Mast 03, 150 kV Nijmegen – Dodewaard (NL)
Het is weer december, en dat betekent conform traditie een dennenboommast in deze rubriek.
Een karakteristiek ontwerp binnen het thema dennenboommast is de PGEM 150 kV-dennenboom die we in een handjevol verbindingen in Gelderland aantreffen, en die al vaker in deze rubriek voorbij zijn gekomen. Uiteraard niet dit exemplaar, want met ruim 12.000 mastposities in Nederland en vele miljoenen in Europa hoeven we nooit aan dubbelingen te doen.
We zien hier positie 03 in de lijn Nijmegen – Dodewaard, op de foto gezet door Ruben Schots op een dag waarop de hogere portalen waarmee de Waal wordt overkruist nog net onder het lage wolkendek vandaan kunnen kijken. De PGEM 150 kV-den is een opgeschaalde versie van de 50 kV-versie die nu nog bij Bemmel te zien is en het is ook een ontwerp waarin de echo van de naoorlogse wederopbouw klinkt. De dunne staven besparen duur en schaars materiaal. Maar de toren moet dan wel breder en plomper zijn om voldoende sterkte te houden. Verder zorgt de kegelvormige constructie met rechtdoor lopende randstaven voor eenvoudiger rekenwerk en is de constructie met kleine korte traversen eenvoudig in elkaar te zetten met een kolomkraan in het midden. Daardoor konden de onderdelen slechts licht materieel (soms zelfs met de hand!) worden opgehesen. In een tijd waarin hydrauliek en telescoopkranen nog niet bestonden was dat een belangrijk pluspunt.
Ook zorgt de verticale mastvorm ervoor dat een corridor door bosgebied zoals de Veluwe smaller kan blijven. Dat was in de naoorlogse jaren geen ecologische kwestie, maar vooral praktisch. Minder snoeiwerk scheelt arbeid, en die arbeid was kostbaar zodat het beter was die elders in te zetten. Eigenlijk herkennen we dat vandaag opnieuw in het tekort aan vakmensen voor uitbreiding van het elektriciteitsnet voor de energietransitie. Je kan werkers maar op één plek tegelijk inzetten, dus hoe korter en efficiënter, hoe beter.