Jargonboek

Vakterm? Zoek ‘m op in het lexicon van hoogspanningsjargon

obstakelschildering (aircraft warning paint) - Roodwitte banden (eigenlijk rood en aviation orange) of een afwisselend patroon van gekleurde vlakken waarmee een groot en hoog object extra opvallend wordt gemaakt zodat de kans op botsingen met VFR-vliegende vliegtuigen wordt verkleind. Voor hoogspanning geldt dat men grote masten met een dergelijke schildering kan uitrusten in de nabijheid van vliegvelden, helikopterplatforms of soms ook puur omdat ze vanwege grote hoogte een verplichting hebben volgens de FAA, die een set regels heeft die internationaal gevolgd worden. Meestal wordt het gecombineerd met waarschuwingslampen. Nederland is hierin een vreemde eend in de bijt, hier wordt de FAA niet consequent gevolgd waardoor het per situatie verschilt of een hoge mast al dan niet is opgeschilderd of verlicht.
obstakelverlichting (obstacle lighting, aircraft warning lights) - Rode of fel witte lampen die al dan niet knipperen en in het donker duidelijk maken dat er een groot object of (in de context van deze site) een grote hoogspanningsmast staat.
off-the-shelf component - Letterlijk: van-de-plank. Aanduiding voor gangbare artikelen die worden geproduceerd zonder dat er sprake is van maatwerk per opdracht. Isolators, transformators met veelgebruikte overzetverhoudingen en verschillende types kabel worden off-the-shelf geproduceerd en verhandeld als stukgoederen aan kopers. Het tegenovergestelde is maatwerk. Dat wordt in opdracht per klus gemaakt pas nadat de toepassing reeds bekend is.
offshore - Leeterlijk: een eindje uit de kust. Term voor alle activiteiten die op zee plaatshebben, in het geval van hoogspanning doorgaans windparken, HVDC-kabels, transformatoreilanden en klantaansluitingen voor zware clusters van productieplatforms/booreilanden.
Olsterpad, storing van 02 september 2022 - Stroomstoring die een deel van de Flevopolder beïnvloedde en die afweek van een normale storing doordat de bewaakapparatuur door een samenloop van omstandigheden niet ingreep, zodat een harde driefasensluiting minutenlang bleef staan. Het gevolg was een verwoest lijnveld, drie fasedraden van circuit Lely - Olsterpad Paars die zo heet werden dat ze tot bijna op de grond doorzakten (en een bovenleiding van Prorail raakten) en er meer dan drie minuten een kortsluitstroom van ruim een gigawatt stond. Niet-reagerende bewaakapparatuur is buitengewoon zeldzaam en er is naderhand gedegen onderzoek verricht naar de oorzaak. Uiteindelijk duurde het twee maanden voordat de spoorbaan was hersteld en het 150 kV-circuit moest van nieuwe draden worden voorzien.
OLTC (on-load tap changer) - Type transformator waarvan de overzetverhouding kan worden aangepast terwijl de machine in bedrijf is. Veel grote HS/MS trafo's kunnen dit en ook regeltransformators beschikken meestal over on-load tap changing.
omgevingsvergunning (permit, permission) - Vergunning om een infrastructureel werk aan te leggen of te wijzigen in de publieke ruimte, al dan niet op privéterrein in overeenstemming met een particulier of zakelijk eigenaar.
omvalcriterium (topple-over criterion) - Meestal gekend als 'het valbereik'. Een van de zichtbare gevolgen van netstrategie in Nederland sinds 2013. Toen adviseerde de KEMA een harde ban op meer dan twee koppelnetcircuits per mastpositie in nieuwe koppelnetverbindingen in de landelijke ring of in interconnecties. Bestaande situaties in het 220- en 380 kV-koppelnet blijven gehandhaafd, maar nieuwe megaverbindingen met drie of vier 220 kV- of 380 kV-circuits op één mastpositie (zoals de Eemshaven-Vierverlaten, Eindhoven-Geertruidenberg en Meeden-Eemshaven) mogen niet langer meer nieuw gebouwd worden. Ook bij de aanleg van Zuidwest-380 zullen de beide verbindingen een fysieke afstand tot elkaar bewaren.
omzetter (converter) - Machine, installatie of apparaat om wisselstroom mee in gelijkstroom om te zetten, of vice versa. Ook wisselstroom van frequentie omzetten gebeurt met (frequentie)omzetters.
Omzwaaien (bay swap) - Het verplaatsen van een circuit naar een ander veld, een andere rail of naar een andere transformator, of zelfs naar een ander deelnet of station. In de praktijk wordt er ook wel eens gesproken van het omzwaaien van belasting, wat in feite op hetzelfde neerkomt. Omzwaaien kan via schakelhandelingen gebeuren door de bedrijfsvoerder, maar het kan ook permanent plaatsvinden door fysiek een circuit ergens los te nemen en weer vast te maken.
ONB (unforeseen unavavilability of service) - Onvoorziene Niet-Beschikbaarheid. Nette term bij de netbeheerders voor een spontane storing, een calamiteit of forcering door een derde partij. Het tegenovergestelde is VNB, voorziene niet-beschikbaarheid.
onbalans (imbalance) - 1) Het verschil tussen het aangeleverde en afgenomen vermogen op het elektriciteitsnet. Er is altijd wel een kleine onbalans en die bevordert handel of de stroomprijs. Een grote onbalans betekent kans op technische problemen. De onbalans dient daarom voor het gekoppelde net of netblok in zijn geheel zo klein mogelijk te worden gehouden. 2) Verschil in belasting tussen de drie fasen. Dit kan deels door onevenwichtige vraag van verbruikers op één of twee fasen komen (of door een staande diffuse sluiting), maar ook door mutuele beïnvloeding van de fasen onderling via inductie. Deze laatste categorie kan worden verminderd door fasewisseling.
onderfrequentie (under frequency) - Verschijnsel dat ontstaat op een wisselstroomnet wanneer er meer vraag naar vermogen is dan er productie is. De generators gaan dan zwaarder lopen, remmen fysiek af en de netfrequentie van 50 Hz zakt. Dit kan problemen veroorzaken als het uit de hand loopt zodat er meer vermogen moet worden ingebracht.
ondergrondse verbinding (underground connection) - Meestal gewoon een kabel of grondkabel genoemd.
onderkruisen (‘crossing underneath’) - Vrijwel ongebruikte term voor wat anders als een lijnkruising of overkruising wordt aangeduid en waarbij de focus nu op de fysiek onderste verbinding ligt. Soms ook bukken.
onderstation (substation) - Trafostation waar een verbinding eindigt en waar de volledige spanning omlaag getransformeerd wordt. De naam is niet strikt en kan breed worden aangetroffen, van koppelnetstations tot kleine middenspanningshuisjes, maar het meest gangbaar is de term voor spanningen tussen 150 kV en 10/20 kV.
ontgraving (trenching) - → open ontgraving
Ontheffing Aanwijsplicht Netbeheerder - Geen Engels equivalent. Juridisch besluit dat de eigenaar van een privaat klantnet in staat stelt zijn eigen net te beheren, los van openbare netbeheerders zoals Tennet, Liander, Stedin of Enexis. Het gaat dan om bijvoorbeeld eigennetten van chemische complexen, raffinaderijen of windparken die alleen produceren, maar soms kan het ook gaan om een groot ziekenhuis of een energiecoöperatie die op eilandbedrijf wil draaien. Voor het beheren en bedrijven van een eigennet is een ontheffing van de ACM (Autoriteit Consument en Markt) nodig.
onttakeld (decommissioned pylon) - Hoogspanningsmast of een straatje masten waarin geen draden meer hangen, maar die nog wel fysiek overeind staan. Meestal wachtend op sloop, heel soms op nieuwe draden. In de pylon geek omgangstaal wordt er ook wel van een hoogspanningslijk gesproken.
onvolledig benut (subnominal usage) - Hoogspanningsmast die minder circuits of traversen draagt dan waarop zijn nominaal is berekend. Zie het classificatiemodel. Onvolledige benutting wordt in sommige gevallen ook aangeduid als SNUP wanneer de situatie zeer duidelijk laat zien dat er ooit grotere plannen waren met de mast of verbinding, die echter met grote waarschijnlijkheid niet meer waargemaakt zullen worden.
oostring, de (eastern ring) - Aanduiding voor het oostelijk deel van de Nederlandse landelijke 380 kV-ring, waarbij het laatst aangelegde deel door Twente wordt bedoeld. Tussen Dodewaard en Ens is daarbij een submodel donaumast gebruikt dat ook wel een Oostring of een Ringsluiting wordt genoemd binnen de sector.
open (switched off) - Een geopende schakelaar laat geen stroom passeren. Een geopende schakelaar is uitgeschakeld. Het tegenovergestelde is een gesloten schakelaar, die laat wel stroom passeren.
open assetdata (open asset data) - Openbaar beschikbare liggingsdata van assets van netbeheerders. Sinds 2019 verplicht door de Wet op Open Assetdata. Liggingsdata heeft tot doel indicatief te weten te kunnen komen waar iets staat of ligt, maar bij werkzaamheden is een KLIC-oriëntatie nog steeds noodzakelijk en verder bevat open assetdata verrassend weinig metadata over de objecten zodat het nauwelijks van nut is in netkaarten.
open ontgraving (trench, excavation) - Gegraven sleuf waar kabels in kunnen worden gelegd, waarna de sleuf weer dicht wordt gespit. Vroeger de gebruikelijke manier om kabels mee aan te leggen, tegenwoordig is deze aanlegmethode op zijn retour omdat er al teveel andere infra in de weg ligt en omdat andere technieken zoals gestuurd boren concurrerend zijn geworden.
openbaar net (public grid) - In de context van een elektriciteitsnet: alle netdelen die niet tot het privaat eigendom van een producent of afnemer behoren.
openluchtstation (outdoor switchyard) - Ook buitenopstelling genoemd. Hoogspanningsstation dat buiten in de openlucht staat en dus met weersinvloeden moet kunnen omgaan.
OPGW - OPtical Ground Wire. Bliksemdraad waar binnenin holle buisjes zitten die met optische glasvezels zijn gevuld. Ze worden gebruikt om trafostations via de hoogspanningslijnen zelf te verbinden zodat het elektriciteitsnet voor communicatie van schakelcommando's onafhankelijk is van welk ander net dan ook. OPGW's zijn standaard in nieuwe verbindingen en ook oudere lijnen worden er bij revisie of retrofit dikwijls van voorzien.
ophangbeugel (suspension straps) - Metalen platen die per twee worden gebruikt en waar tussenin een opening blijft waarin een schuitje, een draagklem of een slipklem kan worden vastgemaakt. Soms ook draagbeugels genoemd.
opoffering (forced interruption, forced load shedding) - De uiterste bevoegdheid van een netbeheerder. Opoffering of load shedding is het geforceerd en onaangekondigd losnemen van een aansluiting, netdeel of deelnet om zo een grotere, ongecontroleerde storing of zelfs een system split te voorkomen, of wanneer er geen enkele andere weg meer is om een ramp, levensgevaar of grote fysieke schade te voorkomen. Het betreft een niet-automatische handeling die door de bedrijfsvoerder moet worden genomen in zeer korte tijd, soms zelfs binnen een halve minuut. Toch kan het ook aangekondigd gebeuren, zoals bij van tevoren zodanig gecontracteerde industrieklanten. Zij kunnen bij sommige netbeheerders een korting op hun netwerkkosten krijgen wanneer zij bereid zijn om als afschakelbaar vermogen te dienen bij problemen. Een derde geval van load shedding zien we bij onoplosbare situaties zoals de Belgische Elektriciteitsschaartste van 2014. Bij een onoplosbaar tekort wordt dan een netdeel geofferd om de rest van vermogen te kunnen blijven voorzien.
opofferingsbeslissing (grid sacrifice) - → opoffering
opregeltijd (response time) - Meestal aangeduid als de responstijd, of als 'snel' of 'traag' vermogen. Eigenschap van productie-eenheden voor de opwek van elektriciteit. Zie ook de St(r)oomcursus. De opregeltijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om een productie-eenheid significant meer of minder vermogen te laten afgeven. In omgangstaal: hoeveel tijd erin gaat zitten om het apparaat harder of zachter te zetten. Eenheden die zich snel laten opregelen (paar minuten) zijn waterkracht- en pompcentrales, sommige kleine gasturbines (WKK) en commerciële zonvermogenparken. Traag op te regelen zijn alle soorten thermische centrales m.u.v. gascentrales. Uiterst traag zijn de oude generaties nucleaire centrales. Hoe trager de opregeltijd, hoe belangrijker het is dat de centrale altijd op zijn nominale niveau draaien kan. Zeer trage centrales zijn daardoor vooral geschikt voor basislast, terwijl sneller vermogen handig is om de dagelijkse gang te volgen.
opslingering (resonance) - Gedrag op grote wisselstroomnetten wanneer door ingewikkeld samenspel van niet-lineair gedrag, netfrequentie, loadflow, grote afstand (lichtsnelheid/netfrequentie), inschakelpieken en reactief/capacitief gedrag een situatie verschijnt waarin spanning in sommige netdelen of componenten in een cyclus extra hoog kan opslingeren door resonantie. Dat kan schade of afschakelingen geven en het is de netbeheerder eraan gelegen om opslingeringen te beperken.
opspantrafo (step-up transformer) - → step-up trafo
opstelling (configuration) - Weinig gebruikt synoniem voor het mastmodel, de layout, de configuratie of de ruimtelijke vorm.
opstijgpunt (line termination) - Plek waar een ondergrondse kabel en een bovengrondse lijn in elkaar overgaan. Een opstijgpunt kan op een trafostation, na een crossing of op een eindmast liggen. Bij grondkabels op stationsterreinen wordt een gecombineerd opstijg/eindpunt soms ook het aanlandingspunt genoemd.
optie (option, alternative) - → alternatief
optische glasvezel (optic fiber) - Glasvezel, voor optische signalen (lichtpulsjes) waarmee data kan worden overgedragen tussen beide uiteinden. Tegenwoordig worden in bovengrondse lijnen vaak bliksemdraden ingehangen waar binnenin optische glasvezels zitten in holle buisjes, zodat de hoogspanningslijn meteen ook data kan versturen, onafhankelijk van enig ander communicatienetwerk. Dit wordt in eerste instantie gedaan ter aanvulling of vervanging van straalverbindingen, maar de overcapaciteit wordt ook wel eens commercieel verhuurd als black fiber.
opvulplaat (shim) - Niet te verwarren met een vulplaatje. Een opvulplaat overbrugt een verschil tussen twee niet correct uitgelijnde hoeklatten om zo alsnog een normale verbindings- of knoopplaat op te kunnen schroeven zonder dat er een verspringing overblijft die spanning in de constructie of aantasting van de integriteit tot gevolg heeft.
opwaarderen (uprate, upgrade) - Het verzwaren van een bestaande hoogspanningslijn, doorgaans (maar niet altijd) zonder de masten te wijzigen. Het inhangen van zwaardere geleiders of het in gebruik nemen van de ontwerpnetspanning waar de lijn eigenlijk voor gebouwd is wanneer de lijn eerder op een lagere spanning werd bedreven zijn twee vormen van opwaarderen. Ook dynamic line rating kan als een vorm van opwaardering worden gezien. Opwaardering is typisch iets voor luchtlijnen: het is vrijwel onmogelijk met grondkabels.
Orsted (Ørsted) - Deens energiebedrijf dat actief is in onder andere grote offshore windparken. De naam is formeel Ørsted, maar wordt ook wel als Oersted (webgebruik) of Orsted (in angelsaksische omgevingen) geschreven. Omdat de plugin voor dit jargonboek niet met een Ø kan omgaan zijn we genoodzaakt om de Angelsaksische schrijfwijze te gebruiken.
OSINT - Open Source INTelligence. Term voor onderzoek uitsluitend op basis van publiek toegankelijke bronnen, gecombineerd met logica. OSINT wordt wereldwijd voor van alles gebruikt en het is breder dan googelen. Onderzoek in openbare bronnen is bijna de enige methode van data-aquisitie op onze netkaart, de netschema's en de nieuwsberichten. Onder logica worden dingen verstaan als conclusies op basis van graafschades op openbare satellietfoto's waarbij bijvoorbeeld een kabel niet zelf te zien is, maar wel zijn tracé. OSINT is niet altijd reproduceerbaar (bij mondelinge inlichtingen of toevallige vangsten is dit niet zomaar mogelijk) maar we streven wel naar zoveel mogelijk.
OSP - Ook Osp, met twee kleine letters. Afkorting voor een opstijgpunt op netkaarten, geo-informatica en netschema's.
Ot, Otje - De bijnaam van het oude geuzenlogo van HoogspanningsNet uit de vroege begintijd van de site. De gepixelde, simpele afbeelding van een jochie dat een hoogspanningsmast omarmt was een knipoog naar de korte voornaam van een jonge vrijwilliger achter deze site. Sinds de overgang naar het huidige logo is het afbeeldinkje verdwenen, maar de cult niet en op het forum is het nog steeds populair als mascotte, avatar (al dan niet verbouwd) en er zijn zelfs gif-animaties gemaakt.
overbelasting (overloading) - Een transformator of verbinding zwaarder belasten dan waar zijn nominale ontwerp op is berekend. Een individueel circuit dat nominaal ontworpen is voor 150 kV en 260 MVA is overbelast wanneer er (met enige marge) meer dan 260 MVA overheen wordt gestuurd. Een verbinding met twee circuits van 260 MVA dat N.1 veilig wordt bedreven is overbelast wanneer er in totaal meer dan 260 MVA overheen loopt, meer dus dan de volle capaciteit van één circuit. Een geringe overbelasting gedurende korte tijd is technisch geen probleem, behalve dat het rendement iets zakken zal door warmteontwikkeling en dat de componenten meer materiaalstress te verwerken krijgen. Soms is tijdelijke overbelasting zelfs noodzakelijk vanwege onderhoud op een andere verbinding. Wel kan de redundantie in gevaar komen. Voor de meeste verbindingen geldt dat ze gemakkelijk overbelastbaar zijn tot in de orde van 20% boven hun nominale vermogen, maar een en ander is sterk afhankelijk van eventuele kabeldelen, windkoeling van de geleiders (al dan niet bewust gebruikt via dynamic rating) en van de apparaten en trafo's op de stations. Grondkabels zijn nauwelijks overbelastbaar, een luchtlijn met een kabeldeel mag soms niet overbelast worden als het kabeldeel niet zwaarder is aangelegd.
overdimensioneren (overdimensioning) - Het zwaarder uitvoeren van een hoogspanningslijn, -kabel of een transformator dan eigenlijk nodig lijkt te zijn. Componenten worden dikwijls ontworpen op een nominale transportcapaciteit die veel hoger ligt dan de beraamde werkelijke benutting. Dit wordt gedaan om toekomstige groei het hoofd te bieden en om transportcapaciteit gereed te hebben wanneer onverhoopt een andere verbinding tijdelijk uitvalt. Overdimensie is op het hoogspanningsnet vrijwel altijd de norm geweest, zowel vroeger en nu nog steeds. Ook in constructie (fysieke bouw) is overdimensie gebruikelijk, bijvoorbeeld om in te spelen op onvoorzien zware omstandigheden, rekenfouten of falen van een component. In de tijd voordat er dynamische computerberekeningen waren was overdimensie gebruikelijker dan na die tijd, maar nog altijd worden componenten, masten en fundamenten zwaarder uitgevoerd dan strikt noodzakelijk lijkt.
overfrequentie (over frequency) - Verschijnsel dat ontstaat op een wisselstroomnet wanneer er meer productie is dan er vraag is. De generators gaan dan lichter lopen, versnellen en de netfrequentie van 50 Hz stijgt. Dit kan problemen veroorzaken als het uit de hand loopt zodat de productie moet worden verminderd.
overgangsstation (termination) - → opstijgpunt
overkruising (crossing-over) - Jargonterm voor een bovengrondse lijnkruising in het vrije veld. Bij een overkruising wordt in de meeste gevallen de verbinding met de hoogste netspanning boven over de verbinding met een lagere netspanning heengeleid. Dat is conform de netstrategie in Nederland. Er zijn echter uitzonderingen te vinden zoals bij Lelystad. Meestal wordt de bovenste verbinding extra hoog aangebracht, maar soms kan ook de onderste verbinding extra worden verlaagd.
overkruisingshiërarchie (crossing-over hierarchy) - Goed gebruik onder netstrategen en ontwerpers bij het aanleggen van lijnkruisingen. Normaal wordt de verbinding met de hoogste spanning, en ook het grootste netstrategisch belang, fysiek over de verbinding met een lagere spanning heen geleid. Dat scheelt in VNB bij onderhoud, waarbij als er aan de onderste verbinding gewerkt wordt, ook de bovenste uit dienst moet. Er zijn wel uitzonderingen op, zo overkruisen op de Apenkooi in de Flevopolder zes 150 kV-circuits twee 380 kV-circuits bovenlangs. Netstrategen krijgen daar jeuk van.
overslag (flashover) - Vonk die door of over een isolerend onderdeel springt en op die manier een aardsluiting veroorzaakt, of soms een sluiting met een onweerswolk en de aarde tegelijk. Zo'n vonk kan soms zonder schade blijven (zeker als er overslaghoorns zijn toegepast), maar bij keramische- en kunststof isolators kan schade ontstaan in of buitenom de isolator door tunneling of hitteontwikkeling.
overslaghoorn (arc horn) - → vlamboogpin
overspanning (over voltage) - Spanning op een component, circuit of verbinding die boven de grenzen van het normale interval voor normaalbedrijf uit komt. Overspanningen kunnen ontstaan door blikseminslag maar ook door schakelhandelingen en zogeheten transiënten. De meeste verbindingen en componenten kunnen tijdelijk overspanningen verdragen tot een ordegrootte van 140 tot 150%.
overspanningsafleider (surge arrester) - Apparaat waarmee ongewenste overspanningen (een eind boven de bedrijfsspanning) kunnen worden 'gevangen' en naar de grond of de aarde kunnen worden geleid zodat elders in het net of het circuit geen schade ontstaat.
oversteek (crossing) - Ook een overspanning genoemd. Passage van een hoogspanningslijn met een klein tot middelgroot infrastructureel object. Bij kleine objecten waarbij masten niet of nauwelijks verhoogd zijn wordt meestal de term kruising gebruikt. Bij grote objecten zoals rivieren worden doorgaans sterk verhoogde masten gebruikt en dan spreken we vaker van een crossing, zeker wanneer er meer dan twee masten nodig zijn voor de oversteek, hoewel ook doorkruising dan wordt gebruikt. De termen worden in de praktijk een beetje door elkaar gebruikt en er is geen harde regel voor wanneer welk woord beter op zijn plek is. Kwestie van gevoel.
overzetverhouding (transformer ratio) - Verschilverhoudingsgetal tussen twee wikkelingen van een transformator. Een overzetting van 220/110 kV is een transformatie- of overzetverhouding van 2:1. Van 150 kV naar 20 kV is 7,5:1 of 15:2 voor wie geen gebroken getallen wil. Hoe groter de overzetverhouding, hoe meer het aantal wikkelingen van de primaire en secundaire zijde van de trafo verschilt en hoe hoger de stroomsterkte op de secundaire zijde zal zijn. Daar zit wel een praktische grens aan, de zijde met de laagste spanning mag normaal gesproken niet boven 4 kA uitkomen en daarmee is het vermogen op die spoel en uiteindelijk de hele trafo beperkt tot een bovengrens die steeds lager wordt naarmate de overzetverhouding groter wordt. Vanwege historische en industriestandaarden zijn bepaalde verhoudingen gunstiger dan anderen. 110/33 kV is bijvoorbeeld zeer gangbaar en zulke machines worden off-the-shelf gebouwd, maar 110/50 kV juist niet en wie dat laatste wil zal maatwerk moeten aanvragen. Meestal zijn overzetverhoudingen lang geleden om destijds gunstige redenen bepaald en zijn ze nu historische verworvenheden die als artefact gewoon bestaan.