Jargonboek

Vakterm? Zoek ‘m op in het lexicon van hoogspanningsjargon

Maasvlakte - Eén van de drie locaties in Nederland die zijn aangewezen om in de toekomst grootschalig centraal productievermogen op te stellen en waar HVDC-verbindingen met het buitenland aan land kunnen komen, zoals de BritNed-kabel.
maatschets (dimensional sketch) - Meestal een mastbeeldtekening, hoewel ook in gebruik voor precisievervaardiging van lengtes en boorgaten.
maatwerkcomponent (tailored component) - Component zoals een isolator, transformator of ook software die niet naamloos van tevoren is geproduceerd (zogeheten off-the-shelf), maar pas wordt vervaardigd in expliciete opdracht. Dit is doorgaans specialistenwerk en duurder dan off-the-shelf. Het bekendste voorbeeld van maatwerkcomponenten zijn transformators met weinig gebruikte overzetverhoudingen, waardoor het voor fabrikanten niet lonend is om ze off-the-shelf te produceren zodat ze pas na een expliciete aanvraag per exemplaar zogeheten dedicated worden geproduceerd.
magneetveld (magnetic field) - Statisch of bewegend ruimtelijk krachtveld dat onderdeel is van elektromagnetisme en dat ook in de nabijheid van hoogspanningscomponenten te vinden is. Zonder magnetische velden zouden transformators niet werken en was het onmogelijk om generators en motoren te bouwen.
magnetostrictie (magnetostriction) - Natuurkundig effect dat ervoor zorgt dat een geleidend voorwerp dat onder invloed van een veranderend magneetveld staat, fysiek elastisch vervormt. Bij hoogspanningscomponenten is dit in de ijzeren kern van transformators de belangrijkste oorzaak van geluidsontwikkeling, ook wel bekend als transformatorbrom.
Mammoetlijn, de - In de sector en ook onder pylon geeks gebruikte bijnaam voor de viercircuit-hoogspanningslijn Meeden-Eemshaven 380/220 kV.
Mariëndaal - De nette naam voor 'de Berg', het Arnhemse terrein waar onder meer Tennet zijn hoofdkwartier heeft.
markeringsbal (aircraft warning sphere, overhead line marker) - Volgens CIGRÉ voluit een dagmarkeringsbal. Groot, rond en in een felle kleur geschilderd rond object dat in de bliksemdraden kan worden ingehangen om zo de zichtbaarheid ervan te vergroten. Meestal zijn ze rood (aviation orange) of roodwit van kleur. Soms kunnen ze intern een radarreflector bevatten.
mast (mast, pylon, tower) - 1) Algemene aanduiding voor een hoogspanningsmast. 2) Onjuiste aanduiding voor de toren, een subonderdeel van een hoogspanningsmast.
mastbebording (tower plates) - Niet te verwarren met schets- of knoopplaten (Engelstalige woord). Bebording op het mastlichaam waarop informatie te vinden is over de eigenaar, netspanning, lijnnummers en soms klokgetallen of circuitcodes. Mastborden kunnen per tijdperk en beheerder verschillen.
mastbeeld (tower face) - Blik of tekening van een mast, dwars op de draden (staand onder de draden). Een mastbeeld wordt gebruikt om het aanzicht van de mast te tonen en/of de belangrijkste afmetingen van het mastlichaam op aan te geven, zoals de traversebreedte en de afstand tussen de geleiders. Ook wordt 'mastbeeld' wel eens gebruikt als algemenere aanduiding om de aanblik van de constructie in meer arbitraire termen te vatten ('een vrij stekelig mastbeeld' of 'het mastbeeld is wat stakerig en lijkt niet evenwichtig').
mastbord (main tower sign) - Soms ook het waarschuwingsbord genoemd. Groot bord op de voet van een hoogspanningsmast waarop een waarschuwing, de netspanning, het mastnummer en contactgegevens met de netbeheerder staan.
mastclassificatie (tower model classfication) - Het classificeren van hoogspanningsmasten naar de ruimtelijke vorm waarin de draden hangen, eventueel aangevuld met andere essentiële eigenschappen. Mastclassificatie is geen exacte wetenschap en er is overlap mogelijk. Het belang ervan is unificatie in communicatie: wanneer van een donaumast wordt gesproken, weet iedereen met enige kennis hoe de ruimtelijke vorm is waarin de draden dan aan de constructie hangen.
mastenfamilie (tower design family) - Los begrip waarmee een samenhangende groep mastontwerpen wordt aangeduid die tot hetzelfde ontwerp behoren (met verschillende functies, hoogtes of soms ook spanning) en die door dezelfde netbeheerder zijn ontworpen. Internationaal bekende gevallen zijn de Beauborg-mastenfamilie van RTE en de verschillende varianten van NationalGrid die elkaar opvolgen in zwaarte en era, de L2, L6 en L12. Een andere, zeer grote mastenfamilie die wel elkaars uiterlijk en oorsprong maar niet dezelfde netbeheerder deelt zijn de telgen uit de Pylône Muguet-familie. Een mastenfamilie in de pure vorm van het begrip bestaat uit een steunmastontwerp voor verschillende hoogten, een HA, HB en HC hoekmast en wat specials zoals een fasewissel.
mastengekken - → pylon geeks
mastfunctie (tower role) - De rol die een individuele hoogspanningsmast in een hoogspanningslijn vervult. Denk aan een stuun/draagmast, afspanmast, fasewissel of een eindmast. Elders op deze site is meer informatie te vinden.
masthoogte (tower height) - Hoogte van het mastlichaam in de torenhartlijn, vanaf de bovenkant van de heipalen of de betonstiepen tot het puntje van het topstuk indien aanwezig.
mastkop (top hamper) - Aanduiding voor het bovenste gedeelte van een mastconstructie, doorgaans waar de traversen of een omsloten opening (deltamasten) zich bevinden.
mastlichaam (tower body) - Meestal de toren vanaf de mastvoet (soms zelfs met de mastvoet) tot de hoogte waar de mastkop begint. Bij sommige mastontwerpen is die plek duidelijk vanwege een taille (deltamasten) of een knikverscherping, bij anderen is het meer arbitrair.
mastlichaam (tower structure) - De gehele hoogspanningsmast van broekstuk tot topstuk, maar ook wel gebruikt voor de combinatie toren, broekstuk en topstuk zonder de traversen. Meestal wordt de term mastlichaam gebruikt bij sterkteberekeningen of bij aanduidingen hoe het uiterlijk van de mast overkomt.
mastmodel (tower configuration, tower type) - Aanduiding voor de ruimtelijke vorm waarin de draden hangen, dwars op het mastbeeld. In zekere zin gelijk aan de geleiderconfiguratie, die bijvoorbeeld in de donauvorm, tonvorm, vlak, verticaal of de dennenboomvorm kunnen hangen. Er zijn ook nog meer mogelijkheden en combinaties mogelijk.
mastnummer (tower number) - In gehele getallen optellend nummer dat aan iedere hoogspanningsmast wordt toegekend om hem te kunnen identificeren. Het mastnummer staat op het waarschuwingsbord en soms ook op helikopterborden en het kan voorzien zijn van extra toevoegingen zoals a, II, n of een ander kort extra karakter, dat laatste vooral bij reconstructies.
mastpositie (tower position) - Mastpositie is een aanduiding voor een bestaande hoogspanningsmast of de geografische plek waar in het heden of verleden een hoogspanningsmast staat of heeft gestaan. In de tegenwoordige tijd wordt mastpositie vooral gebruikt bij tracéreconstructies, maar ook om aan te geven of een bepaalde mast(positie) een rol als steunmast, hoekmast of anderszins heeft. Meestal wordt de mastpositie met zijn mastnummer aangeduid, 'positie 42', al dan niet met mast ervoor.
mastvak (row) - Zelfde als een lijnvak of rechtstand. Rechtdoorgaand gedeelte van een hoogspanningslijn tussen twee hoekmasten. Net als individuele masten wordt ook een mastvak genummerd, al zijn deze nummers niet op de masten zelf te vinden.
mastverhuizing (pylon reuse) - Zelden uitgevoerde operatie, maar heel soms komt het voor. Het afbreken van een bestaande hoogspanningsmast om hem elders weer op te bouwen. Ingewikkeld vanwege geverfde bouten, transport en het mogelijk niet meer voldoen aan de huidige normen van een soms decennia oude mast.
mastverrommeling (‘pylon clutter’) - Geïntroduceerde term voor het verrommelen of verstoren van een hoogspanningsmast, mastbeeld of mastvak met voorwerpen die in de hoogspanningsmast aangebracht worden, maar er oorspronkelijk niet in horen. In de meeste gevallen betreft het opzichtig ingehangen antennes. Meer informatie over mastverrommeling vind je in de sectie over mastverrommeling op deze site.
mastvoet (tower foot) - Onderste gedeelte van een mastconstructie, meestal het broekstuk. Niet altijd onderkend, de indeling mastlichaam en mastkop (zonder mastvoet te benoemen) komt ook voor.
materiaalstress (shear stress, tension, torsion) - Belasting van fysieke componenten door gebruik ervan of doordat ze aan statische of dynamische belasting worden blootgesteld. Alles dat in de wind staat, iets draagt of waar vermogen doorheen loopt wordt belast en vertoont dus enige materiaalstress. Bij overbelasting neemt materiaalstress sterk toe.
Mean Time To Failure (MTTF) - Gemiddelde tijdsduur waarin een willekeurige component functioneert voordat storing optreedt door ongespecificeerde oorzaak. Bij de MTTF faalt de helft eerder dan die tijdsspanne en de andere helft later. Het hoeft overigens niet om catastrofaal falen te gaan. Een trip door blikseminslag en daardoor een hik in de levering kan ook met MTTF worden uitgedrukt, hoewel er daarna geen reparatie nodig is.
meeliften (carried along) - Ook wel meelifter of een meelifter. Het slechts over een deel van de hele verbinding combineren van twee circuits op combinatiemasten, waarbij het meeliftende circuit meestal niet over zijn volle circuitlengte het tracé deelt met de andere verbinding. Een meeliftend circuit 'stapt op', lift een poosje mee op een extra verdieping of traverse over hetzelfde tracé en 'stapt weer af'.
megawatt (MW) - 1.000.000 watt. Eenheid die meestal wordt gebruikt voor vermogen en belasting, maar niet voor load. Daar wordt MVA gebruikt, waarbij de watt in feite nog bestaat uit zijn losse twee componenten stroomsterkte en spanning. Bij HVDC wordt meestal wel MW gebruikt, ook al is MVA daar net zo correct.
Mekufa - Fabrikant van kunststof eindsluitingen, kabeldoorvoeren en kunststof isolators op uiteinden van GIS-installaties. Mekufa heeft een fabriek in Vroomshoop.
member - Engelse aanduiding voor individuele latten of staven in een vakwerk.
MER - Milieu Effect Rapportage. Juridisch vehikel dat noodzakelijk is om uit te voeren bij vrijwel alle grotere infraprojecten en waarmee wordt ingeschat wat de effecten op de omgeving zijn. Vaak wordt zo'n onderzoek door een extern bureau uitgevoerd en voorzien van verschillende alternatieven. Sleutelwoord is het MMA, Minst Milieubelastende Alternatief.
microtesla (μT) - Eenheid waarin de sterkte van een magnetisch veld wordt uitgedrukt. De hele eenheid is de Tesla (T), maar omdat een Tesla een zeer grote eenheid is treffen we in het dagelijks leven om ons heen alleen miljardste delen daarvan, microtesla ofwel μT. Magnetische velden van hoogspanningslijnen worden ook in microtesla uitgedrukt.
MIEK - Meerjarenstrategie Investeringen Energie en Klimaat.
mijnbouw (mining) - Een vaak vergeten, maar belangrijke speler in de ontwikkeling van elektrisch licht en het transport van elektriciteit. In gesloten mijnen (geen dagbouw) kan nauwelijks worden gewerkt met gaslampen of andere vormen van verlichting die zuurstof gebruiken in een verbrandingsproces. Elektriciteit bood hier uitkomst.
milliken (milliken conductor) - Geleider die bestaat uit ronde draadjes, die daarna zijn samengeslagen in een ronde kabel, die op zijn beurt door een matrijs wordt geperst om zo een sectorvormige (trapeziumvormige) geleider met een gebogen ronde rug te vormen. Deze geleider krijgt een dun laagje isolatie en samen met een aantal andere exemplaren wordt hij samengenomen in een combinatiegeleider die dan weer vrijwel rond is. Dit geheel wordt dan ingegoten in een dikke isolerende mantel, zoals XLPE. Een millikengeleider is flexibeler dan een staaf en doordat de geleider zelf uit meerdere subgeleiders bestaat wordt het verlies door wervelstromen beperkt. Een millikengeleider heeft dus een lagere weerstand en wordt minder snel warm, zodat de transportcapaciteit hoger ligt.
MMA - Minst Milieubelastende Alternatief. In dit geval een uitkomst van een MER.
mof (joint, cable joint) - Verbindingsstuk waarmee de uiteinden van twee stukken geleider van een luchtlijn (een persmof) of een grondkabel (een kabelmof) met elkaar worden verbonden. Moffen in luchtlijnen zijn vrij zorgeloze dingen, maar moffen in grondkabels zijn samen met graafschade de voornaamste oorzaak van storingen in het middenspanningsnet. Een mof in een grondkabel is technisch ingewikkelder dan het lijkt en oudere types hebben nog wel eens last van lostrekken door kabelkrimpgedrag, bodemzetting, lekkage van olie, zogeheten waterbomen, boomwortels, veroudering van vulmateriaal (nekaldiet) en constructiefouten.
mofput (jointing bay) - Ruimte, meestal ondergronds, waar voor zware kabels verbindingsmoffen in zitten. Zo blijven ze bereikbaar voor inspectie en ook kunnen de aardschermen makkelijker worden verbonden.
moldau - Werknaam en publieksnaam van de mastenfamilie die Tennet heeft laten ontwerpen om toekomstige netuitbreidingen op 380 kV-niveau mee te bouwen. De modau wordt beraamd het werkpaard te zijn voor de golf lijnenbouw die tussen 2025 en 2035 moet verschijnen. Het is een vakwerkmast die zijn draden in de tonvorm voert en die in twee varianten kan worden gebouwd: de solo (twee 380 kV-circuits) en de combi (tweemaal 380 in de tonvorm, concentrisch om twee 150 of 110 kV circuits heen). De moldau zoekt het midden tussen hoogte en breedte, een smalle corridor, visuele bijpassing bij de bestaande mastenpopulatie en robuustheid. De naam is een knipoog naar de donaumasten waarmee enkele vorige golven lijnenbouw werden opgetrokken. Riviernamen voor mastenfamilies komen vaker voor, zo kennen we ook het Maaswaaltje.
molenaarsprincipe - Ander en traditioneler woord voor congestiemanagement: wie het eerst komt, het eerst maalt.
mottenbal (moth ball) - (zie mottenballenstatus)
mottenballenstatus (moth balling) - Term voor een productie-eenheid, asset of verbinding die op een zeker moment verlaten is, maar die bewust nog niet wordt geamoveerd met het oog op de mogelijkheid van hernieuwd gebruik in de toekomst.
MTBF - Mean Time Between Failures. Gemiddelde tijd tussen twee opeenvolgende ongeplande storingen of uitval van een component of een hele verbinding.
MTTF - → Mean time to Failure
MTTR - Mean Time To Repair. Aanduiding voor de gemiddelde reparatietijd van een verbinding bij ongeplande uitval.
MV - Medium Voltage. Term uit de EN 60071, maar meestal losjes gehanteerd. Van toepassing op 1 tot 45 kV.
MVA - Het schijnbare vermogen als absolute waarde. MVA is de afkorting van mega-volt-ampère (kVA en GVA zijn dus ook mogelijk) en het is het kale product van de spanning en de stroomsterkte zonder verder te kijken naar of dit vermogen blindvermogen is, nuttig aanwendbaar is of op een andere manier implicaties heeft voor andere berekeningen. MVA is de eenheid waarin vermogen op hoogspanningscomponenten en circuits wordt uitgedrukt.
MVA-Team, het (The MVA-Team) - Geuzennaam voor een los verband van een aantal personen achter HoogspanningsNet dat er lol aan beleeft om masten en lijnen te herkennen en zo de locatie van een foto te herleiden. Meestal is het een skill die weinig nut heeft, maar het komt ook voor dat iemand met een moderne of historische foto komt waar een hoogspanningslijn op staat en waarvan de locatie moet worden achterhaald. In dat geval kan je het MVA-Team vragen je te helpen. Er is in vele jaren slechts zelden gefaald.
MVAr - Mega-volt-ampère reactief. Afkorting voor blindvermogen. Dit is het product van spanning en stroom waarbij de onderlinge fase 90 graden is verschoven in de tijd. Bij capacitieve situatie ijlt de stroom 90 graden voor op de spanning en bij inductieve toestand ijlt de stroom 90 graden na op de spanning. Blindstroom neemt wel ruimte in op het net, maar er kan geen nuttig vermogen mee worden overgebracht.
MW - → megawatt