HoogspanningsNet - alles over hoogspanning op het het

Techniek

Hoogspanning en gezondheid?

Antwoord op alle vragen vind je bij het RIVM (NL) of het Departement Leefomgeving (B).

HoogspanningsNet behandelt dit thema met opzet niet zelf. (Waarom niet?)

Geknetter en gebrom?

Geen zorgen, dat is normaal.

Nieuws

02 April 2023 Dat ooievaars graag broeden op hoogspanningsmasten is echt zo, maar het vervangen van het hele 110 kV-net door ooievaarvriendelijke hamerkopmasten was uiteraard een aprilgrap.

OoievaarverjagersDit jaar was het niet moeilijk om door de grap heen te prikken, zo bleek uit het uitblijven van verontruste mailtjes. Dat is in het verleden wel eens anders geweest, vooral in 2016, toen we onze hand overspeelden met een grap die in het huidige tijdsgewricht zo niet-woke was dat we er tegenwoordig misschien wel een notice-and-takedown voor zouden kunnen krijgen omdat grappen over zwarte circuits en black-outs tegenwoordig niet meer grappig gevonden worden. Dit jaar zijn we dan maar zwartwit gegaan. De ooievaar beschermen, ook daarover zijn de meningen sterk verdeeld, maar een feit is wel dat ze op masten broeden en daar problemen geven.

De methode om daarmee om te gaan op dennenboommasten bestaat echter uit afdekplaten op de traversetoppen of grote draaiende anemometerachtige dingen, en die worden zelfs op hamerkoppen gezet (zie foto). Dus niet uit het vervangen van alle lijnen door hamerkoppen. Dat zou niet alleen onbetaalbaar zijn, ook ontbreekt het aan menskracht en aan stikstofvergunningen – deze laatste geeft wel aan dat er steeds meer munitie voor grappen is maar er toch steeds minder te lachen valt. De oplettende lezer kon verder zien dat de links in het artikel niet klopten (er zat zelfs een rickroll in), dat het getal 14 (of varianten erop) verdacht vaak voorkwam en dat iedere zin als eerste met de letter D begon, de vierde letter van het alfabet. Dat is trouwens ook in dit artikel zo, dus of dat nou echt zo opvalt… De ooievaars zal het worst zijn. 

Afbeeldingen: De werkelijke manier om ooievaars te weren van plekken waar ze niet mogen broeden: grote anemometers en afdekplaten, zelfs op een hamerkop. De lijnen met donau- en dennenboommasten blijven gewoon staan. 

April 2023 De ooievaar nestelt graag in hoogspanningsmasten. De vogels stoten daar hun kop wel eens tegen een draad met als gevolg een dooievaar en een storing. De oplossing is even eenvoudig als briljant: vervang alle lijnen met donau- en dennenboommasten door hamerkoppen. Dat begint vandaag, in Drenthe.

Ooievaar in een donaumastDat we in Nederland dubbel zoveel ooievaars hebben als veertien jaar geleden (2314 broedparen volgens SOFON) had niemand durven hopen. De keerzijde is dat het succesverhaal van de zwartwitte vogel problemen geeft voor het netbeheer. De dieren zijn heel groot en ze maken enorme nesten van een mix van takken, modder en stront, en zulke bouwsels van bijna anderhalve meter groot zijn soms wel 140 kilo zwaar. Deze nesten passen niet zomaar in een klein boompje. Daar heeft de ooievaar wat op bedacht: dwars door het hele land staan vele duizenden heel stevige dennenbomen met prachtige ruime takken te wachten op nesten. Dat die bomen in werkelijkheid hoogspanningsmasten zijn zal de ooievaar een zorg zijn.

De vogels hebben een voorkeur voor de traversetoppen. Donaumasten, waar we nogal wat lijnen van hebben, dragen de draden in een driehoekvorm en vanaf de onderste traverse kom je al gauw in de buurt van de derde draad die aan de boventraverse hangt. De boventraverse in een donaumast is dus veilig, maar de ondertraverse niet. Dennenboommasten zijn nog erger, die dragen de drie draden vrijwel recht boven elkaar zodat je vanaf de onderste traversetop de middelste draad recht boven je hebt hangen. De middentraverse heeft hetzelfde probleem met de boventraverse. Daardoor zijn bij dennenboommasten vier van de zes traversen levensgevaarlijk. De afstanden tussen het ijzerwerk en de draden zijn bij 110 kV-verbindingen in het noorden en oosten van het land veel kleiner dan bij zware koppelnetlijnen van 220 of 380 kV. De optelsom is ongunstig: juist het noorden en oosten van het land is de populairste plek voor ooievaars, en er zijn juist in het 110 kV-net ook nog eens extra veel lijnen met dennenboommasten en donaumasten gebouwd. De teller staat sinds half december reeds op 140 dode ooievaars en net zoveel automatische uitschakelingen.

WerkzaamhedenDe traversetoppen afschermen met stalen platen zodat er geen nest meer in kan worden gebouwd is niet altijd mogelijk en bovendien ontneem je de potentiële nestplek zelf. Dat laatste is ongewenst, want de ooievaar is beschermd. De netbeheerder houdt rekening met het broedseizoen door in die maanden bewust niet te schilderen of uitstelbaar onderhoud te doen. De lijn moet ook blijven staan, want verkabelen kan niet vanwege de transportschaarste. Hij moet dus technisch blijven werken, de nestplaats moet geboden worden en de ooievaar moet zijn kop niet meer stoten aan de bovenliggende draad. Dat is nogal wat Tom Poes, verzin eens een list.

De hamerkop biedt uitkomst. Dit oude mastontwerp werd vanaf de jaren 50 zelden nog toegepast omdat een donau- en dennenboommast efficiënter is qua materiaalgebruik, maar voor ooievaars is hij ideaal. De mast heeft maar één traverse zodat er nergens een draad boven je zit. De volle mastbreedte kan tevens ook voor nesten worden gebruikt zonder een kans op barbecue of storingen. De fundamenten van alle andere mastmodellen zijn sterk genoeg om de mast die erop staat te vervangen door hamerkoppen.

Vervangende hamerkopDat gebeurt vanaf vandaag: alle hoogspanningslijnen met een netspanning van 110 kV worden de komende tijd omgebouwd tot lijnen met hamerkoppen. Bij Hoogeveen, Meppel, Beilen en Assen staat het vol dennenboommasten die als eerste vervangen worden, bij Stadskanaal, Gasselte en ook bij Zwartsluis is men al klaar. Daarna volgen de dennenboomlijnen in Friesland, Overijssel en uiteindelijk zal alle 1423 kilometer 110 kV-lijn met donaumasten veranderd worden in hamerkoppen. Dat is een flinke aderlating voor pylon geeks, want de variatie aan hoogspanningslijnen verandert in alleen maar hamerkoppen. De nieuwe tijd, net wat u zegt, maar dan met masten die van oorsprong juist heel oud zijn. De ooievaar brengt dus meer dan alleen kinderen, hij brengt ook een monocultuur van hamerkoppen. De aanblik van het landschap verandert snel, kijk vandaag dus nog snel opzij vanuit de auto of trein, misschien zie je wel lijnwerkzaamheden waar donaumasten verdwijnen en hamerkoppen verschijnen.

Afbeeldingen: Donaumast met ooievaarsnest, op de veilige bovenste traverse. Daaronder: lijn met donaumasten die vervangen wordt door een lijn met hamerkoppen, in dit geval er vlak naast. De operatie om alle 110 kV-dennenboommasten door hamerkoppen te vervangen kost 140 miljoen euro.

21 februari 2023 Anderhalf jaar na de valwind in Kerkdorp is het dan eindelijk zover, er worden vier nieuwe masten opgebouwd om de geplaagde verbinding Lely – Hattem te herstellen. Verderop in Friesland zien we juist opruimwerken, daar wordt een 250 ton zwaar karkas van een transformator opgeruimd. Twee klussen die Tennet liever niet had gezien, maar netbeheer is net zoals wat John Lennon zei: 'life is what happens while making other plans'.

Op 18 juni 2021 gebeurde iets dat sinds 2010 niet meer was voorgekomen in Nederland. Een zware valwind blies vier hoogspanningsmasten om in het lege poldergebied tussen Hattem en Kampen, ter hoogte van het gehucht Kerkdorp. Er deden zich geen persoonlijke ongevallen voor, maar de schade was aanzienlijk en het opruimen, saneren en herstellen van de vier mastposities bleek geen klusje van enkele weken. De constructie van de masten moest opnieuw worden doorberekend conform de huidige bouwnormen en dat betekende vier geheel nieuwe masten, gelukkig wel allemaal van hetzelfde S+0 basistype. Daarna moesten de masten nog vervaardigd worden en nu moeten ze in elkaar worden gezet. In tussentijd was Kerkdorp het toneel van een werkweg waar Max Verstappen watertandend naar zou kijken. Minder prettig is het hele gebeuren voor Maatschap Haan, de melkveehouder die de afgelopen tijd naast een barrage aan Haagse regels ook bijna letterlijk een hoogspanningsmast op zijn dak kreeg. Die heeft het maar druk met al die werkwegen, tuidraden, lijnwerkers en zo nu en dan een pylon geek met een verrekijker. 

Eerst moeten de nieuwe masten in de komende weken in elkaar worden getakeld, mogelijk doet Qirion dat in de voorjaarsvakantie (tip, hint, suggestie). Er is gepoogd ze zoveel mogelijk te laten lijken op de bestaande deltamasten, maar op details verschillen ze wel. Zo is duidelijk dat de binnenversterking van de broekstukken forser is en we zullen ook (helaas) weer preekstoelen op de traversetoppen aantreffen. Na bouw van de masten moeten de draden er nog in, er zal geschilderd moeten worden en de noodmasten, werkwegen en hekken worden opgeruimd. En daarna moet de grasmat nog worden hersteld. Voorlopig is er dus nog heel wat reuring in Kerkdorp.

Ondertussen, in Friesland, in het weiland van een andere melkveehouder… 'Welkom bij Rendac. Voor een reguliere melding, kies 1. Voor een calamiteit, kies 2.'  En na het invoeren van je klantnummer (sluit af met een hekje) kies je dan 220. Helaas werkt het niet zo eenvoudig als het een 250 ton zwaar kadaver van een 220/110 kV koppeltrafo is die plotseling in je weiland ligt. Na de calamiteit vorig jaar september waarbij een transportwagen kantelde en de transformator op zijn kant in de slappe veengrond plofte. Nu is een trafo ook geen doetje als je kijkt hoe stevig die dingen zijn, maar het luistert wel nauw. Een millimeter onbedoelde extra speling binnenin het apparaat of een kleine verbuiging door de klap heeft al grote gevolgen. Zo kan de machine daar harder door gaan brommen en ook neemt het rendement af. Dat laatste loopt al snel in de papieren voor een 370 MVA trafo zoals dit exemplaar. Zo'n machine haalt een elektrisch rendement van meer dan 99%. Het overige procent wordt omgezet in een magneetveld, in mechanische energie (vervorming en dus geluid) en vooral in hitte. Dat is al snel enkele honderden kilowatts aan warmteproductie. Neemt het rendement één procent extra af, dan moet er bij flinke belasting zomaar 200 kW extra warmte worden weggedissipeerd, anders zal de machine zichzelf vernielen. Dat soort risico's kunnen niet genomen worden met strategische koppeltrafo's. Tennet heeft het apparaat van enkele miljoenen euro's daarom moeten afboeken.

Maar dan ligt ie er nog steeds. Voor toekomstige generaties had het een bijzonder artefact kunnen zijn wanneer we de trafo zouden toestaan tot de bodem van het metersdikke veenpakket door te zinken en hem er gewoon achter te laten, maar men begrijpt dat de boer dat niet zo ziet zitten en ook de landelijke milieuregels zijn het er niet mee eens. Het is bijna onmogelijk om een grote zware kraan in een zompig Fries veenweiland te zetten om de trafo in één keer te bergen. Er is dan ook besloten om het verwijderen in stukjes en beetjes te doen. Op de LinkedIn van Tennet is te zien dat er een grote tent om het karkas heen is geplaatst. Dat is niet omdat ze een mooi feestje van de sloop maken. Wel om geen last van regen en wind te hebben met snijbranders en machines. Als er bijvoorbeeld met snijgas of lasgas moet worden gewerkt waait het gas weg als er wind staat, en een tent voorkomt dat. Dat geeft meteen aan dat het geen klusje van drie dagen mooi weer zal worden.

Tennet geeft wel aan dat een nieuw exemplaar al is besteld. Nu heeft zo'n beetje de hele wereld al jaren te maken met een chronisch tekort aan productiecapaciteit van zware transformators, dus waarschijnlijk is een andere levering nu naar achteren geschoven. Geluk bij een ongeluk is dat 220/110 kV een zeer gangbare transformatiestap is, zodat er geen maatwerkklus bij de fabrikant nodig is.

Afbeeldingen: herstel van een gesneuvelde mastpositie in Lely – Hattem door Qirion, foto door forumlid DVD. Onder: foto van Tennet (gedeeld via LinkedIn) van het interieur van een tent die over de te bergen trafo is gezet. Studenten onder de lezers hier zien direct de potentie voor een woest sloopfeestje, maar de reden is vooral praktisch van aard.

19 januari 2023 De energietransitie vraagt om een handvol nieuwe 380 kV-projecten in Nederland. Die kunnen slechts beperkt ondergronds worden aangelegd zodat we nieuwe luchtlijnen zullen zien. Eentje die de aandacht gaat trekken is een tweede verbinding tussen Krimpen en Geertruidenberg. Een relatief kleine afstand, maar er wachten grote uitdagingen als dit project doorgaat. Hoe krijg je een 380 kV luchtlijn nog ingepast in zo'n vol landschap?

Tussen Krimpen en Geertruidenberg staat een van de belangrijkste koppelverbindingen van het land. De relatief korte verbinding (34 km) voerde sinds zijn oplevering twee 380 kV-circuits van 1645 MVA (2,5 kA). Pylon geeks kennen de verbinding vooral van het spectaculaire tracé waarin de hoogste masten van het land staan (waterkruising Lekkerkerk I, 163 meter) en verderop een dubbele waterkruising bij Sliedrecht, met vier verhoogde masten en een afspanner. Ook de binnenkomst vanuit de Biesbosch op Geertruidenberg bevat een hoge waterkruising. Omdat 1645 MVA aan de krappe kant raakt wordt de verbinding momenteel voorzien van nieuwe draden waarmee op termijn 2635 MVA (4 kA) kan worden verzet. Een gigawatt extra capaciteit en een boeiende operatie waarbij de lijnwerkers die de draden vervangen echte lefgozers moeten zijn in de wind bovenin de torenhoge waterkruisingen.

Ondanks de opwaardering wordt verwacht dat in 2030 die extra transportruimte alweer opgesouppeerd is. Het is niet mogelijk om de bestaande verbinding van nog zwaardere draden te voorzien dan nu al gebeurt. Tevens is het strategisch ongewenst (en technisch lastig) om 380 kV met meer dan 4 kA te bedrijven. Ook een theoretische krachtproef met een hogere netspanning is niet gewenst om dezelfde strategische redenen. Tennet ziet de enige realistische oplossing in het bijplaatsen van een extra verbinding. Omdat 380 kV slechts beperkt ondergronds kan worden aangelegd is er daadwerkelijk een bovengronds tracé nodig. Wie even op de kaart kijkt ziet meteen: oef, een corridor voor een nieuwe 380 kV-lijn vinden in dat gebied, dat wordt nog wat.

Daarbij is de eerste vraag of het gewenst is om station Crayestein op te nemen in de nieuw aan te leggen verbinding. Dat kan voordelen hebben voor onderhoud en ook voor de loadflow in het omliggende net, maar het vereist inpassing en stationsuitbreiding met vier extra velden. Een ander ding is de mastkeuze. Het era van wintracks lijkt piepend en krakend tot een einde te komen en we overdrijven niet als we het de hoogspannings-plottwist van het decennium noemen. Na tien jaar wintrackhegemonie voor nieuwe projecten kwam Tennet begin 2020 met de aankondiging dat er weer vakwerkmasten gebouwd zullen worden voor nieuwe verbindingen. De reden bestaat uit een mix van praktische issues, kosten, technische eigenschappen en (pas op, ligt gevoelig) de in de praktijk tegenvallende landschapsinpasbaarheid van felwitte palen. Al wordt dan wel vergeten dat wintracks niet alleen zijn ontwikkeld vanwege esthetiek. Ook vanwege het smalle magneetveld zodat een volledige dubbelcircuit 380 kV-verbinding slechts een heel smalle corridor nodig heeft. 

Wanneer wordt teruggegrepen op een vakwerkmast valt de oude vertrouwde donaumast af vanwege die brede corridor. Dat probleem zag men ook aankomen bij de eerste nieuwe verbinding die weer met vakwerkmasten gebouwd zal worden, Zuidwest 380 Oost (tussen Rilland en een nieuw station bij Tilbrug). Daarom werd een nieuwe vakwerkmast ontwikkeld met de naam moldau. Door de mast een tonconfiguratie te laten voeren is de benodigde corridor smaller dan met een donaumast terwijl er ook is gestreefd naar een uiterlijk dat niet al teveel afwijkt van de bekende donaumasten. Voor Zeeland komt deze draai te laat, maar voor Brabant gaat het lukken en wellicht ook voor het Drechtstedengebied. In theorie kan het echter nog smaller dan met een moldau. Het huidige vlaggenschip van Elia in België, op straat gekend als een Stevinmast, heeft geïsoleerde traversen en hij is daardoor slechts vier meter breder dan een set wintracks.

Eerst zitten we met überhaupt een tracé. Een blik op de kaart leert ons dat het gebied een soort apenkooi is van rivieren, bewoning, werelderfgoed (Kinderdijk), industrie en ook beschermde natuur. Het is niet eenvoudig daar een corridor te vinden. En dat is het stadium waar Tennet nu in zit. Waarschijnlijk wordt er niet aan ontkomen om bepaalde tracédelen toch ondergronds aan te leggen. Of het strategisch en praktisch mogelijk is om de gehele verbinding ondergronds aan te leggen is niet bekend, maar de bestaande beschrijving wekt de indruk van niet. In 2024 wil Tennet een corridor met een ontwerptracé kunnen presenteren. Het lijkt erop dat we in dat gebied een interessante zoektocht gaan zien naar iets wat in het hele land en zelfs op onze homepage schaars is: ruimte…

Afbeelding: de bestaande verbinding tussen Krimpen en Geertruidenberg is een korte, maar spectaculaire lijn met onder andere de Sliedrechtkruising. Momenteel worden er nieuwe draden aangebracht.Foto door Tom Börger. Onder: station Crayestein ligt aardig mooi in de bosjes. Normaal is dat wel prettig, maar een nieuwe verbinding die het station zou moeten aandoen vereist dan extra uitbreiding en snoeiwerk. Dronefoto door PJK.

Gelukkig 2023