Jargonboek

Vakterm? Zoek ‘m op in het lexicon van hoogspanningsjargon

I - Internationale en SI-letter voor de stroomsterkte, uitgedrukt in Ampère.
IBN - Afkorting voor inbruikname of ingebruikname.
IEC - International Electric Commission. Internationaal orgaan dat belast is of het mandaat heeft om normeringen, standaards en vereisten te stellen waaraan door bouwers en netbeheerders moet worden voldaan. Dit is vanwege veiligheid en componentbetrouwbaarheid, maar ook gewoon om te weten waar men aan toe is. Het IEC heeft behalve veel normeringen (NEN-IEC in Nederland) ook jargonlijsten. Helaas is er geen openbare lijst in het Nederlands voorhanden, waardoor wij op deze plek in het jargonboek veel Engelse termen met behulp van andere documentatie zoals CIGRÉ en technische publicaties alsnog hebben vertaald.
IJ - Soort van 27e letter van het Nederlandse alfabet, maar de plugin die we gebruiken voor dit jargonboek kan er niet mee omgaan. Om die reden is de IJ onder de I terechtgekomen en alle termen die met een IJ beginnen (ijzel, ijzer, IJsselmij, ...) vind je hier. Eenzelfde probleem speelt bij de Æ, Ø en Å en ook met trema's en apostroffen kan de plugin niet omgaan.
IJC - Afkorting voor NV IJsselcentrale, ook wel IJsselmij genoemd. De voormalige netbeheerder en energieproducent van Overijssel en zuidelijk Drenthe.
IJC-cactus - Mastontwerp, voluit IJsselmij-cactus. In de nadagen van bovengrondse 110 kV als nieuwe aanleg (vooral de eerste helft jaren 80) kwam de IJsselmij met een spits, klein buismastje met geïsoleerde traversen die de indruk wekte van een cactus zoals ze in cartoons te zien zijn. De mast kreeg de werknaam Cactus mee en die naam werd uiteindelijk de praktijknaam. Het is een kleine mast, maar de stalen koker is vrij dikwandig zodat de mast een verrassend groot gewicht heeft van circa acht ton.
ijslast (ice load) - Gewicht van ijs op draden en masten, dit komt voor bij ijzel en plaksneeuw.
IJsselmij - Omgangsnaam van de NV IJsselcentrale of IJsselmaatschappij, de voormalige netbeheerder en stroomopwekker in Overijssel en zuidelijk Drenthe.
ijzel (freezing rain) - Neerslagvorm. Vloeibaar water valt door bevroren lucht en komt terecht op bevroren voorwerpen, waar het ogenblikkelijk bevriest. Een mantel van ijs ontstaat en als het aardig door ijzelt neemt het gewicht van dit ijs steeds verder toe. In uitzonderlijke gevallen kunnen hele hoogspanningslijnen eraan bezwijken, en ook bomen hebben er moeite mee.
IJzelramp van 1987, de (Freezing rain disaster of 1987) - Gebeurtenis uit 1987. Het noorden van Nederland, een vijftig kilometer brede strook over het zuiden van Groningen en het oosten van Drenthe, kreeg toen te maken met een uitzonderlijk zware ijzelsitiatie. Er viel ongeveer 30 millimeter ijzel en het gewicht daarvan was te groot voor talloze bomen en ook een aantal hoogspanningslijnen van het EGD hielden het niet. Over de grote schade van deze situatie is een boek uitgegeven (het IJzelboek, toepasselijke titel) en het resulteerde ook in verscherpte normen voor ijzelbestendigheid in het noordoosten van Nederland.
ijzer (iron) - Ferromagnetisch metaal dat het hoofdbestanddeel van staal vormt en ook in de kern van een transformator wordt gebruikt, daar wordt het het blikpakket genoemd.
ijzerverliezen (core losses) - Ongewenst maar niet te voorkomen energieverlies in de kern van een transformator door opwarming, wervelstromen, magnetostrictie en andere natuurkundige verschijnselen. Een zorgvuldig gestapeld blikpakket (zoals de kern wordt genoemd) beperkt deze verliezen zoveel mogelijk.
impedantie (impedance) - In de hoogspanningswereld: de complexe weerstand in een wisselstroomcircuit waarvan de geleiders op niet-oneindige afstand uit elkaar hangen. Meestal gebruikt men het voor de optelsom van Ohmse weerstand (die ook bij gelijkstroom voorkomt) samen met de weerstand die wordt veroorzaakt door mutuele beïnvloeding van geleiders door elkaars wisselende elektromagnetische velden. Impedantie berekenen is een specialistenklus, maar het is van groot belang voor beveiligingsinstellingen, tripkarakteristieken en ook voor modellering van het net in software, om te zien hoe vermogen door het net loopt wanneer niet elke link tussen twee stations dezelfde weerstand biedt. De term is herleid op (to) impede, wat zoiets als hinderen betekent.
in de pas lopen (parallel positioning) - Twee of meer hoogspanningslijnen naast elkaar plaatsen en de masten precies naast elkaar zetten. Dat lijkt eenvoudig, maar als er twee verbindingen van verschillende zwaarte zijn moet een van de twee een afstand tussen de masten krijgen die niet optimaal is voor het ontwerp. In de pas lopen is landschappelijk wenselijk omdat het een rustiger indruk werk, maar het komt dus met een prijs en is niet altijd mogelijk.
in het net hangen (‘connect to the grid’) - Term (spreektaal) voor het aansluiten van een trafostation, klant of producent in een deelnet of een koppelnet. Meestal wordt de term gebruikt in combinatie met de lokale netopbouw: met hoeveel verbindingen 'hangt de locatie in het net' en waar gaan die naartoe.
inbalans (inbalance) - Term voor de situatie waarbij in een driefasennet of driefasencircuit niet alle drie de fasen dezelfde belasting krijgen. Dat kan bijvoorbeeld door een zware verbruiker aan te sluiten op één fase in plaats van alle drie. Ook in hele hoogspanningsnetten kan dit voorkomen. Een kleine inbalans is geen probleem en die is er ook altijd wel, maar een grote inbalans moet worden voorkomen om verhitting van componenten of problemen met de beveiliging van het net te voorkomen.
Indian Power Crash - De grootste stroomstoring in de geschiedenis van de planeet, gerekend naar het aantal getroffen mensen. Door gebrekkig onderhoud, overbelasting en miscommunicatie trad er op 31 juli 2012 een complexe storing op in drie gesynchroniseerd verbonden elektriciteitsnetten in noord- en oost India. Meer dan 600 miljoen mensen zaten zo'n 12 uur (maar soms nog veel langer) in het donker.
indirecte inslag (indirect lightning strike) - Blikseminslag op een aarddraad of op een mastlichaam. De meeste stroom gaat via de mastlichamen de grond in, maar het komt ook voor dat een deel over de isolators heen de fasedraden in springt. Immers, voor een vonk met een spanning van honderden miljoenen volts is een hoogspanningsisolator voor een paar honderd kilovolt weinig hindernis.
inductie (induction) - Natuurverschijnsel dat op kan treden in geleidende materialen waarin een spoelwerking ontstaat (inductorwerking) of waarbij een geleidend object zich in een veranderend magnetisch veld van een andere, stroomvoerende geleider bevindt. De fasedraden van een hoogspanningslijn voeren wisselstroom en kunnen daarmee elkaar beïnvloeden. Maar een geleider kan ook zichzelf beïnvloeden (zelfinductie) en daarmee verandert zijn elektrisch gedrag (spoelwerking). Dat kan een hinderpost zijn, maar het kan ook nuttig worden aangewend in bijvoorbeeld transformators, smoorspoelen en compensatiemiddelen. Zonder inductie zou een elektriciteitsnet niet werken. Ook een externe bron buiten het elektrisch systeem, zoals poollicht of onweer, kan inductie veroorzaken.
infieldkabels (infield cables) - Ook parkbekabeling genoemd. Grond- of zeekabels en in uitzonderlijke gevallen luchtlijnen met een spanning tussen 10- en 66 kV, waarmee normaal gesproken individuele windturbines in een windpark zijn aangesloten aan elkaar (vijf tot tien exemplaren) en op het andere uiteinde met een transformatorstation waar er bijvoorbeeld 150 kV van gemaakt wordt. Infieldkabels bij een offshore windpark lopen vaak aan de buitenkant van de monopile langs door zogeheten J-tubes. Ook zonneparken kunnen infieldkabels hebben, maar de term wordt bijna uitsluitend voor windparken gebruikt.
inhangen (to suspend, to attatch) - Het bevestigen van de geleiders en isolators in een luchtlijn.
inlussen (detour loop) - Het opnemen van een nieuw hoog- of middenspanningsstation in het net door een bestaand circuit door te knippen en daarna om te leiden in een kleine of grote U-vorm. Men spreekt officieel alleen van inlussen als dit een aanpassing is op een reeds bestaand circuit. De omgekeerde handeling heet uitlassen.
inprikken (‘attatch to the grid’) - Half-half spreektaal voor het aansluiten van een nieuwe klant of producent in een bestaand deelnet door een netinpassingspunt te vinden en dat te benutten.
inrush current - Bijna hetzelfde als cold load pickup, maar nu specifiek op één apparaat gericht in plaats van op een heel netdeel. Alles met spoelen (motors, trafo's) is een inductieve belasting en binnen de spoel heeft een magneetveld tijd nodig om op te bouwen. Sluiten we een inductieve last plotsklaps aan, dan is de spoel een quasi kortsluiting totdat het magneetveld zich begint te ontwikkelen. Dat kan bij zware motoren en vermogenstrafo's enkele tienden van seconden tot hele minuten duren en in tussentijd trekt het apparaat tot wel tienmaal de nominale stroomsterkte. Bij het onder spanning brengen van een netdeel na een stroomstoring is dit een groot probleem waardoor een net alleen gefaseerd terug onder spanning kan worden gezet.
inschakelen (livening up, to energize, switch on) - Soms ook insturen genoemd. Het onder spanning brengen en operationeel maken van een component, circuit of een verbinding.
inslagpen (secure clip) - Borgpen die gebruikt wordt om glaskapisolators aan elkaar te schakelen. Inslagpennen kunnen ook eenvoudig weer losgemaakt worden, maar gaan niet spontaan los door trillingen of beweging.
instortstaaf - Zie bij poer.
insturen (livening up) - Term voor het commando waarmee een vermogensschakelaar opdracht krijgt te sluiten ofwel in te schakelen.
intakken (connect to the grid) - Min of meer hetzelfde als inprikken. Kan worden gebruikt voor een nieuwe harde aftak, maar in de praktijk wordt de term ook gebruikt voor een heel nieuw station dat door middel van een inlussing of een harde knip in het net wordt gehangen. De aanduiding tak is dan niet correct.
interconnectie (interconnection, tie) - Verbinding tussen twee bidding zones, twee landen, twee netbeheerders of twee verschillend gesynchroniseerde netblokken. Het kan een wisselstroomverbinding zijn wanneer beide netblokken gesynchroniseerd zijn, maar het kan ook een HVDC-verbinding zijn of een Back2Back-converterstation wanneer de netten niet gesynchroniseerd zijn.
internationaal transport (cross-border exchange) - Ook: grensoverschrijdend transport. Import en export van elektriciteit over de landsgrenzen. Vroeger gebeurde dit slechts op bescheiden schaal tussen gesynchroniseerde netten en voornamelijk met het oog op storingsbestendigheid en noodvermogen, maar tegenwoordig is dit een grote commerciële activiteit waarin veel geld verdiend wordt en waarmee duurzame energie beter te gebruiken is.
invaarbak - Soort vehikel (lijkt op een badkuip aan armen met katrollen) dat aan een gebundelde fasedraad kan worden gehangen en waar een lijnwerker in kan plaatsnemen om bundelafstandhouders te monteren. De voortbeweging gaat met een motor of op handkracht en er zitten extra armen en katrollen die losgenomen kunnen worden zodat de invaarbak een isolator kan passeren door er als het ware omheen te stappen. Engelse aanduiding niet bekend.
invoeden (infeed) - Aanleveren van vermogen op een schakel- of trafostation vanuit een bepaalde richting of met een bepaalde verbinding.
invoeden (infeed) - Vermogen inbrengen op een elektriciteitsnet.
inzijdig vertuid (Darrieus guyed) - Jargon voor een vertuide mastconstructie waarvan de tuikabels binnen het voetoppervlak van de toren vallen. Hieronder vallen sommige H-frames.
Islanding survival time - Ingewikkelde term, te vertalen met iets als autonoom uithoudingsvermogen. Term voor grote verbruikers met eigen opwek wanneer zij door uitval van het elektriciteitsnet op eilandbedrijf overspringen door lokale productie of batterij-opslag. Dit eilandbedrijf houdt het slechts vol tot de brandstof op is. De tijd tussen intreden van het eilandbedrijf en het opraken van de brandstof die op het eigen terrein autonoom voorradig is wordt de islanding survival time genoemd. Deze tijd kan gerekt worden door brandstof aan te voeren of door zuiniger met elektriciteit om te gaan. Datacenters zullen inzetten op aanvoer van brandstof. Raffinaderijen juist op het gecontroleerd stil leggen van de installaties voordat de brandstof op is.
isolator (insulator) - Materiaal dat geen elektrische stroom wil geleiden. Isolators treffen we in het elektriciteitsnet op alle plekken waar de geleidende onderdelen worden gedragen, omhuld, vastgehouden of worden gescheiden van enig onderdeel dat een ander potentiaal heeft. De bekendste toepassingen zijn de mantels van kabels en de dragende of steunende keramische of glazen isolators aan en op bovengrondse verbindingen die blanke geleiders dragen.
isolatorketting (insulator chain) - Rij van geschakelde elementen (glaskapisolators) of een voorgefabriceerde lengte van porselein of kunststof waaronder of waaraan een draad geïsoleerd kan worden opgehangen. Geschakelde isolators kunnen eenvoudig op maat worden gemaakt door het aantal elementen te kiezen dat past bij de in bedwang te houden bedrijfsspanning.