Netverzwaringen, we zien ze de laatste tien jaar overal. Een verademing na de stille jaren 90 en 00 waarin betrekkelijk weinig nieuwe infra werd aangelegd. Maar nog altijd geldt dat niemand de toekomst echt kent, zodat een netverzwaring telkens in meer of mindere mate een gok blijft.
Als netstrateeg moet je van alle markten thuis zijn en heel wat pappenheimers kennen. Een eeuwig wispelturige rijksoverheid, Zweedse schoolmeisjes die het knap warm vinden worden, miljoenen blauwe panelen die opeens allemaal tegelijk vermogen gaan leveren, en dan heb je ook nog een klein leger van bloedfanatieke pylon geeks die elke C3-scheet die men op de Berg per ongeluk laat genadeloos langs de vakwerkliniaal leggen.
Een hoogspanningsnet verandert altijd
Soms heb je een simpele klus: een stel windmolens moeten aangesloten worden en dat vereist een nieuw trafoveld op trafostation Plaggehutteveen. Een andere keer loopt een verbinding op zijn tenen en is er een opwaardering nodig, zoals van 70 kV naar 150 kV (België) of van 50 kV naar eh.. naar 20 kV? (Nederland, iets met minder, minder en de aparte denkwijze van Liander.) Een andere keer heb je met een ingewikkelde kwestie te maken die welhaast een paradigmaverandering betekent. De opkomst van zonneparken in Noordoost Nederland is een geval van well, that escalated quickly. Het is ingewikkeld genoeg om zelfs afgeharde netstrategen ’s nachts met wijd open ogen naar hun plafond te doen staren.
Het netstrategisch oeps-gehalte
Als een netverzwaring goed gaat, dan gaat het project op in de netgeschiedenis en hoor je er een paar jaar later zelden nog iemand over. Interessanter zijn juist de gevallen waarin in meer of mindere mate de plank mis werd geslagen. Laten we dit het netstrategisch oeps-gehalte noemen, en de oepsheid ervan uitdrukken in MVA in plaats van in geld.
Het slopen van Hoogeveen – Veenoord 110 kV vanwege doorhangknelpunten (had oplosbaar kunnen zijn) lijkt met 65 verloren MVA maar een klein oepsje, tot je bedenkt dat het lijntje middenin het geplaagde zonneparkengebied van Noordoost Nederland stond. Hier was waarschijnlijk nog wat leuks te doen geweest met nieuwe draden en een netscheider in het midden bij Zwinderen, maar toegegeven, voor ons als bureaustoelnetstrategen is het makkelijk praten met het netschema op je scherm en de koffie naast het toetsenbord.
Voor een echt serieuze facepalm waarbij we in de duizenden MVA’s lopen moeten we naar de Eemshaven, waar de korte 380 kV-verbinding Oudeschip – Robbenplaat (tweemaal 2635 MVA) al na enkele jaren dusdanig te krap bleek te zijn dat onoplosbare congestie ontstond. Er werd een noodlijn naast geplaatst. Voor deze verbinding had men beter van meet af aan het mastontwerp van Meeden – Eemshaven kunnen toepassen. Voor slechts acht mastposities in een hoog industrieel gebied met een keur aan opwekkers en interconnectors was dat een no-regret geweest, zeker als je bedenkt dat dit voor 2013 was, voor het verbod op meer dan twee circuits in nieuwe koppelnetlijnen in ringvormen. Laten we wel wezen, je hoefde in 2010 geen briljant netstrateeg te zijn om in te kunnen schatten dat het project Noordwest-380 niet al in 2014 gereed zou komen.
De grens van verwijtbaarheid
Achteraf kijk je een trafo in zijn eindsluiters is het wederom makkelijk praten. Maar heel soms kan je ook van tevoren al wat wenkbrauwen optrekken. In die categorie vallen de plannen van Tennet met trafostation Oterleek, die als een spin in het 150 kV-web van Noord Holland zit. Een gebied dat in het hoogspanningsnet enkele parallellen heeft met Noord Nederland. Lange tijd was er weinig reuring, maar waar tegenwoordig energieprojecten, kassen en datacenters als paddestoelen uit de grond schieten. Het oude en geplaagde 50 kV-net kan dat niet aan en 150 kV zal het in belangrijke mate in zijn eentje moeten rooien. En dat blijft zo, als het aan Tennet ligt.
Daar wordt het dus wat merkwaardig. Er staat in het gebied voor 800 MW aan energieprojecten, datacenters en kassenbouw op de agenda en het einde lijkt nog niet in zicht. Netstrategisch leek het ons bij HoogspanningsNet dan handig om niet te gaan pappen en nathouden, maar om 380 kV als combilijn op het bestaande tracé tussen Beverwijk en Oterleek te overwegen. Eventueel vooruitlopend op een ringsluiting met Vierverlaten via de Afsluitdijk, als je helemaal los wil. Nee dus – het nu gedeponeerde plan behelst een nieuwe 380/150 kV-trafo op Beverwijk en een extra 150 kV-kabel naar Oterleek, al dan niet twee circuits.
Toegegeven, wij bij HoogspanningsNet weten ook dat het nieuw plannen en aanleggen van 380 kV via een rijkscoördinatieregeling loopt en dat het daardoor een andere ordegrootte is dan een extra 150 kV-kabel ingraven. Maar ondanks dat de 150 kV-oplossing op korte termijn sneller soelaas biedt is de toekomstvastheid voor overmorgen twijfelachtig. We krijgen er bij HoogspanningsNet niet goed een vinger achter. Is de 150 kV-kabel een vorm van tijd kopen om de (lange) procedures voor 380 kV met iets meer rust in te kunnen gaan? Zijn de onzekerheden zo groot dat men 380 kV niet aandurft? Zien wij een cruciaal puzzelstukje over het hoofd? Of is het ondenkbare toch denkbaar en wordt hier een toekomstig nieuw oeps-moment gemaakt?
Afbeeldingen
Header: noodlijn in de Eemshaven, het momenteel meest zichtbare netstrategische oeps-moment in Nederland.
Artikel: Hoogeveen – Veenoord 110 kV, een oude verbinding met doorhangknelpunten die werd afgebroken in een gebied waar al tijdens de sloop problemen opdoemden met de transportcapaciteit. Was hier niets mogelijk met nieuwe strakkere draden? Onderaan: een deel van de netkaart van Noord Holland, met 150 kV als backbone. Dat lijkt Tennet zo te willen houden. Of zullen ze over een aantal jaar alsnog naar 380 kV grijpen?