Een ‘grote zomer’ vraagt om grote masten. En hoewel Nederlandse mensen gemiddeld langer schijnen te zijn compenseert België dat met lange hoogspanningsmasten.
Hier staan we bij Hondzocht in het Vlaamse land, waar je vanuit je autoraam of vanaf het treinspoor opzij uit het raam kan loeren, deze lijn opdoemt en – ‘wauw, DAT is pas groot!’
We kijken met fotograaf Peter Schokkenbroek mee naar een industrieterrein in aanbouw dat wordt doorsneden door een herkenbare Belgische koppelnetlijn met hoge ranke dubbelvlagmasten. Die hoge smalle posturen zijn in heel België gebruikelijk, maar zelfs voor Belgische begrippen zijn de masten van deze lijn opvallend hoog en ook de afstand tussen de traversen lijkt veel groter dan noodzakelijk voor het dragen van 380 kV.
De vraag gaat dan ook op: is dit eigenlijk wel een 380 kV-lijn? Of is hij misschien wel ontworpen in een tijd waarin werd uitgegaan dat het niet zou stoppen bij 380 kV en waarin HVDC nog niet was voorzien? We weten dat de netbeheerders RTE in Frankrijk en Terna in Italië er beiden ooit vanuit gingen dat er zware lijnen met spanningen tot 750 kV nodig waren om de ooit beraamde, zware kerncentrales aan te sluiten. In Frankrijk zijn ook daadwerkelijk verbindingen gebouwd met masten die voor één circuit van 750 kV waren ontworpen, maar die uiteindelijk twee circuits van 400 kV te dragen kregen toen het allemaal niet zo’n vaart liep. Zou Elia in België ooit ook op deze gedachte hebben ingezet en een 500 kV-ready mastontwerp hebben gemaakt? Wie het weet mag het zeggen.