Jargonboek

Vakterm? Zoek ‘m op in het lexicon van hoogspanningsjargon

U - Internationale afkorting (SI) voor voltage, de spanning. De U zien we vooral in natuurkundeformules, in de praktijkwereld wordt vaker een V gebruikt, in het Nederlands zelfs meestal.
UCTE - Union for the Co-ordination of Transmission of Electricity. Voorganger van ENTSO-E (zie aldaar). De term UCTE is tegenwoordig nog enigszins in gebruik gebleven voor het gesynchroniseerde netblok van centraal Europa. Naast het Nordic, het UK en het Baltic blok is er dus ook het UCTE-blok, veruit het grootste gebied.
UHV - Ultra High Voltage. Term uit de EN 60071, maar meestal losjes gehanteerd. Van toepassing op 800 kV of hoger.
uitklinkende klem (release type suspension clamp) - → Hangklem
uitknikken (fatal inflection) - In principe het knikken van een hoeklat door hem te vouwen, meestal met de rug naar binnen. In zijn algemeenheid ook het falen van een hoogspanningsmast doordat het broekstuk bezwijkt. Uitknikken is de meest voorkomende manier van falen. Twee van de vier poten van het broekstuk worden tot boven hun limiet verticaal belast waarna ze in elkaar gedrukt worden of naar binnen knikken, terwijl de andere twee poten een extreme trekkracht te verwerken krijgen. De mast helt over en valt vervolgens zijwaarts om.
uitlassen (‘disconnect a station’) - Typisch Nederlandse term. Soms ook uitlussen genoemd, afhankelijk van de netsituatie. Uitlassen is de tegenovergestelde handeling van inlussen. Het is het opheffen van een hoog- of middenspanningsstation dat met twee circuits zit aangesloten, door deze beide circuits direct aan elkaar door te verbinden, waarmee de stationsfunctie komt te vervallen. Er is ons geen goed Engels synoniem bekend.
uitloper (branch) - → steeklijn
uitnutting (ratio of useful occupation) - Getal, waarde of andere beoordeling die aangeeft in hoeverre een component, circuit of zelfs een heel deelnet wordt gebruikt ten opzichte van zijn maximale ontwerp. Hoge uitnutting bij een constructie geeft bijvoorbeeld aan dat deze richting zijn technische- of constructiemaximum gaat. Het kan gaan om capaciteit, spanning ten opzichte van de ontwerpcapaciteit, fysieke belasting (gewicht, krachten) maar ook om het aantal circuits dat in een mast hangt.
Uitruilbeginsel, het (‘overhead line Swap principle’) - Adviesbesluit in Nederland waarin werd gesteld dat er tot 2020 geen netto bovengrondse kilometer hoogspanningslijn meer bij mocht komen. Wanneer er toch een nieuwe verbinding nodig was, kon die alleen bovengronds worden aangelegd als elders een gelijke afstand werd verkabeld. Zodoende kon de ene verbinding tegen de andere worden uitgeruild. Het Uitruilbeginsel was een richtlijn en een dringend advies, maar het was juridisch niet bindend. Het is niet duidelijk wat er na 2020 is gebeurd met het uitruilbeginsel. Voordien werd dat ook opengehouden voor als zou blijken dat het beginsel onhoudbaar is of dat de kosten ervan buiten proportie gaan.
uitschakelen (switch off, de-energize) - Het spanningsloos maken van een circuit, component of verbinding door deze los te nemen.
uitschakelen (switch off) - In elektrische context: spanningsloos maken en tijdelijk of permanent uit functie nemen. Een uitgeschakelde component is echter nog niet veiliggesteld, waardoor uitschakeling alleen nooit voldoende is om veilig te kunnen werken aan de component.
uitslijting (wear-out) - Slijtage aan de klok en de klepelpin van glaskap-isolators ten gevolge van bewegingen die de isolatorketting maakt, meestal door de wind. Uitslijting treedt vooral op aan de bovenste isolators.
uitsturen - → uitschakelen
uitsturen (to disconnect) - Term voor het commando waarmee een vermogensschakelaar opdracht krijgt om te openen en de stroom te onderbreken.
uitval (failure) - Aanduiding voor een storing met als gevolg het niet-beschikbaar raken van een trafo, circuit, een heel station of een hele hoogspanningscircuit. Meestal gebruikt wanneer de precieze oorzaak nog onbekend is. Uitval resulteert in ONB voor de bedrijfsvoerder, Onvoorzien Niet-Beschikbaar.
uitwisseling (exchange, trade) - Term voor grensoverschrijdend elektriciteitstransport, in feite de natuurkundige achtergrond van wat in het marktmodel handel heet. Nederland heeft negen verbindingen met het buitenland. Twee HVDC-kabels op Noorwegen, Denemarken en Engeland, drie 380 kV-verbindingen met Duitsland, twee 380 kV-verbindingen met België en een oude 150 kV-verbinding met Duitsland die ondergronds is verlaten en niet meer kan worden gebruikt. België heeft er veel meer (een stuk of vijftien) met Frankrijk, Luxemburg, Duitsland en de bovengenoemden naar Nederland.
uitzwaai (sway) - → zwaai
ultra-hoogspanningsnet (ultra high voltage, UHV) - Oude term voor de hoogste spanningen in het hoogspanningsnet, een term die telkens mee groeide met de steeds hogere spanningen die men onder controle kreeg. Rond 1950 vond men verbindingen van 150 kV en 220 kV ultrahoog vergeleken met het destijds gangbare 50 kV-net. Later kreeg 380/400 kV ongeveer het predicaat en tegenwoordig is UHV eigenlijk meer iets voor 500 kV of nog veel hoger, zoals 750 kV of zelfs 1000 kV, zowel AC als DC. Inmiddels wordt de term in het Nederlands weinig meer gebruikt, heel soms nog in de vorm van extra-hoogspanningsnet.
Uno Lamm - Zweeds ingenieur (1904-1989) die kan worden opgevat als de geestelijk vader van moderne HVDC als bruikbare techniek in de hoogspanningswereld. Uno Lamm (zie de pagina op wikipedia) was betrokken bij de aanleg van de Gotland HVDC-link en een handvol andere belangrijke, oude HVDV-verbindingen zoals Konti-Skan en de eerste link tussen Engeland en Frankrijk. Inmiddels wordt hij geëerd met de Uno Lamm Award van de IEEE, uitgereikt voor bijzondere prestaties of uitvindingen in de hoogspanningstechniek.
upgrade - Veel gebruikt leenwoord, Engelse term voor wat in het Nederlands een opwaardering heet.