
29 november 2023 ∙ Tegenwoordig zie je op nogal wat stations powerhouses en provisorische oplossingen staan. Vaak voor een aantal maanden of een jaar. Maar er zijn ook privisoria die er al veel langer staan. Nederlands recordhouder is Crailo 50/10 kV, en na 23 jaar wordt het provisorium eindelijk afgelost door een permanent station.
Een vol net is van alle tijden. Het kwam rond de eeuwwisseling ook wel eens voor. Als het niet op te lossen valt met operationele maatregelen binnen het bestaande net, zal er een nieuw koppelpunt moeten worden gecreëerd met het bovenliggende netvlak. In het Gooi is dat een 50 kV-net. In de omgeving van Laren liep Nuon in 1999 tegen deze kwestie aan en men besloot tot het aanleggen van een nieuw 50 kV-station. Op papier niet zo spannend, maar toen begon het gedoe. Of het kwam door geldgebrek, aquisitie van een terrein, mopperende Gooische vrouwen of een halfbakken wijziging in de netstrategie, we weten het niet en het is in de mist der tijd verdwenen wat de reden was dat het niet lukte om meteen een permanent station te bouwen. Wat we wel weten is dat de nood hoog genoeg was om tijd te kopen met een sneller te bouwen en minder vergunningsplichtig provisorium.
Vanuit 's Graveland werd een zes kilometer lange, enkelvoudige 50 kV-kabel gelegd naar een verloren hoekje van het militair oefenterrein Crailo. Op het uiteinde van de kabel werd een 50/10 kV trafo aangesloten zonder schakelaars, zodat de machine op een zeer lang steeltje vanuit 's Graveland zat. Naast de trafo werd een omgebouwde zeecontainer opgetuigd tot een schakelruimte. Voor de goede sier werd de container opgeschilderd in Nuon huisstijl geelpaars, er werd een hek omheen gezet en de 10 kV-zijde werd verknoopt met het reeds aanwezige net van Laren. De stroom werd erop gezet en nu kon men met wat meer rust in het achterste verder zoeken naar een permanent terrein voor het uiteindelijke station.
Iedereen die wel eens is verhuisd of in een nieuwe woning is gaan wonen zal het herkennen: hoe lang duurde het wel niet voordat de laatste lamp die nog aan twee draadjes aan het plafond bungelde werd vervangen door de uiteindelijke lamp? Als iets het eenmaal provisorisch doet is de druk van de ketel en zakt het onderliggende probleem terstond tien stappen op de prioriteitsladder. Zo verging het ook Crailo. In opeenvolgende KCD's vanaf 2003 zakt Crailo langzaam weg van een lopend project tot een bodemprioriteit, uiteindelijk slechts aangeduid door een laf zinnetje 'Crailo is een provisorium' in de assetlijsten. Netbeheerder Nuon, die na de splitsing een tijdje in Continuon en daarna in Liander veranderde, had intussen wel andere dingen aan het hoofd dan dat kleine provisorium op een gaar onzichtbaar hoekje van een inmiddels uit gebruik geraakt oefenterrein.
Tot circa 2015, toen kreeg Liander weer aandacht voor Crailo. De vraag naar capaciteit in de regio nam toe en wel zodanig dat bij een storing van Crailo 50 kV of een storing van de 10 kV-kabels vanuit Hilversum of Naarden de overblijvende invoeding het nauwelijks nog in zijn eentje aan kon. Het plan voor een permanent station met redundantie in schakelmogelijkheden werd afgestoft en er zal met frisse moed aan zijn begonnen. Al gauw bleek dat het probleem dat in 1999 de oorzaak was om überhaupt voor een provisorium te kiezen nog altijd actueel was: er bleek moeilijk een locatie voor een permanent station te vinden. Wie op de luchtfoto kijkt kan zich daar grotelijks over verbazen, want op het voormalige militaire terrein is ruimte beslist geen probleem. Maar ja, het is Nederland en we kijken nergens meer van op.
Jarenlang werden verschillende locaties onderzocht,zonder resultaat. Uiteindelijk vond Liander pas in 2022 een terrein om op een paar honderd meter van het provisorium een permanent station te kunnen bouwen. De bestaande enkelvoudige kabel wordt dan verlengd. Het lijkt er niet op dat er ook een tweede kabel wordt gelegd. Toch gaat de leveringszekerheid omhoog ten opzichte van het provisorium wanneer er eenmaal meerdere verschakelbare trafo's achter een enkelvoudige steeklijn staan omdat de trafo's nu onderhoudbaar worden zonder VNB.
Liander wil het nieuwe Crailo halverwege 2024 in gebruik nemen. Als we aannemen dat dat wordt gehaald en dat het provisorium medio 2000 onder spanning kwam, dan is er bijna een kwart eeuw sprake geweest van een tijdelijke situatie, waarbij je je kan afvragen wat het idee van tijdelijk nog waard is in dit geval. Er zijn zelfs permanente stations geweest die korter hebben bestaan dan provisorium Crailo, zoals Hoogeveen 220 kV. Feit is wel dat we met het permanent maken van Crailo een opmerkelijke netsituatie verliezen, maar dat doen we bij HoogspanningsNet niet zonder hem bij te schrijven in het rariteitenkabistroomnet.
Afbeeldingen: dronefoto van Crailo 50/10 kV, een typisch provisorium met weinig opsmuk en met de trafo op een steeltje. Midden en onder: het nieuwe Crailo als permanent station met meerdere trafo's en een gemetseld schakelgebouw (hier nog in aanbouw). Foto's met dank aan PJK. Bekijk ook de netkaart, momenteel een overgangssituatie.
21 oktober 2023 ∙ Provisorium Hogeland. Het is de naam van een bijzonder koppelnetstation in het Nederlandse net. Vooral omdat het station de twijfelachtige eer heeft om het kortst te hebben bestaan van alle koppelnetstations in de Nederlandse nethistorie. Hoe we dat nu al weten? Simpel: het station gesticht in 2019 wordt nu alweer gesloopt.
De meeste hoogspanningsstations hebben een lang leven. De oudste stations in Nederland staan er al meer dan een eeuw en hebben in die tijd verschillende spanningen zien komen en soms ook zien gaan. Het tegenovergestelde komt minder vaak voor, want het komt zelden voor dat men een station slechts voor een handvol jaren bouwt. Als het dan ook nog om een koppelnetstation gaat met 380 kV als hoogste spanning wordt het helemaal raar. Provisorium Hogeland werd in 2019 geplaatst om een grote 380/220 kV 750 MVA koppeltrafo een tijdelijk opstelpunt te bieden, zodat er extra capaciteit beschikbaar kwam tusen deze beide netvlakken buiten trafostation Robbenplaatom. Letterlijk buitenom, want het zorgde ervoor dat een soortgelijke trafo op het station zelf nu spanningsloos kon worden gezet. En daarna nummer twee, of nummer drie, of dat er veilig een rail kon worden losgenomen zonder de N-1 te schenden. Kortom, Hogeland voorzag in een stukje extra flexibiliteit waarmee elders in de Eemshaven mogelijkheden ontstonden om op Tennets gemak dingen te kunnen wijzigen.
De trafo in kwestie die ervoor werd gebruikt werd aangevoerd vanuit Nijmegen. Eigenlijk was deze trafo bedoeld voor permanente opstelling op Vierverlaten, waar in de eindsituatie maar liefst zes van zulke loeders in slagorde zijn beraamd zodat er 4500 MVA koppelvermogen tussen 380 kV en 220 kV ontstaat. (Wat men op de Berg in de kruidenthee heeft gedaan is bij ons niet duidelijk, want het afvoervermogen van alle aangekoppelde 220 kV-lijnen is N-1 veilig tot het uiterste slechts driemaal 953 MVA zodat een eindsituatie met vier trafo's in principe ook wel lekker aan de taks zit.) Hoe dan ook, Vierverlaten is pas dit jaar opgeleverd zodat de eerste geproduceerde trafo jaren had kunnen niksen als hij meteen al in zijn scherfmuur was geplaatst op Vierverlaten. Door de machine eerst op provisorium Hogeland op te stellen en hem zich daar een paar jaar nuttig te laten maken heeft Tennet mooi wat publiek geld bespaard en praktisch gebruik gemaakt van voorhanden zijnde assets. Keerzijde is natuurlijk dat de trafo nu moeizaam half moet worden ontmanteld, van olie moet worden ontdaan en getransporteerd moet worden naar Vierverlaten.
Om de trafo aan te sluiten waren enkele caravelles nodig vanaf mammoethoekmast nummer vier. Het leverde een bijzondere netsituatie op die extra speciaal was omdat het zo intens eindig was. Ook de bouw van de portalen en afspanningen op Hogeland zelf ademde in alles provisorium. Stalen schoren, alles net wat dunner en lichter uitgevoerd dan permanente stations. Nog altijd prima in staat om het vijftig jaar vol te houden als daar noodzaak toe was, maar de standaard van Tennet voor koppelnetstations is toch robuuster dan wat we op Hogeland zagen.
Wat sommige pylon geeks uiteindelijk, na drie jaar, toch nog heeft verbaasd is dat men werkelijk tot amovering over is gegaan. Gezien de ras toenemende schaarste op het net leek het niet onlogisch om Hogeland te handhaven en te gebruiken als permanente achtervang voor extra koppelvermogen als er ergens anders in het net een probleem zou zijn, zoals wanneer op Meeden de 380/220 kV trafo in onderhoud zou staan, of als op Robbenplaat wederom verbouwingen zijn. Of, nog woester gedacht, wanneer op de 220 kV-zijde van de trafo een civiele aansluiting zou worden afgetakt met een T-vorm en de beide aansluitingen van de trafo van een propere vermogensschakelaar zouden worden voorzien, zou het mogelijk zijn om op Hogeland enkele honderden MVA's extra capaciteit te bieden op naar keuze (vrij te schakelen) 220 kV of 380 kV, net hoe de pet staat. Dat dit uiteindelijk toch allemaal niet is gedaan geeft aan dat trafo's dure dingen zijn en dat procedures onvermurwbaar zijn, maar stiekem ook wel dat we nog een wereld te winnen hebben in Nederland voor wat betreft laaghangend fruit plukken als het er hangt.
Afbeeldingen: provisorium Hogeland in betere dagen. Het was niets anders dan een caravelle op hoekmast 4 van de mammoetlijn, een omhekt terrein en een koppeltrafo met een setje schakelaars aan weerszijden. Onder: dun uitgevoerde portaal, maar dik genoeg om het indien nodig langer uit te houden dan heel wat permanente stations in bepaalde andere streken van de wereld.
21 augustus 2023 ∙ Antennes voor mobiele telefonie hebben een korter leven dan de hoogspanningsmast waar ze in hangen. Verwijdering van afdankers was lange tijd niet vanzelfsprekend, maar de wind is uit een andere hoek gaan waaien. Wat dacht je van een heuse topstukreconstructie?
Antennes voor mobiele telefonie zijn een bekend gezicht in hoogspanningsmasten. Kijk maar eens op antennekaart.nl, waar je zowat de netkaart kan herleiden uit de plekken waar antennes op een rij zitten… De meeste pylon geeks zijn er niet zo content mee en de netkaart middenin het open veld gebruiken op je telefoon blijft een spanningsveld. Om zo'n antenne aan te brengen moet soms de mastconstructie worden aangepast, zeker als de antenne de top van de mast gebruikt. Het topstukje gaat er dan af en binnenin de mast worden extra balken afgemonteerd waarmee een extra buispaal boven de mast uit kan worden gestoken.
Waar een hoogspanningslijn wordt ontworpen gebouwd voor een lang en bestendig leven van minimaal zeventig jaar, is een antenne een kort leven beschoren en vaal is hij alweer verouderd in een handvol jaren. Soms wordt zo'n antenne vervangen door de volgende generatie (4G, 5G), maar soms ook niet en dan is hij in één klap waardeloos. Tot een jaar of wat geleden knipte de provider de coaxkabels door, nam de apparatuur onder de mastvoet mee en liet de hele antenne compleet met kabels gewoon achter in de mast. Al die verlaten meuk in de masten was een klein legertje pylon geeks een doorn in het oog en ook Tennet werd het te gortig. Er kwam een strenger beleid. Als de provider de antenne niet meer opwaardeert of nodig heeft, moet deze netjes verwijderd worden. Blije pylon geeks alom, inderdaad verdwenen de meeste verlaten antennes. Maar de aangepaste balken, klemmen en soms boven de mast uitstekende paal waaraan de antennes hingen bleven alsnog achter zodat nog steeds geen sprake was van echt herstel van de oorspronkelijke situatie.
Maar wie scherp oplet ziet de laatste tijd dat zo'n paal soms alsnog wordt verwijderd en het originele topstukje wordt gereconstrueerd of wordt teruggezet. Hoera natuurlijk, maar het roept ook een vraag op. Een topstukje terugzetten is duur, en is het eigenlijk wel écht nodig?
Voor het antwoord moeten we verder kijken dan techniek alleen.
Constructietechnisch heeft een piramidevormig topstukje bovenop de toren geen doel, zolang het tenminste geen pinakeltop is met een bliksemdraad erop. De toren wordt er niet sterker van. Er zijn ingenieurs die daarom helemaal niks hebben met het 'petje'. Er is echter meer dan alleen constructie. Een mast ziet er verzorgder uit als de toren een duidelijke top heeft. Mensen zijn dit nu eenmaal gewend van hoge dingen en het maakt het bouwwerk minder industrieel en lomp. (Geloof je niet dat het echt zoveel verschil maakt? Kijk dan maar eens naar masten zonder topstukje.) Naast esthetiek is ook bliksembeveiliging een reden. Het topstuk steekt een eindje extra boven de mast uit en vormt daarmee de voorkeursplek voor blikseminslag, zodat de kans kleiner is dat een fasedraad wordt geraakt.
Dat laatste doel vervult de achtergelaten paal die boven de mast uitstak ook. Is het dan echt alleen esthetiek? Nee, er is nog een andere, heel goede reden. Met mastconstructies speelt men graag op safe. Het laatste wat je wil is dat er iets naar beneden komt of dat je niet eens weet wat er eigenlijk allemaal daarboven in je mast zit. Topstukherstel, of eigenlijk het verwijderen van achtergelaten mastvreemde objecten, is voor Tennet een vorm van het elimineren van onzekerheden. Omdat het telkens maatwerk is hoe die paal boven het topstuk is aangebracht brengt het onbekendheden mee. Valt dat ding er echt niet af? Roest er niks los, corrodeert er niets? Herstel van de oorspronkelijke situatie lost al deze dingen op en het biedt ook nog een beter uitzicht. En als zelfs (notoir kritische) pylon geeks tevreden knikken, dan heb je als netbeheerder een eh.. topstukje werk geleverd.
Afbeeldingen: hoogspanningsmast met antenne, en enkele jaren later dezelfde mast maar nu met een verwijderde antenne terwijl de paal er nog in zit. Ook al die extra stukken ijzer zijn achtergebleven. Inmiddels worden hier en daar deze dingen verwijderd en de topkapjes hersteld (onder).
28 juli 2023 ∙ De meeste mensen houden niet zo van brommende, sissende of knetterende hoogspanningsgeluiden. Toch zijn er ook mensen die er inspiratie uit halen: waar elektrische geluiden elektronische geluiden ontmoeten kan muziek ontstaan.
We kregen middenin vakantietijd een email van Leroy Evers, een muziek- en sounddesigner. 'Geen specifiek liefhebber van hoogspanning, wel geïnteresseerd.' Normaal hebben mensen in de audiowereld vaak een hekel aan sterkstroom. In lange kabels kan door inwerking van elektromagnetische velden vanuit het elektriciteitsnet ruis met een frequentie van 100 Hertz ontstaan waardoor een bromtoon of stoorsignaal ontstaat in de apparatuur.
'Ik schrijf muziek voor radio en TV, onder andere voor commercials (sonic en sound branding) en documentaires en andere media gerelateerde zaken. Als kind had ik al een meer dan geringe interesse voor alles wat draaide- en het geluid dat daarbij hoorde. En zeker ook het geluid van de sissende en knetterende kabels van de hoogspanningsmasten, met liefst 380 kV erop. Of een grote dikke trafo, waar ik een lekkere 100 Hz ‘drone-sound’ kon waarnemen. Het boezemde mij ontzag in. Die ervaringen, of sferen, kun je in muziek verwerken, en dat is precies wat ik met het nummer Isolator heb gedaan.', aldus de auteur.
Hoogspanningsgeluiden als inspiratie is niet helemaal nieuw, er zijn metalbands die tesla coils gebruiken om muziek mee te maken en ook is er Love Song for a Pylon, een stukje muziek van Vile Electrodes met een hoog experimenteel gehalte. In het muziekstuk Isolator zijn de hoogspanningsgeluiden met opzet de hoofdzaak. De track bevat het brommen van transformators en verder af en toe een coronaknettertje, een klang, plop of sis als er wordt geschakeld en verder een mysterieuze, licht dreigende sfeer die wel past bij het gevoel dat de meeste mensen krijgen bij de aanblik van een transformatorstation.
'Vinden jullie het misschien een leuk idee om mijn track op jullie website te publiceren? Dat zou ik erg leuk vinden, en wellicht ook jullie bezoekers.'
Het is vakantietijd en tussen de berichten over gekantelde transformators, een nieuwe lijn of juist gemopper over bromtonen in de mailbox is dit wel eens verfrissend. Dus waarom ook niet?
► Beluister Isolator rechtstreeks op Soundcloud
De auteur geeft aan dat iedereen die het muziekstuk wil gebruiken, 'voor bijvoorbeeld een hoogspannings-video', dat mag doen mits je dat even laat weten aan de auteur. Gegevens van de auteur, onder de naam Leroy Evers Music, zijn hier te vinden.
Afbeelding: de coverafbeelding van de track Isolator laat weinig aan de verbeelding over. Elektronische muziek en sterkstroom komen erin samen.
21 juli 2023 ∙ David tegen Goliath, de burger tegen een kille overheid. De Zomereik van Riegmeer werd in het voorjaar van 2023 een begrip in Drenthe en in hoogspanningsland. De boom die in de weg staat voor een nieuw trafostation bij Hoogeveen, zijn dagen leken geteld tot er sympathisanten opstonden. Inmiddels is er een volgend hoofdstuk, en het is een plottwist.
In dit voorjaar ontrolde zich in het Drentse Hoogeveen een soort soap rondom een zomereik die in de weg staat op een hoek grond waar Tennet en Rendo een nieuw trafostation willen stichten. De boom, ongeveer honderd jaar oud en ruim twintig meter hoog, is het laatste wat er resteert van een boerderijkavel die ooit op het nu nog lege terrein achter bedrijventerrein Riegmeer stond. Op datzelfde terrein worden plannen ontwikkeld voor enkele grote bedrijven zoals een Griekse yoghurtfabrikant en ook een trafostation om de elektrificatie in de omgeving ruimte te bieden. Maar ja, een eik middenin de schakeltuin is vanuit praktisch oogpunt niet echt aan te bevelen. Er bleven twee oplossingen over: de boom kappen en het trafostation bouwen, of de boom laten staan en het trafostation opschuiven of anders inrichten zodat het alsnog passen zou.
Rationeel ligt kap voor de hand. Een zomereik is niet zeldzaam, ook eentje van honderd jaar niet. Toch ontrolde zich een strijd tussen een groeiende groep liefhebbers van de boom en het gemeentelijk ambtsapparaat. Waar principekwesties ontstaan en kampen zich ingraven stijgt de temperatuur en het fanatisme. Daar kwam bij dat de discussie oplaaide in het voorjaar van 2023, een tijd die in de toekomst zal worden herinnerd door het thema van overheid tegen burger, stad tegen platteland, bureaucratie tegen invoeling. De boom, hoewel een fors exemplaar, kwam gaandeweg symbool te staan voor iets nog groters. Terwijl gemeente Hoogeveen voet bij stuk hield met kap werd een petitie gestart, lokaal en regionaal nieuws werd bereikt en ook wij bij HoogspanningsNet hebben er al eerder aandacht aan besteed (zie het artikel van 07 april). Er kwam zelfs een protestlied, de Zomereik van Riegmeer door Bertus ten Caat. Alles om te voorkomen dat de boom zou worden gekapt, verwoord als het wederom negeren van de wil van gewone mensen.
Uiteindelijk suste de (wellicht geschrokken) gemeente Hoogeveen de gemoederen een poosje door aan te zeggen dat kap zou worden heroverwogen en dat er pas in juli 2023 een beslissing zou vallen. Wat er inmiddels is besproken in het gemeentehuis zal alleen aan het licht komen als iemand een WOB-verzoek indient, maar dat er naast kap of het aanpassen van de inrichting van het bedrijventerrein nog een derde oplossing denkbaar was komt eigenlijk als een verrassing. De boom verplaatsen.
Toch is dat wat er nu gaat gebeuren in het najaar van 2024. De volwassen eik, samen met ruim honderd ton grond, wordt uitgegraven en verplaatst naar een plek 250 meter verderop, waar hij niet langer in de weg staat voor de ontwikkeling van het terrein. Het zal niet goedkoop zijn en ook daarover zullen zeker vragen worden gesteld. Feit is wel dat de gemeente de kapvergunning niet meer wil verlenen en dat daarmee lijkt er te zijn geluisterd naar de tegengeluiden vanaf de andere zijde van de kloof die het voorjaar van 2023 kenmerkt. Hoe het ook zij, wie ook een overwinning claimt, feit is dat men nu van voornemen is de boom te verplaatsen zodat uiteindelijk de best denkbare oplossing er komt. De afstand tussen overheid en burger wordt niet verder vergroot: de gemeente toont dat ze nog kan en wil luisteren. Het trafostation kan zijn ideale vorm krijgen. De boom overleeft. De enigen voor wie het nog net wat beter had gekund, tja.. dat zijn wij hier, de pylon geeks. Want een grote eik middenin een schakeltuin – dát zou pas echt uniek zijn.
Afbeeldingen: De eik waar het allemaal om te doen is, samen met het omliggende terrein (beeld: still uit de clip van het lied Zomereik van Riegmeer door Bertus ten Caat). Het lied is op youtube te beluisteren.