Mast 262, 150 kV Lely – Hattem – Woudhuis (NL)
Een lome dag ergens in de meivakantie, voorzichtig schept de zon behagen in het IJsseldal. Mens, dier en ook mast laaft zich aan het warme licht.
In het IJsseldal heb je twee oevers aan de rivier, en beide oevers zijn qua hoogspanning gescheiden gebieden. De oever aan de oostzijde is het gebied van de IJsselmij, waar we hamerkoppen treffen en waar 110 kV de netspanning is. Aan de westzijde zitten we ingeklemd tussen de rivier en de stuwwallen van de Veluwe. Deze zijde wordt min of meer gezien als het echte IJsseldal omdat het ingeklemd ligt. De PGEM heeft het dal in gebruik om er een paar hoogspanningsverbindingen doorheen te laten lopen. Ooit stond er een kleine 50 kV-lijn naar Wapenveld. Later verschenen twee grotere 150 kV-lijnen. De naamgever voor deze editie van de rubriek is de verbinding links, de zwaarste en nieuwste van de twee.
Met de bouw van de Flevocentrale moest de PGEM in eens hun hoogspanningsnet klaarmaken voor invoeding vanuit een geografisch heel andere richting dan voorheen. In plaats van uit het zuiden (Nijmegen) kwam er nu 600 MW vermogen vanuit het noorden binnengedenderd, vanuit de Flevopolder. Twee zware driecircuitlijnen met deltamasten werden gebouwd, dwars door de polder, naar Harderwijk en naar Hattem, om daar aansluiting te vinden op het reeds bestaande net. Nu was dat nog steeds niet voldoende, want de bestaande lijn tussen Hattem en Apeldoorn zou niet in staat zijn geweest om zoveel vermogen verder te kunnen transporteren. Vanuit Hattem werd daarom een nieuwe tweede lijn naast de bestaande verbinding gebouwd en over het grootste deel van het tracé lopen ze parallel. De gekozen masten waren geheel des PGEM eigen een ton-ontwerp. Zwaarder dan de vorige generaties en ontworpen op tweebundels. Aan het slingerend vakwerk in de toren herkennen we een kind van de jaren 70. Rationeel, vrij rechtlijnig en iets eenvoudiger in assemblage. De beide lijnen staan tot op vandaag vrijwel onveranderd in het boerenlandschap. Toch is er verandering op til. Ruimte voor de Rivier (een overheidsoperatie om de rivieren meer overstromingsruimte te geven) zal voor het verleggen van enkele dijken zorgen. Op twee plekken zullen de masten op monopiles worden geplaatst zodat ze geen natte voeten krijgen.