380 kVNetstrategieTenneT

Van wintrack-tenzij naar vakwerk-tenzij

Tien jaar geleden hadden we bij HoogspanningsNet nooit gedacht dat we na het begin van het wintrack-era ook nog het einde ervan zouden meemaken. Toch is het gebeurd. Inmiddels is het medegedeeld door de persvoorlichting, Tennet stapt af van de wintrack als standaard voor nieuwe 380 kV-verbindingen. Vakwerkmasten worden weer de norm.

Het is publiek geheim dat de meeste mensen achter HoogspanningsNet niet echt warm worden van wintracks. Bijna alle pylon geeks zien liever vakwerkmasten. De grappen en bijnamen voor de ranke witte palen gingen dan ook van kromtreks tot breinaalden.

Niet heel geliefd, wel een paar sterke punten

Je zou haast vergeten dat ook wij nog steeds liever een wintrack zien dan een grondkabel. Ook vergeten we niet dat wintracks ook bijzondere dingen hebben gebracht in het net. Geen enkele koppelnetmast is in staat om zo’n extreem smalle corridor te bezetten. Omdat de mast dankzij twee gescheiden palen niet tussen de fasedraden in staat kunnen die uiterst dicht bij elkaar worden gehangen, terwijl het gemak van redundantie en veilig spanningsloos maken van een hele (halve) mast nog steeds mogelijk is. Dat bleek een troef: van alle buismasten die in de afgelopen tien jaar zijn geïntroduceerd hebben alleen Tennets wintracks en Energinets Eagle het geschopt tot een standaard die voorbij de status van een demoproject kwamen en werkelijk onderdeel werden van het gereedschap van de netbeheerder en het publieke net.

Toch zijn we er niet rouwig om dat Tennet met stille trom ervoor heeft gekozen om niet langer de wintrack als standaardkeuze te gebruiken. Van wintrack-tenzij gaan we weer naar vakwerk-tenzij. Het lijkt een rare zet, want wintracks waren niet voor niets geïntroduceerd. Esthetiek, een smaller magneetveld en minder onderhoud, het waren grote speerpunten in de afgelopen vijftien jaar. Wat heeft Tennet dan toch doen besluiten om toch weer voor vakwerk te kiezen?

Duur en veel maatwerk nodig

Soms moet je een open deurtje (in een wintrack) inschoppen. Een wintrack ziet er minimalistisch uit, maar dat wil niet zeggen dat ie goedkoop is. Het is veilig om aan te nemen dat een wintrackmastpositie minimaal tweeënhalf maal zo duur is als een vergelijkbare vakwerkmast. Wie betaalt dat? Tennet is in bezit van de Staat der Nederlanden en publiek geld uitgeven betekent controle van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Zij zullen een netbeheerder op de vingers tikken wanneer publiek geld niet doelmatig wordt geïnvesteerd. Daaronder valt ook het uitgeven van meer geld dan technisch nodig voor een nutsvoorziening. Nu zat Tennet al in een rare spagaat in die kwestie omdat wintracks een verplichte beleidskeuze waren. Toch moest Tennet zich hierin verantwoorden. Dat heeft een juridisch staartje gekregen. Afloop: bij ons onbekend.

Het fabriceren, transporteren en het funderen van een wintrack is duurder dan een vakwerkmast van vergelijkbare afmetingen. Voor een wintrack moet een kuil worden gegraven, grondwaterbemaling worden toegepast, dan moet men heien, koppensnellen, wapening vlechten, een ankerkooi in beton gieten en de mast in twee delen (die samen verrassend genoeg meer wegen dan een vakwerkmast) op hun plek takelen. Een vakwerkmast vereist slechts het slaan van vier kokerheipalen waar poeren in worden gegoten. Een conische dikwandige mast fabriceren is een gespecialiseerde klus die voor de laatste generaties masten werd uitbesteed aan een Belgisch en een Deens bedrijf. Daarna moeten de masten op convoi exceptionnel. Voor vakwerkmasten, bestaande uit honderden losse onderdelen en hoekprofielen die in de industrie reeds gangbaar zijn, heb je slechts een doorsnee metaalbedrijf met zaag- en boorstraat nodig. Transport kan met normale vrachtwagens. Beste zak bouten en moeren erbij en je bent er al.

Is dat smalle magneetveld nodig in een weiland?

Het beklimmen van een wintrack voor onderhoud is ook een factor. Mensen zijn biologisch apen zonder staart en met wat extra hersens. Met onze grijpgrage handen en draaibare voeten kunnen we uitstekend in een stalen vakwerk klimmen en ons er vasthouden. Een gladde paal is onbeklimbaar, we hebben geen zuignappen of lamellenvingers. Er moet dus worden gewerkt met takel- en hijsbakken, speciale schoenen en met ander gereedschap. Of er moeten rijplaten naar de mast toe worden gelegd zodat een superhoogwerker kan worden opgesteld. Het idee is wel dat een wintrack minder onderhoud nodig heeft dan een vakwerkmast, maar áls het zover is zit je met de gebakken peren.

De smalle magneetveldcorridor blijft onovertroffen. Geen vakwerkmast kan daarin een wintrack evenaren. Maar wanneer dat ene laatste metertje er wat minder toe doet, zoals in een weidegebied, dan is een smaller ontwerp vakwerkmast zoals een ton- of drievlaksmast al gauw concurrerend. Bij viercircuitwintracks is het corridor-argument amper relevant, die zijn even breed als een vakwerklijn met vier circuits.

Het laatste argument dat nog (schuin) overeind stond was esthetiek. De ranke witte palen werden geacht soepeler in het landschap op te gaan dan vakwerkmasten. Papyruswit was een bewuste keuze van architectenbureau Zwarts & Jansma en de wintrack won er zelfs de Staalbrijs mee. Dat dat desondanks niet alles zegt blijkt uit de meningen op straat: de een vindt het een verbetering, een ander gaan de haren er recht van overeind staan. Feit is dat je niet door een wintrack heen kan kijken. Een vakwerkmast laat de omgeving net als de wind dwars door zich heen gaan. Wintracks buigen niet (eh.. nouja, ze buigen wel degelijk) en leggen hun identiteit dominant op. Op plekken waar bestaande vakwerklijnen worden gehandhaafd is een nieuwe lijn met wintracks ernaast een dominanter gezicht dan twee vakwerklijnen naast elkaar. In een aantal beraamde toekomstprojecten wordt dit ook het geval. Als de vakwerklijn er ook naast blijft staan is de veronderstelde meerwaarde van een esthetische mast verdwenen.

De moed om iets om te draaien

Alles optellend is Tennet geleidelijk tot de conclusie gekomen dat in nieuwe verbindingen vakwerk weer concurrerend is geworden met wintracks op vrijwel alle gebieden waar dit ertoe doet. Is dat het bekennen van een fout? Pylon geeks zouden natuurlijk graag ja zeggen (‘Ik zei het toch?’), maar de waarheid is dus ingewikkelder. Praktische bevindingen, botte kosten en strategisch naar de toekomst kijken: dat is geen fout, dat is voortschrijdend inzicht in een veranderende wereld.

Omdat er in de komende tien jaar opnieuw netuitbreidingen nodig zijn moeten er reeds vandaag keuzes worden gemaakt. De mastkeuze is onderdeel van vergunningsaanvragen en MER-procedures. Netstrategen moeten altijd jaren vooruit denken en de keuze om nu in te zetten op een of meer zorgvuldig ontworpen vakwerkmastenfamilies zoals de Moldaumast is eentje die vandaag al gemaakt moest worden in Arnhem. Bestaande verbindingen met wintracks blijven gehandhaafd. Waar ze nu staan, daar blijven ze staan, reconstructies in zulke lijnen worden ook met wintracks gedaan, maar nieuwe tracés met wintracks lijken geschiedenis.


Afbeeldingen
Header: Wintracks en vakwerkmasten in Groningen, foto door Bram Gaastra. Artikel: wintracks in de tweecircuit-vorm bij Zoetermeer zijn minimalistisch en rank, maar ook prijzig. Foto door Peter Schokkenbroek. Zo minimalistisch is het opeens niet meer wanneer je de viercircuitversie neemt en er meer dan één tegelijk bekijkt. De gesloten kokers schermen het landschap af en zijn dominanter dan vakwerk. Foto door Bram Gaastra. Onder: in onze huiscartoon zijn wintracks al jaren een dankbaar onderwerp.