Na jaren werk is Tennets nieuwe hoogspanningslijn tussen Borssele en Rilland klaar. Met de oplevering is de ontsluiting van Borssele verbeterd, maar ook betekent deze lijn het einde van een era: de laatste hoogspanningslijn met wintracks is nu gebouwd.
‘Zuidwest 380 kV West’. Het is niet de meest sexy naam die je voor een nieuwe hoogspanningslijn kan verzinnen, maar het past wel in een traditie die heel Hollands doe maar gewoon uitstraalt. Alle koppelnetprojecten van Tennet bedienen zich van weinig dikdoenerij als het om de naam gaat. Noordwest-380, Doetinchem-Wesel 380, Randstad Noordring en de Zuidring. En als meest verwarrende naam is er het nu startende project Zuidwest 380 kV Oost. In dit lijstje kunnen we na jaren hard werk door Tennet en een handvol constructeurs weer een naam verplaatsen naar afgerond. De aanleg van de nieuwe 380 kV-lijn werd eind april technisch voltooid.
Daarmee zijn twee nieuwe 380 kV-circuits voor 4 kA (2635 MVA) tussen Borssele en Rilland beschikbaar gekomen. Er is sinds 2009 aan gewerkt, en zoals dat Nederland betaamt was driekwart van die tijd het domein van procedures, vergunningen en ander papierwerk. De werkelijke bouw duurde een jaar of vier. Ook dat was langer dan beraamd en alles samengevat ging het met dit project niet echt soepel, maar uiteindelijk is het gelukt.
‘In gebruik genomen’ kan meerdere dingen betekenen
Zoals we vaker bij de oplevering van een hoogspanningslijn schreven, ‘klaar’ is niet eenduidig. Eerst is er de technische voltooiing wanneer de laatste persmof is aangeknepen. Daarna volgt een proof testing dus testen met een spanning erop. We zeggen met opzet een spanning omdat voor deze spanningstesten gebruik wordt gemaakt van een mobiele opstelling waarmee losse fasedraden en losse rails of velden kunnen worden getest. Deze tests worden gedaan met de daadwerkelijke spanning zoals die straks tijdens de bedrijfsfase wordt toegepast, maar om daaraan te komen wordt nog geen gebruik gemaakt van netstroom. Een fikse mobiele installatie op een vrachtwagen wordt aangerukt om 380 kV of 150 kV te genereren, zonder load. Deze tests dienen om te kijken of kabeleindsluiters goed zijn aangebracht en ook wordt de zogeheten impedantie (complexe weerstand) zo goed mogelijk in kaart gebracht.
Is dat in orde bevonden, dan is er het moment van energizing. Dit is het daadwerkelijk onder netspanning zetten van de verbinding door de scheiders en de vermogensschakelaars te sluiten. Vanaf dit moment is de verbinding technisch in bedrijf en kan er vermogen mee worden verplaatst. Maar we weten allemaal dat er bij nieuwe dingen vaak toch nog iets moet worden ingeregeld of anders moet worden afgesteld. Misschien knettert een klem teveel of blijkt een van de surge arresters een maandagmorgenexemplaar. Boeren onder onze lezers herkennen het: als je een splinternieuw landbouwwerktuig hebt gekocht zijn de eerste paar uur met dat ding het spannendst, want altijd loopt er wel ergens een of ander lullig boutje los.
Voltooid volgens de bouw-app
De nieuwe hoogspanningslijn wordt een korte periode bedreven met een aparte status waarbij de marktwerking (het vrijgeven van de transportruimte) nog gereguleerd is. In die periode lijkt Zuidwest 380 kV Oost nu te zitten. Er kan en mag gebruik worden gemaakt van de verbinding, maar marktpartijen mogen niet mopperen wanneer hij er toch nog even uit moet. Zo heeft de netbeheerder de tijd om op zijn gemak alles werkelijk in orde te maken terwijl er tegelijk getest wordt en ook de markt al beperkt bediend kan worden.
Het actief voeren van vermogen betekent dat hij op onze netkaart en in het netschema onder operationele spanning kan worden gezet. De bouw-app van Tennet (fijn ding trouwens voor een vlotte blik) zegt sinds gisteren ‘voltooid’. Omdat we geen bevestiging hebben of dat in proefdraai is of dat het werkelijk al vrijgave voor de markt betreft laten we dat even in het midden, maar we gaan ervan uit dat dit nu de situatie is.
Uiteindelijk volgen er nog twee belangrijke momenten. Het werkelijk vrijgeven voor de markt waarmee de verbinding praktisch gezien volledig in operationele dienst komt. We hebben via de bouw-app opgevangen dat het op 18 juni gaat gebeuren, drie dagen voor de Dag van de Bouw op 21 juni. Dat proostmoment met lintjeknip is vooral voor het publiek, want eigenlijk wordt dus al enige tijd spanning gevoerd.
Einde van een tijdperk
Dat Zuidwest 380 kV West de laatste lijn zou zijn die met wintracks zou worden gebouwd was tijdens zijn ontwerpfase nog niet bekend. Pas sinds een aantal jaren weten we dat Tennet terugkeert naar vakwerkmasten voor nieuwe netuitbreidingen. In die tijd was men al bezig met de eerste werken aan Zuidwest-380 West en tijdens die jaren rezen de twijfels over het concept wintrack naar steeds grotere hoogten. De hoge prijs van wintracks, het niet zomaar kunnen aanpassen en ook wel een beetje het feit dat ze meer opvielen in het landschap dan van tevoren beraamd waren de belangrijkste oorzaken voor de steeds verder toenemende twijfels.
Uitendelijk durfden Tennet en het ministerie van EZ in 2020 over hun eigen schaduw heen te stappen en te besluiten dat Zuidwest 380 kV Oost weer met vakwerkmasten zou worden gebouwd. Een besluit dat bij pylon geeks als een ware plottwist bekend kwam te staan en dat op de Berg vermoedelijk zowel ontkurkte champagne als doorgeslikte meloenen opleverde. Het zou de aanzet vormen van de ontwikkeling van de moldaumast, de vakwerkmastenfamilie waarmee toekomstige netuitbreidingen worden uitgevoerd en waarvan we spoedig het eerste exemplaar zullen zien bij Tilburg. Voor Zuidwest 380 kV West kwam dit te laat, daar waren de procedures om met wintracks te bouwen al zover heen dat men eigenlijk niet meer terug kon. Ondanks protesten vanuit Zeeland (ook over de verbinding überhaupt, maar dat is normaal) werd de lijn met wintracks gebouwd. Zo ontstond de rare situatie dat in Zeeland werd gemopperd over lelijke wintracks en waarom wij geen vakwerk krijgen, en vanuit Brabant over toekomstig lelijk vakwerk en waarom wij geen wintracks krijgen. Welkom in hoogspanningsland, waar iets nieuws onder de zon vooral uit zonneparken bestaat.
Vakwerk naast wintracks
De verbinding betreft in hoofdzaak twee nieuwe 380 kV-circuits tussen Borssele en Rilland. De twee bestaande 380 kV-circuits uit de jaren 70 blijven ook bestaan, maar ze worden gedeeltelijk gecombineerd in de nieuwe viercircuitwintracks. Door een vrij ingewikkelde keuze om er een combilijn van te maken met 150 kV en 380 kV tussen Rilland en Willem Anna Polder en om het andere lijndeel als viercircuit-380 uit te voeren was er halverwege een plek nodig waar twee 380 kV-circuits zogezegd uitstappen om plek te maken voor de 150 kV. De twee 380 kV-circuits stappen over op de bestaande vakwerkmasten die tussen Willem Anna Polder en Rilland naast de wintracks zijn blijven staan. Na de kruising van het Kanaal door Zuid Beveland, waar twee vakwerkmasten in de wintracklijn staan omdat de vereiste hoogte buiten bereik valt van wat wintracks kunnen, loopt het tracé van de nieuwe wintracks en de oudere vakwerklijn vrijwel parallel. Slechts de valafstand van minimaal 70 meter zit ertussen.
Vakwerkmasten naast wintracks zijn een bijzonder gezicht. De wintracks zijn hoger en ijler, maar ze zijn niet in staat om zich aan te passen aan het landschap. Wanneer zonlicht op de witte mastlichamen uiteen spat is opeens de onderschatte kracht van vakwerktorens te zien, waar niet alle de wind maar ook de achtergrondnuance dwars doorheen kan. Er is ook nog een ander lijndeel waar de viercircuitwintracks naast een 150 kV-lijn staan (afbeelding hiernaast), zodat het contrast zowat nog groter is.
In die vakwerkmasten hangen ACSR-driebundels voor 2,5 kA (1645 MVA). Die vormen momenteel nog een beperking in de transportcapaciteit omdat de wintracks zich bedienen van vierbundels AMS-geleiders voor 4 kA (2635 MVA). Dat is bijna een gigawatt meer. Het is de bedoeling dat in een later stadium de ACSR-geleiders in de vakwerkmasten worden omgewisseld voor HTLS (ACCC) geleiders, beter bekend als hogetemperatuurdraden. Daarmee kan je voor hetzelfde draadgewicht en met driebundels alsnog naar 4 kA zonder dat het fysieke gewicht van de draden toeneemt en ook zonder dat je een vierde geleider per fase hoeft aan te brengen zodat de lijn geen extra wind gaat vangen. Dat opwaarderingskunstje is de laatste jaren vaker toegepast en op een hoger netverlies na werkt het best goed.
Project met uitdagingen
Tijdens de bouw had men te maken met enkele tegenslagen. Zo waren er praktische problemen met de fundaties van een deel van de wintracks. Dat vroeg om herstelwerken en uiteraard levert zoiets en conflict op tussen de constructeur en Tennet. Omwille van rechtszakelijkheid (uitspraak gesetteld betekent geen reden om nog eens met de vinger te wijzen) laten wij hier de naam van de betreffend constructeur in het midden, wat we wel kunnen zeggen is dat die van het project werd gehaald en dat dit vertraging gaf in de bouw en oplevering.
Een ander probleem was de smalle nek van Walcheren. Het is daar vol met infra. Omdat een bovengrondse lijnkruising van twee koppelnetverbindingen tot de Gij Zult Nietjes van Tennet behoort ontstond geprop ter hoogte van Krabbendijke. De bestaande en te handhaven 380 kV-lijn met vakwerkmasten scheert er vlak langs de dijk. Vanwege de valafstand moest de nieuwe lijn daar nog eens minstens 70 meter afstand van houden en omdat de bestaande lijn niet mocht worden gekruist moest dat ook ten noorden van de lijn gebeuren. Dat lukte niet. Een klein buitendijks schiereilandje aanleggen en daar een mastpositie op plaatsen bleek de beste oplossing. If it looks stupid but it works...
Een wintrack maken is specialistenwerk dat slechts door een klein aantal fabrikanten kan worden gedaan. Om te voorkomen dat het complete project in duigen zou vallen wanneer zo’n fabrikant onverhoopt failliet zou gaan (een van de risico’s van een vendor lock-in) werd de fabricage van wintracks uitbesteed aan twee afzonderlijke bedrijven, eentje in Denemarken en de andere in België. Handig omdat men tegelijk ook in Groningen wintracks aan het bouwen was. Gezien de meest efficiënte reisafstand haal je dan de Groningse masten uit België en de Zeeuwse masten uit Denemarken. Dus.
Schakeltuinfluiters
Soms is de werkelijkheid zonder aanpassingen geschikt voor een film van Hitchcock. De wintracks bleken tot menig verbazing na hun technische oplevering fluitende en suizende geluiden te maken als er wind stond. Nu zijn ronde voorwerpen in de wind altijd een ingenieursnachtmerrie geweest, maar waar Von Kármànwervels en vortex shedding intussen een redelijk bekend fenomeen/probleem is in de engineering, waren de fluitgeluiden door niemand voorzien. Des te duidelijker waren ze te horen. Er ontstond een zoektocht naar de mogelijke oorzaken. Ronde openingen kunnen als een panfluit tonen voortbrengen in de wind. Dus werd elk openingetje in de coronaringen en elk hijsoogje aan de mastlichamen dichtgeplakt om te zien of dat hielp. De fluittonen bleven aanwezig en met wat wij er bij HoogspanningsNet van mee kregen stond Tennet voor een redelijk raadsel.
Intussen lijkt uiteindelijk de oorzaak van het gefluit te zijn gevonden: de ladders binnenin de wintracks hebben ronde sporten met openingen. Om ons nog niet helemaal duidelijke redenen kunnen die gaan fluiten wanneer er een klein beetje wind in de mast staat. Het klinkt allemaal wat dunnetjes en wij hebben het ook maar via via te horen gekregen. Het verhelpen van de fluitgeluiden en hoe dat precies is gedaan is bij ons niet bekend. Wel weten we dat het niet uniek is, want de inmiddels eveneens gewezen T-Pylons van NationalGrid in Engeland bleken ook allerlei enge geluiden te maken. Maar uiteraard net weer op een andere manier.
De toekomst in met 4kA
Nu de nieuwe verbinding is opgeleverd en 150 kV is gecombineerd resteert nog de sloop van de bestaande 150 kV-lijn uit 1981. Het Uitruilbeginsel liep officieel af in 2020 en inderdaad wordt er niet meer actief op elke meter gehandhaafd, maar het streven an sich en de beloften die ooit zijn gedaan zijn nog steeds geldig. Ondanks een veranderende wereld waarin wat extra transportcapaciteit of waarin gewoon een alternatieve route als achtervang goed te verdedigen lijkt, wordt de bestaande 150 kV-lijn later dit jaar en volgend jaar afgebroken. Daarmee verdwijnt ook de driewegmast bij Kruiningen, de kruising van het Kanaal door Zuid Beveland (een blikvanger met twee S+50 masten) en het nog maar tien jaar oude opstijgpunt bij Rilland zelf.
Voor de 380 kV is een wat grotere toekomst weggelegd. Meer wind op zee vanuit IJmuiden Ver en Nederwiek, het ontsluiten van Zeeuws Vlaanderen op 380 kV en mogelijk via de bestaande of nieuwe windparken ook een nieuwe interconnector met Engeland. Ook wordt aan de oostelijke zijde via Zuidwest 380 kV Oost het vervolg van de nieuwe verbinding aangelegd tussen Rilland en Tilburg. Hoewel het era van de wintrack nu voorbij is en er de komende jaren in Zeeland zelf netto masten zullen verdwijnen door de sloop van de 150 kV-lijn is men nog lang niet uitgebouwd in Zeeland en omstreken. Powersafari op Walcheren blijft onveranderd boeien. ◼
Artikel: (1) nog een dronebeeld van de werkzaamheden aan een bretel in een wintrack. Beeld: dronefoto door PJK. (2) schermafbeelding van de Tennet bouw-app. (3) Zeeuws protest tegen de komst van wintracks of tegen een hoogspanningslijn in het algemeen. Beeld: Michel van Giersbergen. (4) Wintracks naast vakwerk tussen Borssele en Goes. Beeld: PJK. (5) Mastpositie 1084 bij Krabbendijke paste niet binnendijks en staat daarom maar op een schiereilandje. (6) Nog meer werken aan de bretels in de wintracklijn. Beeld: PJK.