Chainette of cross-rope
Schoormast, chainette
Chainette, cross-rope
(nb)
(nb)
(nb)
Wanneer je twee vertuide benen neerzet (al dan niet op één punt) en de traverse bovenin de mast vervangt door een strak gespannen kabel, ontstaat een zogeheten chainette of cross-rope.
Een chainette is op zijn beurt weer een doorontwikkeling van een guyed V. Het is ongeveer het uiterste wat je kan bereiken wanneer je met zo min mogelijk materiaal een mast wil bouwen die je nog met droge ogen een hoogspanningsmast kan noemen. Kleine chainettes zijn er voor enkelcircuitlijnen, maar er zijn ook grote versies voor dubbelcircuits en HVDC.
Een chainette in Rusland voor een 110 kV-circuit. Deze heeft maar één fundament en wordt soms gezien als een variant op een guyed V. Er zijn ook versies met twee losse benen en fundaties. Foto: Ikf777777, Wikipedia (CC BY-SA).
In Nederland worden chainettes niet gebruikt. Zoals alle andere schoormasttypes zijn ze hier verboden voor permanent gebruik. In België is er een bijzondere toepassing waardoor chainettes alsnog een soort van plek in de mastenpopulatie hebben verworven: het is Elia’s voorkeursmodel voor tijdelijke masten of als noodmast bij calamiteitenherstel.
Chainettes in België zijn er alleen als tijdelijke masten of als noodmasten. Niet te onderschatten trouwens, want het exemplaar op de foto deed dienst als noodoplossing voor 380 kV. Foto’s door Bavo Lens.
Net als met hun nauwe verwant de guyed V is de chainette populair in landen met lange afstanden omdat de mast uiterst goedkoop is. Soms heeft deze twee fundamenten, soms ook slechts ééntje. Wanneer het landgebruik vooral uit niet-landgebruik (woeste gronden) bestaat zijn de verontrustend brede, zijwaarts afgespannen tuien geen probleem. In Afrikaanse landen, Argentinië en Australië zijn chainettes populair. De draden kunnen op verschillende manieren binnen de beide benen worden ingehangen. Naast elkaar, in een omgedraaide driehoekvorm en in uitzonderlijke gevallen zelfs alle zes naast elkaar of in twee verdiepingen. Ook in landen waar het kan ijzelen, zoals Canada, zijn chainettes hier en daar aan te treffen.
In Zweden zijn ook chainettes te vinden, maar hier betreft het een soort overgangsvorm die kenmerken heeft van zowel een chainette en een guyed V. Deze varianten met een balkje bovenop is er de reden van dat er internationaal al decennia wat onenigheid heerst over of een chainette nu echt een eigen mastmodel is of dat het als een variant op een guyed V moet worden opgevat. Kiessling et al. (2003) vat hem op als een apart model omdat het frame soms op één fundament staat, maar net zo vaak los van elkaar alsnog op twee fundaties staat. Dat lijkt een goed argument. Als je de V onderaan open knipt is het geen V meer.
Zweedse hybride tussen een guyed V en een chainette toont aan dat er overgangsvormen zijn. Foto door Mark van der Meer.
Limiet aan trekkrachten
Chainettes zoals de kleinere types bovenaan deze pagina gebruiken hun isolators in een dubbeldoel. Zowel de onderlinge draadisolatie als de trekkracht tussen beide benen van de mast worden ermee opgevangen. Ook de noodchainette in België doet dat. Maken we de mast groter, dan worden deze extra trekkrachten te groot voor isolators en moet er gewerkt worden met losse kabels die beide benen samentrekken terwijl de isolators zelf alleen het draadgewicht dragen, net als in gangbare masten.
Zware chainettes zoals die van het Zuid Afrikaanse ESKOM zijn uitgerust met normale hangende isolatorkettingen die op hun beurt aan de kabels hangen tussen beide benen, of zelfs aan een eigen losse kabel in een boogje. De mast is buitengewoon efficiënt en men gaat er in ronkende publicaties van uit dat zelfs dubbelcircuit-chainettes met zes fasedraden maar ongeveer de helft tot eenderde kosten van vrijstaande deltamasten. Wanneer je in een leeg land met grote afstanden, veel metaaldiefstal en weinig ijzel zit is dat prettig.
Links: ESKOM (de netbeheerder van Zuid Afrika) is dol op chainettes, onder andere omdat je de benen als gelaste subdelen kan maken zodat er nauwelijks diefstal van staven mogelijk is. Er zijn nog heel wat andere circuitconfiguraties mogelijk in een chainette (zie deze PDF). Rechts: Kiessling et al. (2003) vat de chainette op als een eigen mastmodel, een visie die wij hier volgen.
Herkomst van de naam
Chainette (fonetisch: sjenet) is een Franse term. Omdat deze masten niet in Frankrijk voorkomen doet het vermoeden dat hun toepassing in Quebèc de reden is dat ze zo genoemd worden. Chain is zowel in het Engels als in het Frans een ketting en dat klopt wel met hoe de bovenbouw van de mast eruitziet. Cross-rope laat ook weinig aan de verbeelding over: vanaf de grond wordt over twee benen heen een touw of kabel geleid tot aan de andere kant het andere grondanker is bereikt.