380 kVAmprionTenneT GmbH

Stoer nieuw vakwerk in het Emsland

Terwijl in Nederland en in Denemarken op koppelnetniveau vrijwel alleen nog buismasten worden toegepast, heeft Tennet GmbH (de Duitse tak van Tennet Holding) voor de nieuwe verbinding Dörpen – Niederrhein voor de welbekende vakwerkmasten gekozen. En wát voor een masten.

Voor de energiewende was jarenlang geen goed Nederlands synoniem, maar inmiddels is het gevonden in energietransitie. Wat veel mensen vergeten in de politieke waan van de dag is dat landsgrenzen en natiestaten vrij irrelevant zijn als het gaat om stroomtransport. Zeegrenzen, geografische landschapsovergangen, klimaatzones, dáár gaat het om.

Met name de kustgebieden worden interessant. In plaats van een binnenlands koppelnet met ijle steeklijntjes naar de kustplaatsen, staan nu de zware centrales op het strand en er is zelfs een hoogspanningsnet op zee nodig. Om dat aan te sluiten zijn netverzwaringen nodig tussen het strand en het bestaande 380 kV-koppelnet, dat vroeger vaak juist enige afstand tot de kust hield.

Meer transportvermogen nodig vanwege windparken

Vroege verbindingen die een schaduw vooruit wierpen zijn de aansluiting van Borssele, de Maasvlakte en beide verbindingen naar de Eemshaven. Maar inmiddels zijn de tijden veranderd en eind 2017 werd in België Stevin opgeleverd. In het Emsland wordt gewerkt aan een nieuwe verbinding tussen Dörpen en Niederrhein om een paar zware converterstations voor offshore wind aan te sluiten. Het noordelijkste stuk, tussen Dörpen en Meppen, valt in de concessie van Tennet GmbH, de Duitse tak van Tennet Holding. De bestaande lijn uit de late jaren 70 kan het allemaal niet meer aan zodat er een nieuwe, tweede lijn naast wordt gezet. En wat zien we dan verrijzen? Geen wintracks, geen obese Muguets en geen Eagles, maar onvervalste vakwerkmasten, bedoeld voor tweemaal 2635 MVA (4000 A) met vierbundels AMS-620.

Waar de oude hoogspanningslijn door het Emsland duidelijk invloeden van de jaren 70 toont (vrij open, betrekkelijk simpele constructie en functie voor de vorm) is de nieuwe verbinding net zo duidelijk een kind van deze tijd. D masten zelf zijn met zwaarder staalwerk uitgevoerd, ze zijn wat smaller en ze hebben ook een iets venijniger aanblik. Het stompe traversetopje is verheven tot een standaard, net als kunststof isolators in V-ophanging. Letterlijk het meest de aandacht (al vanaf een afstand) trekt de grote hoogte van de masten. Eenvoudig zes tot acht meter meer dan de bestaande verbinding. Dit lijkt veel te veel om doorhanggedrag bij zware belasting of veranderde normen te compenseren. Ook zitten er (gemiste kans!) geen aanzetstukken voor later te monteren meelifters voor 110 kV op. Het lijkt erop dat de magneetvelddiscussie een rol speelt en dat men extreem veilig is gaan zitten, zelfs boven weilanden. Een hogere mast gebruiken zorgt nu eenmaal ook voor minder veldsterkte omdat (tja) de afstand tot de draden groter is omdat ze hoger boven de grond hangen.

Vakwerk bouwen kan dus nog steeds, en niet eens ver weg voor wie in het noordoosten van Nederland woont. Bekijk het hele tracé op de netkaartals fotoverslag op ons forum of doe eens wat we bij HoogspanningsNet wel vaker doen: werp eens een blik in het echt. Powersafari als bijvangst als je een keer in een onbekende hoek van het land moet zijn is een mooi vermaak. 


Afbeeldingen
Header: blik op een paar nieuwe masten, hier net noord van opstijgpunt Segberg.
Artikel: een mastkop met kant en klaar gemonteerde V-isolators van kunststof, die met katrollen en al in één keer opgetakeld zullen worden. Onder: opstijgpunt Segberg, waar de nieuwe verbinding vanwege een vliegveldcorridor en een beschermd landschap een kort stuk ondergronds duikt. Beelden: Hans Nienhuis.