Circuit, bundel, geleider

Hoe heet alles dat met de draden te maken heeft?

De hele hoogspanningslijn: een verbinding

Een hoogspanningslijn als geheel heet een verbinding. Hij verbindt twee of soms meer stations met elkaar. Ondergronds heet het een grondkabel of kortweg kabel, en bovengronds heet het een luchtlijn of kortweg lijn. In de media hoor je wel eens hoogspanningsleiding, maar dat is een onjuiste term. Een leiding is een pijp of een buis.

Een verbinding bestaat uit een of meer circuits

De verbinding draagt een of meer circuits (bij wisselstroom) of polen (bij gelijkstroom). Een circuit, in België ook als draadstel gekend, is een volwaardig samenstel van draden waarmee elektrisch vermogen kan worden getransporteerd. Twee circuits kunnen onafhankelijk van elkaar werken, maar vaak worden ze wel gezamenlijk bedreven. Verbindingen hebben meestal een of twee circuits, maar je hebt ook zwaardere lijnen met drie of vier circuits in de masten.

Een circuit bestaat uit fasedraden

Circuits voor wisselstroom bestaan uit fasedraden. Ze heten zo omdat de spanning in zulke draden een cyclus doorloopt. Meer daarover kan je lezen in de St(r)oomcursus. Wisselstroom met drie fasedraden is het meest gebruikelijk. Systemen met twee fasedraden bestaan ook, zoals voor het Duitse bahnstromnetz. Bij gelijkstroom kunnen we ook van een circuit spreken, maar niet van fasedraden. Er is bij gelijkstroom geen cyclus, maar het zijn eenvoudigweg polen, net als een batterij.

Een fasedraad bestaat uit een of meer geleiders

Een fasedraad op zijn beurt bestaat uit een geleider. Bij kleinere verbindingen is een fasedraad ook echt één geleider, we spreken dan van een enkelvoudige geleider. Bij zwaardere verbindingen zijn het bundels van twee, drie of vier individuele draden die een bundelgeleider worden genoemd.

Bovenin de hoogspanningslijn hangt de bliksembeveiliging

Boven de circuits treffen we bij grotere verbindingen ook dunne draden aan die geen onderdeel zijn van de circuits. Ze hangen niet aan isolators en zijn ook niet bedoeld om nuttig vermogen te transporteren. Het zijn de bliksemdraden. Afhankelijk van de bouw van de verbinding kan het er één draad zijn, maar ook twee of soms drie.