Amovering

Ook bij grondkabels raakt er wel eens een buiten dienst. Wat gebeurt er nadat de breakers voor het laatst zijn geopend?

Een grondkabel kan te krap raken. Hij kan dan het vermogen niet meer aan dat nodig is om te worden getransporteerd. Waar bij luchtlijnen dan nog wel eens zwaardere draden kunnen worden gebruikt, kan een grondkabel niet meer worden veranderd wanneer hij is gelegd. Ook kan een kabel vanwege beschadigingen, veranderingen van het landgebruik of veroudering buiten bedrijf raken. Het meeste komen tracéwijzigingen voor, waarbij de kabel over een gedeelte van zijn loop moet worden veranderd zodat er een gedeelte buiten functie raakt. Geheel of gedeeltelijke sloop, met een net woord amoveren, is voor een kabel diep in de grond een ander soort klus dan voor een bovengrondse lijn. Ook met andere keuzes, want meestal is het de beste keuze om de kabel opzettelijk juist niet te ‘slopen’. Opgraven is nogal een operatie, er is veel mankracht, geld en ook broeikasgasuitstoot mee gemoeid wanneer de machines op brandstof lopen.

Herbenutten, slapen of verlaten

De meeste kabels van vandaag zijn XLPE-kabels. Een droge kabel waarin geen olie zit en die inert zijn als ze in de grond liggen. Raakt zo’n kabel vanwege stadsuitbreiding een hinderpost die graag een ander tracé moet krijgen, dan wordt hij zogeheten gekapt: er wordt een nieuw stuk tracé aangelegd over een andere loop en de gedeelten van de kabel die nog in dienst blijven worden daaraan verbonden. Het geknipte stuk wordt dan uitgegraven.

Verlaten grondkabels staan alleen op de netkaart als ze nog relevantie hebben. Tussen Terwinselen en Vegla ligt een verlaten grondkabel sinds 1987 (twee 150 kV-circuits). In de decennia ervoor stond er in Herzogenrath een glasfabriek die zoveel stroom vroeg dat een netaansluiting in Nederland het handigst was. De aansluitvelden bestaan nog, maar de kabel zelf is intussen een relict.

Wanneer een hoogspanningskabel als geheel geen nuttig doel meer dient door bijvoorbeeld een capaciteitstekort of veranderingen in de netstructuur, dan wordt deze meestal gewoon afgeschakeld waarna hij verlaten achterblijft in de grond. XLPE kan geen olie lekken en GPLK (voor middenspanningen) staat niet onder oliedruk. De olie die de massa vormt is viskeus en lekt nauwelijks tot niet als de kabel lek slaat. Soms kan een afgedankte kabel geheel of gedeeltelijk een nieuwe rol krijgen in een lager netvlak, maar meestal doet men dat niet en blijft de kabel achter. Verwijderen van XLPE en GPLK is belastender voor het milieu en de omgeving dan de kabel gewoon laten liggen.

Er is bij laten liggen ook een middenweg mogelijk die men slapen noemt. De kabel wordt niet gebruikt en kan ook niet zomaar met één druk op de knop weer in dienst komen, maar wordt technisch wel gehandhaafd als actieve asset zodat bij eventuele onvoorziene veranderingen in de toekomst de kabel toch weer in dienst kan komen. Slapen zien we meestal juist aan het andere uiteinde van de levensduur van een grondkabel. Bij nieuw aangelegde kabels is het eerder regel dan uitzondering dat ze eerst een poosje slapen. Een periode die soms maanden tot in uitzonderlijke gevallen jaren op de muziek vooruit kan lopen tot de netverzwaring eindelijk gereed is.

Gasdrukpijpkabel: druk eraf en soms herbenutting

Een gasdrukpijp is een categorie op zichzelf. Een pijp met daarin een kabel kan drukloos worden gemaakt. Daarna hangt het ervan af wat de reden is waarom de kabel uit gebruik moet. Als zijn tracé in de weg ligt kan men kiezen voor een omleiding langs een andere route voor het stuk dat in de weg ligt. Raakt de kabel overbodig in het net omdat er bijvoorbeeld door overheveling (verplaatsing netopeningen) vanuit andere richtingen invoeding ontstaat zodat de kabel geen nuttige rol meer dient, dan kan men een gasdrukpijpkabel afschakelen en verlaten. Ook hier is achterlaten minder belastend voor de omgeving en het milieu (graafwerk) dan verwijderen. Haalt men de gasdruk van de pijp, dan kan elk lekje ervoor zorgen dat er water in de buis kan sijpelen. Een afgeschakelde gasdrukpijpkabel waarvan de druk niet meer wordt gemonitord geldt daardoor al betrekkelijk snel als een afschrijver die niet meer hernieuwd in dienst kan komen. Wil je een gasdrukpijpkabel laten slapen, dan is het noodzakelijk de druk of in ieder geval een gedeelte van de bedrijfsdruk in de pijp te handhaven.

Er is echter een bijzondere eigenschap waardoor gasdrukpijpkabels alsnog interessant kunnen zijn voor hergebruik. Die pijp is een open holte door de grond heen en zulke corridors zijn hun gewicht in goud waard. Wanneer de netbeheerder een andere of wat zwaardere kabel nodig heeft en de pijp is groot genoeg, dan kan soms de bestaande kabel uit de buis worden getrokken terwijl een vervangende XLPE-kabel ervoor in de plek komt. Als die zijn warmte voldoende kwijt kan, zijn gasdrukpijpkabels de enige grondkabels die je in principe ‘bij leven’ kan opwaarderen.

Afgeschakelde aftak naar een voormalige WKK-centrale. De aftak is permanent open gezet en het circuit is hard doorverbonden. Maar de kabel zelf (in zijn gasdrukpijp) ligt er nog. Het lijkt niet logisch om deze ooit nog op 110 kV te gaan gebruiken, maar op termijn kan de gasdrukpijp zelf wel een mooie corridor vormen voor andere infra als men de kabel eruit trekt. Foto door Dion Lambers.

Kan dat niet, of heeft de netbeheerder geen belang bij een tweede leven als elektriciteitskabel, dan kan de gietijzeren pijp ook worden vrijgegeven voor andere nutsbedrijven. Telecomkabelaars, waterleiding, middenspanningskabels, een persriool of zelfs maar insijpelend grondwater dat een holte vindt, een lege mantelbuis onder de grond blijft nooit lang leeg.

Oliedruk: monitoren of uitgraven

Een oliedrukkabel bevat een dunne vloeibare olie onder druk om te voorkomen dat de kabel cavitaties kan ontwikkelen bij krimpen en uitzetten onder temperatuursveranderingen. Als er een lek in de kabel ontstaat is dat te vernemen door drukverlaging, maar de olie komt dan in het milieu terecht. Als een oliedrukkabel afgeschakeld wordt en spanningsloos in de achtergrond achterblijft kan men de druk van de olie halen. Daardoor lekt de olie minder snel als er een gat in de kabel ontstaat. Maar ook zonder druk blijft lekkage alsnog langzaam doorgaan als een kabel lek slaat.

In sommige gevallen kiest men ervoor de oliedrukkabel fysiek te verwijderen. Toch maar uitgraven dus, in normale woorden. Dat is een kostbare aangelegenheid die ook overlast veroorzaakt. Ook uitgraven houdt het risico in dat er olielekkages ontstaan, want men kan de kabel niet vooraf leegmaken van de olie. Amoveren is altijd noodzakelijk als het landgebruik verandert door bijvoorbeeld stadsuitbreiding of aanleg van een haven, of wanneer de kabel door een watergang loopt waarbij lekkage extra schadelijk kan zijn.

Soms valt de keuze op niet amoveren, maar achterlaten in de grond terwijl men de druk erop laat staan. Een eventuele lekkage lekt dan weliswaar sneller veel meer olie, maar door de druk te monitoren kan men bij een plotselinge afname van de druk een lekkage alsnog sneller op het spoor komen zodat na enige tijd de hoeveelheid gelekte olie juist kleiner is omdat het lek kan worden gerepareerd. Plus dat meteen bekend is dát er gelekt is. Het komt wel met een andere prijs, de oliedrukhuisjes en bijbehorend onderhoud zal in de schema’s van de netbeheerder aanwezig moeten blijven. De kabel wordt dan een kostenpost.