De Goedheiligman brengt dit jaar niet alleen iets moois mee voor Belgische kinderen. Ook voor volwassenen is er een cadeautje: de Nemo Link is klaar! België en Engeland zijn nu elektrisch verbonden en de kans op elektriciteitsschaarste is verder afgenomen.
Nou ja, cadeautje… Het 140 kilometer lange draadje staat op de balans voor 690 miljoen euro. Maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld afschrijvingen op staatsobligaties krijgen we er deze keer echt iets fysieks voor terug: 1000 MVA keiharde interconnectorcapaciteit tussen Zeebrugge en Richborough, oftewel 2 GW regelruimte tussen Elia en NationalGrid. Na een testfase die de rest van deze maand duurt zal de kabel begin 2019 worden vrijgegeven voor de markt.
Beter laat dan nooit en het scheelt kinderziektes
België was het laatste land aan de Noordwest Europese kust dat nog geen kennis had gemaakt met hoogspanningsgelijkstroom, ofwel HVDC. Andere landen zoals Nederland (NorNed, 2010), Duitsland (1994, Baltic Cable), Denemarken (Konti-Skan, 1961), Frankrijk en Engeland (France Angelterre, 1961) en pionier Zweden (Gotlandlink, 1954) hadden al langer DC connecties met elkaar of in hun eigennet. Nemo wordt bedreven op 400 kV DC in het schema van een symmetrische monopool. Dat betekent dat er twee geleiderkernen liggen die in de praktijk allebei een potentiaal van 400 kV hebben ten opzichte van de aarde (en 800 kV tot elkaar) en dat de stroomrichting in beide geleiders omgekeerd loopt. De converters zijn door Siemens geleverd en zijn van het type VSC (voltage source converters). Deze zijn kleiner en beter stuurbaar dan traditionele thyristors in oudere converterinstallaties. Dat is een van de voordelen van pas later het veld betreden. HVDC is in de voorbije decennia uitgegroeid tot een volwassen techniek waarbij kinderziektes wel min of meer verdwenen zijn.
Ondanks dat heeft Nemo toch een gewaagde primeur: de kabel (of twee polen eigenlijk) hebben een mantel die gedeeltelijk uit XLPE bestaat. Voorheen werd dat niet gebruikt in DC-zeekabels omdat het materiaal onder water wel eens last kreeg van minuscule barstjes, waterbomen en deelontladingen in de isolatie, zodat men voorheen liever oliegedrenkt papier gebruikte met een bewezen staat van dienst. Een ander uniek kenmerk is dat Nemo gebruikt kan worden als blackstartvoorziening. In het geval van een bijna onmogelijke, maar theoretisch denkbare totale uitval van het hele Belgische net waarbij ook geen beroep kan worden gedaan op de buurlanden op het vasteland, kan via een aggregaat het converterarray worden opgestart waarna een wisselstroom kan worden gegenereerd met DC-vermogen komend vanuit de kabel, vanuit Engeland.
‘Niemand’?
HVDC-interconnectors dragen doorgaans trotse namen zoals BritNed, Cross-Skagerak en Hansa Powerbridge. Nemo Link lijkt met zijn naam te refereren naar de onverschrokken kapitein Nemo uit het boek van Jules Verne, Twintigduizend mijlen onder zee (20.000 leagues under the Sea), maar bij HoogspanningsNet hebben we op de open dag van het converterstation in aanbouw afgelopen mei opgevangen dat daar misschien wel helemaal geen projectgroep of inspraakprocedure aan te pas is gekomen. Een hoog persoon binnen Elia, een balpen wiebelend tussen twee vingers en een blik naar het plafond, en een departement bij NationalGrid dat ’t wel best vond. Of het ook echt zo is gegaan zullen we waarschijnlijk nooit weten – iets wat eigenlijk goed past bij de afloop van het boek van Jules Verne.
Voor nu feliciteren we Elia en NationalGrid met de oplevering van dit mooie project en we hopen dat de testfase voorspoedig verloopt. Een fijn resultaat na tien jaar hard werken. ◼
Artikel: persofoto van Elia, we zien een kabellegschip en een enorme rol met een kabel, dit is een van de twee polen. Beeld: Elia. Rechten: traditioneel (c).