Mast 89, 110 kV Beilen – Emmen Bargermeer (NL)

Is het nou een hamerkop of niet als er een extra traverse voor bliksemdraden op zit?

Als een vlakke configuratie wordt gedragen aan een mast die verder geen traversen of andere combinaties heeft, en dus op een grote letter T lijkt, wordt doorgaans van een hamerkop gesproken. Een bliksemtraverse erboven verprutst wel het beeld van (tja) een hamer of houweelvorm, maar bliksemdraden worden niet meegenomen in benoeming van de circuitvorm. Dus ondanks die bovenbouw is het toch mogelijk van een hamerkop te spreken.

Wel een relatief moderne, want hamerkoppen behoren vaak tot de oudste masten en verbindingen die we hebben in Nederland. Al sinds de late jaren 50 bouwden de meeste elektriciteitsbedrijven geen hamerkoppen meer. Het tijdperk van ton-, donau- en verticale masten was aangebroken. Dit specifieke ontwerp van het EGD kan dan ook als een nakomertje gezien worden. Hier zien we een licht verhoogd exemplaar van de 110 kV-verbinding (1970) die oorspronkelijk tussen Beilen en Emmen liep als een grote steeklijn, omdat de industrie die zich in Emmen ontwikkelde niet op het zwakke Zuidoost-Drentse stroomnet kon worden gehangen. In 1995 met de komst van Zwolle – Meeden werd een soort drieweg gemaakt met Weerdinge en Musselkanaal in beide circuits. In 2010 kwam de volgende reconstructie waarna bij Vesterswijk een volwaardige kruising kwam. Sindsdien is het zo ingewikkeld om uit te leggen waar al die circuits heen gaan dat je beter op de netkaart kan kijken.