Jargonboek
Vakterm? Zoek ‘m op in het lexicon van hoogspanningsjargon
A - SI-afkorting van Ampère, de eenheid van stroomsterkte.
A-frame (A frame) - Houten paal in de vorm van een spitse letter A. Wordt veel gebruikt voor laag- en middenspanningslijnen.
A.Hakpark - Bedrijf dat gespecialiseerd is in energie-infrastructuur en de aanleg ervan. Voor de website, kijk hier.
AAAC - All Aluminium Alloy Conductor. Geleider die geheel of gedeeltelijk gemaakt is van uitsluitend een aluminiumlegering, maar niet van puur zuiver aluminium en ook niet met een stalen kern of iets dergelijks.
AAC - All Aluminium Conductor. Draad van uitsluitend aluminium, als staaf of als geslagen wikkel.
AACSR - Aluminium Alloy Conductor Steel reinforced. Geleider met een stalen kern en een mantel van een aluminiumlegering. In de praktijk meestal onder ACSR geschaard.
aangieten (grouting) - Ook ondersabelen genoemd. Vroeger meer gebruikelijk dan nu. Opvullen van de ruimte tussen een betonnen fundamentplaat en de onderzijde van een opgeschroefde stalen voet. Esthetisch is het een beter zicht, maar het maakt ook inspectie van de bouten moeilijker en vocht kan nergens heen.
aanlandpunt (bay) - Kabelveld op een hoogspanningsstation, in dit geval voor een kabel vanaf zee. Soms ook gebruikt voor een heel station tegelijk, bijvoorbeeld bij de aanlanding van twee of meer kabels op een landstation waar een windpark op zee achter hangt.
aanpikken (to connect) - Vakterm voor het contact maken met een afgeschakelde fasedraad tijdens onderhoud of bouwwerkzaamheden.
aansluiting (connection, link) - Fysieke verbinding met het hoogspanningsnet of het elektriciteitsnet met een EAN (europees aansluitnummer). Het betreft bij hoogspanning zware aansluitingen in het algemeen waarmee (netwerken van) derde partijen energie kunnen invoeden of afnemen. Aansluitingen, klein of groot, hebben in Europa allemaal een EAN-nummer.
aansluitklem (terminal) - Klem waarmee een uiteinde van een draad of kabel kan worden verbonden met een rail, eindsluiter of een andere component.
aansluitmethode (connection method) - In een elektriciteitsnet: een set (vuist)regels in de netcodes en regelementen over hoe een nieuwe aansluiting moet geschieden. Dit is primair afhankelijk van het gevraagde aansluitvermogen. Wie 10 kW wil krijgt bijvoorbeeld een aftakking op het laagspanningsnet, maar wie 1 MW wil zal doorgaans een inlussing op het middenspanningsnet krijgen. Vermogens van 5 MW krijgen een eigen aansluiting direct op de MS-rail. En vermogens van 50 MW worden op tussenspanning of hoogspanning aangesloten. Er zijn discrete grenzen voor deze methodes, maar die zijn niet hard bindend. Is het voorgeschreven netvlak bijvoorbeeld niet voorhanden of zou aansluiting een onacceptabele meerprijs betekenen, dan kan er in overleg met de netbeheerder soms worden gekozen om een netvlak hoger aan te sluiten.
aanspreken (to trigger) - Spreektaal voor het overschrijden van instelwaardes van beveiligingen in een elektriciteitsnet waarna een handeling plaatsheeft. De aanspreekwaarde van een beveiliging wordt bij aanleg van een component, net of netdeel bepaald en voor verschillende soorten beveiligingen is de waarde telkens anders. Het instellen van deze waardes is specialistenwerk.
aanzicht (stature, image, look, face) - Verschillende betekenissen, van het schijnbare uiterlijk tot aan een schematische weergave of een mastbeeldtekening. Term om dus goed bij op te letten, er zijn teveel contextgevoelige betekenissen voor.
aarde (ground, GND) - In deze context de fysieke grond, het oppervlak van de planeet of een geleidend voorwerp dat daar een direct galvanisch contact mee maakt met een lage weerstand.
aardedraad (ground wire, shield) - → bliksemdraad
aardkogel (grounding ball) - Bout met een kogelvormige kop waar een aardklem aan kan worden bevestigd. Deze kan daarna wat draaien en zwenken zonder meteen los te springen.
aardscherm (shield) - Laag in grondkabels die hetzelfde potentiaal voert als de aarde of de grond. Bij een driefasenkabel bevinden de geleiders zich binnen hetzelfde aardscherm, bij drie éénfasekabels heeft elke geleider een eigen aardscherm. Deze kunnen soms aan elkaar gekoppeld zijn, soms zelfs op ingewikkelde wijze (cross-bonding).
aardsluiting (short circuit to the ground, ground fault) - Type kortsluiting van één of meer fasedraden met de aarde (grond).
ABB - ASEA Brown Boveri. Tegenwoordig Hitachi. Fabrikant van hoogspanningsartikelen, converters, transformators en kabels, een van de grootste spelers op de wereldmarkt.
ACM - Voluit Autoriteit Consument en Markt. In de elektriciteitssector: Nederlands overheidsorgaan dat toezicht houdt op doelmatigheid van investeringen van de netbeheerder, zijn neutraliteit en de kwaliteit van de netspanning die geleverd wordt.
ACSR - Soms ook ASCR, beide afkortingen worden gezien. Geleidertype, afkorting van Aluminium Conductor Steel Reinfoced (ACSR) of Aluminium Steel-Core Reinforced (ASCR). Het betreft in beide gevallen dezelfde geleider maar in een afkorting die een andere uitleg geeft. Dit type geleider werd en wordt veelvuldig in hoogspanningslijnen toegepast.
actief systeem (active system) - Component zoals bijvoorbeeld een koelsysteem dat alleen werkt wanneer het wordt aangedreven. Actieve componenten of systemen zijn complexer dan passieve systemen, vragen onderhoud, kosten geld en als ze uitvallen levert het functieverlies op. De voorkeur gaat daardoor vrijwel altijd naar passieve componenten, zoals koeling door natuurlijke ventilatie.
actieve component (active part) - → actief systeem
afgooien (shed, to shed) - Automatische handeling (meestal) waarbij in noodgevallen of problemen belasting geforceerd wordt losgemaakt van het net.
afkorting (abbrevation) - → stationsafkorting
AFRR - Automatic activated Frequency Restoration Reserve. Noodvermogen dat vanzelf ingeschakeld wordt bij een vermogenstekort door verstoring van een producent.
afschakelen (disconnect) - In bedrijfsgang ook wel losnemen genoemd. Het (tijdelijk) spanningsloos maken van een circuit, bedrijfsmiddel of aansluiting, doorgaans vanwege onderhoud, werkzaamheden of urgentie bij (dreigende) calamiteiten.
afschakelplan (load shedding plan) - Protocol om in geval van ernstige nood (zoals een opoffering of load shedding) een station, deelnet of een individuele belasting spanningsloos te maken om te voorkomen dat een groter netdeel spanningsloos valt.
afschuiving (shear) - Knipbeweging op een bout of boutenrij wanneer de gaten van twee aan elkaar geklemde hoeklatten een schuifmoment op de bout loslaten.
afspanmast (anchor, strainer) - Hoogspanningsmast die in staat is om kabels met een verschil in trekspanning te dragen, al dan niet met een lijnhoek.
afspanmast (branch, branch tower) - Hoogspanningsmast waarop een harde- of schakelbare aftakking wordt gemaakt waarbij er sprake is van ofwel direct elektrisch contact ofwel het uiteen wijken van twee of meer circuits.
afspannen (anchoring, to strain) - Bijna hetzelfde woord als voor de isolators, maar duidelijk anders in het Engels. Hier wordt de handeling bedoeld.
afspannen (catenary tensionning) - In het Nederlands gelijke term, maar in het Engels op twee manieren gebruikt. Op trekspanning brengen van de geleiders via zogeheten zichten.
afspanning (anchoring, tension set) - Schuin hangende isolators waarbij de draad aan één zijde een grotere trekkracht heeft dan aan de andere zijde. De meest gangbare manier is afspanning bij lijnhoeken aan een hoekmast, waarbij de draad wordt doorgeleid via een bretel.
afspanning (fixation) - Manier van draadbevestiging. Bij afspanning wordt de draad verankerd aan een portaal of mastconstructie en vanaf daar op trekkracht belast. Kenmerkend is dat de krachtvector voor de spankracht door de isolatorketting loopt in de lengterichting.
afspanscharnier (tower swivel) - U-vormig metalen onderdeel met een boorgat in beide lange flensen, waarin een verbindingsstuk kan worden gestoken voor een isolator. Ze worden gebruikt bij afspanophanging (zijwaarts) maar ook bij normale hangende isolators zodat de naam afspanscharnier wat misleidend is.
afstandhouder (spacer) - → bundelafstandhouder
afstap (branch down) - Meestal een harde aftak omlaag van een doorgaand luchtlijncircuit. Soms ook het omlaag de grond in leiden van een circuit dat meelift in een combinatielijn. Een afstap is dan de term voor het verticale gedeelte met droppers dat omlaag komt op de kabeleindsluiters. Afstap als begrip is vooral van belang wanneer wordt gekeken hoe deze gerealiseerd wordt. Afstap vanaf een circuit dat in de vlakke configuratie hangt (zoals bij hamerkoppen) is technisch veel simpeler dan een afstap vanuit een drievlaksconfiguratie.
aftak (branch) - T-vormige netstructuur met een uitloper die in een andere richting loopt en als het ware zijwaarts uit een circuit ontspruit. Een aftak kan hard zijn (hard verbonden) of voorzien zijn van scheiders. Er is bij een aftak geen sprake van een vermogensschakelaar die de aftak kan losnemen van de rest van het circuit, want dan verandert de netsituatie in twee aparte enkelvoudige circuit en de locatie van de aftak in een schakelstation.
afvallen (to drop off) - Spreektaal voor ongepland verlies van belasting of productie in het net, of verlies van een heel deelnet ten opzichte van een net van een hogere orde. Als een partij of deelnet is 'afgevallen' betekent het een onverwachte onderbreking in de levering van vermogen of de vermogensvraag van deze partij. Als er bijvoorbeeld staat 'om 17.14 uur is in station X de distributietrafo van Netbeheerder Y afgevallen. Hierdoor is een Z aantal MW aan belasting afgevallen' bedoelt men dat er een storing is ontstaan waardoor gevraagd vermogen niet meer kon worden geleverd. De term wordt met name gebruikt bij storingen bij klanten of individuele velden/trafo's.
afzijdig vertuid (stayed guyed) - Jargon voor een vertuide mastconstructie waarvan de tuikabels buiten het voetoppervlak van de toren vallen. Je kan er bij wijze van spreken over struikelen.
AIS - Air Insulated Station. Nette term voor een hoogspanningsstation waarbij de componenten door atmosferische lucht (en dragende/hangende isolators) zijn geïsoleerd. De meeste stations zijn van dit type.
AIS (air insulated substation) - Afkorting van Air Insulated Switchgear of Station, het kan allebei. In het Nederlands heet zo'n station een openluchtstation, een buitenopstelling of een open opstelling in een gebouw. Het is de normale wijze van opbouw van hoogspanningsstations en bovengrondse hoogspanningslijnen en het gaat uit van lucht als isolatiemedium. Het voordeel is dat lucht er vanzelf is en dat het een goedkope en overzichtelijke stationsopbouw mogelijk maakt. Nadeel is het relatief grote ruimtebeslag ten opzichte van het alternatief, een GIS-stations.
aldrey - → AMS
ALERT - Alarmtoestand. Het woord in hoofdletters gespeld is een bedrijfstoestand die bij Tennet aangeeft dat de marktwerking ondergeschikt is aan het technisch aan de praat houden van het elektriciteitsnet. In het geval van de alarmtoestand heeft de netbeheerder bijzondere bevoegdheden en is het in de controlezaal een beetje aan de warme kant.
Almelec - → AAAC
alternatief (alternative, option, choice) - Term voor een optie of mogelijkheid wanneer er ook andere opties of mogelijkheden zijn. Wordt vooral gebruikt in scenariostudies bij planning of ontwerp van nieuwe stations of verbindingen, of netsituaties die erbij horen. Een alternatief is dus niet per sé een 'betere' optie, maar gewoon een andere optie. Het nulalternatief is daarbij een apart geval, deze wordt ook wel als de nuloptie gekend. Meestal betekent dat niets doen, niet aanleggen of niet wijzigen. Soms kan het nulalternatief alsnog de meest aantrekkelijke zijn.
amoveren (deconstruction, demolition) - Nette term voor het gepland slopen van een station of verbinding.
Ampère - SI-eenheid waarin elektrische stroom wordt uitgedrukt.
Amprion GmbH - Duitse netbeheerder (TSO) die het Rührgebied beheert en waaraan Midden- en Zuid-Nederland en een deel van België grenst. Amprion is een relatief stille, introverte netbeheerder die liever inzet op bewezen betrouwbaarheid dan op een esthetisch experimentje. In de wereld van pylon geeks zijn ze vooral bekend van hun onovertroffen combinatiemasten waarin soms wel drie spanningen en zes circuits op 70 meter hoge torens worden ingehangen.
AMS - Aluminium Magnesium Silicaat. Metaallegering die sterk lijkt op duraluminium (waar vliegtuigen van worden gemaakt). Populair voor moderne hoogspanningsdraden, meestal als mantel in een ACSR-opbouw.
AMS-geleider (AMS-conductor) - Een van de meest populaire types hoogspanningskabels voor luchtlijnen. AMS is een metaallegering, de afkorting betekent Aluminium Magnesium Silicaat (de drie gebruikte materialen). Het materiaal lijkt sterk op duraluminium waar men verkeersvliegtuigen van maakt. De draad heeft een stalen kern en een AMS-mantel met in Nederland 460 of 620 mm2. Dit type geleider wordt tegenwoordig het meest per twee, drie of vier gebundeld toegepast in moderne 220- en 380 kV-fasedraden. De geleider mag maximaal 90⁰C worden en afhankelijk van de buitentemperatuur en de wind (koeling) kan dan de maximaal toepasbare stroomsterkte worden berekend. Standaard voor AMS-620 is ongeveer 1000 Ampère.
Anjou - Klassiek, veelgebruikt mastmodel in Frankrijk. Het is een subvariant van een chat en de mast ziet er vanaf een afstandje uit als een enorme flessenopener. Het mastmodel was door RTE of een rechtsvoorganger ontworpen om één circuit van 730 kV te dragen, of twee circuits van 400 kV. In de praktijk is alleen het laatste toegepast, en om twee circuits te dragen zijn er twee extra, kleine traversen aangezet.
anordnung (configuration) - Duitse term voor de manier en ruimtelijke vorm waarop een circuit is ingehangen. De term is niet in gebruik in Nederland, maar algemeen bij de grote buur.
antenne (antenna, radio antenna, cell tower) - Opstelling van een instrument waarmee mobiele telefoons of andere met het internet verbonden apparaten contact maken, in dit geval in een hoogspanningsmast of aan een straaltoren op trafostations. Hoewel het voor de hand en eenvoudig lijkt om een antenne in een hoogspanningsmast te hangen zijn er berekeningen nodig voor het extra gewicht en de wind die een antenne vangt. Bij kleine masten kan dit substantieel zijn.
antenne (transformer connected as an antenna) - Meestal trafo op een steeltje genoemd. Transformator die rechtstreeks op een circuit zit aangesloten zonder rails of verschakelmogelijkheden. Zie ook bij steeltje.
antennekaart.nl - Website beheerd door hobby- en professioneel geïnteresseerden die net als wij hier (netkaart) een kaart beheren met locaties van antennes voor 1 t/m 5G. Er is overlap omdat zulke antennes met enig regelmaat in hoogspanningsmasten hangen.
Apache-incident, het (Apache-incident, the) - Ongeluk uit 2007. Op 20 december dat jaar vloog een Apache van het Nederlandse leger tijdens een oefening in de Waalcrossing van de 150 kV-verbinding Tiel-Zaltbommel. De hoogspanningslijn raakte zwaar beschadigd en de helikopter kon ternauwernood veilig landen. Zaltbommel en omstreken zaten drie dagen zonder stroom. De schade bedroeg rond € 45 miljoen. Een bijna identiek ongeluk in 2017 bij Culemborg beperkte zich tot een doorgevlogen bliksemdraad en wordt niet bedoeld met 'het' incident, hoewel het natuurlijk wel een extra blamage voor Defensie was.
arc horn - → vlamboogpinnen
arcing - Engelse term voor de vorming van een vlamboog. Bij hoogspanningstechniek zijn vlambogen altijd ongewenst en ze dienen vermeden te worden, behalve als ze erger kunnen voorkomen. Dat is wat men met vlamboogpinnen probeert: doorslag is niet gewenst, maar als het toch optreedt kan het het beste gebeuren op een plek waar de schade beperkt blijft.
arm (crossbar) - Doordeweekse naam van een traverse. Onderdeel aan een hoogspanningsmast die als een arm naar opzij uitsteekt en waaraan een of meer fasedraden zijn opgehangen. Een normale traverse bestaat uit een bodemplaat en schuin afgespannen trekschoren, maar er zijn ook varianten zoals de balktraverse die op twee plekken worden ondersteund of die niet horizontaal lopen.
armoedekruising - Geïntroduceerde term (geen Engelse term voor) voor een kruising van een hoogspanningslijn met een infrastructureel object zoals een weg, spoorbaan of rivier, waarbij slechts één verhoogde mast gebruikt is in plaats van de gebruikelijke twee, en waarbij het te overkruisen object aan één zijde van de verhoogde mast staat. Het geheel maakt enigszins de indruk van een tent. Armoedekruisingen zien we relatief vaak bij reconstructies zoals verbreding van snelwegen. Het verhogen van één mast is dan goedkoper dan een nieuw, tweede verhoogd exemplaar bijbouwen. Esthetisch is het zelden een geslaagd uitzicht en het wordt door pylon geeks niet gewaardeerd.
Arnhem - Vanouds de elektriciteitshoofdstad van Nederland. Arnhem is de plaats waar zich het hoofdkantoor van Tennet bevindt. Ook KEMA en WSP (voorheen Petersburg Consultants) is er gevestigd. In de nabije omgeving van Arnhem treffen we nog meer elektriciteitsgerelateerde bedrijven aan, zo zit Liander in Duiven en is er in Nijmegen de transformatorenfabriek van Smit.
ASCR - → ACSR
ASCR - Aluminium Steel Core Reinforced. In principe onjuiste aanduiding voor ACSR, maar ingeburgerd geraakt.
asset - (spreek uit: 'esset') Oorspronkelijk Engelse term voor alles dat een fysiek object vormt en onderdeel is van het net van een netbeheerder. Elke hoogspanningsmast, lijn, trafo en station is een asset, maar in principe ook elke schakelaar op zo'n station zelf. Wordt ook gebruikt in datasets (asset data).
asset - Van oorsprong Engelse term voor [een] object dat tot een groter geheel behoort, dat in bezit en/of beheer van een rechtspersoon is en dat fysiek kan worden aangeraakt, al valt dat laatste af te raden met hoogspanningsartikelen. In zijn algemeenheid wordt in de hoogspanningswereld de term asset gebruikt voor zelfstandige eenheden zoals vermogenstransformators, rails, circuits of converters die allen tot de primaire spullen behoren. Een auto met opdruk van de netbeheerder wordt doorgaans niet tot de assets gerekend, wel is het een bedrijfsmiddel.
assetlijst (asset list) - Overzichtslijst van bijvoorbeeld transformators, beschikbare circuits in een deelnet of een populatie vermogensschakelaars van een zeker type of fabrikant.
asymmetrisch enkelcircuitmast (single circuit tower) - Mastmodel waarvan de meest gangbare vorm de driehoeksmast is, maar waar ook een vlagmast (België) onder valt.
asymmetrisch torenverband (staggered bracing) - Toren waarbij het vakwerk van alle vier torenwanden niet gelijk is, en twee aan twee verspringt (zijwanden een half verband verschoven in de hoogte).
asymmetrische toren (asymmetric tower) - Toren die van bovenaf niet vierkant van doorsnede is, maar rechthoekig.
atomausstieg (nuclear desist) - Duitse term voor de beweging van Duitsland om, na de kernramp in Fukushima, energieopwek met kerncentrales af te bouwen en te verlaten. De atomausstieg werd voltooid in 2023 met de sluiting van onder andere KKW Lingen, vlak over de Twentse grens. De atomausstieg was en is omstreden omdat conventionele centrales nu harder moeten werken waardoor het indruist tegen de wil tot verduurzaming in het productiepark.
autotrafo (auto transformer) - Ook wel een spaartrafo genoemd. Transformator waarbij de primaire en secundaire spoel uit dezelfde wikkeling bestaan, waarin de secundaire wikkeling ‘ontstaat’ door een aftapping (een zogeheten tap) in de primaire spoel te maken. Deze opbouw spaart of bespaart koper (vandaar de tweede naam), maar deze trafo’s kunnen alleen gebruikt worden wanneer de primaire en secundaire spanning relatief dichtbij elkaar liggen omdat de maximale transformatie- of overzetverhouding beperkter is dan wat met een tweewikkelaar kan worden bereikt.
aviation orange - Kleur die tussen oranje en rood in zit en die door de FAA wordt voorgeschreven voor luchtvaart- en obstakelmarkering van hoge objecten bij daglicht. Meestal wordt er gekozen voor afwisselend rode en witte horizontale banden, waarbij het rood dus eigenlijk aviation orange is. De HEX-code voor deze kleur in engineering is #BA160C.