Jargonboek

Vakterm? Zoek ‘m op in het lexicon van hoogspanningsjargon

C1 informatie (public information) - Openbare informatie. Dit is informatie vrijgegeven door netbeheerders of andere partijen die iedereen mag weten. Bij C1 kan je denken aan een netkaartje, een nieuwsbericht of een informatiepagina. Op deze website is alleen informatie te vinden die, wanneer deze bij netbeheerders vandaan komt, onder een C1 of heel soms C1+ vallen.
C1+ informatie (public information but for skilled users) - Openbare informatie met een technisch of contextgevoelig aspect die wel publiek bekend mag zijn, maar eigenlijk alleen voor een kundig lezer is bedoeld. C1+ is in het leven geroepen om een raar gaatje tussen C1 en C2 te vullen. Een voorbeeld van zulke informatie is transportcapaciteit: het getal is openbaar, maar je moet er wel bij blijven nadenken over wat je eigenlijk ziet en wat dat getal betekent, onder welke omstandigheden en context, en wat je doel is met het lezen ervan. Deze website bevat hier en daar wat C1+ informatie.
C2 informatie (internal information) - Interne informatie. Bij netbeheerders: gegevens, kennis en data die niet geschikt zijn voor het algemeen publiek. C2 is bedoeld voor onderlegde gebruikers die in een professionele context met de gegevens moeten werken. Het gaat dan om onderaannemers, om ingenieursbureaus en soms om onderzoekers, promovendi en beveiligers. Op deze website is geen C2 informatie te vinden.
C3 informatie (confidential information) - Vertrouwelijke informatie. Bij netbeheerders: informatie die niet buiten het eigen bedrijf dient te komen of hooguit mag worden gedeeld met bevoegde instanties zoals de Rijksoverheid of een specifieke (rechts)persoon. Meestal is zulke informatie minder spannend dan het lijkt, want het gaat lang niet altijd om technische informatie of zwaktes. Ook de financiën, aankoop/aanbestedingsprocedures, tenders en alles waar concurrentie van de markt een rol bij speelt kan hieronder vallen. Op deze website bevindt zich geen C3 informatie.
C4 informatie (highly confidential information) - Zeer vertrouwelijke informatie. Bij netbeheerders is dit het hoogste vertrouwelijkheidsniveau, dit betreft informatie die nooit buiten beperkte, scherp afgebakende delen van het eigenbedrijf mag komen en alleen met gerechtelijke partijen zoals de politie, Defensie of het Ministerie van Strafrecht kan worden gedeeld. Men kan denken aan technische informatie over zwakheden in assets of het bedrijfsproces, of aan een intern onderzoek. Deze website bevat vanzelfsprekend geen C4 informatie.
cactus - → IJC-cactus
cap-and-pin insulator - → glaskap, glaskapisolator
Capaciteit -
1) Term om de grootte van transportruimte, productievermogen of vermogensopslag mee aan te duiden.
2) Het vermogen van een object om een elektrische lading (tekort of overschot aan elektronen) te kunnen vasthouden.
capaciteitsplan - → KCD → Investeringsplan
capacitieve koppeling (capacitive coupling) - In grote lijnen: hoe verhouden twee massa's met verschillende potentialen zich ten opzichte van elkaar. Een fasedraad met een wisselend potentiaal (cyclus) in een driefasensysteem heeft een capacitieve koppeling met de twee andere fasedraden via inductie. Ook met de grond is er een zwakke koppeling op deze manier. Het gaat bij capacitieve koppeling dus uitsluitend om beïnvloeding door velden en niet door galvanisch contact.
Carrington-event - → zonnestorm
cascade - → spanningscascade
cascade-effect (cascade collapse, rolling blackout, system split) - Grote stroomstoring die kan ontstaan wanneer steeds meer componenten overbelast raken waarna het ene na het andere netdeel uitvalt en het netwerk uiteindelijk in twee blokken uit elkaar valt, een met onderfrequentie en een met overfrequentie.
cascadestop - Afspanmast zonder lijnhoek, indien toegepast in zeer lange rechtstanden. Wanneer een mast omvalt in de lengterichting en een volgend exemplaar mee trekt, houdt een cascadestop dit effect na enige afstand tegen zodat een verwoest lijndeel nooit te lang wordt. Vroeger was vier kilometer de langste rechtstand zonder dat men een cascadestop inpaste, tegenwoordig lijkt dit te zijn losgelaten in 380 kV-lijnen.
cascadestoring (rolling blackout, system split) - Ook wel domino-effect. In de hoogspanningswereld is het cascade-effect het uitvallen van de ene na de andere verbinding, leidend tot een complexe storing en soms zelfs een split in het gesynchroniseerde netblok. Beveiligingen, netopeningen en goed netbeheer kunnen cascade-effecten meestal voorkomen, maar ook in de recente geschiedenis zijn er desondanks nog enkele grote cascadestoringen geweest met uitval en system splits tot gevolg. In Europa waren er zulke storingen in 2006, 2011 en begin 2022.
CCB (central control building) - Hoofd- of controlegebouwtje van een station. Soms een permanent, gemetseld bouwwerk, soms een provisorium in de vorm van een zeecontainer. Wordt ook CDG genoemd.
Centraal Dienstengebouw - Gebouwtje, bunker of gemetseld loods-achtig bouwwerk op transformatorstations waar telecomapparatuur, tertiaire systemen en vaak ook wat communicatieapparatuur staat, en dat gebruikt wordt voor automatische of handmatige bediening van het station.
chat - 1) Grote familie deltamasten met een typisch uiterlijk. Chat-deltamasten of 'chats' worden voornamelijk in Frankrijk en aangrenzende streken gebruikt. De naam chat betekent kat en met enige fantasie is er een kattenkop te zien in het mastlischaam. 2) Aanduiding voor deltamasten in het algemeen, omdat een deltamast ook wel een kat wordt genoemd.
chinese vinger (chinese finger) - Ook wel een trekkous genoemd. Vlechtwerk van touw dat een soort kous vormt die om het uiteinde van een kabel kan worden geschoven. Zodra er trekkracht op de handvatten van de chinese vinger komt te staan, trekt deze strak om het uiteinde van de aan te trekken kabel heen terwijl de kracht gelijkmatig over een langer uiteinde verdeeld wordt. Op die manier kan een aan te leggen grondkabel gemakkelijk en zonder beschadigingen van een haspel worden gehaald of door een mantelbuis worden getrokken.
Chroom-6 - Generieke aanduiding voor conservatieverven waar een bepaalde chroomverbinding in zit. Bij boren of schuren kan deze verf schadelijk voor de gezondheid zijn. Sommige oudere hoogspanningsinstallaties zijn ook geverfd met chroomhoudende verven. Dit kan geen kwaad zolang er niet geboord of geschuurd wordt.
CIGRÉ - Conseil international des grands réseaux électriques. (letterlijk: Internationale organisatie voor hoogspanning.) Wereldwijde non-profitorganisatie voor kennisdeling en expertise voor de hoogspanningssector. Opgericht in Frankrijk in 1921 (vandaar de van origine Franse naam), inmiddels mag de naam ook zonder accentje op de E worden gespeld. CIGRE heeft een aantal expertisevelden waar professionals en bedrijven lid van kunnen worden met als doel kennis en kunde binnen de sector beschikbaar te maken. Zo is expertiseveld B2 voor ons op HoogspanningsNet van belang, dat gaat over bovengrondse lijnen. Documentatie van CIGRE geldt in veel gevallen als de basis om op terug te vallen en voor unificatiedoelen (zoals jargon) geldt de ongeschreven regel dat de voorschriften binnen CIGRE overeengekomen de beste leidraad zijn. Ook in dit jargonboek en op deze site hanteren we grotendeels het jargon van CIGRE voor onderdelen, vaktermen en handelingen. CIGRE heeft uiteraard een website met meer informatie.
circuit - In de elektriciteitswereld een volwaardig stelsel van draden waarover elektrische energie in een gesloten, doorlopende en gecontroleerde wijze kan worden getransporteerd. De meeste circuits zijn driefasensystemen, al dan niet met een neutrale draad erbij, maar ook een fase-nul en een HVDC-systeem met een plus- en mindraad of zelfs de aarde als retour kan worden opgevat als een circuit. Een circuit wordt in België gekend als een draadstel, wat enigszins misleidend is omdat een 'stel' twee draden suggereert in plaats van drie.
circuitaanduiding (circuit identification) - De gebruikte methode om verschillende circuits (doorgaans in dezelfde mast gehangen) uit elkaar te houden. Kleurcodes met bordjes en stationsafkortingen zijn de manier in moderne verbindingen, ook randstaafschildering (een hele oude manier) wordt gewoon nog altijd gebruikt. Afgeschafte manieren zijn kompasroosbordjes en lange herkenningscodes.
circuitbord (circuit identification sign) - Metalen of kunststoffen bord dat in de circuitkleur geschilderd is en waarin ook de letter waarmee de circuitkleur begint is gestanst of is weergegeven. Een Nederlands circuitbordje voor een oranje circuit zal bijvoorbeeld knaloranje zijn en een met gaatjes gestanste letter O bevatten.
circuitconfiguratie (circuit configuration, circuit layout) - Leidende parameter in de naamgeving en classificatie van hoogspanningsmasten. In sommige gevallen dankt de mast er zijn naam aan (donauconfiguratie, tonconfiguratie), maar in andere gevallen is dit niet zo duidelijk en één-op-één aan te geven. Ook grondkabels kennen een configuratie, maar daar zijn er slechts twee smaken: vlak of driehoek (flat of trefoil).
circuitkleur (circuit color) - Circuits worden in het Nederlandse hoogspanningsnet uit elkaar gehouden door ze een kleur toe te kennen. Met het systeem van kleurcodering is de kans op verwarring minimaal geworden vergeleken met circuitcodes. De gebruikte kleuren zijn rood, oranje, geel, blauw, paars, wit en zwart. Groen is er ook, maar wordt bijna niet gebruikt in verband met een vals gevoel van veiligheid en dezelfde beginletter als geel, iets dat soms ook voor grijs geldt. Bij geel wordt een G gebruikt, bij groen Gr en bij grijs Gs.
circuitlengte (circuit length, galvanic length) - De lengte van een hoogspanningscircuit tussen twee stations, of tussen drie stations als er een harde aftak in zit. Over het algemeen geldt dat de storingsgevoeligheid (uitgedrukt in een jaarlijkse kans per strekkende kilometer) lineair toeneemt met de circuitlengte en precies om die reden worden harde aftakken als minder storingsbestendig gezien dan inlussingen.
classificatie - → mastclassificatie
COBRA-Cable - HVDC-zeekabel tussen Endrup (Denemarken) en de Eemshaven (Nederland). De zeekabel werd in 2019 opgeleverd en kan 700 MW vermogen verzetten. De naam is een acroniem van COpenhagen BRussels Amsterdam, een ietwat vreemde naam omdat geen van die drie plaatsen wordt aangedaan. Ook wijkt de naam af van de nomenclatuur van Tennet, waarbij de twee oudere zeekabels NorNed en BritNed de afkortingen dragen van beide landen waartussen de kabel ligt. Vermoedelijk is bij COBRA voor iets anders gekozen omdat de naam DenNed per ongeluk dezelfde uitspraak heeft als Tennet.
CoCoNut - Commissie Concentratie Nutsbedrijven. Inmiddels lang vergeten overheidscommissie uit de late jaren 70 waarin werd gestreefd naar samensmelting van lokale energiebedrijven tot grotere regionale bedrijven, dit met het oog op kostenefficiëntie voor de eindgebruikers. Het idee sloeg niet direct aan, maar CoCoNut heeft wel een rol gespeeld in wat later, in de jaren 90, zou uitmonden in het ontstaan van vier grote energiebedrijven (Nuon, Essent, Delta, Eneco) die later weer van hun transportnet ontdaan werden door de WON/Splitsingswet.
cold load pickup - Geen goede Nederlandse term voor, wel een andere Engelse (inrush). Wanneer een inductieve belasting (motor, trafo, alles met een flinke spoel) met een breaker onder stroom wordt gezet, heeft het magneetveld enige tijd nodig om op te bouwen. Tot die tijd is de spoel een quasi kortsluiting die grote kortsluitstromen trekt. Bij zware motoren of transformators kan dat wel tien keer de stroomsterkte zijn van de nominale belasting wanneer het apparaat eenmaal normaal draait. Dit soort pieken na inschakelen zien we ook nadat een netdeel na een stroomstoring terug onder stroom wordt gezet. De eerste seconden zijn het ergst, maar het kan vele minuten duren voordat alle verbruikers zijn uitgeschommeld.
combimast (combination tower) - Verkorte aanduiding van combinatiemast. Ook in gebruik als combilijn.
combinatiemast (combination tower) - Mastmodel. Op een combinatiemast zijn ten minste twee verschillende circuitconfiguraties of tenminste twee verschillende netspanningen gecombineerd. Een lijn of verbinding die dit vertoont wordt ook wel een combinatielijn genoemd.
combinatieverbinding (combined line) - Volgens het RIVM: Hoogspanningslijn waarbij verschillende hoogspanningsverbindingen worden gecombineerd. Een hoogspanningslijn met twee circuits die tot twee verschillende hoogspanningsverbindingen behoren, is ook een combinatielijn in de visie van het RIVM. In andere omgevingen is dit onderdeel van de visie discutabel. Bij HoogspanningsNet volgen we die regel niet omdat het bij een knip in één circuit van een dubbelcircuitlijn de hele verbinding in een combinatielijn zou veranderen. Dit maakt nogal wat 110- en 150 kV-lijnen opeens combinatielijnen en zo is dat niet bedoeld.
compensatiemiddel (compensation gear) - Condensators of spoelen die gebruikt worden om reactief en capacitief gedrag in het net te beperken, netverliezen te beperken of het net stabiel te houden.
complexe storing (complex black-out) - Storing van de elektriciteitsdistributie door een complexe oorzaak. In tegenstelling tot een enkelvoudige storing (die vaak te wijten is aan het falen van een enkelvoudige component) is een complexe storing groter dan één component of verbinding. Complexe storingen worden meestal veroorzaakt door overbelasting en vervolgens het trippen of uitklappen van overbelastingsbeveiligingen en een daaropvolgend cascase-effect. Complexe storingen kunnen een enorm gebied beslaan en meerdere verbonden landen tegelijk treffen. Voorbeelden van grote, complexe storingen in de moderne tijd zijn de Californische storingen van 2000 en 2001, de pan-Europese stroomstoring van 2006 en de Indian power crash van 2012. Complexe storingen hebben meestal een al net zo complexe voorgeschiedenis die altijd de wijten is aan een samenloop van meerdere omstandigheden. Het oplossen kan uren tot meerdere dagen duren.
concessie (concession) - Ook rayon of gungebied genoemd. In de context van het hoogspanningsnet is een concessie het gebied waar een netbeheerder of nutsbedrijf zijn wettelijk monopolie heeft.
condensator (capacitor) - Elektrische component die in staat is om een elektrische lading vast te houden via statische aantrekkingskracht.
condensator (capacitor) - Elektrische component, soms groot genoeg voor hoogspanningsgebruik, die in staat is om een elektrische lading te bewaren in de vorm van een potentiaalverschil tussen twee geladen metalen platen.
condensatorbank (capacitor bank) - Array van grote condensators aangesloten op een veld of rail van een hoogspanningsstation en waarmee de spanningskwaliteit kan worden verbeterd.
conductor gallop - → lijndansen
configuratie (configuration) - De ruimtelijke vorm waarin drie fasedraden zich ten opzichte van elkaar bevinden, dwars op hun doorsnede. De configuratie is bij bovengrondse lijnen van belang voor het mastmodel en enkele eigenschappen zoals transportverlies door inductie. Bekende configuraties zijn bijvoorbeeld vlak, donau, verticaal, dennenboom en ton. Ondergronds zijn er slechts drie smaken: vlak, driehoek en onregelmatig.
congestie (grid congestion) - 'Opstopping' op het hoogspanningsnet vanwege capaciteitstekort. Congestie kan tijdelijk zijn (piekbelastingen vanwege storingen elders of invoeding vanuit oncontroleerbare bronnen zoals zonnestroom) maar ook permanent (teveel aanvragen om op een bepaalde plek te mogen invoeden). Bouwers en exploitanten van centrales moeten in dat laatste geval wachten totdat er meer capaciteit op het net is gerealiseerd. Het omgaan met congestieproblemen heet congestiemanagement.
congestiemanagement (congestion management) - Beleid van de netbeheerder om congestie in goede banen te leiden. Meestal is dit een combinatie van rechten toekennen aan de eerste aanvraag (bij de levering van nieuw vermogen vanuit nieuwe centrales) en management met betrekking tot storingen en oncontroleerbaar vermogen zoals zonnestroom. Congestiemanagement is een belangrijk thema bij technische controle op het net.
conservering (conservation) - Net woord voor het weerbestendig maken van buitenobjecten. Bij hoogspanning wordt hier doorgaans schilderen mee bedoeld, maar ook af-fabriek thermisch galvaniseren (een zinklaag) is een vorm van conserveren.
constructielimiet (construction limit) - Meestal gebruikt om aan te geven wat de uiterste grens in waarbinnen een constructie nog veilig is. Normaal is dit de bovengrens van de safety factor. De constructielimiet wordt normaal gesproken nooit bewust opgezocht, tenzij onder gecontroleerde omstandigheden zoals een testopstelling waarbij een constructie (zoals een mast) kan worden beproefd tot aan de betekende safety factor.
consultatie (consultation) - Inwinnen van extern advies of expertise.
Contracted interruptable - Geen goede Nederlandse term voor. Verbruikers zoals zware industrieklanten die een tak bedrijven waarbij het niet meteen systeemkritisch is als er stroomuitval plaatsvindt, zoals vlamboogovens. In ruil voor een korting op de netwerkkosten kunnen zware verbruikers zich hiervoor melden. Bij grote problemen met de netbalans kan zo'n verbruiker dan op gecontroleerde of spontane wijze geofferd worden om de rest van het net te redden en de netbalans te handhaven. In Nederland en België beschikken we niet over zulke klanten of afspraken, maar bijvoorbeeld Frankrijk en Italië hebben een paar gigawatt aan zulke industrieklanten.
conversiestation (converter) - → converter
converter - Vrijwel altijd als het Engelstalige converter geschreven, anders zou het convertor zijn. Elektrische schakeling waarmee wisselstroom in gelijkstroom kan worden omgezet of omgekeerd. Voor grote vermogens zijn converters omvangrijk en ze worden in grote hallen geplaatst die niet verrassend converterhallen worden genoemd.
converter (converter station) - Opstelling waar omzetting plaatsvindt tussen gelijkstroom en wisselstroom. In Nederland en België zijn er drie van zulke stations en in België twee, allemaal dienen ze voor aansluiting van HVDC-kabels met gelijkstroom met buurlanden. Twee converterstations met een zeer korte tussenverbinding kunnen ook gebruikt worden om twee niet-gesynchroniseerde netten aan elkaar te koppelen. Zie daarvoor Back2Back-converter.
coronaring (corona ring) - Ook veldsturing of veldsturingsring genoemd. Onderdeel dat soms om de uiteinden van isolatorkettingen en op trafostations te vinden is. Een coronaring verplaatst de buitenzijde van het elektrisch veld tot buiten de omgeving van bouten, richels en scherpe punten rond de isolatorophanging zelf en zijn afgeronde uiterlijk zorgt voor een gelijkmatiger veldafname. Coronaverliezen worden daardoor beperkt en gesis en geknetter verminderd.
corridor - De strook grond die een verbinding als luchtlijn en ook als kabel inneemt. Binnen die strook geldt een dubbelbestemming, meestal zakelijkrecht en er zijn gebruiksbeperkingen. Het wordt ook wel right-of-way genoemd, al wordt die term vooral gebruikt in discussies en thema's die de doortocht van een verbinding door drukke gebieden of dure grond behandelen, en dan met name gericht op de fysieke breedte van de verbinding samenhangend met de spanning en de circuitvorm.
Creos - De netbeheerder van het hoogspanningsnet in Luxemburg.
cross-county sluiting - Ook als cross-country geschreven (county is een gemeente), het refereert naar de omvang van een netgebiedje. Type kortsluiting in zwevende elektriciteitsnetten, meestal middenspanningsnetten. Een zwevend net heeft geen fysieke aarde via een sterpunt of een aardingstransformator. Ontstaat er een enkelfasige sluiting naar de aarde, dan is er geen retourpad gedefinieerd voor de stroom waardoor er nauwelijks stroom intreedt in de grond. Pas wanneer elders in het netvlak of deelnet een tweede enkelfasige aardsluiting ontstaat in een andere fase zal er plotseling vermogen gaan lopen en kunnen problemen ontstaan.
crossing - Engelse term, in het Nederlands kruising genoemd. Twee of meer sterk verhoogde steunmasten of afspanmasten waarmee een infrastructureel object of een waterlichaam wordt overspannen. Deze masten zijn altijd aanzienlijk hoger dan de normale mastmaat in de verbinding en grote kruisingen met een indrukwekkende hoogte worden door pylon geeks goed gewaardeerd en meestal worden ze aangeduid met de naam van het overkruiste object. Denk aan de Lekkruising I en II, de Sliedrechtkruising, Scheldekruising of de Markiezaatsdoorkruising.