Klimvoorziening

Voor het onderhoud is het noodzakelijk om in de mast te kunnen klimmen. De meeste masten hebben daarom een klimvoorziening, zelfs buismasten.

Hoogspanningsmasten en klimmen, het blijft een spanningsveld. Aan de ene kant wil je dat de lijnwerkers gemakkelijk en vooral veilig omhoog kunnen, aan de andere kant wil je juist niet dat allerlei onverlaten, studenten met een biertje teveel op of jongens die nog jongen mogen zijn zomaar de masten in klimmen. Feit is dat een klimvoorziening vrijwel altijd aanwezig is, maar dat het op veel verschillende manieren kan zijn uitgevoerd.

De meest gebruikelijke klimvoorziening van dit moment: klimbouten en een veiligheidsdraad. Foto door forumlid Alex P.

Klimbouten en beugels op de randstaven

De simpelste klimvoorzieningen zijn zogeheten klimbouten of klimhaken die op de randstaaf zitten. Soms op een van de vier randstaven, maar meestal op twee randstaven tegelijk, diagonaal tegenover elkaar, zodat je op twee plekken omhoog kan. Dat is met opzet, zodat bij masten met twee circuits dan altijd kan worden geklommen aan de zijde die is vrijgeschakeld. Klimbouten kunnen een omgebogen punt hebben waardoor een langgerekte haak ontstaat. Ze kunnen ook gewoon bestaan uit een staafje of een lange bout. Ze zitten om en om gemonteerd zodat er een zigzagpatroon ontstaat waarin het voor mensen (lees: een variant op apen) op redelijk natuurlijke wijze klimmen is.

   

Klimbouten op een randstaaf. Hierin klimmen is niet ingewikkeld voor dieren met handen. Soms zijn er in de traversen ook loopplanken aangebracht. Foto’s door Hans Nienhuis en Ot Lesley.

Ladder op de torenwand

Het nadeel van klimbouten is dat ze aan de buitenzijde van het mastlichaam zitten. Bij kleine smalle masten kan je dan met je rug wel eens dicht in de buurt van de draden komen zodat je er pas in kan klimmen als de stroom is afgeschakeld. Dat is bij een dubbelcircuitlijn wel te doen, maar bij bijvoorbeeld een driehoeksmast waarbij je maar één circuit hebt waarvan één draad altijd aan de overzijde van de toren te vinden is, betekent het afschakeling van je hele verbinding. En afschakelingen, daar heeft men bij de netbeheerder in de bedrijfsvoering een hekel aan. Wanneer er op de torenwand zelf voldoende ruimte is, schroeft men ook wel eens een ladder gewoon in het midden tegen de torenwand aan. Bij buismasten is dit standaard, want daar kan het niet anders. Je kan ook moeilijk van de onderhoudscrew verwachten dat ze kunnen paalklimmen zoals Ecuadoriaanse bananenboeren.

Het later aanbrengen van een ladder op de torenwand komt ook voor wanneer er een reconstructie is geweest. V-ophanging bijvoorbeeld, zodat de klimbouten opeens te dichtbij de draden zitten om een veilige klim mogelijk te maken. Of de ladder dan op de buitenkant van de toren zit of erdoorheen loopt is meestal een praktische keuze: waar is er ruimte en waar zit er geen torsieverband in de weg.

Een ladder op de torenwand vereist stalen zenuwen bij de beklimming en ook is het moeilijker om balkonnetjes of andere voorzieningen te monteren. Merk op dat op het broekstuk op alle vier de randstaven klimbouten zitten, die telkens een meter of twee afwezig zijn ter hoogte van de knoopplaten op de randstaven. Daar heeft een engineer een maandagmorgentje gehad… Foto door Hans Nienhuis.

Ladder met balkons binnenin de toren

Bij grotere masten of bij masten waarbij er binnenin de toren voldoende ruimte is, zet men graag de ladder middenin de toren. Dat is ideaal, want je blijft aan alle kanten veilig uit de buurt van de draden. Zodra de masten verder toenemen in hoogte wordt het langzaamaan een hele klim om boven te komen. Er worden ter hoogte van de traversen balkonnetjes met persroosters aangebracht om makkelijker de traversen in te kunnen en de ladder een aangename schuinheid te laten houden zodat hij makkelijker klimt (de theorie) of om even op uit te puffen (de praktijk). In de traversen kan ook in een loopplank zijn voorzien.

   

Balkons laten de mast al snel heel groot lijken, maar het zijn ook voorkeursplekken voor vogels om op te nestelen. En je kan altijd overdrijven: de minibar rechts in het broekstuk is groot genoeg voor een heel dispuut studenten om met een krat pils en een barbecue een beetje te fluiten naar de vr… eh, hier stoppen we discreet met mensen op ideeën brengen. Foto’s door Bart Sondaar en Gerard Nachbar.

Grote buismasten hebben genoeg ruimte in de koker om net als bij een windmolen een interne ladder toe te passen. Niet altijd wordt dat gedaan, want het vereist deuren en dat zijn verzwakkingen van de kokerconstructie. Wintracks hebben ze wel, maar de grote maten Muguets van Amprion bijvoorbeeld weer niet.

Kooiladder met looppaden

Gaan we nog een slag groter, dan wordt meestal aan een totaalvoorziening gedacht. Een kooiladder is een fijnere manier om te klimmen dan een open trapje. Een loopplank met railing, zeker in kattenoren of een nonnenkap, is dan ook wel prettig. Het waait steeds harder op grote hoogte. Vanwege de afmetingen van de mast is de ruimte tussen de kruisende latten ook steeds groter, zodat je niet meer zo eenvoudig van de ene op de andere lat kan hoppen. Een loopplank wordt steeds belangrijker. En soms moeten obstakellampen bereikbaar zijn om ze te onderhouden.

   

Bij de allergrootste masten is er in meerdere kooiladders, soms zelfs een rondloopje (om obstakellampen te vervangen) of zelfs een heuse lift voorzien. De meer dan tweehonderd meter hoge masten van Elbekreuzung I en II hebben een centrale kolom (een buis) met een wenteltrap en een heus liftje in het midden. En deze grote mast in Antwerpen heeft een soort omheenwenteltrap. Foto’s door Michel van Giersbergen.

De veiligheidsdraad of Latchway

Naast de railings, balkons en loopplanken zit er in Nederland tussen de klimbouten of op de ladder nog wat anders vast: een valbeveiliging. Hoogspanningsmasten zijn hoger dan twee meter (ohja?) zodat een valbeveiliging verplicht is voor werkend personeel in de mast. In de late jaren 90 zorgde een verandering van de wetgeving ervoor dat een klimgordel met twee zekeringshaken niet meer voldoende was om een mast te mogen beklimmen. Voortaan moest een veiligheidsdraad worden gebruikt. Die zat er niet op, zodat rond de eeuwwisseling alle Nederlandse hoogspanningsmasten stuk voor stuk moesten worden uitgerust met een veiligheidsdraad over de klimhaken en de ladder.

   

Latchway op de ladders van hoogspanningsmasten. De roestvrijstalen draden zijn er voor de veiligheid van beklimmend personeel (een prima reden op zich), maar ze ogen wel een beetje overtrokken en vallen blikkerend in de zon soms aardig op. Foto’s door Hans Nienhuis.

De firma Latchways kreeg deze megaorder (waarna er vermoedelijk een leuke fles champagne openging in het hoofdkantoor, want er stonden rond de eeuwwisseling ruim 13.500 mastposities in Nederland) en na enige tijd gebeurde hetzelfde als met Luxaflex, Velux en Bahco: de naam van de firma werd als vanzelf de roepnaam van het artikel in het algemeen. De veiligheidsdraad wordt vaak gewoon latchway of de latchway genoemd. Niet helemaal correct, maar wel duidelijk.

Gelegenheidsklimmers ontmoedigen

Op hoogspanningsmasten zit in de meeste landen een zogeheten geslotenverklaring. Of in de volksmond, een verboden toegang artikel 461. Door deze verklaring leesbaar aan te bieden is de eigenaar van het onroerend goed gemachtigd om ongeautoriseerde personen van het terrein af te sturen op straffe van een flinke boete. Onder terrein kan ook een constructie worden verstaan en het betekent in de praktijk dat het klimmen in een hoogspanningsmast een overtreding is die een gepeperde boete kan opleveren, plus een vermelding in het plaatselijke sufferdje.

Houten palen lijken moeilijk te beklimmen, maar als ze niet te dik zijn valt dat best mee. Je hebt voldoende lenige jongelui die uitstekend kunnen paalklimmen. De vraag is alleen of dit opzichtige verbod niet averechts werkt in deze tijden van challenges en andere bezigheden waarmee met name jongens in de vuurwerkleeftijd (en iedereen weet nu wat we bedoelen) elkaar proberen op te jutten. Foto door forumlid Arie.

De meeste klimmers zijn gelegenheidsklimmers. Verveelde jongelui, kinderen die een durfspelletje spelen en een groepsgenootje opnaaien, of een psychiatrische patiënt die de weg helemaal kwijt is en die zonder vooropgezet plan in een impuls de klim wagen. Voor dit soort beklimmingen geldt dat het meestal kan worden voorkomen door de klimvoorziening pas op tweeënhalve meter hoogte te laten beginnen. Je hebt dan een hulpmiddel nodig voordat je aan de klim kan beginnen. In de meeste gevallen voorkomt dat een hold my beer en blijft de mast en ook de klimmer gevrijwaard van problemen.

Extra ontmoediging voor klimmers in de vorm van afscherming met tanden. Op het vasteland zien we dit maar weinig, maar in Engeland wordt het wijdverbreid toegepast. Foto door Gerard Nachbar.

In stedelijk gebied, op het platteland vlak naast een zuipkeet, of in een andere hangplek of vlakbij een speeltuintje wil het nog wel eens gebeuren dat men zwaardere maatregelen neemt. Op het broekstuk worden dan vertandingen aangebracht die het fysiek heel moeilijk maken om in de mast te klimmen. Dergelijke tanden en prikkeldraad zien we met name in Engeland, waar dit eigenlijk standaard wordt gedaan, zelfs op het platteland. Op het vasteland wordt het minder gedaan, vooral omdat het lastig is voor de legitieme onderhoudsploeg.

Serieuzere klimmers en koperdieven

Er zijn ook klimmers die niet vanuit een impuls handelen. Mensen die aan urbexing doen, basejumpers en soms ook zendpiraten die hun antenne stiekem in de mast schroeven doen dat onder dekking van de nacht en ze doen doorgaans huiswerk voordat ze erin klimmen. Hun doel is de beklimming an sich (urbex), eruit springen met een parachute (basejumpers) of het ophangen van het zendbaken van Radio Clarabella. Dit soort klimmers worden zelden betrapt en ze komen meestal ongezien weg met de beklimming. Het is ook onbegonnen werk om dit volledig uit te bannen, want de netbeheerder heeft wel wat belangrijkers aan het hoofd.

Klimvoorzieningen (hier nog net te zien aan de linkerzijde van de mast) maken onderhoud makkelijker, maar helaas ook diefstal. Hier zien we een slachtoffer in de buurt van Kesteren, waar een van de twee bliksemdraden uit is geknipt. Levensgevaarlijk, maar gelukkig staat de netbeheerder niet helemaal machteloos. Foto door Ruben Schots.

Koperdieven zijn zoiets belangrijkers. Deze categorie klimmers is erop uit om de bliksemdraden van met name oude kleinere hoogspanningslijnen te stelen. Voor een paar honderd kilo schroot wagen ze hun leven en riskeren ze een grote stroomstoring. Daar hebben netbeheerders een grote hekel aan: zo groot zelfs dat het bijkans de enige gelegenheid is waarbij je de persvoorlichters kwaad de camera in ziet kijken. In het verleden is in Nederland het leger wel eens ingezet om wacht te lopen bij bepaalde verbindingen in Limburg. In dezelfde verbindingen zijn de koperen bliksemdraden zelfs voortijdig en tegen een flinke meerprijs vervangen door het minder interessante aluminium, puur om een einde aan de terreur van diefstal te maken. Dat kan alleen niet zomaar in alle verbindingen worden gedaan.

Er worden ook nog allerlei manieren toegepast om de verbinding te beschermen en te voorkomen dat zo’n diefstal slaagt. Om begrijpelijke redenen gaan wij daar niet op in.

Wintracks doen alles anders

Wintracks zijn anders. In alles. Ook in hun klimvoorziening. Ondanks het deurtje en de ladder binnenin is er ook aan de buitenkant een klimvoorziening. Maar ja, een ladder valt nogal op (daar krijgen architecten jeuk van) en ook klimt er dan dan weer allerlei gespuis in de wintracks. Men heeft dat opgelost door een systeem te nemen van de Zwitserse firma Highsteps, die een klimvoorziening hebben geleverd die simpelweg niet te beklimmen valt als je geen speciale klimschoenen hebt – en een gedegen training in hoe je die gekke schoenen zonder doodsangsten kan gebruiken.

   

Close-up van de wintrackladder met bijbehorend klimgerei op een open dag. Men ziet dat er speciale schoenen, een eigen soort borging of zekering en ook een flinke dosis lef en evenwichtsgevoel nodig is bij de dappere monteur. Voor de monteur die nog even door moet: er is ook een elektrische variant op de markt. Foto’s door Hans Nienhuis.

Bij HoogspanningsNet vangen we wel eens wat op en laten we het zo zeggen, Histeps is een verbazend systeem, maar de eerste enthousiaste twinkeling in de ogen van een monteur of constructiewerker die van deze ladder gebruik moet maken moeten wij nog tegenkomen… Verder heeft de opkomst van superhoogwerkers de noodzaak tot deze ladders kleiner gemaakt. Ze zitten er nu eenmaal op, het werkt (nuja, het functioneert) en er klimt gegarandeerd geen gelegenheidsklimmer in de mast, dus het doel is in elk geval bereikt. Maar of ook de monteur zijn vijftig meter hoge doel ermee bereikt? Gelukkig is er ook voor Histeps een euh.. traplift.