Ton Mast cartoon

We krijgen in de mailbox soms vragen waar de cartoons op deze site vandaan komen.

Sinds 2011 neemt de cartoon Ton Mast eigenaardigheden van de hoogspanningswereld op de hak en fleuren we de website ermee op. De cartoons worden in eigen huis gemaakt door twee mensen waarvan eentje in de pretparkwereld werkt en als kind dol op cartoontekenen was. De ander heeft het zich later eigen gemaakt vanwege een goed hoogspanningsgebruik: redundantie.

Strategisch nut van een cartoon

Een cartoon is handig om een pagina minder droog te maken. Belangrijker is dat een cartoon het zich kan permitteren randen op te zoeken die met geschreven tekst onmogelijk zijn. Een voorbeeld. Het is publiek geheim dat de meeste mensen achter HoogspanningsNet weinig zien in wintracks terwijl deze masten zich juist buitengewoon goed lenen voor stekelige grappen. Met geschreven tekst is iedere opmerking bijtend zwart op wit. Met een cartoon kan je hetzelfde vertellen terwijl de angel eruit is. Zo geeft een cartoon ons een verlengstuk in schrijversvrijheid.

   

Een tweede doel, even belangrijk, is dat we met een cartoon ook onszelf op de hak kunnen nemen.

De cartoon gebruikt meestal een jongenspersoon met de naam Ton Mast (niet toevallig ook een mastmodel) en Ton representeert het irritante aan pylon geeks – juist wat we in het dagelijks leven proberen te vermijden, maar door het op deze manier te grabbel te gooien wordt het lekker ongemakkelijk.

Ton heeft een vroegwijs, betweterig karakter en vindt het volledig vanzelfsprekend dat de hele wereld net als hijzelf perfect verstand heeft van hoogspanning. Hij wordt kwaad of geïrriteerd als iemand anders wereld daar niet om draait. Om dat uit te vergroten komt in sommige cartoons een vriendje voor (de jongen in een gestreept hemd) en ondanks dat dat personage duidelijk groter en ouder is, is Ton hem de baas en is het telkens Ton die hem van repliek dient als hij iets vanzelfsprekends uit de hoogspanningswereld niet begrijpt.

South Park en Frankenstein

Oorspronkelijk was er één tekenaar terwijl een ander persoon het plot uitdacht. Het pseudoniem door Ot en Nien (soms ligt het té mooi voor het doel) refereert ernaar. Het is lastig om met meerdere personen cartoons te tekenen. Iedereen heeft een andere tekenstijl. In dit geval liep het anders omdat we geholpen worden door moderne middelen. De tekenaar werkte digitaal in het opensource vectortekenprogramma Inkscape. Daardoor kunnen bestanden worden uitgewisseld en hergebruikt. Er zijn setjes ogen, armen in allerlei houdingen en enkele objecten zoals een paar hoogspanningsmasten die standaard voorhanden zijn. Tekenen is een combinatie van nieuwbouw en samenstellen. Dat kan ook een tweede persoon leren.

Grootschalig is dit ook de manier die ze bij South Park gebruiken. Een beperkte set monden, ogen en houdingen die gecombineerd bijna alle emoties kunnen uitdrukken en waardoor een universele stijl ontstaat. Is dat lui? Misschien. Maar het is vooral efficiënt. Het is ook de reden waarom we in grijstinten werken. Dat gaat sneller en het voorkomt mismatch in kleuren.

   

Interface van Inkscape in een ouder besturingssysteem en de Frankensteinbak van eerder gebruikte hoofdjes, ledematen en andere objecten.

Voorafgaand aan het tekenen wordt eerst in het Frankensteinbestand gekeken. Wie weet ligt er in de benenbak, bij de armenstapel of op de ogenberg wel een lichaamsdeel dat met wat kleine aanpassing, schaling, spiegeling of rotatie kan worden hergebruikt. Wie goed naar meerdere cartoons kijkt zal herkennen dat dezelfde objecten, armen of houdingen van Ton vaak op identieke wijze terugkomen. Door dit gebruik groeide de tekenstijl van beide tekenaars met het toenemen van het Frankensteinbestand steeds meer naar elkaar toe.

Toch is met name in de oudere cartoons te zien wie van de tekenaars verantwoordelijk was voor een bepaalde editie. De ene tekenaar tekende het karakter Ton als een jochie van een aantal jaren ouder dan de andere tekenaar: zeg eens een jaar of twaalf tegen een jaar of acht. Het beste is dat te zien aan de schouders. Verder verschilt tot op de dag van vandaag de stijl van de achtergronden omdat die telkens maatwerk zijn en per cartoon nieuw moeten worden gemaakt.

Ton in de (uiterste) stijl van de twee tekenaars. Merk op dat sommige delen vrijwel identiek zijn (kapsel, pet, haarlok), maar dat de lijndikte, de ogen, bovenlip, het lijf en de kleur T-shirt met een Nirvana-smilie verschillen. Door uitwisseling van bestanden zijn nieuwere Tons sterkere mengvormen dan oudere Tons.

Op deze site zijn religie, politiek (man en paard) en moderne maatschappelijke gedragingen taboe. Op alle andere gebieden kan de cartoon zich wel begeven. Daarbij hoeven we niet altijd politiek correct te zijn. We zijn niet bang voor wat getekend naakt, een toiletgrap of snedig taalgebruik als het zo uitkomt. De kracht van een cartoon is immers dat je ongemakkelijke randjes mag bewandelen. Randjes die in de loop der jaren maatschappelijk opschuiven – en ook juist weer terug kruipen, waardoor heel soms toch een cartoon in een ander licht komt te staan. Een exemplaar uit 2013 waarin het nieuwe Chinese klasgenootje van Ton twee eetstokjes omhoog houdt en Win-Track zegt, zouden we tegenwoordig niet meer getekend hebben.