Mast 25, 380 kV Krimpen – Bleiswijk (NL)
380 kV-hoekmasten met een nonnenkap (kattenoren) zijn een vertrouwd gezicht. Maar met driedubbele isolators zie je ze minder.
Donauhoekmasten zijn een bekend gezicht in de Nederlandse polder en Ot Lesley fotografeerde er eentje net noordwestelijk van Nieuwerkerk aan den IJssel. Op plekken waar meer wind staat, de draden extra strak staan (of waar zware draadtypes zijn gebruikt) en waar zoutafzetting vanuit zeewater een factor is, wordt soms voor driedubbele afspanisolators gekozen. Hier in Krimpen – Bleiswijk, nou niet bepaald vlak aan zee, is dat ook gedaan. Het geeft grotere sterkte, maar ook ingewikkelder bruggen en andere afspanartikelen. Ook weegt het meer. Nemen we aan acht kilo voor een glaskapisolator en dertig stuks per ketting, dan hangen er aan deze mast 1080 zulke isolators, met in totaal 8,5 ton isolatorgewicht. Daar komen het hang- en sluitwerk en de draden nog bij, die doen ook zo’n 2,5 ton per bundel per span. De hele mast torst dan zo’n 24 ton aan spullen. Je fietst er nooit meer onderdoor zonder eventjes te slikken.
Het vakwerk in de toren verschilt per generatie en type koppelnetmast. Deze variant heeft een cilindrische mastkop waardoor de illusie van een flessenhals bij de ondertraverse ontstaat. In de toren is gebruik gemaakt van een dubbelzijdig slingerverband. De verf is groener dan bij de meeste masten in het oosten van het land (waar de enige echte IJssel ligt, maar dat terzijde). Esthetische misser is het lage kleine broekstukje. Als hij zogezegd wat hoger op zijn stelten had gestaan had het een meer potente indruk gewekt.
Wat niemand ziet is dat één circuit op 150 kV wordt bedreven. Ondanks zijn bouw als 380 kV-lijn in 1979 is de verbinding tot op de dag van vandaag op de groei gebleven. Maar die tijden zijn snel voorbij. Eén deze maanden zal op Bleiswijk het nieuwe station worden aangesloten en wordt ook het tweede circuit op 380 kV gebracht.
