ABCDEFGHIIJJKLMNOPQRSTUVWXYZ0-9


 
obstakellampen  (aircraft warning lights, obstruction lights)
Rode of fel witte lampen die al dan niet knipperen en in het donker duidelijk maken dat er een groot object of (in de context van deze site) een grote hoogspanningsmast staat.
 
obstakelschildering  (aircraft warning paint)
Afwisselende banden van rood (aviation orange) en wit die de zichtbaarheid van een hoogspanningsmast overdag sterk vergroten. In Nederland zijn obstakelchilderingen zeer zeldzaam, maar in België is het een algemeen gezicht en ook in andere Europese landen wordt obstakelschildering veel toegepast.
 
OFAF
Oil Forced, Air Forced. Manier van koeling van een transformator. OFAF zien we vooral bij zeer grote trafo's. Het nadeel van OFAF is dat de trafo veiligheidshalve uitvalt wanneer één van de twee componenten van de koeling het al opgeeft, maar voor zeer zware trafo's is er geen andere oplossing dan OFAF. Goede bewaakapparatuur en een backupsysteem kunnen de kans op storingen minimaliseren.
 
OFAN
Oil Forced, Air Natural. Manier van koeling van een transformator. OFAN zien we bij middelgrote en grote trafo's en deze manier van koeling is minder gevoelig voor storingen dan OFAF. Het is met name geschikt wanneer de trafo buiten staat zodat de warmte vanzelf verdwijnt.
 
oliepotisolator  (termination joint)
Weinig gangbare en eigenlijk incorrecte naam voor een eindsluiter
 

OLTC  (On Load Tap Changer)

Type regeltransformator waarvan de overzetverhouding (zie aldaar) dynamisch op afstand of op directe wijze via meting aan de secundaire zijde een klein beetje kan worden aangepast. Kan handig zijn bij sterk wisselende netbelasting of bij netten die zich niet standaard gedragen. Een OLTC voor bijvoorbeeld een 10/0,4 trafo is in staat om bij een gebrekkig aangeleverde spanning op de primaire zijde (9,5 kV) een wikkeling op de secundaire zijde te passeren waardoor de trafo verandert in een 10/0,42 trafo, waardoor er bij 9,5 kV weer ongeveer netjes 0,4 kV uit komt in de praktijk. Doel is om bij een enigszins wisselende spanning op de primaire zijde toch de spanning aan de secundaire zijde constant te houden.

ONAF

Oil Natural, Air Forced. Manier van koeling van een transformator. ONAF wordt weinig toegepast en uitsluitend bij kleine tot middelgrote trafo's. Het is minder efficiënt dan OFAN en de gevoeligheid voor storingen is iets groter. ONAF zien we vooral wanneer een trafo binnen staat.
 
ONAN
Oil Natural, Air Natural. Manier van koeling van een transformator. ONAN bevat geen actieve componenten (zowel olie als lucht koelen door natuurlijke convectie) en het is daardoor zeer faalbestendig. De koelcapaciteit is echter relatief klein, zodat ONAN alleen geschikt is voor relatief kleine trafo's.
 
ONB  (Unforeseen Unavailability of an Asset)
Onvoorziene Niet-Beschikbaarheid. Nette term bij de netbeheerders voor een spontane storing, een calamiteit of forcering door een derde partij. Het tegenovergestelde is VNB, voorziene niet-beschikbaarheid.

onbalans  (grid imbalance)

Het verschil tussen het aangeleverde en afgenomen vermogen op het net. Een kleine onbalans bevordert handel, een grote onbalans betekent kans op technische problemen. De onbalans dient daarom klein gehouden te worden.
 
onderdoorgeleiding  (line crossing)
Ander woord voor een overkruising of lijnkruising zonder galvanisch contact.
 
onderstation  (substation)
Trafostation waar een 150- of 110 kV-verbinding eindigt en waar de volledige spanning omlaag getransformeerd wordt. De naam is niet strikt en kan ook voor MS-stationnetjes gebruikt worden.
 
onttakelde mast  (disabled pylon)
Term uit het netkaartjargon. Hoogspanningsmast waar de geleiders en/of de isolatoren af zijn gehaald en die nog in het veld staat in afwachting van sloop, maar soms ook in afwachting van opwaardering die enige tijd uit blijft. Een onttakelde mast kan soms een nieuw doel krijgen, zoals antenne-opstelpunt (vaak met verwijderde traversen) of hij kan alsnog gesloopt worden. Een onttakelde mast kan in het uiterste geval na enige tijd overgaan in een relictmast wanneer het er slechts ééntje is die na zijn onttakeling zeer lang blijft staan of zelfs in zijn geheel niet meer gesloopt wordt, omdat sloop duurder is dan hem gewoon aan zijn lot over te laten. Onttakelde- en relictmasten staan op de netkaart aangegeven.
 
onvolledig benutte mast of mastontwerp  (tower in subnominal use)
Hoogspanningsmast die minder circuits of traversen draagt dan waarop zijn nominaal is berekend. Zie het classificatiemodel. Onvolledige benutting wordt in sommige gevallen ook aangeduid als SNUP wanneer de situatie zeer duidelijk laat zien dat er ooit grotere plannen waren met de mast of verbinding, die echter met grote waarschijnlijkheid niet meer waargemaakt zullen worden.
 
opoffering  (sacrification)
Zie opofferingsbeslissing.
 
opofferingsbeslissing  (grid sacrification decision)
De uiterste bevoegdheid en het uiterste machtsmiddel dat een netbeheerder ter beschikking staat.
Een opofferingsbeslissing mag slechts plaatshebben tijdens de N-1 toestand en wanneer er geen enkele andere weg meer is om een ramp, levensgevaar of een grote cascadestoring te voorkomen. Opoffering betekent meestal dat er in een bepaald gebied een onoplosbaar vermogenstekort ontstaat. Om een cascade (rolling blackout) te voorkomen is het de netbeheerder dan toegestaan om belasting (een pocket, deelnet of aansluiting binnen dit gebied) opzettelijk spanningsloos te maken (op te offeren) om daarmee de vraag naar elektriciteit geforceerd te verminderen en daarmee de rest van het net veilig te stellen. Meestal moeten opofferingsbeslissingen in zeer korte tijd genomen worden (binnen een kwartier of soms zelfs binnen een halve minuut). Maar het kan ook worden toegepast in voorziene, maar onoplosbare situaties zoals de Belgische Elektriciteitsschaartste van 2014. Meestal gebeurt het dan in voorafgaand overleg met de aangeslotene zodat er eerder sprake is van een afspraak dan van echte onaangekondigde opoffering. Deze laatste komt zeer weinig voor, hoewel sommige zware industriële klanten contractuele afspraken hebben over deze rol bij noodgevallen, omdat zij zich beter en met minder gevolgen kunnen opofferen dan een stad vol particuliere consumenten. De meest recente daadwerkelijke opoffering die in Nederland en België moest worden genomen werd gedaan tijdens de Pan-Europese Stroomstoring van 4 november 2006.
 
opregeltijd  (response time)
Meestal aangeduid als de responstijd, of als snel of traag vermogen. Eigenschap van productie-eenheden voor de opwek van elektriciteit. Zie ook de St(r)oomcursus.
De opregeltijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om een productie-eenheid significant meer of minder vermogen te laten afgeven. In omgangstaal: hoeveel tijd erin gaat zitten om het apparaat harder of zachter te zetten. Eenheden die zich snel laten opregelen (paar minuten) zijn waterkracht- en pompcentrales, sommige kleine gasturbines (WKK) en commerciële zonvermogenparken. Traag op te regelen zijn alle soorten thermische centrales m.u.v. gascentrales (dus olie- en kolencentrales, restafvalverbranders en biomassacentrales). Uiterst traag zijn de oude generaties nucleaire centrales. 
Hoe trager de opregeltijd, hoe belangrijker het is dat de centrale altijd op zijn nominale niveau draaien kan. Zeer trage centrales zijn daardoor vooral geschikt voor basislast, terwijl sneller vermogen vooral handig is om de dagelijkse gang te volgen.
 
opspantrafo  (step-up transformer)
 
opstijgpunt  (line-cable termination)
De plek waar een bovengrondse hoogspanningslijn start. Een opstijgpunt kan op een trafostation, na een crossing of op een eindmast liggen. Bij grondkabels wordt een gecombineerd opstijg/eindpunt soms ook het aanlandingspunt genoemd.
 
optische glasvezel  (optical glassfibre)
Draadje die in moderne bliksemdraden verwerkt zit en die communicatie tussen trafostations vergemakkelijkt.
 
opwaarderen  (line upgrade)
Het verzwaren van een bestaande hoogspanningslijn, doorgaans (maar niet altijd) zonder de masten zelf te wijzigen. Het inhangen van zwaardere geleiders of het in gebruik nemen van de ontwerpnetspanning waar de lijn voor gebouwd is wanneer de lijn eerder op een lagere spanning werd bedreven.
Opwaardering is typisch iets voor luchtlijnen: het is vrijwel onmogelijk met grondkabels.
 
Ot, otje  ('Otje')
De bijnaam van het oude geuzenlogo van HoogspanningsNet uit de vroege begintijd van de site. De gepixelde, simpele afbeelding van een jochie die een hoogspanningsmast omarmt was een knipoog naar de voornaam van een jonge vrijwilliger achter deze site. Sinds de overgang naar het huidige logo is het afbeeldinkje van de banner verdwenen, maar de cult niet en op het forum is het nog steeds populair als mascotte, avatar (al dan niet verbouwd) en als splash screen wanneer de site of het forum afgeschakeld zijn voor onderhoud.
 
overbelasting  (ovearloading)
Een transformator of hoogspanningslijn zwaarder belasten dan waar zijn nominale ontwerp op is berekend. Een circuit dat nominaal ontworpen is voor 150 kV en 260 MVA is overbelast wanneer er (met enige marge) meer dan 260 MVA overheen wordt gestuurd. 
Een geringe overbelasting gedurende korte tijd is technisch geen probleem, behalve dat het rendement iets zakken zal door warmteontwikkeling en dat de componenten meer materiaalstress te verwerken krijgen. Soms is tijdelijke overbelasting zelfs noodzakelijk vanwege onderhoud op een andere verbinding. Wel kan de redundantie in gevaar komen wanneer de overbelasting serieuze vormen aan begint te nemen. Over het algemeen laten luchtlijnen zich makkelijker en veiliger overbelasten dan grondkabels. Voor de meeste verbindingen geldt dat ze overbelastbaar zijn tot in de orde van 20-30% boven hun nominale vermogen, maar een en ander is sterk afhankelijk van eventuele kabeldelen, windkoeling van de geleiders aan luchtlijnen en de apparaten en trafo's op de stations.
 
overdimensioneren  (overdimensioning)
Het zwaarder uitvoeren van een hoogspanningslijn dan eigenlijk nodig lijkt te zijn. Luchtlijnen en grondkabels worden dikwijls ontworpen op een nominale transportcapaciteit die hoger ligt dan de beraamde werkelijke benutting. Dit wordt gedaan om toekomstige groei het hoofd te bieden of om transportcapaciteit gereed te hebben wanneer onverhoopt een andere verbinding tijdelijk uitvalt. Overdimensie is op het hoogspanningsnet vrijwel altijd de norm geweest, zowel vroeger en nu nog steeds. 
 
overkruising  (line crossing)
Jargonterm voor een bovengrondse lijnkruising. Bij een overkruising wordt in de meeste gevallen de verbinding met de hoogste netspanning over de verbinding met een lagere netspanning heengeleid. Dat is conform de netstrategie in Nederland. Er zijn echter uitzonderingen te vinden zoals bij Lelystad, waar 380 kV onder 150 kV door bukt. 
 
Over Morgen In Beeld
Bedrijf dat gespecialiseerd is in 3D-animaties. Ze zijn verantwoordelijk voor het maken van het Nederlandse hoogspanningsnet in 3D zoals dat gebruikt wordt op voorlichtingsbijeenkomsten van Tennet en ze maken van hoogspanningsprojecten en verbouwingen visualisaties. Voor de website, kijk hier.
 
oversteek  (crossing)
(ook: overspanning) Passage van een hoogspanningslijn met een klein tot middelgroot infrastructureel object. Bij kleine objecten waarbij masten niet of nauwelijks verhoogd zijn wordt meestal de term kruising gebruikt. Bij grote objecten zoals rivieren worden doorgaans sterk verhoogde masten gebruikt en dan spreken we vaker van een crossing, zeker wanneer er meer dan twee masten nodig zijn voor de oversteek. De beide termen worden in de praktijk vaak door elkaar gebruikt en er is geen harde regel voor wanneer welk woord beter op zijn plek is.
 
overzetverhouding  (transform ratio)
Verschilverhoudingsgetal tussen de primaire en secundaire spanning van een transformator. Een overzetting van 220/110 kV is een transformatie- of overzetverhouding van 2:1. Van 150 kV naar 20 kV is 7,5:1 (of 15:2 voor wie geen gebroken getallen wil). Hoe groter de overzetverhouding, hoe verschillender het aantal wikkelingen van de primaire en secundaire zijde van de trafo, en hoe hoger de stroomsterkte op de secundaire zijde. Verder zijn bepaalde overzetverhoudingen gunstiger dan andere, bijvoorbeeld omdat er eenvoudiger materiaal voor te krijgen is (110/10 kV is zeer gangbaar, maar wie 220/50 kV wil zal maatwerk moeten aanvragen) of omdat het elektrotechnisch gunstiger is. Meestal zijn overzetverhoudingen lang geleden om destijds gunstige redenen bepaald en zijn ze nu historische verworvendheden die de spanningscascades interessant maken.
 

ABCDEFGHIIJJKLMNOPQRSTUVWXYZ0-9