Hoogspanning, of eigenlijk het hele elektriciteitsnet, is een zeer brede wereld. Precies hetzelfde geldt voor de mensen die het als interesse, vak of hobby beoefenen en beleven. Laten we eens kijken wat we aan kunnen treffen.
Gegrepen geïnteresseerden
De meerderheid bestaat uit mensen die hun interesse in het elektrciteitsnet ergens opliepen als bijvangst van werk, hun leefomgeving of doordat een kennis ze aanstak.
Als het om de mooie verhalen of om een ontdekkingsreis door de stroomwereld gaat, hebben de mensen die er tijdens hun leven mee in aanraking kwamen vaak de mooiste verhalen te vertellen. Ooit in een soms ver verleden sprong er een vonk over – die vlamboog doofde niet meer en het groeide uit tot een interesse die langzaam in een hobby veranderde. De daarop volgende reis door de sector is er eentje van verbazing en verwondering over hoe ingewikkeld en toch hoe elegant het net in elkaar zit. Gedicteerd door natuurwetten, beheerst door mensen, gebruikt tot nut van ons allen. Een wereld vol ontdekkingen, die soms als volwassene vaker als jongere of als kind wordt beleefd. En een wereld waarin de beginnend geïnteresseerde ontdekt dat hij niet de enige is die masten, lijnen en transformators interessant vindt. En een interesse die je de rest van je leven meeneemt.
Geboren verlorenen
Een minderheid kan niet zomaar aangeven waar deze interesse vandaan kwam. Ze hadden het al zolang ze zich maar kunnen herinneren. Het lijkt wel aangeboren. Verandering is onmogelijk.
Een kleine minderheid van de hobbyisten lijkt al vanaf de wieg deze interesse te hebben gehad. Er is geen reden, geen trigger, geen spannend wordingsverhaal – niets. Ze weten niet beter. Hun ouders kunnen meestal met een flauw lachje schouderophalend vertellen dat hun kind al als jong kleutertje hoogspanningsmasten tekende en bovenmatig gefascineerd was door de waslijn. Soms hoor je een gênante anekdote over een baby die in de buik van moeder trapte toen ze onder een hoogspanningslijn door reden. Toch is er een keerzijde aan geboren verlorenen. Nooit kenden ze een wereld zonder, zodat ze moeilijk in staat zijn tot zelfreflectie of matiging. Het worden opvallend vaak pylon geeks (zie verderop) en een huis vol hoogspanningsspullen, schaalmodellen en een kennissenkring die daar compleet aan gewend is zijn standaard. Hoogspanning hoort bij hun identiteit zoals vleugels aan een vogel.
Professionals
Mensen die werkzaam zijn in de sector houden er soms ook in hun vrije tijd liefhebberij voor hun professie op na. Uit deze hoek zijn ook hobbyisten afkomstig die meestal vooral technisch geïnteresseerd zijn.
Sommige hobbyisten groeien uit tot professionals, maar de andere kant op komt net zo vaak voor. Zo zijn er metaalwerkers, architecten, bouwers, werknemers bij netbeheerders en consultants. Ook zijn er geïnteresseerden in loadflow, regeltechniek en de bewaakapparatuur van het net. Ze zijn er van student tot pensionado, maar telkens geldt dat ze technisch goed onderlegd zijn dat ze weten waar ze het over hebben. Termen als secundaire apparatuur, de steek, zeeg, spanveld, TT-systemen of netstabiliteit zijn gesneden koek voor hen. Ook economische en politieke aspecten zoals het wettelijk kader achter het huidige elektriciteitsnet zijn dingen waar mensen uit deze groep veel vanaf weten. Het draaien en benutten van berekeningen, kritisch kijken naar netneutraliteit, het ontwerpen van nieuwe verbindingen en maatschappelijke vraagstukken zijn mede hun domein. Een gedeelde factor is dat ze telkens hun professionele context houden: het licht moet blijven branden, dat is het belangrijkste.
Nethistorici
Een belangrijke, maar introverte groep zijn de mensen die over hun schouder achterom kijken. Ze hebben het tot hun hobby gemaakt om de geschiedenis van het net te ontrafelen en te documenteren.
Nethistorie is een bezigheid waar hele boeken over volgeschreven zijn. De geschiedenis van het net strakt zich uit over anderhalve eeuw, van de eerste piepkleine 3 kV-lijntjes uit 1883 tot de kolossale HVDC-verbindingen van vandaag de dag, en van de eerste huiscentrale tot de windparken van nu. De nethistoricus is bekend met namen als Bakker, Feldmann of Smit en hij kan je precies vertellen waar PEN, PGEM, VDEN, EGD of PEB voor stonden. Nethistorie is een secure bezigheid: het vereist een zeer goede kennis van het wereldje en hoe je daarin de weg moet vinden. De nethistoricus wordt telkens opnieuw verrast en het is een hardnekkig vooroordeel dat zij altijd oud zijn. Met een variëteit aan bronnen, oude netkaarten, (lucht)foto's en rapporten, technische verslagen, vergunningen, gemeentearchieven en eigen kennis proberen nethistorici telkens meer te weten te komen. Op weg naar een plaatje dat nooit af zal zijn, maar dat als een fractal steeds groter wordt.
Pylon geeks
Pylon geeks, soms ook mastengekken genoemd, zijn een opvallende groep en misschien ook wel de bekendste groep hoogspanningsliefhebbers. Zij spreken het meest tot de verbeelding.
Een pylon geek m/v kenmerkt zich door een beweeglijke nek vanwege al het omhoog kijken, een loopgang die enkel rechte hoeken maakt en een stekelige afkeer van grondkabels. Meestal kennen ze het halve net uit het hoofd en zwaargewichten hebben aan een verdwaalde hoogspanningsmast op een hoekje van een foto voldoende om de plek te herleiden – iets dat in de buitenwereld als eng wordt bestempeld, maar wat onder gelijken site een cultstatus heeft. Een enkeling kan tot ver over de landsgrenzen navigeren puur op de aanblik van de hoogspanningslijnen. Voor hen is geen reis saai en geen landschap leeg. Pylon geeks kunnen je uitleggen wat een donaumast, een deltamast en een tonmast van elkaar doet verschillen, wat de leeftijd is, wie hem gebouwd heeft en wat de verbinding kan. Verder hebben ze bijna allemaal gemeen dat ze vooral warm lopen voor vakwerkmasten en veel minder voor buismasten. Pylon geeks, introvert of extravert, kunnen onderling de grootste lol hebben, zeker op reis op plekken waar weer andere lijnen staan en altijd wel wat te beleven is. (Camera mee, netkaart mee, in de auto, fiets of trein, lekker muziekje op tien en gaan.)
Pylon geeks zijn traditoneel de meest luidruchtige en recalcitrante groep in hoogspanningsland. Dat is een noodzakelijk kwaad: ze zijn ook de enige groep die zich regulier moet verdedigen tegen allerlei vooroordelen. Het waren pylon geeks die HoogspanningsNet ooit hebben opgericht. Onder gelijken zijn het trotse hobbyisten, maar naar de buitenwereld toe zwijgen ze meestal. Met andere woorden, er zijn misschien wel meer pylon geeks dan je denkt!
Stationsmensen
De tegenpool (maar geen antagonist) van pylon geeks zijn de mensen die zich juist liever met stationsopbouw, schakelinstallaties en bewaakapparatuur bezig houden
Tussen pylon geeks (die de verbindingen het belangrijkste vinden) en de stationsmensen die juist de knooppunten het meest essentieel vinden heerst een traditie van vriendschappelijk bashen: stationsmensen die een foto van een grondkabelveld aanduiden als de mooiste afgaande verbinding kunnen op repliek rekenen van pylon geeks die bij een ontplofte trafo fijntjes vragen of de elektrische barbecue al warm is. Plaagstootjes over en weer tussen deze twee groepen geven de hobby kleur. In ieder geval zijn de stationsmensen vooral geïnteresseerd in het dagelijks bedrijven, verschakelen en koppelen van het net. Wat staat er in zo'n netstation? Hoe werkt een COQ, Eaton/Holec of Magnefix? Kan je schakelen met een scheider? Is een U-I railsysteem in deze situatie beter dan een drierail? En hoe berekenen we nou of de installatie voldoende geaard is? Stationstechniek, van hoogspanning tot laagspanning, van AIS tot GIS, is een vak op zichzelf waarin het hobbyistenpubliek een opvallend hoog gehalte aan professionals kent. Zij hebben het tot een kunst verheven om de (letterlijk) ontoegankelijke wereld van openluchtstations, converters en MS-huisjes uit te dragen als een onmisbaar onderdeel van het elektriciteitsnet, met een eigen jargon, geschiedenis, gewoontes, problemen en -jazeker- ook charme.
Bureaustoel-netstrategen en bankstelbedrijfsvoerders
Het elektriciteitsnet is een combinatie tussen natuurkunde, menselijke- en politieke besluiten, technische ontwikkelingen en dagelijks bedrijf. Hoe zorg je ervoor dat het net stabiel blijf en het licht het altijd blijft doen?
Wat zijn de gevolgen van een verschuiving van de productielocaties naar de kust? Hoeveel import en export is er nu? Hoe gaan we om met de opkomst van energiebronnen die onvoorspelbaar zijn? Hoe houden we de prijzen laag? En wanneer kan er onderhoud worden gepleegd? Wel of niet verzwaren, wel of geen nieuwe verbinding, wel of niet overhevelen – dat zijn de vragen waarmee de netstrateeg zich bezig houdt. Op professioneel vlak gebeurt dat bij de netbeheerders en via platformen zoals ENTSO-E (waarvan het transparancy platform tot de vaste hangplek van de netstrateeg behoort), maar ook op hobbymatig vlak is bureaustoel-netstrategie een boeiend vak. Het is een van de moeilijkste subdisciplines. Je hebt er inzicht in natuurkunde, techniek, de maatschappij, trends, (geo)politiek, de sector zelf en een grote parate kennis van het fysieke net voor nodig.
Serieuze bureaustoel-netstrategen kennen het hoogspanningsnet zeer goed uit het hoofd, waardoor ze nauwelijks nog een netkaart nodig hebben als je ze vraagt waar in de buurt van plaats X het dichtstbijzijnde trafostation staat. Bij netstrategen gaat functie voor de vorm: als een grondkabel handiger is dan een luchtlijn, dan kiezen ze de grondkabel. Maar toch zijn ook netstrategen niet ongevoelig voor historische verworvenheden: de erfenis van het net van gisteren (zoals concessiegrenzen, spanningscascades, keuzes in aardsystemen en historische fouten) zijn immers tot op de dag van vandaag bepalend voor wat we zien en voor hoe het werkt.
Powerfotografen
Fotografen vormen een grote, relatief vrijblijvende, maar ook ondergewaardeerde groep binnen de hobbymatige elektriciteitswereld. Het zijn de ogen en oren van de anderen, en het zijn de veldwerkers bij uitstek.
De rol van fotografen wordt snel onderschat. Er is in principe geen elektrische kennis nodig om een goede foto te kunnen maken. Bij andere vakgebieden wordt je dan als klein bier weggezet – 'och, dat is slechts een fotograafje'. Maar dat is bij hoogspanning heel anders. Fotografen beleven hun interesse letterlijk middenin het veld: geen enkele andere groep staat zo vaak met hun laarzen in de klei en daardoor ontgaat hen weinig. Zonder fotografen had een website als deze niet kunnen bestaan. Om kennis over te kunnen brengen heb je beelden nodig. Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Bouwprojecten, reconstructies en werkzaamheden: waar zouden we zijn zonder foto's? Verder zou het niet mogelijk zijn om dingen te kunnen vertellen over allerlei componenten zonder dat er beeldmateriaal van is. En ook op de netkaart is een beeld bij een object van grote waarde. Van ver weg of juist zeer diep ingezoomd, beelden die educatief van waarde zijn, gewoon een mooi plaatje geven of regelrecht tot de verbeelding spreken. We hebben het allemaal te danken aan mensen die op reis gaan, weten wat ze doen met hun camera – en beelden onder andere belangenloos voor deze site beschikbaar stellen.
Netcartografen
Niet alle subgroepen komen van nature voor. Netcartografen vormen een groep die pas in de recente geschiedenis is ontstaan, enigszins parallel met het verschijnen van onze eigen netkaart.
Wat bindt alle geïnteresseerden in het elektriciteitsnet samen? De behoefte aan informatie en overzicht. We willen allemaal graag weten waar wat staat, ligt of loopt, hoe oud het is, wat erlangs kan en als het even kan zoveel mogelijk andere informatie. Goed kaartmateriaal is onmisbaar. Maar jaren geleden was dat schaars of überhaupt niet aanwezig. Met die gedachte zijn we bij HoogspanningsNet ooit begonnen om zelf een netkaart te onderhouden. Het groeide uit tot een kruising van een geodatabase en een informatiesysteem en in het kielzog ervan verschenen ook netschema's. Deze dingen moeten onderhouden worden en het is nooit af: iedere dag worden er wel dingen aangepast. Een aantal mensen vindt het mooi werk om dit te doen en gezamelijk te streven naar steeds beter materiaal waar iedereen iets aan heeft. Cartering van het net gaat samen met het opdoen van inzichten, soms een spannende speurtocht naar dat ene getalletje en een ontdekkingsreis in het elektriciteitsnet binnen en tegenwoordig ook ver buiten de landsgrenzen.
Landschapsarchitecten en kunstenaars
Kunstzin en hoogspanning? Jazeker. Inpassing van een hoogspanningslijn of station in een landschap is een vak op zichzelf, waar steeds meer aandacht voor is.
Kunst, landschap en hoogspanning hebben een gemeenschappelijke deler: de landschapsinrichting. Hoe verstop je een schakeltuin in het landschap? Het antwoord: niet. Maar wat je wel kan doen is hem beter inpassen zodat hij een vorm van evenwicht bereikt met de omgeving. Een houtwalletje, gelijkvormige portalen of een sierhek kunnen onverwachte wonderen doen. Maar ook hele hoogspanningslijnen kunnen opzettelijk zo worden vormgegeven dat ze (in ieder geval in de mening van sommigen) beter in het landschap passen. Eigenlijk zijn alle grote buismasten hier een voorbeeld van. Inpassing is het domein van de landschapsarchitecten. Hoe moet de verbinding zich gedragen? Veel bochten? Weinig? Welk mastmodel? Dit soort overwegingen zijn van grote invloed op het hoogspanningsnet. Niet alleen nu, maar ook vroeger al. Inpassing is er bijvoobeeld de reden van dat Gelderland voornamelijk verticale masten gebruikt en Overijssel, Drenthe en Groningen het vooral doen met hamerkoppen. Zelfs in deze tijden van verkabelingen en bundeling is het belangrijker dan ooit: het bestaan van de wintrack hebben we deels te danken aan een veranderd ideaalbeeld van het landschap.
Modelbouwers
Wie het lef heeft écht goed te kijken kan er niet onderuit: een hoogspanningsmast is een uit zijn krachten gegroeid meccanobouwwerk. Bij sommige mensen gaan de handen dan jeuken: dat vraagt om modelbouw.
Met dunne hoekprofielen, bouwtekeningen en soms zelfs gesoldeerde rondijzertjes knutselen deze mensen minutieus (latje voor latje!) hele schaalmodellen van hoogspanningsmasten of stations in elkaar, kloppend tot in de kleinste details. Een bezigheid waar veel tijd in gaat zitten, maar waarvan de voldoening groot is: een hoogspanningsmast op je kamer – het kan. Sinds de jaren 00 hebben de traditionele fysieke modelbouwers gezelschap gekregen van een nieuwe groep modellenmakers: de computermodelbouwers. Op hun computers (met aanzienlijke grafische kaarten) maken deze vaak jonge mensen met grote nauwkeurigheid 3D-modellen van hoogspanningsmasten en stations. Hun werk kan daarbij eenvoudig gekopieerd en gedeeld worden in virtuele werelden zoals SimCity, maar ook in Google Earth. Het bouwen van modellen levert als bijvangst een gedegen inzicht in de mast- of stationsconstructie op
Schrijvers, vertellers en tekenaars
Hoe sla je de brug tussen de wereld van het elektriciteitsnet en de geïnteresseerde leek of informatiezoeker die gewoon iets weten wil? De kunst van het vertellen, ook dat is onderdeel van het elektriciteitsnet als hobby.
Met elkaar praten kan op het forum, maar het schrijven van teksten op een website of het uitleggen van hoe iets werkt is een ander verhaal, letterlijk en figuurlijk. Er gebeurt iedere dag van alles in de sector. Hoe blijf je daar bovenop zitten en breng je het nieuws dat voor onze context van belang is? Hoe geef je nuance en de juiste waarde aan kennis en inzicht, zodat het voor beginners en gevordenden aangenaam leesbaar blijft? Hoe zorg je ervoor dat gelijkgestemden met dezelfde interesse op de hierboven beschreven zeer verschillende wijzen toch allemaal het gevoel hebben dat ze een thuisstek hebben? Tekstschrijvers, makers van merchandisiatie, cartoontekenaars, webdesign en huisstijl, de techniek achter de site en de netkaart draaiende houden, mail beantwoorden en af en toe een aanvraag van een mediapartij delegeren. Een schietgebedje doen dat de server het houdt als er opeens duizenden mensen op de site duiken bij een stroomstoring, en dan ter plekke aan informatie zien te komen. Kortom, ook het beheer en de uitbouw van HoogspanningsNet zelf is een subaspect van hoogspanning als interesse. Het maken van een website tot een thuis is een sport op zichzelf.
De eh.. combinatiemast
Deze pagina blinkt uit in hokjesdenken. Maar zoals je al kan aanvoelen is de waarheid complexer. Mensen die zich slechts tot een van deze groepen beperken bestaan vrijwel niet.
Iedere hobbyist heeft wel dingen mee van meerdere van de beschreven groepen hierboven. Fotografen die graag aan de netkaart meewerken, techneuten die ook de nethistorie zodanig boeit dat ze erover schrijven, mensen uit het veld die vertellen over hoe alles werkte en nog steeds werkt, netstrategen met een zwak voor bovengrondse lijnen en zeer ervaren mensen die ondanks tientallen jaren arbeid nooit de verwondering hebben verloren die ze als kind ooit voelden. Bijna iedereen is breder dan de beschreven straatjes. En ja, er zijn zelfs ook mensen die het allemáál proberen te doen zodat zij een leuke, gevarieerde (en misschien wel iets té) actieve hobby hebben. Een hobby die gelukkig niet meer in eenzaamheid hoeft te worden beleefd. Verbinding tussen gelijkgestemde mensen is net als de elektriciteit op het net zelf: je ziet het niet, maar uiteindelijk is juist dat hetgeen waar het om gaat.