans zijn doordat er bijvoorbeeld een centrale uitvalt kom je plotseling energie tekort in het net. Die missende energie wordt ontstolen aan de fysiek draaiende kernen van de ontelbare andere generators in het net. Die gaan zwaarder lopen en de turbines die ze aandrijven moeten harder werken. Dat lukt niet binnen een paar seconden, zodat de fysieke rotatiesnelheid afneemt en de netfrequentie van het hele elektriciteitsnet begint te zakken.

Het Europese elektriciteitsnet is het grootste gekoppelde net ter wereld. Op het volledige ENTSO-E net hangt circa 600 GW aangesloten productievermogen en net zoveel consumptie. Die grote schaal helpt ons mee, want daardoor is uitval van een volledige centrale (bijvoorbeeld 1 gigawatt) nog steeds maar een klein flintertje missende energie op het totaal. De netfrequentie zakt en er moet worden ingegrepen om het terug in balans te brengen, maar de daling is langzaam: de inertie van de ontelbare roterende generators is zo groot dat men bij plotseling verlies van een gigawatt meer dan vijftien seconden de tijd heeft om in te grijpen voordat de netfrequentie onder de gevaarlijke grenswaarde van 49,80 Hz zakt. Dat is in de praktijk ruim voldoende tijd om computers beslistijd te gunnen en zogeheten FCR-vermogen aan te spreken: Frequency Containment Reserve. Dat bestaat uit tientallen fysiek roterende generators die geografisch verspreid zijn over de gebieden van alle Europese netbeheerders en die als het ware worden 'achtergehouden'. Deze generators kunnen indien nodig direct worden belast om zo het gat dat is geslagen te dichten. Op die manier kan de frequentiedaling tot staan worden gebracht en wordt er voorkomen dat er een echte verbruiker of klant moet worden losgenomen.

Direct na aanspreken van het FCR-vermogen is de acute druk van de ketel: het net is weer stabiel in evenwicht. Maar het draait nog wel onder frequentie. De volgende handeling is het zo snel mogelijk afroepen van zogeheten noodvermogen. Daarmee kan blijvend extra vermogen worden geleverd. Het noodvermogen start op en neemt in de minuten na de ingreep van het FCR-vermogen zo snel mogelijk diens rol over. Het is belangrijk dat de FCR-reserve zo snel als maar kan weer echt reserve wordt, zodat het opnieuw beschikbaar is als zich een nieuwe verstoring voordoet. Ook wordt in deze periode de frequentie van het net terug omhooggebracht naar 50 Hz.

Normaal werkt dit mechanisme uitstekend. Sterker nog, iedere dag trippen er in Europa wel onverwacht generators van een paar honderd megawatt. Met duizenden van zulke generators, stations, trafo's en verbindingen die allemaal de hik kunnen krijgen is het schering en inslag. Het hoort bij normaal bedrijf van een groot elektriciteitsnet. Maar wat er op 08 januari gebeurde was een andere ordegrootte. Plotseling viel er bijna 3,8 gigawatt productie van het net. Dat is zoveel ontbrekende energie dat de frequentiedaling die het veroorzaakt veel sneller gaat: om binnen de veilige bandbreedte van 0,2 Hz te blijven had men nu beduidend minder dan vijftien seconden om te handelen. Komt bij dat 3,8 GW op zichzelf ook heel veel vermogen is: het stond gelijk aan bijna de helft van het verbruik van België op die middag. Aangezien in heel Europa in totaal 3 gigawatt FCR-vermogen staat opgesteld is 3,8 GW teveel om op te kunnen vangen, zelfs met inzet van alle FCR op het hele continent.

Als de FCR het niet houdt, kunnen er twee dingen gebeuren. De eerste is een zogeheten opofferingsbeslissing. Door een verbruiker (deelnet, stad, industriecluster) geforceerd van het net te nemen wordt de consumptie verminderd en komen productie en verbruik alsnog terug in evenwicht. De rest van het net is dan gered ten koste van de plek die volledig wordt opgeofferd. Maar het kan ook uitmonden in een splitsing van het net. Als het fysieke transport over een bepaalde hoogspanningsverbinding tijdens het zakken van de netfrequentie toeneemt tot boven een veilige waarde, zal die verbinding automatisch worden afgeschakeld. Zijn buurman in geografisch dezelfde richting krijgt het dan extra voor zijn kiezen. Als die het ook niet houdt krijgt nummer drie het nog zwaarder. Er ontstaat een soort scheuring in het net die razendsnel naar beide kanten groeit totdat op beide uiteinden een kustlijn wordt bereikt: het gekoppelde net is in twee delen uiteen gevallen. Beide overgebleven deelnetten zijn nog steeds niet in balans. Meestal heeft eentje overproductie, zodat daar automatisch opwek wordt afgegooid. De ander heeft onderproductie. Omdat we al door de FCR heen zaten is er voor dat laatste netdeel (dat eenvoudig zo groot als half Europa kan zijn) niets dat nog gedaan kan worden. Het krijgt dan te maken met een rolling blackout waardoor het in enkele seconden instort en grote delen op zwart gaan. In 2006 is zoiets voor het laatst gebeurd tijdens de 'cruiseschipstoring' op Diele – Conneforde. Zie Wikipedia voor een uitstekend beschreven samenvatting daarvan. In 2011 gebeurde een soortgelijk incident op kleinere schaal, toen bijna heel Italië uitviel.

Gedeelte van het ENTSO-E koppelnet: de snelwegen voor elektriciteitVandaag zakte de netfrequentie naar 49,74 Hz. Dat is significant buiten de uiterste grens van 49,80 Hz die als laatste veilige netwerkgrens wordt aangehouden. Bij grotere afwijkingen mag apparatuur zichzelf voor de veiligheid afschakelen. Dat is her en der ook gebeurd. We vermoeden dat de stroomstoring in Dordrecht (17.000 aansluitingen), een verstoring op het Maastrichts UMC en het trippen van omvormers voor zonnepanelen allemaal te maken hadden met deze slinger van de netfrequentie tot onder de veilige bandbreedte. Dat het grootschalig gezien toch met een sisser afliep in Europa is waarschijnlijk een kwestie van geluk geweest. Mogelijk is het effect van uitschakelende omvormers beperkt gebleven doordat er maar weinig zonnestroom in het net aanwezig was en/of doordat ze niet allemaal uitvielen. Maar wellicht is het ook te danken aan enkele anonieme helden in de controlezalen die snel genoeg handelden om erger te voorkomen.

Inmiddels is duidelijk dat in Italië en Frankrijk respectievelijk 1300 en 1000 MW belasting werd losgenomen om bij te dragen aan het tot staan brengen van de frequentiedaling omdat het met FCR alleen niet lukte. Dat klinkt dramatisch, maar het kan meevallen. Bij sommige zware industrieklanten kan een dergelijke rol zijn ingebed in het contract zodat zij bekend zijn met deze mogelijkheid. Volgens Amprion op Twitter heeft het UCTE-net nadien ruim een uur in een splitbedrijf geopereerd met Zuidoost Europa als apart blok, voordat synchronisatie en herkoppeling kon plaatsvinden. Pas na vijftien uur was alles weer normaal.

Wat leert ons dit? In elk geval dat het simultaan trippen van omvormers van zonnepanelen stilletjes een potentiële kracht van formaat begint te worden. Eentje die we serieuzer moeten gaan nemen. Een omvormer is tevens productie zonder inertie: er draait immers geen generatorkern. Verder zien we ook dat 3 gigawatt FCR aan de krappe kant is geraakt voor het Europese net, al waren zorgen hierover al langer onderwerp van discussie bij ENTSO-E.

En wat veroorzaakte nou de eerste trip waardoor de netfrequentie minstens 0,2 Hz zakte? Er wijzen wat vingers richting Roemenië waar simultaan drie zware eenheden precies tegelijk van het net zijn gevallen, al ontbreken namen en rugnummers. Hoe en waarom? Mechanisch pech, een hack, een ongeluk? We weten het op dit moment nog niet. In elk geval is het laatste woord, evaluatierapport en twitterbericht hier nog lang niet over geschreven. Gelukkig kunnen we dat allemaal lezen in een warm huis bij een lamp in plaats van bij een kaarsje.

Afbeelding: De slinger door het net is in heel Europa waargenomen bij hobbyisten die de netfrequentie zelf meten en in de gaten houden (zie Twitter). De grafiek op de afbeelding is van een netfrequentiemeting in Rheden. 260 mHz is eigenlijk over de grens die het Europese systeem aan kan met de huidige FCR-voorziening. Midden: grote centrale in de Eemshaven, 1,6 GW (en niet de oorzaak voor de duidelijkheid). In Europa is genoeg FCR om uitval van dit soort centrales direct op te vangen, maar dan moeten er natuurlijk geen drie stuks tegelijk gaan.

Gelukkig (is het) 2021!

09 december 2020 Als de wasmachine stuk gaat en ook de magnetron geeft het op, dan weet je dat ook de televisie, je telefoon en de stofzuiger er deze week nog mee ophouden… Ook op de Berg ervaart men deze wetmatigheid, want het Nederlandse koppelnet wordt momenteel geplaagd door vier storingen en twee VNB's tegelijk. Dat het licht desondanks gewoon werkt is een bewijs van een robuust net dat een stootje kan hebben.

Het iconische blauwwitte gebouw van station Meeden-380 staat al sinds 1995 als een onneembaar fort in het landschap, volgens de trotse folder Lijnen naar Morgen vrijwel ongevoelig voor storingsinvloeden van buitenaf. Maar wat als de storing van binnenuit komt? Meeden is momenteel op elk spanningsniveau een bouwput zodat het weinig aandacht trok toen er in augustus een setje noodmasten pal naast het 380-gebouw verscheen. De 380 kV-circuits ZL-MEE en MEE-EEMS wit werden fysiek buitenom het gebouw heen geleid en hard verbonden. Men is er druk bezig met de komst van een derde dwarsregeltrafo in de interconnectie naar Diele, dus het leek aannemelijk dat daarvoor wat moest verbouwd in de GIS-schakelbak. Omdat Tennet momenteel ook bezig is om Vierverlaten (het andere station dat de Eemshaven met het zuiden verbindt) grondig te verbouwen is er ook op die plek sprake van een sub-optimale netsituatie. Daardoor leek het plausibel dat men geen extra netstrategisch risico wou nemen. Eén circuit voor de zekerheid fysiek volledig gescheiden houden van station Meeden, zodat vermogenstransport zelfs bij werk aan twee winkels tegelijk altijd door kan gaan, was daardoor heel aannemelijk.

Maar vorige week ging dat vermoeden schuiven. Toen bleek opeens dat ook beide zwarte circuits waren losgehaald en fysiek langs het station waren omgeleid. Twee fysieke omleidingen tegelijk is niet logisch voor bijvoorbeeld het aansluiten van een nieuw veld. Dan was eentje al voldoende geweest. Het begint nu dus te lijken op iets urgenters, zoals een storing ergens diep in de ondoorgrondelijke buik van het fort. Iets waarmee men duidelijk verwacht langer bezig te zijn dan een weekje of twee, en iets dat beide GIS-installaties tegelijk beïnvloedt.

Wat er stuk is? Hoe lang het duurt? Ook bij HoogspanningsNet weten we eigenlijk helemaal niets. Ook wij moeten het op Meeden doen met wat pylon geeks vanaf de openbare weg kunnen observeren met hun verrekijkers, netkaarten, logica en ervaring. Bij een gesloten gebouw blijft dan weinig anders dan logica over, en die vertelt ons dat twee nood-omleidingen tegelijk vrijwel zeker een teken zijn van ongeplande problemen. 

Richting het zuidwesten, tussen Ens en Lelystad, hebben we ook te maken gehad met een beroep op de redundantie. De verbinding Ens – Lely 380 wordt verzwaard naar 2635 MVA (4000 A) en dat doet men circuit voor circuit. De verbinding werkt, maar backup is er tijdelijk niet zolang er gewerkt wordt. Inmiddels hebben we vernomen dat de verbinding weer volledig in dienst is, zodat dit knelpunt recentelijk is opgelost. Dat kan nog niet worden gezegd van de situatie op Doetinchem Langerak. Op 17 december 2019 brandde daar een koppeltrafo af. Die is nog niet vervangen zodat het station qua koppelfunctie met 150 kV nog steeds op één been hinkt. Daar komt geen bloed uit, want het 150 kV-deelnet FGU is op dit moment nog een geheel omdat de geplande verdeelnetting nog niet is doorgevoerd. Daardoor is er ook vanaf Lelystad, Dodewaard en Breukelen koppeling met de 380. In die zin is de prioriteit niet zo hoog, al blijft het een feit dat een niet-aanwezige trafo ook niet inzetbaar is als er elders een tweede trafo in de problemen zou raken.

Een andere storing met kennelijk lage prioriteit was een ontplofte eindsluiter op opstijgpunt Cruquius. Die trad vorig jaar oktober op en werd ook pas na een opvallend lange tijd van ruim een half jaar weer verholpen. Waarom dat zo lang moest duren is ons onbekend, maar er was bij de ontploffing wat olie in de grond gelekt, terwijl de herfst van 2019 ook de tijd was van de stikstof- en PFAS-crisis waardoor men opeens niet zomaar meer grond mocht verplaatsen om te saneren. Houdt het verband? Wij weten het niet.

De gifbeker is nog niet leeg, want ook op zee valt het niet mee. Twee van de drie HVDC-interconnectors zijn momenteel niet beschikbaar voor de markt. De COBRA heeft al sinds eind september ergens op zee een nare storing. Men vermoedt een kabelfout ergens op zee en die zijn ingewikkeld te repareren. En eergisteren bedacht de BritNed-kabel opeens dat ie alvast kon oefenen voor een harde Brexit. Ook daar lijkt sprake van een nare kabelfout ergens op zee. Op dit moment functioneert op HVDC alleen nog de NorNed, nota bene de kabel die eigenlijk de slechtste naam heeft van de drie stuks.

Met vier storingen, enkele plekken met werkzaamheden en vrijwel geen decentrale productie deze weken (de donkere dagen voor kerst zijn dit jaar geen half werk) wordt Nederland deze weken gered door het werk van generaties ingenieurs die redundantie, ringvormen en overdimensie prefereerden boven de Amerikaanse strategie van Run2Fail en Lean&Mean. Dankzij een goede reserveband kunnen we ook dit jaar thuiskomen voor een kerst waarbij de lampjes in de boom het gewoon doen.

Afbeeldingen: fysieke omleiding om het gesloten GIS-fort van Meeden-380 heen. Sinds het moment van de foto is daar een tweede omleiding bij gekomen. Midden: we hebben geen beeldmateriaal van binnenin dat fort, maar wel deze oude afbeelding uit de folder Lijnen naar Morgen (SEP). Onder: ook geplande werken vereisen geknabbel aan de redundantie, zoals hier bij Ens – Lely, waar men de transportcapaciteit vergroot door de draden te vervangen.

20 november 2020 Wie dacht dat ie met een semi-permanente noodlijn voor 380 kV in de Eemshaven alles wel had gezien, die moet daar nog maar eens gaan kijken. Wat dacht je van een compleet nood-trafostation? Zeg hallo tegen een nieuwe logee in het koppelnet: Eemshaven Hogeland 380/220 kV.

De Eemshaven was tientallen jaren een plek waar het al voorpaginanieuws was als een zeehond een scheet liet, maar in de afgelopen vijftien jaar is het gebied veranderd in een powerhotspot waar altijd wat te beleven is. 2020 is geen uitzondering: slechts een paar maanden geleden werd het nieuwe trafostation Eemshaven Midden opgeleverd (compleet met een nieuw 110 kV deelnetje) en inmiddels is ook het andere trafostation dat er in aanbouw was in dienst gekomen. Eemshaven Hogeland, vernoemd naar de naam van het poldergebied, is het nieuwste 380/220 kV koppelnetstation van het land. Tevens is het station is een logee, want Eemshaven Hogeland is van meet af aan bedoeld… om weer spoedig afgebroken te worden.

Eemshaven Hogeland staat in de achtertuin van het datacenter van Google in de Eemshaven. Het station kwam dit voorjaar als een duveltje uit een doosje tevoorschijn. Van de pylon geeks die HoogspanningsNet runnen mag verwacht worden dat we er bovenop zitten, maar zelfs bij ons kwam dit station pas aan het licht toen op satellietbeelden fundamenten te zien waren. Normaliter weten we vrij goed hoe de hazen lopen in het speelveld van vergunningen, Rijkscoördinaties, MERs, adviesrapporten en KCD/Investeringsplannen, maar deze keer nergens gepruttel, berekening of zelfs maar een losse suggestie. Vanwege de aard van het gebied is er weinig gedoe met omgevingsvergunningen, bestemmingsplannen of inspraakprocedures, maar euh.. helemaal niets? Verrassingen van dit kaliber zijn behoorlijk zeldzaam en het kan niet anders of het predicaat tijdelijk heeft erin bijgedragen dat een heleboel papierwerk kon worden gebypassed.

Het station is eigenlijk een uit zijn krachten gegroeid provisorium rondom een trafo om extra koppelvermogen tussen 380 kV en 220 kV te creëren. Wie beter kijkt ziet dat de opstelling van deze trafo parallel is aan de drie bestaande exemplaren op Eemshaven Robbenplaat. Zo wordt ook meteen het doel duidelijk: meer koppelvermogen creëren, maar niet op Robbenplaat zelf. Daar is het fysiek vol, plus dat verbouwingen op die plek kunnen vereisen dat een van de bestaande trafo's spanningsloos moet kunnen zonder dat je meteen je bips stoot aan het volgend exemplaar. De trafo op Hogeland is voor zover bij ons bekend een gewoon catalogusexemplaar (een Smit 380/220 koppelaar voor 750 MVA). Hij is aangesloten op twee harde aftakken die via een caravelle en twee portalen naar beneden worden geleid vanaf mastpositie 04 van de Mammoetlijn. Een soort oplossing die zijn gedachte gemeen heeft met de rest van het station: redelijk dun uitgevoerd en meer lijkend op de standaard die voor commerciële stations gebruikelijk is dan wat voor permanente koppelstations in staatsbezit de norm is. 

Dat robuust egineeren hoeft ook niet. De nood is tijdelijk van aard, zo lang de verbouwingen op drie plekken in de provincie Groningen het koppelnet simultaan plagen. Op dit moment wordt de redundantie in het noorden van Nederland deerlijk op de proef gesteld door een defect op Meeden en een noodlijnenspaghetti op Vierverlaten (en ohja, de COBRA is ook stuk). Op dit moment brengt Hogeland daardoor verlichting door meer mogelijkheden om vermogen te verschakelen tussen 380 en 220. Dat helpt tegen klamme handjes op de Berg. Over een paar jaar, wanneer Noordwest-380 tussen Oudeschip en Vierverlaten klaar is en in dienst is, zal Hogeland weer overbodig raken. De 380/220 kV koppeltrafo zal dan meegenomen worden naar Vierverlaten om zich daar bij zijn nieuw opgestelde drie collega's te mogen voegen. De rest van het station zal daarna samen met de al langer bestaande noodlijn weer afgebroken worden – als zich tenminste niet tussendoor een nieuwe ontwikkeling voordoet waardoor de noodlijn of Hogeland langer nodig blijven, want in de Eemshaven weet je het maar nooit.

Afbeeldingen: foto van Eemshaven Hogeland, op zondagmiddag 22 november gemaakt door Bram Gaastra. (Een serie foto's van de bouw van eind augustus zie je hier). Een andere foto van het station en de voltooide caravelle die vanaf de mast omlaag komt is te zien op een foto op de site van de Noorderkrant. Onder: Eemshaven Hogeland op het netschema. Merk op dat het station eigenlijk niks anders is dan een vierde koppeltrafo.

10 november 2020 Gisteren is ALEGrO in gebruik genomen, waarmee België en Duitsland op hoogspanningsniveau voor het eerst rechtstreeks zijn verbonden. Maar ALEGrO is HVDC en dat is op land en binnenin een dicht vermaasd AC-netvlak (bijna) een primeur. Waarom is ALEGrO zoals hij is?

ALEGrO, oftewel Aachen Liège Grid Overlay (zie ook het artikel van 05 oktober) is gisteren met een feestelijk coronaproof persmoment in gebruik genomen na enkele weken testen. Voor het eerst zijn België en Duitsland (in de persoon van Elia en Amprion) rechtstreeks verbonden op koppelnetniveau. 1000 MW energie kan worden uitgewisseld. Eh.. tja, leuk, maar er steken talloze interconnecties de landsgrens over en daar kraait geen haan meer naar, zal men denken na een blik op de netkaart. Maar deze verbinding, geheel op land, is uitgevoerd als een HVDC-grondkabel. En dat is (bijna) een unicum in Europa.

Dat de verbinding als HVDC-kabel is uitgevoerd lijkt vreemd in een dicht vermaasd 380 kV-net. Het is immers eenvoudiger om gewoon een nieuwe wisselstroomverbinding aan te leggen, zodat twee converterstations worden vermeden. Voor wie ALEGrO nu ziet als het begin van het einde van bovengrondse hoogspanning: sorry, de landschapsinvloed is niet het hoofdargument geweest. Hoewel een 380 kV-wisselstroomverbinding van negentig kilometer überhaupt niet ondergronds kan worden aangelegd, was de primaire reden om voor gelijkstroom te kiezen toch nog steeds technisch: wisselstroom zou hier grote problemen geven door zogeheten loop flows.

Europa beschikt over een groot koppelnet waarin alle landen en de grote eilanden zijn gekoppeld. Door seizoensverschillen (belangrijk bij hernieuwbare energie) en door prijsverschillen in brandstoffen is het normaal dat er altijd plekken en landen in het netwerk te weinig produceren voor hun eigenverbruik en anderen juist teveel. Nu eens de een, dan weer de ander. Precies daarvoor is een gekoppeld net ook zo handig: je kan handelen in elektriciteit en elkaar uit de brand helpen. Op het netwerk zelf dicteert natuurkunde: vermogen loopt door alle verbindingen in het netwerk altijd van plekken met productie naar plekken met vraag. In Europa loopt in de winter doorgaans grootschalig vermogen vanuit het noorden naar het zuiden. Dit soort langeafstandsstromen worden loop flows genoemd en net zoals verkeer op doorreis neemt het veel ruimte in op de wegen. Loop flows zijn een van de grotere vraagstukken van de hoogspanningswereld op dit moment.

Vermogen volgt in een wisselstroomnet de weg van de minste weerstand. Het enige wat je dus kan doen om vermogen te sturen is de weerstand van een verbinding kunstmatig vergroten, zodat vermogen liever een andere (om)weg neemt en zich beter verdeelt. Men doet dit met zogeheten dwarsregeltransformators. In België staan dwarsregelaars op Van Eyck en Zandvliet, om te voorkomen dat grote vermogens vanuit Nederland het Belgische net overbelasten op weg naar Zuid Europa. Maar dwarsregeling werkt slechts beperkt. De berekeningen toonden aan dat klassieke dwarsregeling niet voldoende zou zijn in een verbinding op de plek van ALEGrO om overbelasting en ongewenst grote loop flows te voorkomen voorbij Lixhe. En daar komt HVDC om de hoek kijken. Hoewel HVDC twee dure en ingewikkelde converters vereist, is het vermogen over zo'n verbinding stuurbaar tot elke megawatt. Op die manier kan binnen een wisselstroomnet dat wordt geregeerd door de natuurkunde van samengesteld weerstandsgedrag (impedantie) toch alsnog op gecontroleerde wijze stroom worden uitgewisseld tussen België en Duitsland. Hoe dan ook. Wanneer dan ook. Welke richting in dan ook.

Waarom zien we dit dan niet vaker? Het laat zich raden, de afweging tussen de meerprijs en iets lagere betrouwbaarheid van HVDC moet worden afgezet tegen de kosten van additionele netverzwaringen rondom de bestaande eindstations van een nieuwe verbinding wanneer deze als gangbare wisselstroomverbinding wordt aangelegd. Meestal blijkt HVDC het dan vooralsnog af te leggen. Behalve als de voordelen zo groot zijn dat het daadwerkelijk het betere alternatief is. Bij ALEGrO speelde onzichtbaarheid in het landschap de belangrijkste bijrol. Bij de twee verbindingen die ALEGrO in Europa zijn voorgegaan op dit gebied, INELFE (Frankrijk – Spanje) en de Sydvästlänk (Zweden), speelde het landschapsargument niet.  

Feit is dat België en Duitsland deze winter voor het eerst kunnen handelen in elektriciteit zonder dat het via een ander land moet lopen. De kans op elektriciteitsschaarste wordt daarmee opnieuw een steeds verder vergeten boze droom van vroeger.

Afbeeldingen: ALEGrO op de netkaart: voor het eerst zijn België en Duitsland op koppelnetniveau verbonden. Midden en onder: een foto van de bouw van het converterstation op Lixhe en een deel van de plushal van de NEMO-converter, de andere HVDC-verbinding van België, met Groot Brittanië. (Vanwege de coronabeperkingen had ALEGrO geen open dag voor geïnteresseerden, we zullen het tot nader order dus met oud beeldmateriaal moeten doen.)

De HoogspanningsNet Netkaart voor je PC, browser, tablet en telefoon.

– Altijd het net op zak.

Meer info Handleiding FAQ GIS/KML

Actuele load

Waar zijn de netprojecten?

Kijk waar de netuitbreidingen zijn!
Netuitbreidingskaart TenneT
Netprojecten Elia
TYNDP Europa door ENTSO-E

Credits en copyright

Creative Commons Licentie

Tenzij anders vermeld, bevindt de content op deze website zich onder een CC BY-NC-ND-licentie.

Lees de volledige disclaimer hier.