Mastmodellen solderen

Voor mastmodelbouwers op zoek naar een sterk maar klein resultaat is solderen de methode bij uitstek.

Solderen, voor wie het niet kent, is het verbinden van metalen delen door middel van vloeibaar tin. Het wordt gebruikt voor elektronische circuits, maar ook voor modelbouw.

   

Gesoldeerde mastmodellen, links met draadijzer door Michiel Kerkhof en rechts met messing hoekstaafjes door Tom Börger.

Met een soldeerbout of een gasvlam worden twee of meer stukken metaal verhit tot boven het smeltpunt van draadvormig tin, waarna het gesmolten tin net als water vervloeit over de beide stukken metaal. Door de warmtebron weg te nemen stolt het tin en worden beide metalen delen stevig aan elkaar verbonden. Solderen is dus anders dan lassen omdat het te verbinden metaal zelf niet mee smelt of reageert. Eigenlijk heeft het meer weg van een zeer heftige vorm van lijmen.

Laat je niet te snel teleurstellen door het idee van een driehonderd graden hete soldeerbout. Solderen is de meest geschikte methode om relatief kleine, maar ook zeer sterke mastjes te kunnen maken. Het solderen van een eenvoudig mastmodel kan al in een aantal uur. Je kan het simpel houden door een oud fietswiel te slopen om de spaken te hergebruiken, of je kan messing profielen kopen, en zelfs bij een derde partij messing torenwanden laten etsen om die zelf aan elkaar te solderen.

De soldeerbout is een bekende vriend van iedere mastenbouwer. Ook in geschroefde modellen tref je wel wat gesoldeerde delen aan en ook kunststof bouwers kennen de soldeerbout als een middel om plastic profielen mee te verhitten zodat je ze buigen kan.

Solderen met draadijzer

Solderen met draadijzer is goedkoop, niet bijzonder moeilijk en je zet er in betrekkelijk korte tijd een mooi mastmodelletje mee in elkaar. Je kan het simpel houden, maar je kan ook meer in detail gaan en een groter resultaat nastreven. Twee verschillende draaddiktes helpt goed om meer realisme in het model te brengen. Na het solderen kan je het model wassen en verven om corrosie te voorkomen. En je kan het zo moeilijk of makkelijk maken als je zelf wilt. Je hoeft bijvoorbeeld geen bestaand mastontwerp na te bouwen: je fantasie de vrije loop laten kan ook, hoewel het stiekem wel leuker en uitdagender is om wel een bestaand ontwerp na te bouwen. Een ander voordeel is dat je opeens ook wisselmasten, aftakmasten en verzwaarde hoekmasten kan bouwen – kom daar maar eens om bij een fabrikant van kant en klare kunststof mastjes.

   

Twee andere draadijzermodellen door Michiel Kerkhof. De modellen zijn twee bestaande Nederlandse 150 kV-masten. Na het solderen zijn ze geverfd om corrosie te voorkomen. De schaal is ongeveer 1:87 en daarmee overeenkomend met H0, de meest populaire modelbaanschaal. Voor de oplettende kijker, ook hier is weer kerstversiering te vinden.

Een simpele ontwerptekening is al snel toereikend. Wanneer alle staven erop staan die je van belang acht ben je eigenlijk al binnen. Er zit zelfs nóg een voordeel van deze methode. (Ja ja, er zitten eigenlijk alleen maar voordelen aan zolang je je huisgenoten negeert als ze zeuren over wat je toch al die tijd in je eentje op je werkhok doet.) De schaal van de tekening kan je simpel overeen laten komen met het te solderen model. Het afmeten van de lengtes van de ijzertjes wordt daar makkelijk door. Het is bij solderen van een draadijzermodel niet nodig om van ieder boutje, schroefje en moertje te moeten weten waar Abraham de mosterd haalt.

Wanneer je het nog makkelijker wil maken, wat bij grotere soldeerschalen van bijvoorbeeld 1:50 kan voorkomen, dan besteed je een deel van het berekenen van de lengtes uit. Dat kan gewoon als je een mastbeeldtekening of een goede mastbeeldfoto recht van voren hebt. Neem eens een kijkje bij de Automagische Mastberekenaar en zie wat deze tool voor je kan doen.

   

Tekening op dezelfde schaal als het model: dat scheelt je een omrekenstap en dus tijd en kans op fouten. Je moet het leven niet moeilijker maken dan het is.

Voor wie solderen gaat: een luxe soldeerstation met temperatuurregeling is leuk voor wie elektronica als hobby heeft (zelf printplaten solderen met allerlei componenten), maar het maken van een mastmodel vereist slechts één ding: vermogen. De punt van een soldeerbout moet niet te groot of klein zijn en de bout moet voldoende warmte kunnen leveren. 60 tot 100 watt is een geschikt vermogen.

Bespaar jezelf ook het gesmeer met S-39, het beruchte soldeervet dat zo rookt en waarbij je direct de EHBO-post van het ziekenhuis moet bezoeken als je een spat in je ogen krijgt. Anno nu zijn er alternatieven voor. Koop loodvrij soldeertin met een harskern. De hars, gewone dennenhars, dient als vloeimiddel zodat het gesmeer met kwastjes verleden tijd is. Ook rookt het minder en in tegenstelling tot het stinkende S-39 ruikt hete dennenhars voortreffelijk naar kerstmis. En we zien dat kerstmis telkens een rode draad blijkt in de mastmodelbouw.

Oerend sterk op de modelbaan

Net als met kunststof verlijmen kan je ook met solderen maatwerk afleveren. Een straatje masten met een specifiek ontwerp op bijvoorbeeld de modelspoorbaan ligt met deze methode binnen bereik omdat je met solderen heel klein kan bouwen. Als de modelspoorbaan als thema de jaren 40 en 50 in de Ardennen heeft zit je niet te wachten op strakke moderne Duitse donaumasten, plompe tonmasten uit Engeland of laat staan op buismasten. De schaal van het model is verder naadloos aanpasbaar aan wat nodig is in het modelbouwlandschap.

Voor grotere modelspoorbanen die niet op zolder staan maar bij een vereniging horen bieden gesoldeerde masten nog een voordeel. In tegenstelling tot relatief teer plastic is het draadijzer of het messing vakwerk van gesoldeerde masten bijna niet kapot te krijgen. Als Kleinzoon eraan zit met zijn grijpgrage handjes, dan is er niets aan de hand wanneer de gesoldeerde mast fatsoenlijk vastgeschroefd zit aan de bodemplaat. En wanneer een collega bij de club een keer blijft hangen achter de bliksembok kan hij een jaap in zijn bloes dichtnaaien. Geen brekend of wit verbogen plastic, geen oeps waarna je een geforceerd ‘och, geeft niet hoor’ moet opbrengen (maximale cringe), geen lastige nabestellingen met vergeten typenummers en niet langer leverbare producten…

Kortom, solderen geeft je vrijheid en het ontneemt je een boel zorgen. Je bent opeens zelf de baas over je hoogspanningslijn.

Solderen ontmoet etsen: maximaal detail

Wie geen genoegen neemt met ronde staafjes maar toch een piepklein resultaat nodig heeft, die kan een derde partij in de arm nemen in de vorm van metaalbedrijven die messing kunnen etsen. Deze methode was bij ons ook onbekend tot iemand op ons forum ermee kwam. Een ontwerp of tekening wordt dan aangeleverd bij een etser (of wellicht bij andere bedrijven, een laser- of waterjetsnijder) en die maakt uit een platte plaat messing dan kant en klare torenwanden.

   

Messing plaat met etswerk (uitbesteed) en het samengebouwde resultaat waaraan volgens de bouwer nog wel wat soldeerklodders moeten worden afgevijld. We hebben er alle vertrouwen in. Foto’s op ons forum ingestuurd door modelbouwer Floris.

Het resultaat gecombineerd met vaardige modelbouwershanden verraste ons. Opeens is een thema zoals de eerder genoemde industriële Ardennenomgeving mogelijk met gebiedseigen masten. Dat zelfs etsen in twee dieptes mogelijk was wisten we al helemaal niet. De klinknagels, opstaande flensen en U-vormen in de profielen zitten er werkelijk in. Ook hier is gekozen voor 1:87 om aan te sluiten bij de meest gangbare modelbouwschaal.

Meer toepassingsvoorbeelden zijn door de bouwer online gezet op deze Flickrpagina. Zie ook dit topic op ons forum voor wat achtergrondinformatie. Ook nu weer is de precisie van het resultaat groot genoeg om met berekeningen te moeten werken. Die kan je voor een groot deel automatiseren met onze Automagische Mastberekenaar, die neemt perspectiefvertekening en schalingsfactoren mee en lost ze automatisch voor je op.

Messing profielen solderen: groot resultaat

Wil je net wat groter dan een tafelmodel gaan en wil je ook de werkelijke knoopplaten, profieldiktes en zelfs klimbouten nabootsen? In plaats van draadijzer of etsen kan je dan beter messing profielen solderen. Dit is wat bewerkelijker en ook prijziger omdat messing profielen in de modelbouwwereld eh.. nouja, nog net geen tweede hypotheek kosten, maar prijzig is het wel. En zelfs ervaren modelbouwers zijn er iedere keer nog verbaasd van hoeveel metaal er in een hoogspanningsmast gaat.

Wie zich niet laat afschrikken en inmiddels wat handigheid met een gasvlam of een soldeerbout heeft kan met messing profielen modellen bouwen die het weinig benutte gat vullen tussen manshoge geschroefde modellen en tafelmodelletjes in.

Gesoldeerd model van een EGD-hamerkop (jaren 30) met de daadwerkelijke fundatieblokken erbij. Bouwer Tom Börger is tot het uiterste gegaan met de dunne profielen zodat de schaal ervan vrijwel overeenkomt met de werkelijke dikteverhoudingen.

Het solderen van messing profielen en knoopplaten is minder makkelijk dan met draadijzer werken. Wie op een knoopplaat drie of meer profielen bij elkaar laat komen, ontkomt er niet aan om twee of drie keer hetzelfde stukje warm te stoken. De bestaande soldeerverbinding kan dan weer los gaan. Wie vaker soldeert weet dat je altijd een hand tekort komt bij deze bezigheid – of twee, want het vasthouden van het werkstuk vraagt om twee handen, dan moet je de bout of de gasbrander nog vasthouden (drie) en de tindraad (vier). Bedenk je eens in hoe dit is als je drie of vier profielen en een knoopplaat wil laten samenkomen zonder dat er eentje weer weg glijdt of loskomt.

Solderen vraagt om een derde handje of om tijdelijke hulpstaven die je later weer verwijdert. Zonder dit soort hulpmiddelen zoals een zogeheten ‘derde handje’ ben je vrijwel kansloos. Geen zorgen, ook in het echt worden wel eens tijdelijke staven toegepast bij mastenbouw.

Maar dan heb je ook wat, want als je het geduld kan opbrengen en voldoende begaafd bent, heb je in de schaalgroottes rond 1:50 iets te pakken dat onmogelijk is met schroeven (te lomp) en waarbij kunststof profielen niet de sterkte hebben om zo’n ijl vakwerk te kunnen dragen.

   

Nogmaals de EGD-hamerkop door Tom Börger. Een dergelijk model kan van verf en borden worden voorzien of juist als casco zijn technische aard tonen, het is aan de bouwer om uiteindelijk te kiezen wat hij zelf het mooiste vindt en de ene bouwer is bij uitstek een cascobouwer terwijl de ander juist een turnkey-plaatje prefereert.

Solderen of schroeven?

Voor de metaalbouwers is de keuze tussen solderen of schroeven hoofdzakelijk afhankelijk van de schaal van het beoogde eindresultaat. Schroeven wordt al snel plomp wanneer je kleiner gaat dan 1:30. Wie op modelbanen aan de gang wil zal uitsluitend voor solderen kiezen. Op tafel is solderen meestal ook de voorkeurmethode, maar masten die in het echt heel klein zijn kan je soms nog net schroeven in 1:40 of 1:50 als je kan leven met iets overschaalde profieldiktes. Wie een manshoog model in de hoek wil zetten, die kan beter niet solderen. Messing profielen zijn prijzig en wanneer je een groter model maakt en dat neemt tot de macht drie toe als je je model in hoogte verdubbelt. Dat is al gauw niet grappig meer op je banksaldo, maar ook is het dan gewoon efficiënter om boven een zeker formaat over te stappen op schroefbouw.