380 kVTenneT

Oude masten bouwen volgens nieuwe normen

In de buurt van Tilburg komt hij te staan: een hagelnieuw 380/150 kV koppelstation. Aansluiting ervan vraagt om een nieuwe inkomende 380 kV-lijn, maar ook om verbouwing aan een bestaande hoogspanningslijn. En dan begint het, want het bestaande mastontwerp van die lijn mag niet zomaar herbouwd worden.

Een stukje ten noorden van Tilburg komt een nieuw 380 kV koppelstation met een handvol vermogenstrafo’s, drie rails en dadelijk aansluiting op drie bovengrondse 380 kV-lijnen met in totaal acht circuits. Een flink station en zoiets kennen we recent van station 380/150 kV Rilland. Dat trafostation werd eh.. nouja kijk, er was natuurlijk sprake van enige esthetisch suboptimale omstand… ach stik. Rilland is uitgedraaid op een inpassingsmiskleun. De drie inkomende vakwerklijnen werden over hun laatste handvol mastposities door wintracks vervangen en dat bleek geen goede keuze.

Inpassen doe je in stijl

Nu is Tennet niet gek en dat zijn landschapsarchitecten ook niet. Inmiddels is het era der wintracks tot een eind aan het komen en ook van reconstructies met afwijkende vakwerkmasten is veel geleerd. Men probeert nu om reconstructies met een zo gelijk mogelijke mast uit te voeren. Een te prijzen streven dat een pluim verdient.

Het maakt het wel ingewikkelder voor Tennet. Vrijwel geen enkele mast van voor 1990 voldoet nog aan de huidige constructienormen. Dit betekent niet dat ze onveilig zijn of technisch gemankeerd zijn, maar wel dat ze conform de andere hedendaagse NEN- en bouwnormen niet meer precies zo mogen worden gebouwd als in 1960 of 1970 werd gedaan. Je kan dus niet op de zolder van de Berg met een zaklamp in je mond naar de bouwtekeningen tijgeren, het stof eraf blazen en een metaalbedrijf met een rollerbank en een boorstraat bellen om een paar nieuwe exemplaren te laten maken. Een nieuwe mast moet opnieuw worden doorberekend volgens de huidige normen.

Het is de kunst om een mast te ontwerpen die zoveel mogelijk lijkt op het origineel. Doe je het als ingenieur heel goed, dan valt amper op dat we tegen een reconstructie aankijken. Dat is wel duurder en complexer dan een kant en klaar ontwerp pakken dat vorig jaar nog elders werd gebruikt, maar er anders uitziet. De ACM zal mopperen over ondoelmatige besteding van publiek geld, want (tja) een beter gelijkende mast is maatwerk en daardoor minder doelmatig. Gelukkig zijn we tegenwoordig zo ver dat inpassing een belangrijkere rol heeft gekregen en een volwassen factor is geworden in wat doelmatigheid mag heten.

Een recent voorbeeld zien we bij Kerkdorp, waar in 2021 vier deltamasten werden omgeblazen door een valwind. De herstelde masten zijn zo goed mogelijk gelijkend gemaakt op de bestaande masten uit 1967, maar ze voldoen aan de hedendaagse normen en ‘mogen’ dus. Daaruit kunnen we constateren dat er heel wat mogelijk is, als we maar willen.

Portalen herzien zonder dat het opvalt

Ook voor de inpassing van Tilburg 380 kV is een reconstructie nodig. Hier gaat het om Geertruidenberg – Eindhoven 380 kV. Het is Nederlands enige driecircuit 380 kV-lijn en door de bonkige portaalvorm onder pylon geeks ook wel bekend als de kleerkastenlijn. Deze masten zijn behoorlijk sterk maar in hun constructie zitten een paar kenmerken die met de kennis van vandaag toch echt anders moeten. Zo zijn de middelste balktraversen in het portaal vierkante kokers die op vier punten vast zitten aan beide torens. Dat lijkt heel sterk, maar het zorgt er ook voor dat de mast geen centimeter kan buigen of wrikken zonder dat er staven en bouten op drukkracht worden belast.

De plekken waar de balktraversen aan de torens vast zitten krijgen tijdens storm, met torsie op de hele mast, grote krachten te verwerken. Tegenwoordig zou men de balken eerder als liggers uitvoeren: kokers die alleen ter hoogte van hun plafondvlak ‘hangen’ of alleen ter hoogte van de bodemplaat ‘liggen’. Die staan de beide torens toe onafhankelijk van elkaar wat te bewegen of te torsen, zodat de mast als het ware letterlijk buigt in plaats van barst.

Voor moderne afspanportalen zoals Segberg (net over de Duitse grens bij Emmen) en de Waalportalen is dit al zo gedaan. Voor de nieuw te bouwen reconstructiemasten in Geertruidenberg – Eindhoven is nog niet bij ons bekend hoe dit wordt aangepakt, maar we vermoeden een manier die lijkt op ófwel de onderste hangmatvormige balken op het portaal bij Segberg, óf zoiets als de Waalportalen waarbij de balk vierkant lijkt maar bij nadere inspectie helemaal niet boven en onder vast zit op de hoeken. Momenteel worden bij Tilburg de eerste fundaties gebouwd voor de reconstructiemasten. Het zal niet lang meer duren voordat we na de reconstructie van Kerkdorp ook hier bij Tilburg kunnen gaan zien hoe een hedendaagse remake van een mast uit de jaren 60 eruit gaat zien.


Afbeeldingen
Header: gedeelte van een kleerkastmast met de kenmerkende liggende balktraverse.
Artikel: mast van de Kleerkastenlijn zoals ze in 1966 zijn gebouwd, maar nu geheel. Midden: herbouwde driecircuit-deltamast conform het ontwerp van de PGEM, maar gebouwd in 2023 (foto door forumlid DvD). Op de railing na is de gelijkenis prima. Onder: detail van de Waalportalen, met de net-niet-bevestiging van het traverseplafond (enorme vergroting hier).