Jargonboek
Vakterm? Zoek ‘m op in het lexicon van hoogspanningsjargon
radio-interferentie (radio interference, radio noise) - Corona-ontladingen en deelontladingen kunnen kleine beetjes elektromagnetische straling genereren die zich onder andere in het bereik van radio- en communicatie-apparatuur bevinden. Deze kunnen ruis geven of bij digitale transmissie voor storingen zorgen. Het beperken van deze bronnen bestaat vooral uit gladdere componenten toepassen en eventueel veldsturing met coronaringen.
rail (busbar) - Onderdeel op trafostations waarop fasedraden of (als volledige eenheid) circuits aansluiten en waar ook transformators, koppelvelden en compensatiemiddelen op zijn aangesloten. Een rail (hat woord) kan zowel slaan op één rail of fase, alswel op een compleet setje van drie die samen de A- of B-rail op een station vormen wanneer er redundantie is.
railing - Veiligheidsmaatregel die op moderne vakwerkmasten sinds eind jaren 80 verplicht is op de traversetoppen. Oudere masten worden niet aangepast, behalve in speciale gevallen zoals reconstructies of specifieke veiligheidseisen. Nieuwere masten worden van begin af aan met railings op de traversetoppen uitgerust of ze worden zodanig ontworpen dat de traversen stomp eindigen zodat er geen railing nodig is.
railsplitser (rail separator) - Een scheider of een vermogensschakelaar in een rail zelf, om deze in tweeën te kunnen splitsen of juist te verbinden.
randstaaf - Grote zware lat die zich in de constructie van vakwerkmasten op de hoeken van de toren bevindt. De randstaven (het zijn er altijd vier) zijn in het broekstuk en de toren de enige latten die bedoeld zijn om naast trekkrachten ook drukkrachten op te kunnen nemen. Randstaven zijn doorgaans L-profielen maar bij sommige zware nieuwere ontwerpen kunnen het ook X-profielen zijn, werkelijke X-profielen, ruggelings gelaste L-profielen of gemodificeerd uit twee losse L-profielen. De Engelse vertaling is niet voorhanden.
randstaafschildering (circuit identification by paint) - Wijze van circuitaanduiding die in Nederland veelvuldig en in Duitsland hier en daar wordt toegepast. Een circuit draagt een circuitkleur en deze kleur wordt aan de desbetreffende kant van de hoogspanningsmast onderin het broekstuk op de randstaaf geschilderd. Randstaafschildering leek aanvankelijk te worden verdrongen door circuitbordjes, maar de laatste paar jaar lijken de netbeheerders daar op terug te komen en lijkt randstaafschildering als herkenningsmethode zelfs te worden ingevoerd op plekken waar het vroeger niet eens gebruikt werd. Soms worden randstaafschildering en circuitkleurbordjes tegelijk gebruikt.
raveling (capped end) - Bij een hoek- of L-profiel: op het uiteinde het verwijderen van een van de twee flensen over een korte lengte zodat een plat stuk ontstaat.
RCR - Rijkscoördinatieregeling.
recht dubbeloog (extension link) - Plat metalen plaatje met twee gaten en een zekere lengte ertussen.
rechtstand (row) - Ook wel een mastvak genoemd. Gedeelte van een hoogspanningslijn tussen twee hoekmasten in waarin de verbinding rechtdoor loopt. Rechtstanden kunnen in Nederland en België variëren tussen drie masten en slechts enkele honderden meters, tot vele tientallen masten en een lengte van meer dan 20 kilometer. Bij lange afstanden wordt meestal om een vast aantal masten een afspanmast geplaatst (hoekmast zonder lijnhoek) om domino-effecten bij calamiteiten te voorkomen.
reconstructie (reconstruction) - 1) Verlegging, verkabeling of verandering van een bestaande hoogspanningslijn in opdracht van de netbeheerder of op verzoek van een (lagere) overheid. 2) Herstel van een hoogspanningslijn na een beschadiging. 3) Term onder nethistorici waarmee een gemaakte inschatting van een verdwenen tracé en/of mastontwerp aangeduid wordt.
redundantie (redundancy) - Volwaardig dubbel uitgevoerd systeem, set componenten of ander onderdeel, waardoor voor dit meta-object een enkelvoudige storingsreserve aanwezig is. Redundantie zorgt in een netwerk voor storingsbestendigheid, maar ook voor eenvoudiger onderhoud omdat er altijd alternatieven voorhanden zijn om elektriciteit langs te leiden. Redundantie is de norm in koppelnetten, het is gangbaar in transportnetten, het komt nu en dan voor in middenspanning en het is ongewoon in laagspanningsnetten. Ook ringvormige netten (vermazing) is een vorm van redundantie.
relictmast (abandoned tower) - Ook wel een mastrestant of een hoogspanningslijk. Uiterste eindstadium van een onttakelde mast. Het betreft een mast (of soms een station) die verlaten werd, onttakeld werd en daarna volledig lijkt te zijn vergeten zonder uiteindelijk te zijn verwijderd. Er is zelfs geen sloop meer beraamd, het staat er gewoon nog en lijkt geen doel te dienen, van niemand te zijn en te blijven staan totdat hij vanzelf een keer omvalt. Relictmasten kunnen soms monumentaal zijn en bewust behouden zijn (zoals we zien bij het relictstation Radio Kootwijk), maar meestal geldt dat sloop en afvoer duurder is dan hem gewoon aan zijn lot over te laten.
remmachine (tensioner) - → trommelwagen
RenSec - Term van Tennet voor het meerjarenproject Renovatie van Secundaire apparatuur.
reparatietijd (repair time) - Belangrijke parameter in de netstrategie als het gaat om de keuze voor kabels of lijnen. Een luchtlijn is sneller te repareren en meestal zonder technisch ingewikkelde procedures. Bij een grondkabel zijn graafwerk, soms grondwaterbemaling en specialistische moffen nodig. Dit duurt langer en betekent meer onbeschikbaarheid bij een calamiteit. Met name voor belangrijke koppelverbindingen wordt een kabel daardoor als strategisch risicovoller gezien.
reparatiezekerheid (repair guarantee) - Strategisch begrip dat vooral in hogere hoogspanningen (220 kV en hoger) in koppelnetten speelt. De reparatiezekerheid is een term voor de snelheid en zekerheid waarmee een defect of schade kan worden gerepareerd, in ieder geval provisorisch. Hoe korter deze tijd en hoe zekerder dat het lukt, hoe groter de reparatiezekerheid. Voor koppelnetverbindingen is reparatiezekerheid een van de belangrijkste eigenschappen en het is een van de redenen waarom bij deze verbindingen de voorkeur uitgaat naar bovengrondse aanleg. De grootste reparatiezekerheid (kortste tijd, minst ingewikkeld) treffen we bij bovengrondse verbindingen in boomloze gebieden, de kleinste reparatiezekerheid (langste reparatietijden) in zeekabels.
RES - Regionale EnergieStrategie.
reststerkte (residual strength) - Enige discussie over de Nederlandse correcte term. Vooral van toepassing op isolators. Wanneer een onderdeel faalt (gesprongen glaskap, doorslag in een keramische isolator) is de elektrische isolatiewaarde aangetast. Ook de mechanische sterkte is aangetast. De reststerkte geeft aan wat voor percentage er nog van over is. Die lopen elektrisch en mechanisch niet gelijkop.
retourstroomgeleider - Extra, geaarde draad die in wintrackverbindingen kan worden aangebracht en waarmee de mastposities onderling extra verbonden zijn. Deze heeft tot doel de potentiaaltrechter rond de mastvoet bij overspanningen te verspreiden over meerdere posities tegelijk, zodat het effect per losse mast kleiner is. Bij masten met een broekstuk of anderszins brede voet is dit niet of minder nodig. Er is ons geen officiële Engelse term bekend.
RI - Afkorting voor radio-interferentie.
right-of-way - Engelse term voor de corridor (ook Engels, maar geadopteerd) ofwel de strook grond die een verbinding als luchtlijn en ook als kabel inneemt. Binnen die strook geldt een dubbelbestemming, meestal zakelijkrecht en er zijn gebruiksbeperkingen. Right-of-way wordt vooral gebruikt in discussies en thema's die de doortocht van een verbinding door drukke gebieden of dure grond behandelen, en dan met name gericht op de fysieke breedte van de verbinding samenhangend met de spanning en de circuitvorm.
ril (profile) - Ribbel, richel of welving aan de onderbinnenzijde van een glaskap-isolator (het profiel), bedoeld om de kruipafstand (lekstroom) maximaal te maken en om het glas en de kunsthars droog te houden. Het rendement van de hoogspanningslijn wordt hiermee verhoogd. Voor verschillende omstandigheide zijn verschillende vormen te krijgen, zo zijn er isolators met extra veel rillen voor gebruik in vieze omgevingen en je hebt ze ook die helemaal glad zijn, voor in woestijngebieden of plekken met rijp.
ring - → coronaring, veldsturing
ringnet (ring net) - Netstrategische keuze of opmaak voor een net of of deel van een net. Een net dat een ringvorm is aangelegd kan ieder station vanaf twee kanten bereikbaar maken. Om doortransport te voorkomen kan soms de ring worden geopend zodat een U-vorm ontstaat. Bij een storing wordt dan wel de levering onderbroken, maar de verstoorde tijd wordt zeer beperkt doordat gewoon het uitgeschakelde segment van de ring in gebruik wordt genomen zodat alsnog elk station kan worden bereikt.
ringsluiting - Nederlandse aanduiding voor de klus die het sluiten van de eerste landelijke 380 kV-ring betrof, via de 'lange weg' door Twente. Dit werd in 1991 voltooid. Het model donaumast dat ervoor werd gebruikt wijkt af van de westelijke verbindingen en ook dit model wordt een Oostring of een Ringsluiting genoemd.
ringstructuur (ring) - → ringnet
rok - Langzaam uit de gratie verdwenen term voor het onderste deel van de toren van een hoogspanningsmast, het deel van de toren bedoeld dat zich tussen de onderste traversen en de bovenkant van het broekstuk in bevindt. Er is ons geen Engelstalig synoniem bekend.
ROW - Zie corridor, Right Of Way.
RTE (Riseau Transporte ‘d Electricitè France) - De beheerder van het Franse hoogspanningsnet.
ruggengraat (backbone) - Term voor het koppelnet (op landelijk niveau) of voor een zwaar koppelend net in lokale toepassing. Een ruggengraat is sterk genoeg om een onderhangend deelnet te stabiliseren en te koppelen.
running angle - Hoek of lijnhoek in een verbinding zonder afspanning. De toegepaste mast kan een steunmast zijn (kleine lijnhoek) of een daadwerkelijke hoekmast, maar de geleiders zijn niet verankerd of afgespannen. Hangende isolators of hangende afspanning draagt de draden dan schuin. Er kan ook voor V-ophanging gekozen worden. Soms is het ingewikkeld om van een steunmast met lijnhoek(je) of van een echte running angle te spreken. Dit is enigszins subjectief. Running angles zijn in Nederland zeldzaam. Het zijn vooral wintracks met V-braces die dit doen.