Masthoogte schatten

Het lijkt een simpele vraag: hoe hoog is die hoogspanningsmast?

In sommige publicaties kan je zogeheten mastbeelden vinden. Die tonen het frontaanzicht van een hoogspanningsmast met de belangrijkste maten. Maar netbeheerders en ingenieursbureaus verstrekken zulke gegevens niet regulier, zodat je heel goed moet weten hoe de hazen in hoogspanningsland lopen voordat je weet waar je zoeken moet. Zelfs al zou je dat weten, dan nog zijn er talloze subvarianten binnen talloze mastenfamilies (van S-2 tot HA+18 en van RC+0 tot wat dies meer zij) zodat je door de dennenboommasten het bos niet meer ziet…

Je voelt hem aankomen, we hebben iets simpelers nodig dat geen bronnen of bovenmenselijke pylon geek skills vereist.

Wanneer we ergens in het open veld staan of we hebben geen gegevens, dan zijn er twee manieren om alsnog de masthoogte te schatten. Beide methoden gebruiken we bij HoogspanningsNet zelf ook en gebruikers op het forum zijn er ook bekend mee. Beide meetmethoden hebben één ding gemeen, ze hebben hun basis in een zogenoemde broekstukmeting. Welk van de twee methodes je kan of wil gebruiken hangt af van de situatie in het veld, de hulpmiddelen die je bij je hebt en hoeveel gegevens je nodig hebt.

1. De rolmaatmethode

Met de rolmaatmethode heb je aan een rolmaat, duimstok of liniaal genoeg, of zelfseigenlijk alles met een lineaire schaalverdeling op een stok. Een meetlint kan helpen, maar als je je eigen pasgrootte kent kan je ook met je voeten afpassen hoeveel meter het broekstuk breed is. Je hebt ter plekke resultaat en het is ongeveer een meter nauwkeurig.

2. De pixeltelmethode

Gebruik de pixeltelmenthode als je een zeer nauwkeurig resultaat nodig hebt (binnen tien centimeter is eenvoudig mogelijk) of wanneer je meer wil meter dan alleen de masthoogte. Met deze methode kan je ook de traversebreedte of zelfs de lengte van iedere staaf of lat uitrekenen. Het is wel specialistischer. Je hebt een fototoestel nodig, een meet lint, en het resultaat heb je pas thuis achter je computer.