Splitsingsmast
Splitsingsmast
Branch
Abzweigmast
splittermast
splitsingspaol
Op splitsingsmasten komen draden vanuit drie richtingen samen of gaan uiteen, zonder dat circuits elektrisch contact maken in een drieweg. Er wordt niet getakt.
Er zijn meerdere varianten denkbaar waarbij circuits in drie richtingen op een mast samenkomen. Zo kan een circuit een bocht opzij maken zodat de lijn zich als het ware splitst vanuit praktische overweging, of er wordt een zogeheten inlussing gemaakt. Dat kan ook met een opstijgpunt worden gecombineerd, want omlaag is ook een richting. Vier richtingen is in theorie ook mogelijk (we kennen bij HoogspanningsNet precies één voorbeeld) maar daar beland je al snel in een soort overlap met een kruisingsmast. We gaan de verschillende mogelijkheden bij langs.
Splitsing vanwege een inlussing
Splitsingsmasten voor ingeluste station. Eén van de circuits wordt als het ware zijwaarts uitgenomen en maakt een U-vormige omweg over een zijwaartse steeklijn naar een station buiten beeld van de foto. Links een klassieke inlussing bovengronds, rechts een nieuwere situatie waarbij de inlussing ondergronds is aangesloten.
Splitsingsmasten dragen per definitie twee of meer circuits. Logisch, anders valt er niets te splitsen en kan er alleen maar afgetakt worden. De splitsingsmast vervult de fysieke functie van het uit elkaar laten wijken van de circuits. Het zijn vaak zwaargebouwde mastposities die hun constructie delen met een hoekmast, en soms zelfs ook een echte hoekfunctie hebben.
Een inlussing is een veelgebruikte manier om een nieuw trafostation in een bestaande hoogspanningslijn op te nemen wanneer dat station niet pal onder de verbinding zelf kan worden gezet. Een circuit van een bestaande verbinding wordt dan doorgeknipt, de beide uiteinden worden verlengd, met een knik opzij geleid en als het ware weggeleid in een grote U-bocht over een nieuwe zijwaarts weglopende verbinding Op het uiteinde (onderin de U) wordt vervolgens het nieuwe station gesticht. Er ontstaat dan een drieweg van drie circuits en de mast waarop de zijwaartse uithaal wordt gemaakt is de splitsingsmast. Meestal vertrekt de nieuwe zijwaartse uithaal haaks op de bestaande verbinding, maar er zijn ook voorbeelden waarbij het op een hoekmast wordt gedaan zodat een fraaie drieweg ontstaat.
Links: klassiek geval van een splitsingsmast met een inlussing die rechtsaf slaat, haaks op de oudere lijn. Rechts: dubbele inlussing, dat kan ook nog. Het levert een hell of a splitsingsmast op, zoals hier bij Breukelen. Foto links door Ruben Schots.
Splitsing uit praktische overweging
Niet altijd is er een later aangebrachte inlussing betrokken bij een splitsing. Het komt ook voor dat men gewoon twee circuits in twee verschillende richtingen wil leiden. In dat geval kan van begin af aan gekozen worden voor een splitsingsmast. Een andere splitsingssituatie verschijnt als een nieuw station wordt ingeknipt in slechts één circuit van een verbinding die uit twee of meer circuits bestaat. Op twee masten wordt dan één circuit omlaag geleid, zodat een derde richting ontstaat.
Splitsingen zonder inlussingen. Links Ellewoutsdijk, waar tweemaal twee circuits een andere weg op gaan. Rechts een splitsing door inknipping van een nieuw station in slechts één van de drie circuits. Foto’s door Michel van Giersbergen en forumlid PJK.
Splitsing vanwege meelifters of vanwege gecombineerde situaties
Met combinatiemasten waar vier of nog meer circuits tegelijk in hangen kan je de meelifters (de circuits met de laagste hiërarchie of spanning) naar believen laten splitsen, aftakken of afstappen en in de meeste gevallen krijg je dan een splitsingsfunctie voor alleen die circuits of dat netvlak. Niettemin is dit ook een splitsingsmast op de netkaart, hoewel zulke masten soms ook als specials worden gekend in assetlijsten of technische beschrijvingen. In ieder geval kan je de meest gekke dingen tegenkomen. Beperken we ons tot splitsingen waarbij we bovengronds blijven, dan zien we opnieuw inlussingen, richtingsveranderingen of een enkele keer een caravelle.
Deze zware verbinding is ontworpen op vier circuits voor 380 kV, maar de onderste twee voeren 220 kV in de praktijk. Een forse inlussing op Delfzijl was nodig voor vier circuits. Dat geeft een aardig klimrek in het Groningse weiland, en dit staketsel vervult de taak van een dubbele inlussing in een gecombineerde lijn. Foto door Tom Börger.
Schuine traversen voor een of meer circuits die de zwaardere lijn komen vergezellen zijn ook een vorm van een splitsingsmast. Net als een inlussing op de combinatiecircuits, of zo je wil een dubbele inlussing op de meelifters die ook nog eens een opstijgpunt nodig hebben. Hoe meer circuits, hoe ingewikkelder het wordt, maar nergens wordt er getakt. In Nederland is vooral de combinatieverbinding 380/110 kV Zwolle – Meeden een grote naam in bizar gedrag van meeliftende circuits. Over de volle lengte van de 107 kilometer lange verbinding hangen meeliftende 110 kV-circuits en op maar liefst negen plekken worden inlussingen, afstap, splitsingen en ook aftakken gemaakt. (Wie powersafari wil, volg deze verbinding maar eens op de netkaart of in het echt.)
Duoton Helmond, waar een gecombineerd circuit als meelifter onder de 380 kV-lijn komt te hangen. Rechts: opstijgpunt Holsloot Schoolstraat, waar vier circuits de grond in duiken. Foto’s door Michel van Giersbergen en Hans Nienhuis.
Ohja, we hadden beloofd de ons enige bekende situatie van een splitsingsmast met vier richtingen nog even te bekijken. Het is mastpositie 152 van (hoe kan het ook anders) Zwolle – Meeden, ten noordoosten van Emmen aan de Pottendijk / Vesterswijk. Het is een gecombineerde situatie van een kruisingsmast en een dubbele splitsingsmast, waarbij er fysiek in vier richtingen circuits bij de mast vandaan lopen. Wie ook nog eventjes de bonus-fasewissel in een van de 110 kV-meelifters spot begrijpt meteen waarom pylon geeks zo’n ding een vijfsterrenrecentie geven.
Emmen Vesterswijk. Tel de mastfuncties die hier letterlijk en figuurlijk samenkomen. Foto door Michel van Giersbergen.
Herkenning in het veld:
▫ Splitsingsmasten zijn doorgaans zwaargebouwde masten met een afwijkend ontwerp (zoals gedraaide traversen)
▫ Twee of meer circuits komen samen of gaan uit elkaar, er zijn minimaal drie fysieke vertrekrichtingen
▫ Tussen de circuits wordt geen onderling elektrisch contact gemaakt. Ze veranderen alleen van richting
▫ Op een netkaart raken de circuits elkaar nooit (verticale overkruising als tekenartefact daargelaten)